30 de commissies, dat was de afspraak.) Ik wilde het een beetje beperkt houden om het wat gemakkelij ker te maken. Maar goed, laten wij dan zeggen: beide commissies. (Gelach) Beide commissies wor den gehoord voordat het college de beslissing néémt. De beslissing van het onttrekken van het sport- gedeelte aan het sportgebeuren wordt dus aan de opperste wijsheid van het college gedelegeerd. De Voorzitter: Ik neem aan dat wij nu de discussies kunnen afsluiten. Ik breng allereerst de motie van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf in stemming, waarin wordt voorgesteld om over dit voorstel niet nu maar op een later tijdstip te beslissen. De motie van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf wordt verworpen met 31 tegen 4 stemmen De Voorzitter: Vervolgens breng ik het voorstel van b. en w. in stemming. De beslissing over het beheer en de exploitatie van de hal zal gebeuren zoals door mij in eerste instantie werd verwoord. Dit ter aanvulling op de raadsbrief. De heer Bijkersma: Mijn fractie is tegen punt c van het besluit, maar dat moet u wel koppelen aan mijn betoog. Het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 31 tegen 4 stemmen met aantekening dat de he ren J. de Beer en J.R. Bijkersma en mevrouw M.A.D. Waalkens wensen te worden geacht tegen punt c van het besluit te hebben gestemd en met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 21 (bijlage no. 359). De Voorzitter: Dit agendapunt heeft betrekking op de aanleg van stadsverwarming. Op bladzijde 4 van de raadsbrief, de 17e regel, staat een storende fout. Er wordt namelijk gezegd dat de bewoners een bijdrage van 100,moeten geven in de kosten van aanschaf van pannen. Dat is niet juist, de bewoners krijgen 100, Het woordje "door" moet dus worden vervangen door "aan" in de zin van de raadsbrief die begint met: "In de kostenopzet is daarnaast De heer Van den Eist: In diverse commissies hebben wij over stadsverwarming gesproken. Ongeveer tweeëneenhalf jaar geleden is stadsverwarming ook in de raad aan de orde geweest, maar toen ging het over een heel andere aanpak. Het lijkt mij dat wij nu vrij kort om de hoek kunnen zijn. Er is hier sprake van een toch wel uniek stadsverwarmingsproject. Sommigen doen het in publica ties voorkomen - zij worden dan ook nog geciteerd door de Vereniging voor Volkshuisvesting - alsof het allemaal maar niet moet wezen. Ir. P. Boerstra heeft een bladzijdenlang artikel geschreven, waar uit blijkt dat er allemaal bezwaren aan stadsverwarming kleven. Negentig procent van de door de heer Boerstra genoemde argumenten valt mijns inziens weg, omdat het artikel betrekking heeft op een vorm van energie-aanwending voor stadsverwarming die niet de vorm is die wij met dit stadsverwarmingsplan beogen. Wij zullen namelijk de energie gebruiken die anders ongebruikt door de schoorsteen gaat. Twee- eneenhalf jaar geleden was het plan om afvalwarmte van electriciteitsopwekking te gebruiken en zelfs werd van electriciteit als bron gebruik gemaakt. Nadat ik dit heb vastgesteld, wil ik toch eerst een woord van waardering uitspreken voor onze amb telijke adviseurs. Niet in de laatste plaats noem ik daarbij de medewerkers van de Frigas. Zij hebben in vrij korte tijd erg veel informatie verschaft. Als wij voor elk project zoveel informatie kregen, dan is de vuilaanvoer naar de vuilverwerkingseenheid volgens mij wel gegarandeerd, gezien de hoeveelhe den papier. Aan de hand van de raadsbrief zal ik het hele project behandelen. Ik begin dan met wat onder het kopje "Relatie met de woningbouw in Camminghaburen" staat. In een eerdere fase van het plan was er sprake van aansluiting van de wijken Heechterp en Lekkumerend en zelfs de industrie op het stadsver- warmingsnet. Ik neem aan dat u deze gedachte nog niet hebt verlaten. Misschien is het juist om te zeg gen dat wij hierop ongetwijfeld nog terugkomen bij de uitwerking van het plan in de functionele com missies. Ik neem voorshands echter aan dat u de zojuist door mij genoemde opzet niet hebt verlaten. In eerste instantie was men van plan om de hulpverwarmingseenheden, wamieer'die bij calamitei ten en in de weekends zouden moeten worden gebruikt, op olie te stoken. Nu zegt het college te stre ven naar het gebruik van gas voor deze ketels. Dat is akkoord, maar kan straks misschien ook kolengas worden gebruikt? Volgens het gestelde onder "Vuilaanbod" lijkt de aanvoer van vuil voldoende gewaarborgd. Ik heb de Interim-nota Uitgangspunten Vuilverwijdering er nog eens op nagelezen evenals het concept-plan. 31 Als men ergens een aanmoediging om een derde oven te bouwen kan vinden, dan wordt die in de be treffende nota's duidelijk verwoord. Wat de capaciteit voor het aan te voeren vuil betreft lijken er geen problemen te zijn. Punt III van de raadsbrief gaat over de financiële steun van het rijk. Over dit onderwerp moet ik wat droevig doen. Onder punt VI, de beheersaspecten, zegt het college dat de gemeente het project zelf ter hand zou moeten nemen. Hierbij zal ik twee punten naar voren brengen. Een vergelijkbare indus triële activiteit zou op zijn minst een investeringspremie hebben opgeleverd van ongeveer 15%. Daar het hier gaat om een geheel nieuwe activiteit, zou het percentage waarschijnlijk hoger hebben gelegen. Het rijk komt wel heel erg mager om de hoek, door slechts de eventueel ontstane exploitatietekorten te dekken met een subsidie met een contante waarde van 3.500.000, Daarnaast wordt een risico dragende lening aangeboden: dat is nooit weg, dankbaar aanvaarden dus. Ik ga even over op de beheersvorm. Mijn fractie kan akkoord gaan met de mening van het colle ge om de beheersvorm nog even te bekijken en onderhandelingen af te wachten. Er is immers nog over leg voor nodig. Mijn fractie heeft een paar argumenten om daarmee akkoord te kunnen gaan, hoewel het een onzekerheid lijkt die een obstakel kan zijn. In de eerste plaats wijs ik op het rapport-Coconut, het rapport ten behoeve van de Commissie Concentratie Nutsbedrijven. Dit rapport gaat uit van een concentratie van distributiebedrijven op regionaal niveau, waarbij wat Friesland betreft de distributie niet in handen zal zijn van de gemeente maar waarschijnlijk op provinciale schaal zal plaatsvinden. Als ik het goed heb begrepen, wordt de opwekking van energie uit vuilverwerking - daar komt het toch wel op neer - in handen gegeven van Protrans, een landelijk orgaan van electriciteitsproductiebedrij- ven. Het lijkt mij dat wij daartegen op voorhand al bezwaar moeten aantekenen. Als er dan toch ge concentreerd wordt, dan zou het op regionale schaal moeten gebeuren, opdat nog enige invloed moge lijk is. Een tweede onzekerheid wat het beheer betreft is de aanstaande geboorte van Olaf, het openbaar lichaam afvalverwijdering Friesland. Daarbij wordt hoogstwaarschijnlijk ook voorzien in de overname van onze vuilverwerkingseenheid in dat openbaar lichaam. Dit zijn allemaal redenen om de beheers vorm nog niet per definitie vast te leggen. Wij moeten gewoon beginnen en heel snel na dit principe besluit en het beschikbaar stellen van het gevraagde krediet van start gaan met de onderhandelingen met derden, in de eerste plaats de provincie. Ik zal het nu dan hebben over de exploitatie-resultaten. De verschillende gevoeligheidsanalyses, die in de rapportage van de Kema zijn opgesteld, laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Wat in de raadsbrief staat, is daarvan een correcte weergave. Wel heeft de minister van Economische Za ken bij het verschijnen van de Miljoenennota direct al aangegeven dat de vooronderstelling over de ont wikkeling van de gasprijs wel uiterst minimaal is. De gasprijs, zoals die volgens onze veronderstelling over 25 jaar zal gelden, wordt volgens de minister al over anderhalf tot twee jaar bereikt. Vervolgens de verbruikersaspecten. Ik zal twee punten hierover te berde brengen. Uit de aange reikte stukken moge blijken dat de consument er op een aantal onderdelen zeker op vooruit zal gaan. In ander opzicht kunnen wij naar mijn mening de garantie bieden dat de consument een comfort krijgt aangeboden van een kwaliteit die vergelijkbaar is met het comfort bij gebruik van "conventionele" energie. Op de prijs daarvan zal ik zo dadelijk ingaan. Het college gaat in de raadsbrief in principe uit van een bijdrage aan de bewoners van ongeveer 00, Op dit bedrag moeten wij ons nu nog niet vastleggen, er zijn andere vormen van bijdragen mogelijk, waarbij niet per se alleen de aanschaf van pannen voor een tegemoetkoming in aanmerking komt. Over de tarieven doen een heleboel indianenverhalen de ronde. Er moet een redelijke dekking komen voor de vaste kosten, anderzijds zal de verbruiker aan zijn rekening moeten kunnen merken dat hij zuinig is bij deze manier van energieverbruik. Om een indicatie te geven: wij denken aan een ver- f iding van het vastrechttarief ten opzichte van de variabele tariefcomponent van ongeveer 30-70. Dit is echter een kwestie van uitwerking. In een groot aantal commissievergaderingen zijn allerlei opmerkingen en aantekeningen gemaakt. Ik vertrouw erop dat het college de betreffende commissies in de diverse stadia van de uitwerking van het plan zal betrekken. Ik bedoel dan de Commissie voor het Electriciteitsbedrijf en de Commissie voor de Financiën. Ik wil erop wijzen dat in de Commissie voor het Electriciteitsbedrijf ook representanten van het bedrijfsleven zitting hebben. Zij konden zich verenigen met de risico's die door de gemeente worden gelopen. Zij achtten de risico's aanvaardbaar, gelet op het investeringsbedrag en de overge legde cijfers wat de risico-analyse betreft. Ik houd ermee op, de fractie gaat graag akkoord. De heer Visser: Naar aanleiding van de op 28 januari 1980 geuite twijfels omtrent de haalbaarheid van stadsverwarming, gaat het college in dit voorstel in op de indertijd gestelde vragen en opmerkingen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 16