2 11 Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor de plangebieden Huizum-Badweg, Cambuur en 't Vierhuis (bijlage no. 366). 12. Verzoek van de heer S.J. de Jong te Wirdum tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ten behoeve van het perceel Grienedyk 2 te Wirdum (bijlage no. 355). 13. Preadvies met betrekking tot een brief van de Initiatiefgroep Wonen in de binnenstad inzake de voortgang van de uitvoering van het rehabilitatieplan Bagijnestraat (bijlage no. 368). 14. Preadvies omtrent de brieven van de belangenvereniging Oranjewijk inzake het onderzoek naar de eventuele toename van vrachtverkeer op het traject Willem Lodewijkstraat-Achter de Hoven- Zuidergrachtswal als gevolg van de afsluiting van de Emmakade-Zuidzijde voor vrachtverkeer in westelijke richting (bijlage no. 357). 15. Garanderen van een tweetal geldleningen ten behoeve van de bouw van 20 premie corporatie A woningen voor alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens van de Woningstichting Patrimonium en 141 premie corporatie A woningen van de Woningstichting St. Joseph in Camminghaburen (bij lage no. 371) 16. Aangaan geldlening ad 900.000,door de Stichting Klinisch Chemisch Laboratorium te Leeu warden (bijlage no. 356). 17. Klacht bewoners verzorgingshuis Triotel over warme maaltijden (bijlage no. 358). 18. Goedkeuren begroting 1980 van de Stichting tot beheer en exploitatie van de Théskinkerij Prinse- tün en het complex Zalen Schaaf (bijlage no. 361). 19. Goedkeuren begroting 1980 van de Vereniging Openbare Bibliotheek Leeuwarden (bijlage no. 362! 20. Bouw van een evenementenhal (bijlage no. 360). 21 Stadsverwarming (bijlage no. 359). 22. Wijzigen raadsbesluit tot het instellen van markten (bijlage no. 367). 23. Verzoeken om medewerking ingevolge artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920, juncto artikel 183 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 en artikel 50 van de Kleuteronderwijswet (bil- lage no. 353) 23a. Instellen Arob-beroep ter zake van de bouw van een gymnastieklokaal te Lekkum (bijlage no. 573 24. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal en de Dienst Stadsontwikkeling voor het dienstjaar 1980 (bijlage no. 372). De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze vergadering van de gemeenteraad. Tij dens deze zitting zullen een paar opnamen voor een diaserie worden gemaakt in verband met het pro ject Transvaalwijk dat binnenkort in zee gaat. Punt 1. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Punt 2. Rondgezonden mededelingen. Sub A t.e.m. F. De berichten, de rapporten en de brief worden voor kennisgeving aangenomen. 3 Sub G. Het verzoek wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub H. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Mevrouw Willemsma—de Jong is inmiddels ter vergadering gekomen. Sub I. De Voorzitter: Deze mededeling betreft de brief van 13 augustus 1980 van de heer B. Peenstra over de boerderij Kal verdijkje 79. De heer Bijkersma: De brief van de heer Peenstra is op formele wijze beantwoord. Dat is misschien wel juist en bij geschilpunten in transacties de goede procedure. Even juist is echter het gevoel van onvrede bij de familie Peenstra, nu afgeweken wordt van het destijds in de onderhandelingen voorge stelde. Een van de uitgangspunten in de onderhandelingen in 1972 was dat de verwerving van het perceel van Peenstra nodig was, omdat de opstallen niet pasten in het bestemmingsplan voor dat gebied. Na lang onderhandelen kwam ook de familie Peenstra tot die overtuiging, alhoewel men emotioneel zeer gebonden was aan het perceel. De familie Peenstra besloot tot overdracht, wellicht met het gevoel dat een onteigeningsprocedure een negatief resultaat zou hebben. Druk was wellicht nodig en was ook in het belang van de gemeente. Als toen wel een onteigeningsprocedure was gevoerd, dan had er een bestemming aan het perceel moeten worden gegeven. Ik ben er zeker van dat de bestemming die het perceel thans heeft, toen niet in een eventuele onteigeningsprocedure zou zijn voorgekomen. Dat dit juist is, moet ik wel opmaken uit de brief van 13 augustus van de heer Peenstra, waarin hij zegt dat de wethouder van Sport en Recreatie zijn visie bevestigde, hetgeen u in uw antwoord niet hebt ont kend. Duidelijk is dus dat deze kwestie meer dan één kant heeft en niet alleen van de formele kant moet worden benaderd. Het zou naar ons gevoel juister zijn om, voorafgaande aan het versturen van de brief, toch nog een onderhoud met de familie Peenstra te hebben, waarbij ook de vorige onderhan delaars aanwezig zijn. Misschien zou u dan toch nog tot overeenstemming met de familie Peenstra kun nen komen. De heer Pruiksma: Er ligt een brief van 16 september 1980 van de heer Talsma. De affaire Peenstra is in de Commissie Grondbedrijf aan de orde geweest. Namens mijn fractie zou ik willen vragen wat de reactie van het college is op deze brief van de heer Talsma, die ons nu pas ter kennis is gebracht. De heer De Vries (weth.): De kwestie van het Kalverdijkje en alles wat ermee annex is rondom de woningen daar, heeft een lange voorgeschiedenis. Wanneer alles gegaan was zoals het eertijds in de bedoeling lag, namelijk de eerste aanleg van de sportvelden realiseren in het gedeelte waarin de boer derij van de heer Peenstra lag, dan zou er niets aan de hand zijn geweest en zouden er inmiddels sport velden op die plaats hebben gelegen. Het liep echter allemaal anders. Op het moment dat wij via de ACW-subsidie het groene licht hadden voor een nieuwe fase van het plan Kalverdijkje, kwamen er pro blemen rondom de aanleg van de tangenten. Dat maakte het nodig dat wij op dat moment de plannen moesten veranderen. In plaats van aanleg van sportvelden aan die kant van het Kalverdijkje, zijn wij toen aan de andere kant begonnen. In de onderhandelingen met de heer Peenstra zijn onze voorgangers er eenvoudig van uitgegaan dat deze boerderij geamoveerd zou worden en dat op die plaats sportvel den zouden worden aangelegd. Toen de plannen werden gewijzigd, is aan de familie Peenstra de toe- zegging gedaan dat men voor onbepaalde tijd op die plaats kon blijven wonen zonder betaling van huurpenningen. Ze hebben zelf nog het een en ander aan de woning verbeterd om het woongenot te vergroten Anderhalf jaar geleden heeft de familie Peenstra geprobeerd de opstallen terug te kopen van de gemeente. Wij hebben toen gezegd: Hier hebben onderhandelingen plaatsgevonden die in overeen stemming met partijen geleid hebben tot een acceptabele koopsom en wij zouden op dit moment alleen maar bereiken dat wij als gemeente in de problemen raken. Ineen latere fase hebben wij de plannen rondom dit gedeelte van het Kalverdijkje aangepast. De definitieve bestemming daarvan ligt nog niet helemaal vast, maar zoals het op dit moment is komen de sportvelden in een brede, uitgewaaierde vorm precies

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 2