H 10 niet te lange tijd kunnen worden gerealiseerd. Om niet onnodig tijd te verliezen is een goed overleg nodig tussen bouwers en gemeente. Alleen in dat licht wil ik dan ook de door de directeur van de FBTO gemaakte opmerking tijdens de behandeling van deze raadsbrief in de vergadering van de Com missie RO zien en niet anders. Wij stemmen bovendien in met de beantwoording van de bezwaarschriften van de bewoners. Nu wij dit gebied grotendeels bestemd hebben voor kantorenbouw en hier alleen maar moderne gebouwen zullen verrijzen, lijkt het mij juist om het perceel Langemarktstraat 32 niet voor te dragen voor plaat sing op de lijst van beschermde monumenten. Het zou alleen maar een dissonant vormen. U begrijpt dat wij geen behoefte hebben aan de motie van PAL. (Gelach) De Voorzitter: PAL heeft nog geen motie ingediend, maar laten wij eens horen of de vooruitziende blik van de heer De Beer klopt met de werkelijkheid. (De heer De Beer: Ik heb een motie van PAL voor mij liggen en daarom heb ik er nu alvast maar op gereageerd.) Er is nog geen motie ingediend. De heer Van der Wal: Als ik al had bedoeld om bij verrassing met een motie te komen, dan gaat dat nu in ieder geval niet meer op. Ik zal beginnen met de plannen van het Pensioenfonds in het oostelijk deel van dit bestemmings plan. Naar ons oordeel houdt het bouwplan, gezien de maquette - overigens niet veel meer dan een suggestie -, een verbetering in ten opzichte van wat wij oorspronkelijk in het bestemmingsplan had den staan. Er worden bij voorbeeld meer woningen gepland dan in het bestemmingsplan en ook is de doordringbaarheid van het terrein beter. Op grond daarvan kunnen wij wel met wijzigingen van het bestemmingsplan in die zin akkoord gaan. Wel bewijst dit dat de gemeente bij het ontwerpen van het bestemmingsplan weer te voorzichtig te werk is gegaan en best de bedoeling van het structuurplan voor dat gebied, namelijk bevordering van de woonfunctie, veel sterker in het bestemmingsplan naar voren had kunnen laten komen. Nu doet de bouwer dat. Ik ben daar in dit geval wel blij mee. Ik ga dan over naar het westelijk blok van dit gebied. De heer De Beer heeft het al verklapt: ik heb voor dit gebied een motie gemaakt, waarin een zevental overwegingen wordt genoemd. De motie luidt als volgt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 22 septem ber 1980, behandelende het voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Langemarkt- straat-Noord (bijlage no. 363), overwegende dat - het ontwerp-bestemmingspian in strijd is met het door de raad vastgestelde structuur plan voor de binnenstad, met name voor wat betreft de bebouwing langs de Snekerkade, en de motivering zoals het college die in de raadsbrief geeft om af te wijken van het structuurplan niet meer actueel is, aangezien de bouwplannen van Kats BV waarop dit bestemmingsplan gebaseerd is geen doorgang zullen vinden, - de aangegeven bebouwingsmogelijkheden aan de Snekerkade indruisen tegen de be doelingen en grenzen van het te beschermen stadsgezicht, zoals dat door de minis ter in eerste instantie is vastgesteld, - uit de stukken nergens blijkt dat er onderzocht is de gemeentepanden aan de Sneker kade te verkopen met de verplichting tot rehabilitatie en aldus de mogelijkheden tot rehabilitatie niet voldoende zijn onderzocht, - er in afwijking van de sinds jaar en dag gehanteerde inspraakprocedures totaal geen mogelijkheden tot inspraak zijn geboden in dit gebied (althans niet aan de direct be langhebbende bewoners) anders dan die bij wet bij de vaststelling van bestemmings plannen zijn voorgeschreven, - uit de goedgekeurde notulen met bijlage van 13 februari 1978 van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening blijkt dat de meerderheid van de Commissie voor de Ruimte lijke Ordening adviseerde het voorstel van de ambtelijke projectgroep ter zake van de Snekerkade te volgen door zich akkoord te verklaren met het (bijgevoegde) "program ma van eisen", waarin de bebouwing van de Snekerkade blijft gehandhaafd, zodat er in de toelichting op het bestemmingsplan wel degelijk sprake is van een onjuiste voor stelling van zaken, - in tegenstelling tot de behandeling in de raadsbrief van de andere bezwaarschriften het bezwaarschrift van de bewoners uiterst formeel, om niet te zeggen bot, is behan deld zonder dat er op alle argumenten wordt ingegaan, - bij vaststelling van het voorgestelde bestemmingsplan de ontwikkelingen aan de Sne kerkade "op slot" komen te zitten en de verpaupering, die overigens door de gemeen te in gang is gezet, zal voortduren tot nadeel van het te beschermen (binnen)stadsge- zicht, besluit onder afkeuring van het door het college in deze gevoerde beleid, met name voor wat betreft de geboden inspraakmogelijkheden aan direct belanghebbenden in dit gebied, - de bezwaren van de bewoners van de Snekerkade tegen het ontwerp-bestemmingspian Langemarktstraat-Noord gegrond te verklaren, - het college van b. en w. opdracht te geven het ontwerp-bestemmingspian te veranderen zoals aangegeven in het oorspronkelijk ontwerp-bestemmingspian van de ambtelijke pro jectgroep voor dit gebied en voor de huidige gemeentepanden in dit gebied plannen tot rehabilitatie aan de raad voor te leggen." De heer Geerts heeft het gehad over de verhouding bestemmingsplan-bouwplan. Hij zei dat men eerst zijn doelstellingen moet formuleren. Dat heeft de raad - unaniem - gedaan in 1974 bij de vaststelling van het structuurplan voor de binnenstad. Men heeft destijds een bezwaarschrift van de firma Kats te gen de doelstelling van het structuurplan afgewezen. Dit gebeurde met de motivering dat de architec tonisch-stedebouwkundige waarden van de Snekerkade zo hoog waren dat de economische motieven van de firma Kats daar niet tegen opwogen. De gemeenteraad heeft unaniem deze motivering over genomen. Ik constateer dat het college toegeeft dat het bestemmingsplan in strijd is met het structuurplan; het college kon ook moeilijk anders dan dit toegeven. De heer Geerts zegt daarvan dat men een even tuele afwijking van het structuurplan goed moet motiveren. Formeel geredeneerd kan een gemeenteraad afwijken van zijn beleidsdoelstellingen, maar dan moet niet een motivering worden gebruikt als in de raadsbrief staat. In de raadsbrief staat bij voorbeeld dat het bezwaar van de bewoners niet meer actu eel is. Als er iets niet meer actueel is, dan is dat dit bestemmingsplan wel. Het bestemmingsplan is im mers geënt op een bouwplan dat niet meer bestaat. Kortom, die voldoende motivering, na grondige dis cussie, heeft geen grond meer, want het bouwplan bestaat niet meer. Het commentaar van b. en w. op bladzijde 9 van de raadsbrief (ad 1) is niet geldig, want het is niet meer actueel. De motivering slaat op het college zelf terug. Wat heeft de gemeente tussen 1974 en 5 juni 1979 aan de realisering van het structuurplan gedaan? Op 5 juni 1979 werd door de gemeenteraad het principebesluit genomen om de gemeentepanden aan de Snekerkade en de Willemskade aan Kats Bouwgroep NV te verkopen. Er is een projectgroep aan het werk gezet. De projectgroep concludeerde dat tot rehabilitatie van de Snekerkade moest worden over gegaan. Wat heeft het college van b. en w. gedaan? Het college heeft niet alleen passief toegelaten dat de gemeentepanden aan de Snekerkade verpauperden en verkrotten, maar zelfs actief aan deze ver paupering meegedaan, door erin toe te stemmen dat jongerengroepen, zij het zeer tijdelijk, in de pan den werden gehuisvest. Men wist van tevoren dat deze groepen binnen een paar maanden helemaal niets van het pand zouden overlaten. Dat is allemaal ver voor 5 juni 1979 gebeurd. Hoe kan men dan nog volhouden dat het college van b. en w. tot die datum het structuurplan heeft uitgewerkt? De raadsbe- slissing lag er nog steeds, maar toch heeft het college - dat toch de verantwoordelijkheid draagt - de verkrotting passief toegelaten en zelfs gestimuleerd. Bij de tweede overweging gaat de motie in op het feit dat het ontwerp-bestemmingspian in strijd is met het beschermd stadsgezicht. Er staat: "De aangegeven bebouwingsmogelijkheden aan de Sneker kade druisen in tegen de bedoelingen en grenzen van het te beschermen stadsgezicht, zoals dat door de minister in eerste instantie is vastgesteld." De minister heeft - op advies van zijn diensten, mag men aannemen - in eerste instantie besloten dat de Snekerkade binnen zone-B valt, wat betekent dat de panden zo waardevol voor het stadsbeeld zijn dat ze gehandhaafd moeten worden. Ook het rapport van de Stichting Moderne Architectuur Friesland wijst in die richting. Dit rapport argumenteert het zelfs heel goed. Ook in onze eigen monumentennota kan men met zoveel woorden lezen dat dit soort beeldbepalende grachtenwanden het waard zijn om behouden te blijven. En, last but not least, ook de ambtelijke projectgroep is tot een zelfde conclusie gekomen. Kortom, ten aanzien van dit punt is het bezwaarschrift van de bewoners wel degelijk gegrond. Als derde motief wordt in de motie genoemd: "Uit de stukken blijkt nergens dat er onderzocht is de gemeentepanden aan de Snekerkade te verkopen met de verplichting tot rehabilitatie en aldus zijn de mo gelijkheden tot rehabilitatie niet voldoende onderzocht." Keer op keer heb ik in openbare en besloten ver vergaderingen van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan de wethouder gevraagd of hij mij kon vertellen waarom het college de mogelijkheid tot rehabilitatie niet heeft onderzocht. Ik stel dezelfde vraag bij dezen nogmaals. Tot op heden wordt categorisch geweigerd om antwoord op die vraag te ge ven. Ten aanzien van panden aan de Westerplantage, waaronder ook enkele niet al te beste panden, is bij voorbeeld ook besloten om de percelen in erfpacht uit te geven, met plicht tot rehabilitatie. Waarom is dat bij de Snekerkade niet gebeurd? Rehabilitatie is in ieder geval niet onderzocht, ergo, het bezwaar van de bewoners in dezen is gegrond.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 6