28
De Voorzitter: De motie over de bestemming van enige panden in het westelijk deel van de Wij-
brand de Geeststraat. Tijdens de discussie hierover hebben wij toegezegd dat wij in het bestemmings
plan straks zullen aangeven dat de bestemming van deze panden "garage" zal worden.
Hiermee is de stemming over de moties geëindigd en kan ik het voorstel van b. en w. in stemming
brengen, aangevuld met de verklaring die ik zojuist namens het college heb afgelegd.
Het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 22 tegen 15 stemmen met inachtneming van de
aangenomen motie, de toezegging ten aanzien van de bestemming van de panden aan de Wijbrand de
Geeststraat en de verklaring van het college ten aanzien van het verwervingsbeleid.
Mevrouw Zondag—Demes: Ik verzoek de raad om de kleurige molentjes, die wij aan het begin van
de vergadering namens de bewoners van het Molenpad hebben gekregen, morgen te laten bezorgen in
het Kinderdagverblijf.
De Voorzitter: Ik constateer dat iedereen daarmee akkoord gaat.
De Voorzitter schorst, om 24.00 uur, de vergadering tot woensdag 15 oktober 1980.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag, 15 oktober 1980.
RAADSVERGADERING van woensdag, 15 oktober 1980.
(Vervolg van de vergadering van 13 oktober 1980)
Aanwezig 34 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, M.A. van Dijk-van Terwisga, H.J. de Haan-
aagland, J. de Jong, C.J.M. Otsen, G. Visscher-Bouwer, M.A.D. Waalkens, J. van der Werf, T.
/ielinga-Graansma, A. Willemsma-de Jong en J.E.M.T. Zondag-Demes en de heren J. de Beer, T.A.
Boelens, J. ten Brug (weth.), G. Buising, J.R. Bijkersma, drs. G.J. van den Eist, G.F. Eijgelaar
weth.), ir. C.G.H. Geerts, D.E. Heere, H. Jansma, J.F. Janssen, C. de Jong (vanaf 19.40 uur),
J. Knol, H. Meijerhof, W. Miedema, dr. W.A. de Pree (weth.), ir. C.L. Rijpma (weth.), J. Scha-
gen, N. Sterk, P.J. Sijbesma, L. Visser, G. de Vries (weth.) en P.D. van der Wal.
Afwezig: de heren H. ten Hoeve, A. Pronk en mr. H.S. Pruiksma.
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer.
'oorts zijn aanwezig: de heren G.J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Wel-
zijnsaangelegenheden, mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Al
gemene Zaken, en mr. L.P.A. van Kats, loco-secretaris.
De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor dat wij met onze werkzaamheden beginnen. Gelukkig
eeft een groot aantal leden van de raad zich voor vanavond vrij kunnen maken; er zijn tenminste niet
veel leden die verstek hebben laten gaan.
Punt 8 (bijlage no. 400).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 9 (bijlage no. 375).
De Voorzitter: Dit punt betreft het ontwerp-uitwerkingsvoorschrift 2e fase Camminghaburen.
Mevrouw Visscher—Bouwer: Vrijwel onderaan bladzijde 1 van de raadsbrief staan de volgende zin
nen: "Volgens de randvoorwaarden en richtlijnen dienen in de 2e fase rond 35 bejaardenwoningen te
worden gebouwd. De projecten van de corporaties en de Bouwmaatschappij Leeuwarden bevatten geen
specifieke bejaardenwoningen, doch wel 27 woningen die geschikt zijn als huisvesting van bejaarden."
Nu ging het om het bouwen van specifieke bejaardenwoningen. Aan de Bejaardenraad is door b. en w.
indertijd het verzoek gericht om te reageren op een voorstel om in de zuidwesthoek van dit plan speci
fieke bejaardenwoningen te bouwen, omdat daar uitbreiding van het aantal woningen in de gestapel
de bouw gerealiseerd kon worden. De vraag was of dit een geschikte plaats was voor specifieke bejaar
denwoningen. De Bejaardenraad vond dit inderdaad een geschikte plaats: dicht bij het centrum en dicht
bij het openbaar vervoer. Men was blij dat op die plaats specifieke bejaardenwoningen gebouwd kon
den worden. Nu blijkt uit de raadsbrief dat dit niet voor elkaar is gekomen. B. en w. hebben de woning
corporaties er bij brief aan herinnerd - ik maak hieruit op dat b. en w. hun best er dus voor hebben ge
daan - dat zij verplicht waren tot het bouwen van deze 35 specifieke bejaardenwoningen. Nu blijkt
dus dat de woningcorporaties zich niet aan de afspraak hebben gehouden. Mijn vraag is nu: was de ge
meente pas nu hiervan op de hoogte of is de gemeente tussentijds op de hoogte gesteld door de corpora
ties van de reden waarom men niet kon bouwen? Vergeten kon men het echter nauwelijks. De gang van
zaken is betreurenswaardig, als men bedenkt dat men voor bejaarden dringend specifieke woningen moet
bouwen omdat er een erg groot tekort aan dergelijke woningen is. Een bejaarde heeft niet het eeuwige
leven. Wij weten allemaal dat er in deze stad ongeveer 1.000 van zulke woningen moeten worden ge-