18
heeft mij ook verzekerd dat hij bereid is zo veel mogelijk met onze zienswijzen rekening te houden.
Hij is evenwel gehouden aan normen en uitgangspunten, waarbij deskundigen hem adviseren met be
trekking tot de vraag of al dan niet aan die normen en uitgangspunten wordt voldaan. Dat wordt aan
geduid als "marginale toetsing", een term waarover men van mening mag verschillen. Ik heb overigens
niet de indruk dat de minister in meer technische details duikt. Dat hij werkelijk bereid is om met de
ter plaatse ontwikkelde zienswijzen rekening te houden, is overigens gebleken uit tot dusverre door
hem in het kader van de ISR genomen beslissingen, zowel voor Leeuwarden als voor andere plaatsen,
en ook op andere gebieden, voor zover het de stadsvernieuwing betreft. U zult dat laatste binnenkort
kunnen constateren ten aanzien van de verdere ontwikkeling in de Simon de Vliegerstraat en het Hol
landerhof.
Het college meent u met de meest mogelijke klem te moeten adviseren de voorstellen, zoals die
thans voorliggen, te aanvaarden, indien u althans wilt dat ook voor de Vegelinbuurt de ISR-regeling
kans van slagen moet krijgen. De motie die dienaangaande is ingediend, moeten wij met zeer veel
klem ernstig ontraden. Ik sluit hiermee de eerste instantie.
De Voorzitter schorst, om 21.20 uur, de vergadering voor de eerste pauze.
De Voorzitter heropent, om 21 .50 uur, de vergadering.
De heer Sterk is inmiddels ter vergadering gekomen.
De Voorzitter: Ik stel voor onze werkzaamheden te hervatten. Tijdens de pauze heb ik vernomen
dat de heer Buising jarig is. Ik wil hem namens de raad gaarne van harte feliciteren met zijn verjaar
dag.
Het was mij ook opgevallen dat de heer Sterk vanavond niet aanwezig was. In de pauze vertelde
men mij dat ook hij jarig is en daarom niet aanwezig was. Om mij duistere redenen is hij evenwel
plotseling komen opdagen. (Gelach) Ik heb daardoor in ieder geval de kans gekregen om ook de heer
Sterk namens de raad me* zijn verjaardag te feliciteren.
Ik stel voor over te gaan tot de tweede instantie.
De heer Geerts: Over het onderwerp dat vanavond wordt behandeld, hebben meerdere leden van
de raad het woord gevoerd. De apotheose wordt gevormd door datgene, wat u, mijnheer de voorzitter,
hebt gezegd. Ik wil vooropstellen dat ik aanneem dat u dit met alle goede bedoelingen hebt gedaan
en dat u dat gedaan hebt vanuit een welgemeende bezorgdheid over de strekking van het besluit dat
wij eventueel zullen nemen. Toch vind ik - ik heb hier en daar overleg gepleegd met enige fractie
genoten - dat u hiermee de raad wel onder zeer grote druk hebt gesteld, tegen het ontoelaatbare aan,
dat durf ik dan ook uit te spreken.
Waarom ontoelaatbaar? U zegt aan de ene kant dat de raad vrij is om te beslissen hoe de stede-
bouwkundige structuur eruit moet zien, terwijl u een zin later zegt dat overleg met minister en amb
tenaren u hebben geleerd dat de subsidie niet doorgaat, indien de raad anders beslist dan het voorstel
luidt. Met de tweede zin spreekt u de eerste tegen.
Op grond waarvan gaat de subsidie eventueel niet door? Op grond van normen, die niet duidelijk
zijn en die inderdaad gaan over structureel wel of niet verbeteren. En ik mag dan niet zeggen dat wij
met een koehandel bezig zijn als een plan wel structureel verbeterd wordt verklaard op het moment dat
er zeventien woningen meer worden afgebroken dan in onze plannen wordt aangegeven, en niet structu
reel verbeterd wordt verklaard op het moment dat dit niet gebeurt. Met dit soort bewind hebben wij ont
zettend veel moeilijkheden. Wij hebben in onze eerste instantie gezegd te vinden dat dit een heel dui
delijke structurele verbetering is. Wij kunnen ons bij onze overwegingen voor een beslissing niet ba
seren op een gesprek, waarvan de voorzitter dan wel verslag doet maar dat wij op generlei wijze op
grond van normen kunnen controleren. Ik kan u dan ook meedelen dat wij onze motie zullen handhaven.
Ik zal nu ingaan op enkele andere zaken die in eerste instantie aan de orde zijn geweest. Ik heb
genoteerd dat de wethouder heeft gezegd dat wij een financiële opzet in hoofdlijnen moeten hebben
en dat op basis daarvan de structuur wordt vastgelegd. Over de invulling valt nog te praten, zegt hij.
Ik denk dat dan ook bij voorbeeld het antwoord op de vragen met betrekking tot de parkeerplaatsen en
de situering van de nieuwe huizen een kwestie van dit soort invulling is. Naar mijn mening is dit on
geveer de inhoud van de motie van de VVD. Wij willen een en ander toch graag iaten afhangen van
de bij de invulling geldende argumenten. Ik denk wel dat het nodig is om even het verschil tussen de
motie van de WD en onze motie duidelijk te maken. De VVD-motie stelt zich achter het bewoners
plan. Het bewonersplan houdt niet een ontsluitingsweg aan de oostzijde van de achtererven van de
19
le Vegelindwarsstraat in. Wij vinden aan een dergelijke ontsluitingsweg grote voordelen zitten en
bovendien bestaat dan de mogelijkheid om de le Vegelindwarsstraat in te richten voor parkeer- en
speelvoorzieningen. Wij willen dat gedeelte van onze motie dus graag in stemming brengen. Voor
de goede orde lijkt het mij gewenst dat deze motie gesplitst in een deel a en een deel b in stemming
wordt gebracht. Eerst zou een beslissing moeten worden genomen over de vraag of er al dan niet moet
worden afgebroken en vervolgens over de vraag of de ontsluitingsweg voor of achter de huizen langs
moet lopen.
De heer Van der Wal heeft nog even gepraat over het functioneren van de Commissie voor de Ruim
telijke Ordening. Hij zegt dat in deze commissie de vertegenwoordigers van de grote partijen zich
niet altijd even duidelijk uitlaten. Dat laatste is niet helemaal waar: hier en daar zijn wei duidelij
ke geluiden gehoord. De heer Van der Wal zegt dan dat in die commissie toch deskundigen zitten,
die hun mening uitspreken en die in het fractieoverleg de fractie wel van hun deskundige mening zul
len overtuigen. Wij zijn niet zulke "deskundigen-democraten". Ik heb bij stukken voor een volgend
agendapunt een verhaal gelezen over de vraag wie nu eigenlijk de deskundige is. In de fractie zijn
wij gewend over dit soort zaken te spreken. Wij willen zelfs vermijden dat er bij bepaalde mensen al
te veel deskundigheid ontstaat, op basis waarvan de overige fractieleden hun mening geven. Wij wil
len namelijk dat iedereen er goed over nadenkt. Daarom ook willen wij het fractieoverleg tot zijn
recht iaten komen. Dat kan natuurlijk weieens een reden zijn waarom een grote fractie zich wat voor
zichtiger opstelt dan een kleine fractie.
De VVD-motie over de tunnel onder de Pieter Stuyvesantweg. Naar mijn mening is deze motie
niet reëel. Wat er op het ogenblik moet gebeuren, is subsidie verkrijgen op basis van de ISR, ook voor
die tunnelIk denk dat men, als men dat geld wil hebben, de tunnel ook in dit plan moet opnemen en
dat men niet vrijblijvend kan zeggen: "Wij nemen het geld mogelijk later op." In dat geval zijn de kan
sen op subsidie verkeken. Daarom zijn wij niet voor het aannemen van de motie over het openhouden
van de vraag of de tunnel onder de Pieter Stuyvesantweg wel of niet moet worden aangelegd.
Vervolgens de motie van het CDA over de fietstunnel. Als de mogelijkheden tot aanleg van zo'n
tunnel aanwezig zijn, dan hebben wij inderdaad een voorkeur voor een fietstunnel. Wij zouden deze
motie dus wel kunnen steunen.
Bij de discussie over de le Vegelindwarsstraat is gezegd dat alle belendende straten in relatie ko
men met het groengebied. Nu is het natuurlijk wel zo dat men, als men een straat verder woont, het
groengebied niet ziet. Als men het heel reëel bekijkt, dan is het alleen de ene kant van de le Vege
lindwarsstraat die vrij uitzicht krijgt. De rest van de straten heeft niet meer of minder relatie met het
groengebied, wanneer de oostwand van de le Vegelindwarsstraat blijft staan.
Het komt er dus op neer dat wij onze motie handhaven, de motie van het CDA over de fietstunnel
zullen steunen en de motie van de VVD over het openhouden van de beslissing over de tunnel onder de
Pieter Stuyvesantweg niet zullen steunen.
De hear Miedema: De foarsitter hat inkele wurden sein oan'e ein fan de earste termyn oer de moog-
likheden sa't dy der lizze. (Stim fan publike tribune: Kunt u misschien ook Nederlands spreken?) (De
Voorzitter: Wilt u alstublieft uw mond houden, anders moet u er helaas uit.) Ik bin best ré om foar dizze
iene kear op it Nederlansk oer to gean, as der minsken op de publike tribune sitte dy't it Frysk net for-
steane.
De voorzitter heeft aan het eind van de eerste instantie enkele woorden gewijd aan de werkelij
ke toestand. Ik had in mijn eerste instantie daarnaar duidelijk gevraagd. Ik heb gevraagd welke speel
ruimte er nog is. Ik ging er daarbij vanuit - naar ik dacht terecht - dat het college bij zijn voorstel
len aan de raad ten gevolge van het zeer recente overleg met de bewindslieden kon beoordelen welke
mogelijkheden er zijn. Wat dat betreft heeft de voorzitter een duidelijk antwoord op mijn vragen gege
ven. Ik ben hem daarvoor erkentelijk. De voorzitter heeft met mij gesteld dat hier een volkshuisves-
tingsbelang aan de orde is en dat wij de mogelijkheid moeten afwegen de paar honderd woningen in de
Vegelinwijk zo ingrijpend te verbeteren dat het woongenot voor 25 jaar is verzekerd. Wij volgen het
college in zijn voorstel wat dit punt betreft.
Ik heb in eerste instantie ook nog de vraag gesteld of bij het uitwerken van het bestemmingsplan
mogelijk een verlegging van de Knoopstraat kan plaatsvinden, zodat men bredere trottoirs krijgt bij
de situering van de scholen. Op deze vraag is naar mijn mening onvoldoende geantwoord. Ik zou graag
willen dat deze vraag meegenomen wordt in de beantwoording en zo mogelijk in het uittekenen van
het bestemmingsplan.
Ik had de indruk dat de wethouder niet veel bezwaren tegen mijn motie over de fietstunnel had.
Ik heb de zekerheid dat mijn voorstel een duurdere tunnel oplevert dan de tunnel volgens het college
voorstel. Het lijkt mij reëel om die duurdere oplossing mee te nemen, ook uit financiële overwegingen,