26
maatschappelijke, aandacht moet worden besteed, in die zin dat er een meer gedifferentieerd hulp
verleningsaanbod komt. Op dat moment denk je toch even terug aan de opmerking op bladzijde 9.
Als die opvatting inhoudt dat het drugsgebruik een slechte en riskante manier is om uit je problemen
te komen, dan denk ik dat deze zinsnede overbodig is, want dat staat er al. Mijn vraag is dan ook
deze. Wat is de bedoeling geweest om het onder het kopje "Resumé" zo te stellen? Uit het vervolg
van de nota blijkt dat er globaal gesproken twee manieren van hulpverlening zijn en dat men met de
ze twee manieren verschillende groepen mensen bereikt. Ik denk dat het gaat om de vragen hoe hulp
kan worden geboden en hoe mensen bereikt kunnen worden.
De nota spreekt over de aanstelling van een drugspreventiewerker en over het samen met de coör
dinatiecommissie komen tot bouwstenen voor een beleid dat dan meer in de hoek van de hulpverlening
zit. In de nota wordt voor dat laatste een periode van twee jaar genoemd. Ik ben blij in de raadsbrief
te lezen dat deze periode in feite wordt teruggebracht tot één twee jaar. Ik kan mij namelijk niet
aan de indruk onttrekken dat wij dat mozaiek niet helemaal zelf hoeven te bedenken, maar dat wij
ook lering kunnen trekken uit wat er in andere gemeenten op dit terrein is gebeurd. Ik heb het dan
over gemeenten die wat grootte betreft vergelijkbaar zijn met Leeuwarden. Het enige probleem is naar
mijn mening dat wij de omvang van de problematiek niet exact weten. Die gegevens zullen, mede bij
de aan te stellen preventiewerker vandaan moeten komen.
Kortom, wij vinden het een goede zaak dat deze nota is uitgebracht en onze fractie staat achter
datgene wat het college voorstelt.
De heer Buising heeft inmiddels de vergadering verlaten.
De hear Jansma: De oanset ta de Ontwikkeling fan in gemeentlik drugs- en helpforlieningsbilied
is yn üs fraksje tige goed fallen. In wichtige earste stap is it oanstellen fan in drugsprevinsjewurker.
Dizze man of frou sil it net maklik krije. In goede bigelieding troch net allinne kundige mar ek wize
minsken liket üs needsaeklik. De problemen dy't it gebruk fan drugs meibringe - ek yn üs stêd - binne
yn in tal kommisjegearkomsten wiidweidich oan de oarder kommen. Yn ien fan dy gearkomsten haw ik
ek meidielingen dien fan itjinge üs fraksje yn Hippo by ien fan üs wurkbisiken fan forline wike to hear-
ren krige oer it drugsgebruk. Dat wurdt ek even memorearre yn de Ljouwerter Krante fan hjoed, 3 no-
vimber, en dat is foar my oanlieding om der dochs in bytsje wiidweidiger op yn to gean.
Wy binne nammentlik gewaer wurden - der is üs sein dat wy de gegevens rêstich oeral fortelle
mochten - dat yn it jeugdsintrum likernoch 70% oant 80% fan de gebrukers frij regelmjittich gebruk
makket fan soft drugs, lyk as hasjies en marihuana. Fierders is üs sein dat der per wike oardel kilo fan
dit spul forkocht wurdt en dat it spul 7,oant 8,per gram kostet. De omset is frij bihoarlik en
komt per jier op sa'n seis ton. Dêroer hawwe wy soargen, en ek net in lyts bytsje. De oarspronklike
foorstellen, nammentlik om it drugsgebruk hwat de soft drugs oanbilanget to legalisearjen, wurde lok-
kigerwiis yn dizze nota net dien. Dêrom binne wy hwat it kolleezje-ütstel oanbilanget wol akkoart mei
de leste haedstikken, mar mei de earste haedstikken hawwe wy op underskate pun ten dochs greatemuoi te
By in oantal punten kinne wy eins net sizze dat wy it der mei iens binne. Nou stiet yn it riedsbrief dat
wy ynstimme moatte mei "de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte nota "aanzet tot
de ontwikkeling van een gemeentelijk drugspreventie- en hulpverleningsbeleid"Yn de Kommisje
foar de Folkssounens hat wethalder De Pree sein dat it uteraerd net de bidoeling is dat wy ynstimme
moatte mei de earste haedstikken fan de nota, hwant dêrfoar steane der yndied ek to forskate werjo-
wingen yn.
Wy kinne wol folslein ynstimme mei de oansetten ta it bilied, sa't dy yn de nota steane, mei de fi-
nansiéle konsekwinsjes en mei de gearfetting. Wy steane folslein efter it oanheakjen fan de previnsje-
wurker by it CAD. Wy fine eins ek dat dit in bitingst wêze moat. Hwannear't der fan de kant fan it
CAD gjin biswier tsjin is, hat de wethalder yn de Kommissje foar de Folkssounens sein, soe fan de kant
fan it kolleezje yndied it oanheakjen by it CAD plakfine moatte. As dat sa is, dan geane wy der fol
slein mei akkoart, hwant it is üs opset ek. Dêrmei is dan oan de beide bitingsten, dy't wy hienen, fol
slein tomjitte kommen. De fierdere gong fan saken sille wy mei bilangstelling folgje en wy binne it
fan herte iens mei it oanstellen fan dizze previnsjewurker; it is tige needsaeklik.
De heer Bijkersma: De heer Meijerhof en de heer Jansma hebben al aangegeven dat er waar
dering bestaat voor de aanzet zoals die in dit rapport wordt weergegeven. Tegelijkertijd wil ik echter
ook constateren dat het bijzonder triest is dat in acht jaar tijd deze problematiek hier in Leeuwarden
zo in omvang is toegenomen, zoals op bladzijde 4 van de nota staat. Je schrikt daar wel van. Het is
vaak zo dat men slechts zijdelings met deze zaken heeft te maken en niet tot de kern doordringt. Het
voordeel van deze nota is dan in ieder geval dat daarin duidelijk naar voren komt wat hier speelt. De
27
heer Jansma heeft gezegd dat hij bij een bezoek aan Hippo in het overleg aan de weet is gekomen
dat daar grote hoeveelheden soft drugs worden verhandeld. Ik vraag de wethouder of er omtrent het
verhandelen elders in de stad ook iets bekend is. Weet men bedragen die daarmee gemoeid zijn en
om welke hoeveelheden het gaat?
De verschillende visies, die in het rapport worden weergegeven, laten wij uiteraard voor reke
ning van de aandragers. Wij beschouwen een en ander zuiver als informatiemateriaal. Tijdens een ver
gadering van de Commissie voor de Volksgezondheid heeft de wethouder dit ook zo gesteld. Wij zijn
in ieder geval aanhangers van de therapeutische hulpverlening. Duidelijk wil ik zeggen dat wij niet
meegaan met een legalisering van de soft drugs, op wat voor terrein dan ook. Wij kunnen ons dus ver
enigen met de aanzet voor het beleid zoals deze in de nota wordt aangedragen, maar wij hebben toch
wat vragen.
In de eerste plaats heb ik een vraag over de samenstelling van de coördinatiecommissie, zoals ver
meld op de bladzijden 12 en 13. Is het niet zinvol om ook mensen uit het onderwijs hierbij te betrek
ken? Als ik het goed heb begrepen, komt het gebruik van drugs onder meer veel voor bij jeugd op scho
len. Om die reden lijkt het mij zinvol dat iemand uit het onderwijs zitting neemt in de commissie. Bo
vendien kan deze persoon dan vanuit het onderwijs een bijdrage leveren aan de oplossing van de pro
blematiek.
Hetzelfde geldt voor vertegenwoordigers van de kerken. Het is misschien wel zo dat, zoals som
migen menen te kunnen constateren, de kerk op zijn retour is, maar toch vind ik dat kerkelijke bege
leiders in gezinnen komen, waar deze problematiek speelt, en daarbij een eigen visie kunnen meede
len. Ik dacht dat het zinvol zou zijn indien gesprekken met deze gezinnen door begeleiders van een
kerk teruggekoppeld worden naar de coördinatiecommissie.
Ten slotte wil ik nog iets weten over de speciale problematiek die op bladzijde 6 van de nota wordt
behandeld over het drugsgebruik bij mensen die afkomstig zijn uit Suriname. Duidelijk wordt gesteld
dat het drugsgebruik een groot probleem binnen deze groep vormt. Ik vraag de wethouder of hij deze
groep exacter wil benaderen in deze problematiek.
Mevrouw Van der Werf: Mijn fractie vindt het belangrijk dat door middel van het aan de orde zijn
de raadsvoorstel een aanzet wordt gegeven tot een gemeentelijk drugspreventie- en hulpverleningsbe
leid. De problemen als gevolg van het gebruik van hard drugs nemen zo toe dat er dringend iets moet
gebeuren. De aanpak die in deze nota wordt bepleit, namelijk met behulp van een "outreaching worker"
onderzoek doen naar de vragen waar en hoe de problemen precies liggen en naar de daarmee samen
hangende sociale problemen, waarbij op basis van die gegevens tot een verder uitgewerkte samenhan
gende beleidsvisie op de drugspreventie en de hulpverlening wordt gekomen, heeft onze instemming.
Wij hebben wel een paar vragen en opmerkingen.
Ten eerste zal ik ingaan op de termijn waarop die visie er moet komen. Wij hebben de indruk dat
zich de laatste tijd op dit gebied versneld een aantal ontwikkelingen hebben voorgedaan, die hebben
geresulteerd in de bezetting van het gebouw van het CAD. Uit het toen ontstane gesprek is een werk
groep of commissie gevormd, waarin onder andere de provincie, het CAD, de SPD en de jongerencen
tra zitting hebben. Deze groep heeft vanuit de gedachte dat er heel snel iets moest gebeuren enkele
eisen geformuleerd. Deze eisen luiden: er moet een aanloopcentrum komen, er moet een 24-uurs-be-
handeling komen en er moeten een afkick-centrum en een halfweg-centrum komen. Mijn vraag aan de
wethouder is deze. Hoe denkt hij de eisen van deze groep in te passen in de werkzaamheden van de
hier voorgestelde coördinatiecommissie? Met name vraag ik de wethouder hoe hij de snelle aanpak,
die wordt bepleit, denkt te realiseren, gezien de termijn die in de nota wordt genoemd en die een te
genstelling vormt met de gewenste snelle aanpak.
Verder is ons uit de nota niet goed duidelijk geworden tot welke terreinen de te verwachten be
leidsadviezen met betrekking tot de drugspreventie zich zullen uitstrekken. In de nota wordt de opvat
ting gehuldigd dat met name de toenemende jeugdwerkloosheid, de woningnood en de problemen waar
mee de culturele minderheden worden geconfronteerd belangrijke oorzaken zijn voor de toename van
het problematisch alcohol- en drugsgebruik. Ligt het in de bedoeling dat de in te stellen coördinatie
commissie in haar beleidsadvisering ook deze beleidssectoren betrekt? Zou dit dan ook niet tot uit
drukking moeten komen in de samenstelling van die commissie?
Dan nog een opmerking, naar aanleiding van uitspraken van vorige sprekers, over onze visie op
het drugsbeleid binnen Hippo. Naast hulpverlening en gebruikmaken van de drugspreventiewerker heeft
Hippo, om intern greep te kunnen krijgen op het drugsmisbruik, sinds enige tijd een experiment met
een huisdealer in gang gezet. De achtergrond van dit huisdealerschap is zeker niet het stimuleren van
het gebruik van soft drugs. Naar mijn mening zou deze indruk toch wel enigszins naar voren kunnen
komen uit de woorden van de CDA-woordvoerder, met name als hij het heeft over de verontrustende