fltjS
8'1/1/
vuilverbranding in dat schap moet worden ingebracht, is een kwestie van nader overleg. Wordt de
vuilverbrandingsinstallatie een aangelegenheid van het openbaar lichaam afvalverwijdering of blijft
de installatie een gemeentelijke aangelegenheid, met een te sluiten overeenkomst voor de exploitatie
van de verwerking van het huisvuil? Dat is een kwestie van nader overleg. Er is inderdaad geen direc
te koppeling tussen de stadsverwarming van Leeuwarden en de vuilverwerking, zoals ook duidelijk in
de regioraad van 14 oktober jl. naar voren is gekomen. Nu deze situatie zich voordoet, kan een en
ander wel consequenties hebben, dat wil zeggen dat wij er wel gebruik van kunnen maken. Dat zal
dan ook worden gedaan. De verwerking dient volgens het afvalstoffenplan zo veel mogelijk tot her
gebruik, recycling, te leiden. Ik ben van mening dat wij hier in Leeuwarden, als de stadsverwarming
een feit is, op een voortreffelijke manier aan recycling doen, want er gaat praktisch niets verloren.
Zelfs het residu, de slakken, worden verkocht en bovendien wordt het metaal eruit gehaald. De bulk
wordt verbrand en dat levert een besparing van ongeveer 26 miljoen kubieke meter aardgasequivalent
op. Mijns inziens is er dus sprake van een geweldig stukje recycling.
De heer Bijkersma: Ik concludeer uit de woorden van de wethouder dat de derde oven zal worden
gebouwd op een tijdstip dat de installatie nog nergens is ondergebracht, op welke manier dan ook, en
dat de kosten van de bouw van deze derde oven in eerste instantie volledig ten laste van de gemeente
Leeuwarden kunnen komen. (De heer Eijgelaar (weth.): Inderdaad.)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 22, 23 en 24 (bijlagen nos. 422, 432 en 418).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 25 (bijlage no. 416).
De Voorzitter: Voor u ligt de rapportage inzake het onderzoek naar het instellen van een gemeen
telijke rekenkamer.
De heer Knol: De leden van de Commissie voor de Financiën hebben even de koppen bij elkaar
gestoken naar aanleiding van dit raadsvoorstel. Wij kwamen unaniem tot de conclusie dat het verstan
diger zou zijn om het voorstel tijdens de behandeling van de begrotingen aan de orde te stellen. Ik
dien een ordevoorstel in om het punt vanavond van de agenda af te voeren en het op de agenda van
de begrotingszitting te plaatsen.
De heer Ten Brug (weth.): Als de raad het wil, dan kan het voorstel worden afgevoerd. Van onze
zijde kan geen enkel bezwaar tegen dit ordevoorstel worden ingebracht.
De Voorzitter: Brengt u dit voorstel bij afdeling VI ter sprake, mijnheer Knol? (De heer Knol:
Nee, bij de begrotingszitting.) Ik neem aan dat u het eerst in afdeling VI aan de orde stelt. (De heer
Knol: Als ik een kapstok kan vinden Ik vraag dit omdat ik aanneem dat u over deze kwestie van
een gemeentelijke rekenkamer wilt discussiëren. Het lijkt mij dan zinvol dat wij eerst een goede dis
cussie krijgen in afdeling VI. Het college kan zich dan ook beraden op het standpunt dat het zal moe
ten innemen tijdens de plenaire zitting. Daarom vraag ik u met klem om dit punt niet alleen in de be
grotingszitting maar ook in afdeling VI aan de orde te stellen.
Punten 26 t.e.m. 29 (bijlagen nos. 431, 430, 429 en 428).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 30 (bijlage no. 440).
Woningbedrijf.
De heer Knol: Op bladzijde 1 van de raadsbrief wordt gesproken over de centrale registratie van
woningen en de financiering daarvan. Doen alle woningcorporaties hieraan mee? In de tekst wordt
namelijk gesproken over "de" woningcorporaties. Het was nog niet helemaal duidelijk of alle corpo
raties mee zouden doen.
De Voorzitter: Als u dat ook in de betreffende afdelingsvergadering wilt vragen, dan krijgt u vast
antwoord op uw vraag.
De heer Knol: Ik weet niet of dit van invloed is op de dekking.
De Voorzitter: Ik dacht van niet, maar helaas is wethouder De Pree, die eigenlijk antwoord zou
moeten geven, niet aanwezig vanwege andere verplichtingen. Daarom stelde ik u voor om uw vraag
later opnieuw te stellen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De Voorzitter: Wij hebben hiermee de agenda behandeld. Ik heb nog een paar mededelingen be
treffende de komende raadsvergaderingen. U hebt waarschijnlijk al in de krant gelezen dat alle bu
reaus van de rijksdienst op 2 januari 1981 gesloten zullen zijn. Ik ga er op dit moment van uit dat dit
ook zal gelden voor provinciale en gemeentelijke bureaus. Wij zouden mede in verband daarmee de
eerste raadsvergadering in het nieuwe jaar niet willen houden op 5 januari maar op 12 januari. Daar
na zal het schema niet worden verschoven, zodat de raadsvergadering van 26 januari op die datum
blijft staan. Het is mij bekend dat allerlei mensen al afspraken hebben gemaakt - dat geldt ook voor
commissieleden - en om dit niet te verstoren hebben wij gemeend dat het geen probleem zal zijn
om met een tussenpoos van veertien dagen te vergaderen. Dat zal ook betekenen dat de gebruikelijke
nieuwjaarsreceptie niet op vrijdag 2 januari, maar op maandag 5 januari zal worden gehouden. Een
en ander zal nog nader worden bekendgemaakt.
Verder verzoek ik u er rekening mee te houden dat op 15 en 16 december - de data voor de be
grotingszitting - zowel 's middags als 's avonds zal worden vergaderd. Het is namelijk de bedoeling
dat tijdens de begrotingszitting ook de erfpachtnota aan de orde wordt gesteld. De nota wordt een
dezer dagen aan u toegestuurd, opdat de fracties voldoende tijd hebben om van te voren over deze
vrij ingewikkelde problematiek te discussiëren. Zoals is afgesproken, willen wij dit punt graag dit
jaar nog afwerken.
De Voorzitter sluit, om 21 .20 uur, de vergadering.