r 6 reeds huizen worden afgebroken, een veertigtal. Er worden groenzones ingericht, er worden wandelpa den en fietspaden gemaakt, er wordt op een goede wijze iets aan parkeervoorzieningen gedaan en de verkeersstructuur wordt goed en duidelijk aangepakt. Ik vind dan ook dat er een zodanig plan ligt dat van een goede structurele verbetering kan worden gesproken, met goede levenskansen voor de wijk voor een periode van 25 jaar. Het rijk stelt nog meer voorwaarden. Zo moet de bevolking goede inspraak hebben gehad. Dat is naar mijn mening ook gebeurd. Er is intensief overleg geweest en er is een heel duidelijke mening van de wijk naar voren gekomen. Wat ook noodzakelijk is, is dat er uiteindelijk een goede stedebouwkun- dige opzet uitkomt binnen de gegevenheden van de wijk. De contact- en de projectgroep hebben daar hard aan gewerkt en naar mijn mening is een goede structurele oplossing gevonden. Ik denk dan ook dat dit plan voldoet aan de wegens de interim-saldoregeling te stellen eisen. Ik ben er ook van over tuigd dat gedeputeerde staten dit oordeel zullen delen in hun advies aan de minister. Ik zal nu op enkele punten van dit plan ingaan, zoals die in de raadsbrief worden verwoord. Ik zal de volgorde van de raadsbrief daarbij aanhouden. Het eerst te noemen punt is de fietsroute met tunnel vanaf de le Vegelindwarsstraat via de Verstolkstraat naar het Emmaplein. Ik wil van te voren nadruk kelijk zeggen dat het aanleggen van deze route wel past in onze visie over fietspaden. Wij stellen er prijs op en hebben er ook steeds prijs op gesteld dat wijken onderling verbonden worden door goede fiets- verbindingen Dan komt echter het punt aan de orde van de offers die moeten worden gebracht. Ons is wel duidelijk gemaakt dat die offers groot zijn, hetgeen te maken heeft met de lengte van de opritten van de tunnel. In de Verstolkstraat en bij het Emmaplein zou dit aspect een zodanige verstoring geven dat wij gezegd hebben, nog afgezien van de kosten die een en ander met zich brengt, dit toch niet te kunnen doen. Wij denken dat met wat inventiviteit ook wel een goede alternatieve oplossing is te be denken. Wij zijn het dus wel eens met wat het college hierover in de raadsbrief heeft gesteld. Vervolgens het uiterst belangrijke punt van de bebouwing van de oostzijde van de le Vegelindwars straat. Het is een heel belangrijk punt van verschil: zeventien huizen wel of niet afbreken. Ik denk dat het goed is om de argumenten pro en contra te noemen. De argumenten van het college zijn de be bouwingsdichtheid die te hoog is - er moet bebouwing af -, er moeten open ruimten worden gecreëerd, het groengebied in het hart van de wijk moet versterkt worden, de visuele beleving van dat groenge bied moet vanuit de wijk kunnen gebeuren en het groen functioneert beter als men niet uitkijkt op ach tergevels. Dat zijn ongeveer de belangrijkste argumenten. De argumenten tegen zijn van stedebouw- kundige aard: de begrenzende rol van de oostzijde van de straat en de hele stedebouwkundige symme trische structuur van de wijk, wat een kwestie is van eenheid in stedebouw. Een argument dat misschien ook moet worden genoemd is het volkshuisvestingsbelang. Ik weet niet of dit aspect voor de discussie in het kader van de ISR heel relevant is, maar wij vinden het wel belangrijk. Het volkshuisvestingsbe lang is gediend met handhaving van de zeventien volgens het voorstel af te breken woningen. Het zijn woningen waaraan grote behoefte blijkt te zijn qua aard en kwaliteit. Om in deze tijd dit soort wonin gen af te breken, is iets waarvoor men naar mijn mening dan wel keiharde argumenten moet hebben. Men kan de vraag stellen hoe men, als de huizen blijven staan, de verkeersoplossing wil regelen. Wij denken een goed voorstel te doen door te zeggen dat de buurtontsluitingsweg in geval van handhaving van de huizen niet door de le Vegelindwarsstraat zal moeten lopen, maar langs de achtererven van die straat, aan de oostzijde. Op die wijze kan er in ieder geval ook voor worden gezorgd dat de straat zelf ontdaan wordt van verkeer en dat daar dus mogelijkheden tot parkeren en spelen zullen worden gescha pen. Er is dus winst uit dit voorstel te verwachten. Dit standpunt is na zeer uitvoerig beraad, dat kan ik u verzekeren, door een groot deel van mijn fractie ingenomen. Dat is dan ook de reden waarom ik dit standpunt heb verwoord in een motie, die mede-ondertekend is door mevrouw Brandenburg-Sjoerd- sma. De motie luidt als volgt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 3 november 1980, behan delende de vaststelling van de toekomstige structuur en stedebouwkundige uitwerking voor het gebied Achter de Hoven/Vegelin, besluit a. de bebouwing langs de oostzijde van de le Vegelindwarsstraat te handhaven; b. de buurtontsluitingsroute te leggen aan de oostzijde van de achtererven van deze bebou wing. Het in deze motie gestelde zal vanavond wel de meeste stof tot discussie opleveren. Er zijn echter ook andere belangrijke punten. Als eerste daarvan noem ik het feit dat er een nieuwe Van Sytzamaschool zal worden gebouwd. Wat kunnen wij verwachten ten aanzien van het tempo waarin dit gebeurt? Zijn hierover al toezeggin gen gedaan of tast men omtrent een en ander nog in het duister? Vervolgens het punt van de verkeersoplossingen, de wijkontsluiting. Te constateren valt dat con- 7 tactgroep en projectgroep hierover een eensluidend standpunt hebben. Het voorgestelde lijkt ons vrij logisch: het verkeer concentreren op enkele wegen, met als grote winst dat men een aantal andere we gen verkeersluw kan maken. Daartegen zijn bezwaren ingebracht van bewoners, wijkwinkeliers en scholen. De motieven voor deze bezwaren zijn niet allemaal gelijk. Wij zijn het eens met de verdedi ging van het college, zoals die in de raadsbrief staat. Wij ontkennen de bezwaren niet, maar ik denk dat ze het gevolg zijn van de structurele oplossing die wij nastreven en die wij ook noodzakelijk ach ten. Het bezwaar daarvan voor de school is groot, dat valt niet te ontkennen. Er zal geluidsoverlast optreden, alleen, het alternatief is niet gemakkelijk te bedenken. Wij zien in het alternatief-Fruit- straat niet een voldoende oplossing. Wij zien in ieder geval een oplossing in het snel bouwen van een gymnastieklokaal op de plaats die is aangegeven op de plankaart, namelijk tussen de bestaande school en de nieuw te bouwen school in. Dan wordt in ieder geval vermeden dat de kinderen de weg moeten oversteken als zij naar het gymnastieklokaal moeten. Is er kans op dat dit lokaal gauw wordt gereali seerd? Wij stellen ons voor dat het bestaande gymnastieklokaal door andere instellingen of scholen kan worden gebruikt. De winkeliers in de Fruitstraat zijn ook met een bezwaar gekomen. Zij zijn bang dat hun omzet achteruit zal lopen. Hun bezwaar wordt gesteund door een rapport van het Koninklijk Nederlands Ondernemers Verbond. Ook het wijkcomité Schepenbuurt heeft onlangs gereageerd. Wij kunnen de argumenten van het college delen, als het zegt dat het bezwaar wel zal meevallen. Ik ben van mening dat de aannames, die het college daarbij heeft gehanteerd, juist zijn. De consequentie zal wat ons be treft dus zijn een oplossing voor het fietsverkeer bij de brug over de Potmarge. Het college heeft voorgesteld om ter hoogte van de Fruitstraat een voetgangerstunnel onder de Pieter Stuyvesantweg aan te leggen. Wij hebben daarbij toch enkele vraagtekens. Het zou toch mooi zijn als op die plaats ook een oplossing voor fietsers kan worden gevonden. Wij worden dan geconfron teerd met het argument dat de consequenties nogal groot zijn. Wat zijn de consequenties voor de be bouwing op die plaats? Hoe lang moeten de opritten zijn? Ik weet niet of er desalniettemin praktische oplossingen zijn, bij voorbeeld in een "haakse" vorm, waarbij de parallelwegen van de rondweg ge bruikt kunnen worden als afrit en oprit naar de fietstunnel. Ik weet niet of dit mogelijk is in verband met het profiel van de Pieter Stuyvesantweg, maar als er een goede technische mogelijkheid zou zijn waarbij deze tunnel zowel door voetgangers als door fietsers kan worden gebruikt, dan zijn wij daar voor. Vervolgens het probleem van de verbreding van de Pieter Stuyvesantweg. Het is duidelijk dat de ze weg volgens het verkeersstructuurplan een zeer belangrijke functie krijgt. De weg behoort tot de hoofdwegenstructuur, zoals de hele rondweg. Dat is dan ook de randvoorwaarde waarbinnen over deze weg moet worden gesproken. Het college zegt dan dat men de bewoners zal informeren over de vraag hoe het gaat worden. Ik denk dat dit eigenlijk wel reëel is. Men kan ook zeggen dat men de bewoners uitgebreid gelegenheid tot inspraak zal geven, maar naar mijn mening geeft de randvoorwaarde, die door de gemeenteraad is vastgesteld, niet zo erg veel mogelijkheden tot invulling. Voor zover dat wel mogelijk is, moet het college dat natuurlijk doen, maar ik zeg het zo nadrukkelijk, omdat ik niet wil dat valse verwachtingen worden gewekt. Wij moeten niet net doen alsof wij meer kunnen dan wij daad werkelijk kunnen, gezien de randvoorwaarde die wij zelf hebben gesteld. Wij vinden wel dat de tun nel moet worden opgenomen, want dat lijkt mij de enige mogelijkheid om voor deze dure oplossing subsidie van het rijk in het kader van de ISR te verkrijgen. Het volgende punt in de raadsbrief is de wijkaccommodatie. Er bestaat overeenstemming over de plaats voor deze accommodatie. Ik zou het daarover vanavond dus niet hoeven te hebben, behalve dan dat de wijk vindt dat er acht ton voor de accommodatie moet worden uitgetrokken. Het college heeft echter 450.000,opgenomen. Nu stel ik mij voor dat op basis van objectieve normen dit soort be dragen berekend kunnen worden. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat hierover verschil van mening zou moeten blijven bestaan. Wij hebben wat dat betreft normen met elkaar afgesproken. Als die nor men worden toegepast, dan komt er een bedrag uit. Mijn vraag aan het college is wat nu het juiste bedrag is, de acht ton of de viereneenhalve ton. Vervolgens zal ik het hebben over de verkleining van de achtererven van de panden Achter de Hoven 191 en 193. Het college geeft een oplossing, waarbij de tuinen voor een deel worden gebruikt ter verbetering van de tuinen van de panden 3e Vegelindwarsstraat 1 tot en met 15. Het is een goede oplossing. Ik kan mij wel voorstellen dat men zijn mooie lange tuin wil houden, maar toch moet wor den gezegd dat het verbeteren van tuinen van anderen door de eigen tuin te verkleinen een goede zaak is. De alternatieve oplossing die het college aanbiedt, namelijk een wat anders gevormde tuin die overigens toch nog altijd 30 meter lang is, levert voldoende compensatie. Wij zijn er dus voor dat dit punt van het plan wordt gehandhaafd. Ik heb nog een vraag over de financiële opzet. De afbraak van het nieuwste gymnastieklokaal van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 4