12 dit plan van het college te realiseren. Daarover is echter al een vraag gesteld en er zal ongetwijfeld weer een duidelijk antwoord op komen. Vervolgens nog iets over de kwekerij van de firma Smeding. Het collegevoorstel om een strook van tien meter breed van de kwekerij te bestemmen tot openbaar groen annex fiets/voetpad in plaats van een strook van twintig meter, is al een verbetering, maar zal voor het bedrijf toch nog de nodige problemen opleveren. Hoe denkt het college bij voorbeeld de kassen te beschermen, als dit gebied ook bereikbaar wordt voor de jeugd? Wanneer denkt het college dit pad aan te leggen? Als compen satie biedt het college een stuk grond aan ten oosten van het gebied van de kwekerij en nog in eigen dom bij de heer Drijver. Dit stuk grond moet nog worden verworven, hetgeen gezien de uitlatingen van de huidige eigenaar nog weieens problemen kan opleveren. Bovendien is er aan de achterkant van de kwekerij op geringe afstand van het water een groot bassin met meer dan één miljoen kubieke me ter water. Dat zou eerst verplaatst moeten worden voordat wij daar ooit een pad kunnen maken. Daar over heb ik ook een motie gemaakt. "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 3 november 1980, behande lende punt 9 van de agenda (toekomstige structuur en stedebouwkundige uitwerking voor het gebied Achter de Hoven/VegeIin), besluit niet over te gaan tot aanleg van de groenstrook langs de Potmarge alvorens de grond ten oosten van de kwekerij van de firma Smeding is aangekocht." Ook deze motie heeft de heer Bijkersma mede-ondertekend. Een laatste punt is het volgende. Naast de kwekerij, aan de westkant, is een trapveld gesitueerd. Deze plaats naast de kwekerij lijkt ons niet de meest ideale plaats. Wij zouden graag zien dat u de bestemming van die plaats wijzigt in de bestemming "openbaar groen". De hierop betrekking hebben de motie van de heer Bijkersma en mij luidt als volgt. "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 3 november 1980, behande lende punt 9 van de agenda (toekomstige structuur en stedebouwkundige uitwerking voor het gebied Achter de Hoven/Vegelin), besluit de bestemming "trapveld" ten westen van de kwekerij van de firma Smeding te wijzigen in "openbaar groen"." Wij zijn benieuwd of er nog andere, misschien zelfs wel nieuwe, argumenten naar voren komen. Mocht dit het geval zijn, dan zou ik graag tegelijkertijd willen vernemen waarom wij van te voren niet van die argumenten op de hoogte zijn gebracht. Destijds is gekozen voor een versnelde procedu re. Welke kans is er dat deze werkwijze succes zal hebben? Daarover zou ik graag enige informatie willen hebben. De heer Van der Wal: Na de behandeling en vaststelling van de toekomstige structuur en stedebouw kundige uitwerking voor het gebied Molenpad, drie weken geleden, kan men zich afvragen welke zin het heeft om vanavond nog weer uitgebreid over een soortgelijk plan - het plan voor het gebied Ach ter de Hoven/Vegelin - te gaan spreken. Immers, kennelijk is alles al op het niveau dat zich buiten het gezichtsveld van deze raad bevindt, bedisseld. De gemeenteraad is immers, tegen het unanieme advies van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening in, omgegaan voor de druk van adviesinstan ties van rijk en provincie. Een druk, die door het college van b. en w. aan deze raad is doorgegeven. Met name het CDA is erg gevoelig voor deze druk gebleken. Men heeft vrijdag, 31 oktober, in de krant de beantwoording van gedeputeerde staten op vragen van statenleden kunnen lezen. Ik zal niet herhalen wat daarin stond, want de heer De Beer heeft de saillante punten al genoemd. In de beant woording van gedeputeerde staten wordt gezegd dat er in feite nog helemaal geen sprake is van formele of zelfs informele behandeling in een provinciale adviescommissie. Kortom, waar komt die druk dan vandaan? Er is ook gezegd dat de minister alleen "marginaal" zal toetsen. Als de gemeenteraad in het ge val Molenpad en in dit geval van Achter de Hoven/Vegelin gewoon het plan inclusief de in het col legevoorstel af te breken panden indient, betekent dit een zodanige verandering in de structuur dat het buiten de marges treedt, wordt er gezegd. Nou, iedereen zal dat ontkennen. Drie weken geleden is het ook ontkend. Als de minister marginaal toetst, kan hij net zo goed het wijkmodel aannemen, om dat dat model duidelijk binnen de marges valt. Ik zal nog een opmerking maken over het functioneren van de Commissie voor de Ruimtelijke Or dening. Hoewel deze commissie in de openbaarheid, voor het publiek, en daardoor ook publicitair steeds meer allure krijgt, dreigt de primaire functie als raadsadviescommissie te worden uitgehold. In het geval Molenpad is er overigens wel een duidelijk unaniem advies te voorschijn gekomen. Dat ad 13 vies is dan helaas niet door de raad overgenomen, maar dat staat de raad tenslotte vrij. Het blijkt nu, in het geval van Achter de Hoven/Vegelin, al zo te zijn dat met name de voorzitter van de commissie eigenlijk bij voorbaat een advies van de commissie probeert te voorkomen. De voorzitter zei namelijk dat er vaak nog geen standpunten kunnen worden uitgesproken door de leden van de commissie, omdat alles nog in de fractie moet worden besproken. Nu heb ik altijd gedacht dat commissies als de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening samengesteld werden uit deskundige raadsleden - zij het niet op grond van opleiding maar wel op grond van ervaring deskundig - die zich met name op het specifieke gebied van de betreffende commissie hebben gericht en die over dat gebied zo langzamerhand ook een per soonlijk oordeel geven. Naast het feit dat zij dit oordeel in hun fractie naar voren brengen, doen zij dit ook in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Het advies van deze commissie wordt aan de raad bekend gemaakt. Dat dit advies de raad vaak niet op schrift bereikt, is al jammer genoeg, maar goed, het advies wordt wel mondeling aan de fracties meegedeeld. De functie als raadsadviescommis sie dreigt te worden uitgehold, doordat iedereen zijn of haar standpunt voorbehoudt bij een politiek delicaat onderwerp. Ik vind dat een slechte zaak. Waarschijnlijk komen wij hierop bij de Commissie Een goede raad nog weieens terug, maar het leek mij goed om een en ander bij dit punt, waarbij het zo duidelijk gebleken is, aan te halen. Van onze kant is veertien dagen geleden wel een duidelijk standpunt verwoord, namelijk het stand punt dat er niet een afbraak van de zeventien woningen aan de oostwand van de le Vegelindwarsstraat moet komen. Alle argumenten daarvoor zijn al genoemd door de voorgaande sprekers: er bestaat nu reeds een relatie met het grondgebied, afbraak verstoort de stedebouwkundige structuur van de Vege- linbuurt, afbraak vernielt het symmetrische dwarsprofiel van de le Vegelindwarsstraat - en daarmee een groot deel van het karakter ervan - en de woningen zijn ontworpen voor een tweezijdige straatbebou wing. Een belangrijk argument, dat overigens al eerder is genoemd, is het feit dat Leeuwarden op het ogenblik geen enkele woning kan missen, zeker niet een woning van deze grootte en duurte. Last but not least, ook de bewoners, die wij toch als de grootste deskundigen van de eigen woonomgeving be schouwen, zijn furieus tegen deze afbraak. De PvdA heeft een motie ingediend, die praktisch gelijkluidend is aan de motie die ik had voor bereid. Wij ondersteunen dus de motie van de PvdA. De VVD heeft ook een motie ingediend. Voor zo ver ik het heb begrepen, staat daarin dat het wijkmodel als uitgangspunt moet worden aanvaard. Afge zien van de oostwand van de le Vegelindwarsstraat zit er weinig verschil tussen het plan van de pro jectgroep en het plan van de wijk. Ik vind zelfs dat het gemeenteplan wat een aantal detailpunten be treft - bij voorbeeld ten aanzien van de plaats waar nu de dependance van het Lienward College staat - iets beter is uitgewerkt. Dat is helemaal geen verwijt aan de bewoners, maar komt waarschijnlijk door het feit dat de projectgroep meer voorbereidingstijd had en over meer deskundige tekenaars beschikte. Overigens heeft de wijk dat ook nooit als een principieel punt van verschil opgevat. Wij ondersteunen de motie van de PvdA, die maakt dat het wijkmodel eventueel zal worden vastgesteld. De motie van de VVD lijkt mij wat dat betreft dan overbodig te zijn. Vervolgens zal ik iets zeggen over de wijkontsluiting via de J.H. Knoopstraat. Ons standpunt, a! verwoord in de vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, was ook dat de J.H. Knoopstraat ontsluitingsweg moest worden. Ik hoor nu dat de grote fracties ook zover zijn; het zal dus gebeuren. De argumenten ervoor zijn al genoemd. Ik wil nog één argument noemen: de wijkontsluitings- route voor autoverkeer via de Fruitstraat zou betekenen dat de route voor het autoverkeer zich mengt met de route voor het langzaam verkeer. Dat is in strijd met het verkeersstructuurplan. Bovendien heb ben wij onlangs een verheugende mededeling in de krant kunnen lezen, namelijk dat het fietsverkeer de laatste jaren zeer aanzienlijk is toegenomen, zoals ook blijkt uit tellingen en onderzoeken van de DSO. Het autoverkeer neemt relatief af. Dit is een zeer verheugende ontwikkeling, die aantoont dat ai die computerprognoses, waarvoor wij tonnen hebben betaald, gelukkig niet uitkomen. Het is jam mer van het geld dat daaraan is weggegooid. De route voor het langzaam verkeer kan eigenlijk alleen maar ontstaan als de ongelijkvloerse krui sing tussen Fruitstraat en Pieter Stuyvesantweg niet alleen voor valide voetgangers maar ook voor fiet sers geschikt wordt gemaakt. Ik had hiertoe ook een motie voorbereid, maar het lijkt mij overbodig om die nog in te dienen, nu het CDA een bijna gelijkluidende motie heeft ingediend. Wij zullen de mo tie van het CDA dus ondersteunen. Een derde motie van de WD over de achtererven van de woningen Achter de Hoven 191 en 193 zullen wij niet steunen. Wij zijn het eens met de motivering van het college in de raadsbrief. Het punt van de verbreding van de Pieter Stuyvesantweg is wat ons betreft nu nog niet aan de or de. Of deze verbreding noodzakelijk is, zal pas kunnen worden onderzocht wanneer de oosttangent gereed is. Dan nog is het de vraag of de Pieter Stuyvesantweg op die manier moet worden aangepast. Wij sluiten een en ander overigens niet op voorhand uit, omdat er ook wel positieve dingen daarvoor

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 7