14 zijn te noemen. De tijd is echter nog lang niet rijp om daarover al een beslissing te kunnen nemen. De inspraak over dat punt moet trouwens ook nog beginnen. Wij zijn het eens met de situering van de wijkaccommodatie. Wij kunnen akkoord gaan met de overige punten. Er zijn nog twee brieven van ondernemers binnengekomen. Deze ondernemers vinden dat zij te laat van de plannen op de hoogte zijn gebracht. Een beetje ondernemer leest toch wel de krant of de bulletins die vanwege de buurt bij hem in de brievenbus worden gegooid. Als men na zo veel jaren van publiceren en krantenverslagen nog klaagt dat men niet op tijd is ingelicht, dan moet men volgens mij de fout bij zich zelf zoeken. De concrete vragen die de ondernemers in hun brieven stellen, zijn nog niet aan de orde en kunnen te zijner tijd in de Commissie voor het Grondbedrijf wor den behandeld. Mevrouw De Jong: Ik denk dat de bewoners van de wijk Molenpad van het bericht in de krant van vrijdag wel een kater zullen hebben overgehouden, evenals ik. In ieder geval is wat mij betreft de druk een beetje van de ketel af. Ik heb het gevoel dat ik mijn taak als raadslid iets vrijmoediger kan uitvoeren. Dat is in ieder geval positief. Gezien de offers die voor de fietstunnel moeten worden getroost, ben ik er erg gelukkig mee dat deze tunnel uit het plan is weggenomen. Ten aanzien van de afbraak van zeventien woningen aan de oostzijde van de le Vegelindwars- straat heb ik in de vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening meteen al geadviseerd om deze woningen niet af te breken. In deze tijd van woningschaarste en grote vraag naar juist dit soort woningen is het niet te rijmen met stadsvernieuwing dat deze straatwand zou worden afgebroken. Bovendien vind ik de daarvoor genoemde argumenten bijzonder zwak. Vervolgens de wijkontsluiting via de J.H. Knoopstraat. Ik dacht dat zowel de projectgroep als de wijk het daarover eens waren. De motivatie daarvoor vind ik juist, hoewel ik in het begin erg veel moeite met de wijkontsluiting had. Ik kan mij er nu echter volledig bij aansluiten. Gezien het kostenaspect ben ik van mening dat de wijkaccommodatie als nieuwbouw moet worden gerealiseerd, graag geïntegreerd met de nieuwbouw van de Van Sytzamaschool en op de plaats waar de nieuwe Van Sytzamaschool moet komen te staan. Overmorgen vindt een inspraakronde over de verbreding van de Pieter Stuyvesantweg plaats. Er zou nu moeten worden beslist over een tunnel onder de Pieter Stuyvesantweg door. Bovendien wordt daarbij gesproken over een voetgangerstunnel. Ik ben met de mensen uit de wijk van mening dat de profilering van de weg open moet blijven. Daarom zal ik ook de motie van de VVD over deze tunnel ondersteunen. Ik vind dat deze motie aan alle kanten de mogelijkheden openhoudt. Bovendien geeft de motie de bewoners het gevoel dat zij over twee dagen inderdaad iets kunnen doen met de inspraak, zonder dat al het een en ander is vastgelegd. Vervolgens de achtererven van de panden Achter de Hoven 191 en 193, Wij zijn hier bezig met het betrekken van een hele wijk in de stadsvernieuwing. Ik kan mij de teleurstelling van de bewoners van de panden Achter de Hoven 191 en 193 voorstellen, maar ik geloof, zeker gezien de omstandig heid dat wij een volledige wijk aanpakken, dat de uitbreiding van negen achtertuinen toch zeker op weegt tegen het erg grote erf van de genoemde twee woningen. Met betrekking tot de kwekerij van de familie Smeding het volgende. De wethouder heeft in de vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening gezegd dat bij het trapveld dusdanige voorzieningen zullen worden getroffen dat de kwekerij geen nadeel ondervindt van de aanwezigheid van dit trapveld. Ik ben erg gelukkig met deze uitspraak, want ik vind de aanleg van een trapveld een zeer positief iets. Bovendien ben ik van mening dat de heer Smeding zijn bedrijf als het eventjes kan op deze plaats moet kunnen blijven uitoefenen. Ik hoop dat bij de aanleg van het pad langs de kwekerij zodanige voorzieningen worden getroffen dat het glas van de kassen veilig is. Ik zal uiteraard de motie van de PvdA met betrekking tot de woningen van de le Vegelindwars- straat van harte steunen. De heer Rijpma (weth.): Ik zal een aantal gestelde vragen beantwoorden. Er zijn meer leden van het college bij de voorgeschiedenis betrokken en vandaar dat het misschien beter is dat ik in eerste instantie alleen de technische gegevens verwerk. Het belangrijkste punt, het punt ook waarover verschil van mening bestaat, is de afbraak van ze ventien woningen. Het accent valt op dit moment op deze zeventien woningen. Ik denk dat dit niet terecht is. Er is hier sprake van een bijzonder dicht bebouwd stadsgedeelte, dat niet beschikt over ruim te achter de huizen. Ruimte achter de huizen is ook met geen mogelijkheid meer te creëren. In een vroeger gedeelte van de planfase zijn wij wel bezig geweest met de vraag of meer ruimte achter het 15 huis realiseerbaar zou zijn, maar wij zijn met zijn allen tot de conclusie gekomen dat dit op het mo ment niet kan. Ook al zou men stedebouwkundig een aantal strepen op het bestemmingsplan zetten, de uitvoering is niet realiseerbaar. Dat heeft betekend dat wij naar andere oplossingen zijn gaan zoe ken. De oplossing waarnaar wij met zijn allen hebben gezocht, is gefundeerd op het programmapunt dat wij met zijn allen hebben vastgesteld, namelijk handhaving van de stedebouwkundige structuur, hoog stens met een aantal aanpassingen die ten behoeve van het handhaven van die structuur nodig zijn. In die sfeer zijn wij gekomen tot afwijzing van totale afbraak. In die sfeer zijn wij gekomen tot afwijzing van een gedeeltelijke afbraak in die zin dat de ene helft van de straat wel maar de andere helft van de straat niet wordt afgebroken. Dat was een ingreep die de structuur van de totale Vegelinwijk on dersteboven zou gooien. Er is een oplossing gezocht naar twee kanten toe: naar de kant van de Van Sytzamaschool en naar de kant van Achter de Hoven. Aan die kant zijn nog wat open ruimten en oefenen een aantal bedrijf jes hun functie uit. De conclusie is geweest dat de Vegelinwijk naar twee kanten de ruimte kan krij gen voor groen, voor spelen, voor parkeren, kortom, voor die functies die in de toekomst essentieel zijn voor het woonklimaat in deze wijk. Daarbij is het uitgangspunt geweest een directe relatie van alle te handhaven straten, zo mogelijk woningen, met dat groengebied. Vanuit de daarbij komende verkeersstructuur is uiteindelijk, na veel zwoegen, het voorstel geboren om dan toch van de le Vege- lindwarsstraat één wand te amoveren. Dat betekent voor die straat dat het tweezijdig patroon wordt verbroken, maar het betekent aan de andere kant dat de structuur van alle andere straten gehandhaafd wordt en dat men in een duidelijke relatie komt met de ruimten die met veel kosten worden gecreëerd. Ik geloof niet dat het noodzakelijk is om dit verder uit te spinnen. Wij hebben met elkaar in allerlei verbanden van gedachten gewisseld. Daarbij zijn nog een aantal andere argumenten te noemen, maar die komen straks wel. Met betrekking tot de J.H. Knoopstraat is er zo langzamerhand een eensluidende mening ontstaan. Het enige punt in die constructie is de tunnel tussen Fruitstraat en Tjotterstraat. Deze tunnel behoort naar de mening van b. en w. in het plan te worden opgenomen. Als de tunnel daarin niet wordt opge nomen, komt hij nadien niet meer voor subsidiëring in aanmerking. Willen wij deze mogelijkheid dus reëel houden, dan behoort de tunnel duidelijk in het plan aangegeven te worden, met een indicatie van de daarvoor benodigde gelden. Er zijn enkele moties ingediend die zeggen: maak van de voetgangerstunnel een voetgangers- an nex fietstunnel. De dienst heeft nog eens nagegaan of er misschien toch niet een oplossing zou zijn voor een fietstunnel, als de raad dit zou wensen. Op dit moment is daarover niet honderd procent ze kerheid te geven. Uit een bepaalde ruimtelijke verkenning is evenwel de voorzichtige conclusie ge trokken dat met geven en nemen - dat geldt met name voor de flats aan de Pieter Stuyvesantweg ten noordzijde van Fruitstraat en Tjotterstraat gelegen - het niet onmogelijk is om toch nog tot een fiets tunnel te komen. Een haakse oprit behoort niet tot de mogelijkheden, gezien het profiel van de Pieter Stuyvesantweg en de functies die aan deze weg moeten worden toegekend. Ik geef u dus geen sluiten de verklaring over de mogelijkheid tot realisering, ik geef alleen aan dat het met wat schikken redelij kerwijs toch aannemelijk is dat zo'n fietstunnel verwezenlijkt zal kunnen worden. Vervolgens zal ik ingaan op de problematiek rond de kwekerij van de familie Smeding. Ik meen dat wij als overheid verplicht zijn om, als wij een bedrijf vanuit een bepaalde situatie brengen in een volgende situatie en het tevens op prijs stellen dat het bedrijf zijn functie kan blijven uitoefenen, die maatregelen te treffen die het functioneren van dit bedrijf ook zonder meer mogelijk maken. Als wij dergelijke voorzieningen, in welke vorm ook, niet kunnen realiseren en wel wensen dat het groenge bied langs de Potmarge tot stand komt, dan zou het enige alternatief het toch verplaatsen van het be drijf zijn. Alleen, wat de functies in het gebied betreft, hoeft dit nietGelet op het functioneren van het bedrijf - niet gerekend naar het bedrijf maar gerekend naar de wijk - hoeft het bedrijf niet weg. Wij zijn in staat om voldoende terrein te reserveren voor de functies die wij nodig hebben. Vanuit die visie kan het bedrijf duidelijk blijven. Wel moeten er duidelijke zekerheden aan het bedrijf worden geboden dat het ook inderdaad zon der noemenswaardige hinder kan blijven functioneren. Welke die voorzieningen precies moeten zijn, kan ik op dit moment niet zeggen. Misschien gaat het om een gazen hek van een aantal meters hoog, misschien gaat het om het bouwen van een nieuwe bedrijfsaccommodatie in de plaats van bedrijfsaccom- modaties die eventueel moeten verdwijnen. Zo zullen er een aantal elementen zijn die met de onder nemer moeten worden doorgepraat en die hem de zekerheid moeten geven dat hij kan blijven functio neren. De voorwaarde dat eerst het andere, door de heer De Beer genoemde, bedrijf moet worden aange kocht, is een voorwaarde die in het kader van de aanmelding tot ISR-gebied niet mogelijk is, want wij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 8