30 Mevrouw De Jong: Ik ben erg blij met de gang van zaken, zoals die nu gevolgd wordt, over een belangrijk stuk als dit. Ik wil beginnen met te zeggen dat de idee om agrarische bedrijven te integre ren in de wijk mij erg aanspreekt. Functioneel groen in de wijk is een goed idee, maar wel vraag ik mij af of een en ander financieel en juridisch haalbaar is. Ik neig ertoe om te zeggen dat deze wijk te eng functioneel wordt. In de eerste plaats meen ik dat men de financiële haalbaarheid, hoewel dit aspect pas in februari aan de orde komt, toch wel globaal hierbij mag betrekken. Verder zet ik ook vraagtekens bij net royale grondgebruik. Is dat financieel haalbaar? Bovendien is grond een schaars goed, waarmee in dit plan misschien wel erg royaal wordt omgesprongen Vervolgens het feit dat er alleen gewoond zal worden in de wijk. Voor een stadsuitbreiding lijkt het mij dat een en ander anders opgezet moet worden. Mijn filosofie is wel de functies wonen, wer ken en recreëren bij elkaar plaatsen, maar ik ben minder optimistisch over het punt dat men daar woont waar men ook zijn werk heeft. Daarin geloof ik niet zo. Volgens mij zal men het woon-werk-verkeer wel blijven houden. Wel kan men door vooral bedrijven aan de uitvalswegen te vestigen een zo grote wijk als deze wijk behoeden voor een slaapfunctie. Mijn conclusie is dus dat ik in eerste instantie neig tot een meer functioneel karakter voor deze wijk. Ik vind dat de verhoudingen koop- en huurwoningen, hoog- en laagbouw en kleine en grote wo ningen evenals het aantal van 4.000 te bouwen woningen flexibel gehanteerd moeten worden. Men moet kunnen inspelen op de bevolkingsontwikkeling. Ook moet er gebouwd worden voor alle lagen en groeperingen van de bevolking. Ik kan instemmen met de verkeersoplossingen zoals die zijn aangedragen. Er wordt steeds gespro ken over het wervend karakter dat ook Wiardaburen zal moeten hebben. Dit wervend karakter dreigt, zoals de heer Van der Wal ook al zei, enigszins een cliché te worden. Ik zou ervoor willen pleiten om met het oog op de variatie in woningen, het aspect van bouwen voor iedereen en het, waar moge lijk, bouwen van zo veel mogelijk woningwetwoningen, van deze wijk een vasthoudend karakter te laten uitgaan. De Voorzitter: Wij hebben goed naar de opmerkingen van de raad geluisterd. De stuurgroep en b. en wzullen zich erop beraden of er al dan niet een aanvullend document moet komen en hoe dat er eventueel uit moet zien. Op maandag, 23 februari 1981om half acht wordt dan een hoorzit ting gehouden. Tijdens die vergadering kunnen deskundigen een toelichting geven en kan de raad vra gen stellen. Wij zullen het van de hoorzitting laten afhangen hoe snel. daarna wij met een definitief raadsvoorstel kunnen komen, dat via de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening aan de raad wordt voorgelegd. Ik hoop dat dit raadsvoorstel vrij gauw na 23 februari aan de raad kan worden voorgelegd, maar'dat hangt natuurlijk van het resultaat van de hoorzitting af. De Voorzitter schorst, om 23.00 uur, de vergadering voor de tweede pauze. De Voorzitter heropent, om 23.15 uur, de vergadering. Mevrouw Waalkens heeft inmiddels de vergadering verlaten. Punt 12 (bijlage no. 474). De Voorzitter: Ik stel thans aan de orde de wijziging van de randvoorwaarden en richtlijnen kan toor- en bedrijfsbebouwing Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland op betrijventerrein in Cam- minghaburen-Zuid. De heer Ten Hoeve: Enkele maanden geleden hebben wij uitvoerig gesproken over de vestiging van het PEB in Camminghaburen. U herinnert zich ongetwijfeld dat een groot deel van mijn fractie tegen vestiging van het PEB op die plaats was. Een ander deel van de fractie is akkoord gegaan, maar wel met de uitdrukkelijke voorwaarde dat er gebouwd zou worden binnen de randvoorwaarden en richtlij nen. Daarbij is ook heel duidelijk de wens uitgesproken dat het gebied doorloopbaar zou worden. Van beide uitgangspunten vinden wij op het moment niets terug. Daarbij komt nog dat het mij gestoord heelt dat in de hele voorbereiding, waarin mooi gespeeld is met dia's en blokjes, nooit overleg over de he le zaak is geweest met het PEB. Nu komt er een heel ander gebouw en een heel andere bouwplaats uit. Een deel van mijn fractie blijft dan ook bij het standpunt van toen en zal tegen dit voorstel stem men. 31 Het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 22 tegen 10 stemmen. (Mevrouw A. Willemsma—de Jong en de heren H. Meijerhof, J. Knol en P.J. Sijbesma bevonden zich tijdens de stemming niet in de zaal) Punten 14 en 15 (bijlagen nos. 449 en 470). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 16 (bijlage no. 457). De Voorzitter: Dit agendapunt omvat het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanleg van de Coopmansstraat in het bestemmingsplan Cambuur. Mevrouw Visscher—Bouwer: Er wordt een nieuwe straat aangelegd, gelukkig met vrije fiets- en voetpaden. Ik heb toch een vraagje over dit punt. Ik kon niet uit de tekeningen opmaken of er een gewone oversteek voor het fietspad over de rondweg komt. Ook was mij niet duidelijk of men rechts af kan slaan, de ventweg op. Misschien is de oorzaak van deze onduidelijkheden het feit dat op de tekening de rondweg nog niet is aangepast, maar ik neem aan dat het toch wel de bedoeling is dat een fietser gewoon rechtsaf kan slaan of rechtdoor kan rijden. Ik zie de wethouder knikken, dus dan is dat duidelijk. Verder zag ik op de tekening dat er tussen de autorijweg en het fiets/voetpad een groenstrook wordt aangegeven. Nu dacht ik dat wij, zoals ook bij de Harlingerstraatweg het geval was, van dat idee zijn afgestapt. Ik wilde voorstellen om niet een groenstrook aan te leggen, gezien het dure on derhoud ervan en het-vuil dat altijd in zo'n strook ligt. Bovendien kan het zijn dat de groenstrook zich slecht ontwikkelt, wat geen verfraaiing betekent. In plaats van deze groenstrook stel ik een verhar ding voor, met bomen. Misschien kom ik hiertoe met een motie, maar dat hangt af van het antwoord van de wethouder. Tenslotte zijn wij ook bij de Harlingerstraatweg van het idee van een groenstrook afgestapt. De heer Ten Hoeve heeft inmiddels de vergadering verlaten. De heer Rijpma (weth.): Op zich is het niet zo'n groot probleem, maar misschien kunt u mij toe staan dit punt even naar de Commissie voor Openbare Werken terug te koppelen. Wellicht kan me vrouw Visscher een en ander laten afhangen van het advies dat wij van die commissie krijgen. Mevrouw Visscher—Bouwer: Akkoord. De heer Van der Wal: Even een stemverklaring. Zoals u weet is er in deze straat de bekende lus. Ik wil niet weer een discussie daarover uitlokken, maar logischerwijs stemmen wij tegen het beschik baar stellen van dit krediet. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer P.D. van der Wal en mevrouw J. van der Werf wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd en met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punten 17 en 18 (bijlagen nos. 471 en 476). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 19 (bijlage no. 472). De Voorzitter: Dit punt betreft een gemeentelijk monumentensubsidie voor de restauratie van het dak c.a. van de Bonifatiuskerk aan de Voorstreek in Leeuwarden. Ondertussen is er ook een subsidie-toezegging voor Wirdum gekomen ten bedrage van twee ton, dus die restauratie kan ook van start gaan. Dit als opmerking tussen de agendapunten door. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 16