30
waarop wij dat doen. Ik heb echt de hoop dat er tot een betere structurering en een formeel wat betere
regeling is gekomen. Vervolgens is in het politie-apparaat duidelijk meegedeeld welke de lijn moet zijr
bij de behandeling van klachten. Misschien heeft mevrouw Van der Werf er niet zo veel vertrouwen in
dat de afspraken die wij hebben gemaakt worden nagekomen, maar ik kan u verzekeren dat dat wel zal
gebeuren. Ik moet daar wel bij zeggen dat dit soort zaken niet in 24 uur kunnen worden geregeld. Soms
moet er drie of vier keer op worden gewezen en er zullen gesprekken met de betrokkenen moeten word»
gevoerd, maar u kunt er wel van verzekerd zijn dat wij er alles aan doen om aan de gemaakte afspraken
reëel inhoud te geven.
Op de vragen van de heer Janssen kan ik geen antwoord geven, maar ik zal die wel doorgeven.
Wel hebben wij in het college afgesproken - bij de politie is dat ook bekend - dat de sportzaal van de
politie gedurende de uren dat hij niet door de politie zelf wordt gebruikt beschikbaar is voor andere
doeleinden. Dat gebruik wordt geregeld in overleg met de inspecteur voor de lichamelijke oefening of
met de Dienst voor Sport en Recreatie; de politie regelt dat niet zelf. Ik kan de heer Janssen op dit mo
ment niet zeggen waarom de sportzaal gedurende de door hem genoemde uren niet wordt gebruikt. De
reden daarvoor is in elk geval niet dat dat niet zou zijn toegestaan. Ik zal vragen of men daaraan nog
eens aandacht wil schenken.
Punten 92 t.e.m. 95.
De heer Janssen: Ik wil een paar opmerkingen maken met betrekking tot vraag 93. Wij hebben een
aantal verkeers- en parkeermaatregelen genomen, die staan of vallen met een doelmatige controle. U
schrijft dat het niet altijd noodzakelijk is dat parkeercontroleurs gezamenlijk op pad gaan. Ik werk nu
al langer dan een jaar in het Stationskwartier en ook overdag zie ik daar regelmatig parkeercontroleurs
die samen op stap zijn. Mijns inziens is dat uit veiligheidsoverwegingen niet nodig. Ik meen dat het
veel doelmatiger is als zij elk een kant voor hun rekening nemen of zich verspreiden. Het gebeurt nu
heel vaak dat men vóór de controleurs oprukt en achter hen de wagen weer neerzet; ik heb dat persoon
lijk verschillende malen gezien. Ik zie het regelmatig gebeuren dat men even voor het station langs
rijdt en de auto vervolgens weer parkeert in de Van Swietenstraat, ervan uitgaande dat de controleurs
inmiddels zijn langsgekomen en niet snel zuilen terugkomen. Misschien kan daarom eens worden over
wogen of het niet beter zou zijn dat men zich bij het controleren verspreidt of zo nu en dan op zijn
schreden terugkeert. Ik neem aan dat wij binnenkort een evaluatie zullen ontvangen die aangeeft hoe
het hele parkeerbeleid heeft gewerkt en hoe de uitwerking van de parkeermaatregelen is die het vorig
jaar zijn genomen.
Vraag 95 betreft het nuttig effect van de wegsleepregeling. Het is mij opgevallen dat de laatste
tijd in de krant vaker dan voorheen melding wordt gemaakt van het wegslepen van wagens, maar wij
hébben ook vernomen dat het een vrij moeilijke procedure is om een wagen weggesleept te krijgen. Ik
heb mij afgevraagd of het niet mogelijk zou zijn op dit punt een eenvoudiger regeling toe te passen. In
de omgeving van het station worden vrij vaak fietsen verwijderd. In die gevallen behoeft er slechts een
wagen voor te rijden waarop de fietsen worden gedeponeerd, maar ik meen dat de procedure voor het
wegslepen van auto's nogal wat langduriger is dan die voor het weghalen van fietsen. Ik zal graag zien
dat die beide regelingen op één lijn worden gesteld.
De heer Van den Eist: Onderdeel 3 van vraag 92 hebt u eigenlijk niet beantwoord. Ik neem aan dat
u op die vraag wel zou willen antwoorden, maar dat u het niet kunt. Zelf heb ik de indruk - ik parkeer
ook nogal eens fout - dat je beter in Leeuwarden fout kunt parkeren dan bij voorbeeld in Zwolle, maar
ik zou graag horen dat die gevoelens onjuist zijn. Mijns inziens - dat is uiteraard een heel persoonlijke
indruk - is het risico om een bekeuring te krijgen in bij voorbeeld Zwolle, Assen, Emmen en Haarlem
groter dan in Leeuwarden. Dit kan samenhangen met het aantal bekeuringen dat per dag per ambtenaar
administratief kan worden verwerkt, maar er kunnen ook heel andere oorzaken aan ten grondslag liggen
die ik niet ken. Persoonlijk ben ik niet gevoelig voor vermanende toespraken van parkeercontroleurs en
politieagenten, maar wel voor een dikke bekeuring, al zal dat waarschijnlijk niet voor iedereen gelden,
Ik zal daarom toch graag op korte termijn - dat hoeft niet hier - een antwoord horen op onderdeel 3 van
vraag 92.
In aanvulling hierop wil ik nog de vraag stellen wat het huidige parkeerbeleid ons kost. Ik vermoed
zelf dat wij er uit de algemene middelen ongeveer vier b vijf ton op toeleggen. Gelet op hetgeen u
over de sterkte hebt gezegd neem ik aan dat dat tekort vanzelf zal teruglopen. Het lijkt mij echter wel
nuttig nu te horen - met behulp van een ambtenaar kan ik het misschien ook wel boven tafel krijgen -
wat wij exact hierin steken.
In de derde plaats wil ik opmerken dat het mijns inziens goed zou zijn in de wijken die aan het
31
centrum grenzen wat frequenter dan nu gebeurt steekproefsgewijs te gaan opereren, want de druk is daar
erg groot, terwijl de pakkans erg laag wordt aangeslagen.
De Voorzitter: Over het met zijn tweeën op pad gaan - dat heet "samen uit, samen thuis" - heb ik
verschillende malen met de leiding van de politie gesproken, want de heer Janssen is niet de eerste
die daarover is gevallen. Wij hebben zelfs foto's toegestuurd gekregen van twee controleurs, samen
jwandelend door de Prinsentuin. Die mensen zochten natuurlijk op dat moment de kortste weg door de
Prinsentuin naar de volgende controlepost; op die manier komen er sprookjes in omloop. De politie zegt
dat het de beste methode is om de mensen twee aan twee op pad te laten gaan. Nu kan ik u de verzeke
ring geven dat die mannen niet samen naar één auto kijken; ze kijken elk een kant uit. (De heer Janssen:
Ze lopen ieder om een auto heen!) Ik zal hierover in elk geval nog eens met de politie spreken. Als
echter de politie verklaart dat dit systeem op grond van de ervaringen het beste is gebleken, laat ik het
na - ik wil dat hier heel eerlijk zeggen - de opdracht te geven dat die mensen alleen op pad moeten
gaan, want ik kan natuurlijk niet op de stoel van de leiding van de politie gaan zitten.
Ik ben het met de heer Janssen eens dat het wegslepen van auto's even snel zou moeten kunnen ge
beuren als het weghalen van fietsen. De wet inzake de wegsleepregeling - die heb ik niet gemaakt! - is
echter zo gecompliceerd dat je er bang voor bent om tot het wegslepen van auto's over te gaan, maar de
politie raakt hierop wel ingespeeld. Ik heb ook de indruk dat dit wel een goede methode is. Het is niet
onze bedoeling een soort van heksenjacht te openen, maar voor bepaalde gevallen is het goed dat deze
regeling er is, en ik neem ook aan dat wij er in de toekomst in toenemende mate gebruik van zullen
moeten maken. De mensen die hun auto maar domweg overal neerzetten zullen het risico lopen dat hun
auto weg is; zij zullen dan een paar honderd gulden moeten betalen om hun auto terug te krijgen. Het
gekke is overigens dat sommige mensen daar kennelijk niets om geven, gelet op het feit dat zij heel
fleurig dat bedrag neertellen. (De heer Janssen: Zo lang de auto meer waard is!)
De heer Van den Eist heeft een vergelijking getrokken met andere steden voor wat betreft het geven
van bekeuringen voor parkeerovertredingenIk wil nog wel eens een poging wagen om tot een vergelij
kend overzicht voor wat betreft het aantal bekeuringen te komen, maar ik wil wel opmerken dat je met
dit soort vergelijkingen altijd uitermate voorzichtig moet zijn; het is de vraag of de cijfers op dit punt
werkelijk vergelijkbaar zijn. Ik heb begrepen dat de heer Van den Eist in Zwolle een paar keer pech
heeft gehad. Ik zal de politie hier de opdracht geven dat zij vooral op hem moet letten; ik denk dat dat
het meest radicale middel is. Vermoedelijk heeft hij hier in Leeuwarden geluk gehad en heeft men hem
hier net niet gezien. Wij zullen in ieder geval bekijken of wij vergelijkbaar materiaal kunnen krijgen.
Overigens ben ik het niet helemaal met de heer Van den Eist eens dat zonder meer op de bon slingeren
altijd beter is dan vermanen. De vorige week ging iemand de geboorte van zijn kind aangeven en was
zo ondersteboven - er zijn kennelijk nog mensen in deze maatschappij die daarvan ondersteboven zijn -
dat hij vergat geld in de parkeerautomaat te doen. Toen hij terug kwam zat er een bon op zijn auto.
Toevallig was de parkeerwachter in de buurt aan wie hij de situatie uitlegde. De parkeerwachter had
daarvoor alle begrip en nam de bon weer terug. Ik heb er ook helemaal geen moeite mee als men in der
gelijke gevallen op die wijze optreedt, al moet dat natuurlijk niet de algemene lijn zijn. Soms kan
echter een vermaning meer helpen dan het plaatsen van een bon op de auto.
De heer Van den Eist heeft ook opgemerkt dat er buiten het centrum wat meer zal moeten worden
gecontroleerd. Ik ben dat met hem eens en in de toekomst zullen wij daaraan ook iets moeten doen. U
weet dat wij in de eerste plaats alle aandacht op het centrum hebben gericht, aangezien daar de bottle
neck zat. Op dit ogenblik is de lijn dat de parkeercontroleurs vooral in het centrum opereren, terwijl
de surveillance zo hier en daar in de buitenwijken ook wel eens wat meepikt. Wij onderkennen echter
wei de moeilijkheden in de buitenwijken en wij menen dan ook dat wij in de toekomst de aandacht iets
meer zullen moeten verdelen en niet meer alleen op de binnenstad moeten richten. Ik zal met de politie
daarover nog eens spreken
Punten 96 t.e.m. 99.
De heer Geerts: Uit het antwoord op vraag 98 blijkt dat voor het schoonmaken van gemeentelijke
eigendommen vanwege "plak- en kalkactiviteiten" in 1978 1.500,moest worden besteed en in 1979
ƒ3.000,Nu was 1978 een verkiezingsjaar en daarom vraag ik mij af of er voor het opplakken van de
biljetten een gemakkelijk verwijderbare lijm is gebruikt.
Mevrouw Van der Werf: Ik wil u vragen wanneer de plakborden zullen komen.