1«so uitgaven - ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de aanleg van een parkeerterrein in Camstraburen - wel of niet met de stadsuitleg hebben te maken. De middelen uit deze reserve moeten in ieder geval aan verkeers- en parkeervoorzieningen of iets dergelijks worden besteed, ze mogen niet aan de algemene middelen worden toegevoegd, want dan wordt de post voor alle gesubsidieerde woningbouw geschrapt. De Voorzitter: Voor de goede orde nog het volgende, per m2. Ik wijs hierop opdat u later niet verkeerd rekent. Punten 134 t.e.m. 140. Het is vrij zeker geen 3,50 maar 2,50 Mevrouw Van Dijk-van Terwisga: In het antwoord op vraag 134 lees ik dat de ontvangstruimte erg bescheiden is. Zou daaraan met niet al teveel kosten niet iets gedaan kunnen worden? Voorts nog een vraag over punt 135. De uitgifte van bouwterreinen in Wirdum-Marwerd is ver traagd en ik zou graag willen weten wanneer u een uitspraak van de minister van Volkshuisvesting verwacht. Tenslotte dan nog vraag 136. Hoe is het te verklaren dat in de vraag wordt gesproken over kavels voor vrije-sectorbouw die in Goutum voor de bouw van zelf te bewonen eigen woningen aan parti culieren zijn uitgegeven, terwijl in het antwoord wordt gesteld dat aan de verkoop van de kavels niet de voorwaarde is verbonden dat de woningen door de eigenaren dienen te worden bewoond? Het een lijkt mij tegengesteld aan het andere. De heer Sijbesma: ik^heb nog een aanvullende vraag met betrekking tot vraag 135. In het ant woord lees ik dat door het Grondbedrijf een nieuwe procedure in gang is gezet. Ik heb wel eens de indruk gekregen dat de stagnatie vooral voortkwam uit de lange termijn waarbinnen een aanbieding al dan niet geaccepteerd kan worden. Hoe lang is die termijn? De heer Van den Eist: Dinsdagavond is - niet door mij, maar door anderen - vrij uitvoerig over public relations gesproken. Achter de in vraag 134 genoemde klacht zit de gedachte - wij hebben er ook met het Grondbedrijf al meermalen over gesproken - dat de cliënt-benadering verbetering behoeft. Een van de dingen die ik mij herinner is dat wij ooit een maquette hebben laten maken om duidelijk te kunnen maken hoe Camminghaburen er zou gaan uitzien. Waar is die maquette gebleven, moet die niet geshowed worden aan toekomstige grondkopers? Een ander punt is dat het pand een wat naargeestige indruk maakt, wat wellicht ook niet tot koop uitnodigt. Uit het staatje in het antwoord op vraag 135 en de toelichtende tekst meen ik te mogen conclu deren, dat in de manier van uitgifte van grond inmiddels toch wel enige versnelling is gebracht. Ik weet niet of het verhaal anecdotisch is, maar een van de directieleden van de Dienst Stadsontwikke ling schijnt al drie jaar op een aanbieding van het Grondbedrijf voor een kavel in de vrije sector te wachten. Het is mij ook bekend dat mensen voor een stukje grond in Huizum-Dorp drie tot vier jaar op een lijst staan. Deze mensen hebben zeer recentelijk een aanbieding gekregen. Mensen die sinds januari van dit jaar voor Aldlan-Oost op de lijst staan hebben wat condities, randvoorwaarden en dergelijke betreft nimmer enig taal of teken gekregen. Als u het staatje bekijkt kunt u concluderen dat 63 te verkopen terreinen nog niet aan de 355 op de wachtlijst staande mensen zijn aangeboden. Kortom, in termen van "Leeuwarden-promotionen met het oog op het verlagen van de rentelasten is er in dit opzicht nog heel wat te doen, zowel qua mentaliteit als qua procedures en verkorting van procedures. (De Voorzitter: U hebt het antwoord toch ook gelezen?) Ik heb het antwoord ook gelezen! (De Voorzitter: U bent voortdurend met de vraag bezig, het antwoord heeft betrekking op de procedure.) Uit het antwoord blijkt - ik neem aan dat u, mijnheer de voorzitter, dat ook hebt gelezen - dat ten aanzien van 63 kavels nog geen aanbieding loopt en nog geen besprekingen plaatsvinden, terwijl er 355 mensen op de wachtlijst staan. Kortom, welke maatregelen overweegt het college voor het hierin op zeer korte termijn verbe tering brengen? De heer Rijpma (weth.): Wat de huisvesting van de Dienst Stadsontwikkeling betreft moet ik zeggen dat wij zowel bij het Grondbedrijf als in het hoofdgebouw uitermate nauw zitten. Als wij een betere kamer zouden vrijmaken, zou dat echter betekenen dat een ambtenaar geen plaats meer heeft. In het kamertje waarin wij op dit moment zitten kan één ambtenaar een plaats vinden, zou den wij van een betere kamer gebruik willen maken dan zouden de twee of drie ambtenaren die daar in nu zijn ondergebracht in dat ene kleine kamertje moeten worden gehuisvest en dat kan eenvoudig niet. Gezien de problematiek van de huisvesting van de dienst, zullen wij op heel korte termijn met ri9' een voorstel inzake het treffen van noodvoorzieningen moeten komen, noodvoorzieningen die dan in de eerste plaats het gebouw aan de Wissesdwinger zullen betreffen. Ten behoeve van de stadsvernieuwing zal het moeten gebeuren. Wij hebben nu geen keuze wat de lokaliteit betreft; als er mensen zijn die wandkleden zouden willen maken, zou dat misschien kunnen helpen, maar het kamertje wordt er niet groter door. Ook de trap is ongelukkig, maar het is nu eenmaal niet anders. Tegenover de hiervoor geschetste situatie kan natuurlijk wel een uiterst vriendelijke ontvangst staan en daarom hebben wij juist dezer dagen nog eens besproken in hoeverre aan de ontvangst wat meer fleur en kleur zou kunnen worden gegeven. Er zal worden geprobeerd hieraan iets te doen en ik meen te mogen aannemen dat het wel zal lukken. Op de vraag over de lijsten kan ik antwoorden dat alle gegadigden, die voor een kavel in de vrije sector in Camminghaburen op de lijst stonden, inmiddels een brief met documentatie hebben gekregen. Hen is verzocht ons binnen enkele weken mede te delen of zij nog als gegadigden zijn aan te merken en, zo ja, voor welke kavel zij in aanmerking wensen te komen. Die zelfde procedu re wordt ook voor andere bestemmingsplannen gevolgd, waaraan ik wel moet toevoegen dat wij niet eerder tot aanbieding kunnen overgaan dan nadat de vaststelling van de grondprijzen heeft plaatsge vonden. De grondprijzen kunnen vaak niet eerder worden vastgesteld dan nadat met de Provinciale Directie voor de Volkshuisvesting inzake de kavels in de gepremieerde sector overeenstemming is be reikt, waarbij men zich van die zijde eveneens bemoeit met het aanvragen van locatiesubsidie en de voor de kavels in de vrije sector te vragen bedragen. Het overleg daarover duurt vaak langer dan wij willen, het bestemmingsplan is doorgaans al vrijwel klaar als wij wat dit aspect betreft nog in de knoop zitten. Met betrekking tot Wirdum-Marwerd kan ik mededelen dat het bestemmingsplan en de vaststelling van de kavelprijzen op dit moment rond zijn. Dat betekent dat de Woningbouwvereniging Leeuwarden- Leeuwarderadeel kan gaan bouwen en dat aanbiedingen de deur uit zullen gaan. (De heer Van der Wal: Waar is de maquette gebleven?) Er zijn deelmaquettes voor Camminghaburen, er is geen alles-om- vaftende maquette. De deelmaquettes bevinden zich bij de stedebouwkundige afdeling. (De Voorzitter: Ook op een onbereikbare plaats!) De heer Van der Wal: Ik zou nog graag iets over de Sint Jacobsstraat willen opmerken. Ik ben niet bij de eerste afdelingsvergadering geweest, maar (De Voorzitter: Dit punt is dinsdagavond zeer uitvoerig besproken en ik zou een herhaling van die discussie nu toch wel willen voorkomen. Uw fractiegenoot kan u hieromtrent zeer uitvoerig informeren.) Wij achten het antwoord niet bevredigend en wij hebben afgesproken dat wij het punt, als het antwoord niet bevredigend zou zijn, zouden clai men. Wij gaan niet akkoord met het vooruit schuiven van de termijn, afwijkend van de door de raad vastgestelde data en termijnen in het koopcontract, tot 1 april 1982. Wij kunnen er niet mee instem men dat de griebus tot die datum blijft liggen. Ik claim dit punt, het braakliggende terrein aan de Sint Jacobsstraat, voor de plenaire vergadering. (De Voorzitter: Akkoord, maar u zult zien dat wij er heel snel mee klaar zijn.) G. Openbare werken. Punten 161 t.e.m. 170. De heer Geerts: In het antwoord op vraag 164 wordt gesteld dat het bedoelde interdepartementale overleg ondanks herhaaldelijk aandringen nog niet heeft plaatsgevonden. Zijn hiervoor bijzondere redenen aanwijsbaar, is de rijksoverheid bang dat het haar veel geld zal gaan kosten of zijn er an dere oorzaken? Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Vraag 163 heeft betrekking op de aansluiting van de zuidtangent. Ik zou graag willen vernemen hoe ver u bent gevorderd met het overleg met de betrokken instanties hierover en voorts zou ik willen vragen of het geen aanbeveling verdient in dezen eventueel tot her overweging te komen. De heer Van der Wal: Vraag 162 betreft het bevorderen van voorzieningen voor langzaam verkeer. Op een van de blauwe bladzijden van het beleidsplan heb ik onder volgnummer 188 gelezen: "tempo riseren investeringen ten behoeve van langzaam verkeer 51.000,per jaar." Daarop slaat vraag 162. Enkele weken geleden zijn gegevens van de jongste verkeerstellingen in de kranten verschenen, gegevens die zoals wij van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting hebben gehoord in een rapport nog aan de raad zullen worden voorgelegd. Uit de in de krant gepubliceerde cijfers

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 47