26 5$ 59 wachten - dit is vooral belangrijk voor de ouderen onder ons -, erg op achteruit zijn gegaan vergeleken I met de beschikbare plaatsen achter de Mercuriusfontein. Er zijn in de abri's wel zitplaatsen, maar het zijn er lang niet genoeg. Vlak voor de Rijksscholengemeenschap is een abri, bij de halte voor de bussen I die de stad uitgaan zijn echter helemaal geen zitplaatsen en dat heeft tot gevolg dat de vaak oudere mensen bepakt en bezakt op het laatste moment oversteken om de bus te kunnen nemen. Ik zou u willen I vragen of hieraan misschien iets is te doen. De Voorzitter: Ik wil allereerst even ingaan op het boeiende betoog van mevrouw De Jong. Van de I aanwezigheid van Koopmans Meelfabrieken hebben wij in het verleden veel ellende gehad en wij hebbenI daarom in de situatie een aantal verbeteringen aangebracht. Al hebben ons hierover geen klachten be- I reikt, wij zullen de directeur van de Markt- en Havendienst vragen ons over de huidige gang van zaken I te rapporteren en ons mede te delen welke momenteel de knelpunten zijn. Ik zeg u toe dat wij hieraan aandacht zullen schenken en dat wij - dat is in het verleden ook wel gebeurd, want er zijn spelregels en I voorschriften in dezen - met Koopmans eventueel overleg over mogelijke verbeteringen zullen plegen, als zich inderdaad knelpunten blijken voor te doen. De heer Rijpma (weth.): Op de vraag over de frequentie van de buslijnen kan ik antwoorden dat nog I niet zo lang geleden met een delegatie van het ministerie uitvoerige gesprekken over de frequentie van I het buslijnennet in Leeuwarden hebben plaatsgevonden. Die gesprekken hebben in ieder geval tot resul- I taat gehad dat al in een heel vroeg stadium een buslijn naar Camminghaburen zal worden gerealiseerd, zij het een buslijn met een matige frequentie. Wij zijn er niet in geslaagd de frequentie van andere bus-1 lijnen opgevoerd te krijgen. Op dit moment is er ten aanzien van frequentieverhogingen sprake van een I vrijwel absolute stop, hangende het normeringssysteem dat de minister aan het voorbereiden is. (De Voor-I zitter: Voor streekvervoer?) Ook voor stadsvervoer, daarmee is men bezig. Op de eerste stukken van de I commissie, die met de normering is belast, hebben wij gereageerd, omdat wij heel erg bang zijn dat het I uit te denken normeringssysteem wel toepasbaar zal zijn voor de grote, maar niet voor de kleinere steden,I De intensiteit van het passagiersvervoer in de grotere steden is van een heel andere orde dan waarvan in I de kleinere steden sprake is. Aan deze problematiek zal dit jaar en een groot deel van het volgend jaar I nog worden gewerkt. Er is geen kans dat in de tussentijd de frequentie van onze buslijnen zal worden op-1 gevoerd Het pad van de heer Van den Eist zal bekeken worden. In de abri's zijn banken aanwezig en dat is eveneens het geval in verschillende van de geplaatste huisjes, die niet ieders goedkeuring wegdragen. Of het zinvol zal zijn nog meer banken te plaatsen, weet ik op dit moment niet, maar wij zullen ook dit bekijken. De Voorzitter: Ik dank u allen hartelijk voor uw medewerking. De Voorzitter sluit, om 22.55 uur, de vergadering. Verslag van de vergadering op dinsdag 18 november 1980 van de afdeling III van de Gemeenteraad van Leeuwarden ter voorbereiding van de behandeling van de ontwerp—begrotingen voor 1981 en het ontwerp—beleidsplan 1981—1985. Aanwezig van de afdeling: de dames J. de Jong en C.J.M. Otsen en de heren J. de Beer, drs. G.J. van den Eist, G.F. Eijgelaar (weth.) en N. Sterk. Aanwezige overige raadsleden: de dames T. Wielinga-Graansma (tot 19.50 uur), A. Willemsma-de Jong (vanaf 19.50 uur) en J.E.M.T. Zondag-Demes en de heren T.A. Boelens, J. ten Brug (weth.), J.R. Bijkersma, ir. C.G.H. Geerts, D.E. Heere, H. Jansma, J.F. Janssen, C. de Jong, H. Meijerhof, W. Miedema, mr. H.S. Pruiksma (vanaf 19.35 uur), P.J. Sijbesma en P.D. van der Wal. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Voorts zijn aanwezig: de heren P. de Boer, plv. hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen, mr. L.P.A. van Kats, loco-secretaris, mr. W.J.G. Reumer, secretaris, ir. J. van Rooijen, directeur Dienst voor Reiniging en Brandweer, drs. H. Sikkema, hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie, en J. de Vries, directeur Marktwezen en Frieslandhal. Te behandelen: Par. 6. Beleidssector Nutsbedrijven. Par. 7. Beleidssector Reiniging en Brandweer. Par. 8. Beleidssector Marktwezen en Frieslandhal. Par. 9. Beleidssector Economische Aangelegenheden. De Voorzitter: Ik open de vergadering van afdeling III en heet u allen hartelijk welkom. PAR. 6. BELEIDSSECTOR NUTSBEDRIJVEN. De heer De Beer: In de tweede alinea van uw antwoord op vraag 281 schrijft u over een plan voor de openbare verlichting. Welke is de intentie van dat plan en zou het niet verstandiger zijn geweest als eerst een principe-uitspraak zou zijn gedaan om te voorkomen dat er een te uitgebreide rapportage wordt uitgebracht? Vraag 282 is een jaarlijks terugkerende vraag, zoals u ook al hebt gezegd in uw antwoord. Kan in dezen de Commissie van Rapporteurs zo langzamerhand niet gaan optreden opdat dit soort vragen kunnen worden voorkomen of zit dat er niet in? De heerVan den Eist: Ik wil enkele aanvullende opmerkingen maken, als u mij dat toestaat, niet zozeer naar aanleiding van de vragen 281 en 282, maar in het algemeen over het energiebeleid. Wij leven op dit moment onder het prijsprotocol dat geldt tot en met 1981 voor wat betreft de gasprijzen, zoals die tot stand zijn gebracht in overleg tussen de VEGIN en de Gasunie. Nu hebben wij in 1979 kunnen constateren dat die contracten van de zijde van de regering eenzijdig zijn door broken, wat mijns inziens op zichzelf geen goede zaak was. Binnenkort zal voor de periode 1982— 1984 opnieuw een protocol betreffende hoeveelheden, prijzen, in- en verkoopcondities en wat dies meer zij moeten worden opgesteld. Ik wil het voorstel doen dat onze vertegenwoordiger in de VEGIN erop aandringt dat doorbrekingen zoals die nu hebben plaatsgevonden niet meer voorkomen. In de tweede plaats dient er mijns inziens op te worden aangedrongen dat er voor wat betreft de prijsont wikkeling ten aanzien van het gas tot een andere opbouw wordt gekomen, in die zin dat er geen koppeling meer plaatsvindt aan de prijs van stookolie, maar dat veeleer wordt teruggegaan naar de oorspronkelijke bedrijfs-economisch goede relatie, waarbij kosten van winning, exploitatie, dis tributie, enzovoorts meer dan nu het geval is in het kader van de prijsvorming worden bijgesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 51