2 Daarbij denken wij aan de mogelijkheid dat de prijs wordt gerelateerd aan dat gedeelte van het gas dat nu uit de bekende bronnen, in hoofdzaak in Slochteren, wordt gewonnen. In de tweede plaats kan in de prijsopbouw een element worden meegenomen, rekening houdend met winning uit de veel duurdere bronnen van bijvoorbeeld het Noorsegasveld en met eventuele toekomstige alternatieve energiewin ning. Dit zal een kwestie van uitwerking naar modaliteit moeten zijn. U zult zich kunnen voorstellen dat er dan sprake zal zijn van een wat rustiger prijsbeweging dan die zich nu voordoet, nu de hoofd oorzaak van de prijsschommelingen is gelegen bij de prijsbepaling van de stookolie. Mijn fractie vindt dit punt zodanig belangrijk dat wij het willen claimen, in die zin dat wij er tijdens de plenaire be handeling over willen spreken. De Voorzitter: Ik heb in de eerste afdelingsvergadering ook al gezegd dat wij ons met elkaar wel moeten realiseren wat claimen is. Als men een punt claimt, wil men over dat punt een uitspraak van de raad. Het claimen van een punt moet niet worden gezien als een soort sport voor een tweede dis cussieronde, met als gevolg dat b. en w. twee keer hetzelfde moeten zeggen. Het klinkt een beetje cru, maar dat is zeker niet de bedoeling van het claimen van een punt. Ik neem aan dat de heer Van den Eist zich hiervan wel bewust is. De heer Sterk: In uw antwoord op vraag 281 spreekt u over een gezamenlijke aanpak van woning isolatie. Kunt u mij zeggen wat het overleg met de corporaties tot nu toe heeft opgeleverd? Verder zal ik graag horen of er van de zijde van de gemeente bepaalde richtlijnen worden gegeven, die de minimale eisen aangeven. De heer Van der Wal: Ik wil iets zeggen naar aanleiding van vraag 282, die de kwestie van de kernenergie betreft. Geen enkel ander onderwerp is de laatste jaren zozeer in discussie geweest als de kernenergie. Langzamerhand zijn daaromtrent ook veranderingen van standpunten waar te nemen, maar kennelijk gaat dat aan de heer De Beer allemaal wat voorbij. De vragen over dit soort ontzet tend belangrijke zaken komen jaarlijks terug, omdat er wel eens veranderingen optreden in de stand puntenbepalingen rond met name het onderwerp kernenergie, hoewel dat bij het college van b. en w. helaas nog niet het geval is. Ik wil aan vraag 282 nog de vraag koppelen of de Leeuwarder burger via Frigas, het gemeente lijk energiebedrijf, en het provinciaal energiebedrijf meebetaalt aan het gemeenschappelijk kernener gieprogramma en zo ja, om welk percentage het daarbij gaat. Zijn er in dat geval voor de Leeuwarder burgers mogelijkheden om dat gedeelte niet te betalen? Een mogelijkheid zou ook kunnen zijn dat men dat gedeelte wel betaalt, maar dat het wordt besteed aan andere gemeenschappelijke energieprojecten dan het kernenergieproject. Mevrouw Wielinga-Graansma: In het antwoord op vraag 281 stelt u onder meer: "Omtrent een ge zamenlijke aanpak van woningisolatie vindt overleg plaats met de woningbouwcorporaties. Ik zal graag horen of dit ook gebeurt in het kader van de energiebesparing, vooral nu er zo veel renovaties aan de orde komen. De heer Eijgelaar (weth.): De heer De Beer heeft gevraagd of het niet verstandiger zou zijn ge weest eerst met een principeplan voor de openbare verlichting te komen, waarna zijns inziens een wat minder uitgebreide nota zou kunnen worden uitgebracht. Dit is een punt dat in de Commissie voor het Electriciteitsbedrijf aan de orde is geweest; ik meen dat dit punt daar een en andermaal uitvoerig is besproken. Frigas zal een plan opstellen, welk plan naar b. en w. zal worden gezonden. Ik neem niet aan dat er voor wat betreft de zwaarte van het plan een misrekening zal worden gemaakt. Ik ga ervan uit dat er met de nodige zorgvuldigheid zal worden gewerkt en dat het plan, zoals dat te zijner tijd zal worden uitgebracht, de instemming van de raad zal kunnen hebben. Wij zijn in dezen natuurlijk gebonden aan bepaalde normen die zo veel mogelijk bij het opstellen van het plan in acht zullen wor den genomen. Wij menen dat wij op deze wijze tot een behoorlijke besparing zullen kunnen komen, met name door het toepassen van andersoortige lampen, namelijk de zogenaamde Son-lampen, die al een aantal jaren in de handel zijn. Voor bepaalde gebieden in de stad zullen zij heel goed bruikbaar kunnen zijn. Wij hopen dat dit totaalplan binnen niet al te lange tijd., maar in elk geval wel in de loop van het volgend jaar, aan de raad zal kunnen worden aangeboden. De heer Van den Eist heeft gevraagd of onze vertegenwoordigers in de VEGIN niet eens kunnen gaan praten over andere voorwaarden met betrekking tot het vaststellen van de tariefsopbouw. Zijns inziens zal zeker moeten worden voorkomen dat zich ten aanzien van de tariefstelling weer een situ atie voordoet zoals die waarmee wij dit jaar werden geconfronteerd, althans voor wat betreft de door berekening daarvan. Ik moet die vraag eigenlijk met "nee" beantwoorden, want de gemeente Leeuwarden heeft geen vertegenwoordigers in de VEGIN. Frigas is echter wel in de VEGIN vertegenwoordigd. Als gemeente Leeuwarden zouden wij Frigas wel kunnen verzoeken zijn vertegenwoordigers in de VEGIN aan deze punten aandacht te laten schenken. Ik zeg bij dezen toe dat dit verzoek aan Frigas zal worden gedaan. De heer Van den Eist heeft verder nog gezegd dat de gasprijs eigenlijk niet aan de prijs van stookolie zou moeten worden gekoppeld, maar aan de prijs van een andere vervangende energiebron, waarbij zijns inziens rekening moet worden gehouden met toekomstige energiedragers, met experimen ten op dat gebied en dergelijke. Het is echter zeer de vraag of de gasprijs daardoor lager zou uitkomen. Wel is het mogelijk - daarover sprak de heer Van den Eist ook - dat er dan sprake zal zijn van minder schommeling in de tarieven. De gang van zaken voor wat betreft het doorberekenen is niet nieuw. Een aantal jaren geleden, bij de vaststelling van de voorwaarden en de koppeling aan de stookolie, hebben wij met elkaar daarover afspraken gemaakt, die nu worden uitgevoerd. Er is toen een maximum tarief vastgesteld. Ik kan niet beoordelen of andere voorwaarden en koppeling aan andere energiedra gers en aan experimenten een gunstiger situatie zullen opleveren. Ik neem aan dat de heer Van den Eist niet bedoelde te zeggen dat de prijs moet worden gekoppeld aan de commerciële prijs van een bepaald bedrijf, in ons geval van Frigas, want dan kan er natuurlijk ook nog wel iets met betrekking tot de tarieven gebeuren, maar dat hij doelde op prijsstelling in landelijk verband. Het kan zijn dat op dat gebied mogelijkheden aanwezig zijn om datgene te bewerkstelligen wat de heer Van den Eist beoogt, maar ik kan niet beoordelen of er dan ook in positieve zin soelaas kan worden geboden voor de tariefstelling. Ik wil echter dit punt best eens aansnijden en in de commissie en eventueel in de raad aan de orde stellen. De differentiatie van de aardgasprijzen naar rato van het aantal af te nemen kubieke meters aardgas hebben wij ook al eens aan de orde gehad. Door de VEGIN is daarover een rapport uitgebracht en wellicht kan op dit onderwerp ook eens nader worden ingegaan; ik ben er in ieder geval best toe bereid dat te bevorderen. De heer Sterk heeft gevraagd naar de contacten die er zijn met woningbouwcorporaties met be trekking tot woningisolatie. Ook mevrouw Wiel inga heeft over die zaak gesproken, met name in ver band met renovatie. Er is vrij intensief contact geweest met alle woningbouwcorporaties en dat con tact wordt voortgezet. Wij willen komen tot isolatie - isolatie leidt inderdaad tot energiebesparing - van het totale woningbezit van de corporaties en van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Bij renovaties wordt daarmee ook direct rekening gehouden. De corporaties zijn er uiteraard vrij in te beslissen of zij hiertoe willen overgaan, omdat zij zelfstandige instellingen zijn, maar van gemeentewege hebben wij op isolatie van de woningen aangedrongen. Door Frigas, die deze zaak voor ons coördineert en voorbe reidt, is een protocol opgesteld om te komen tot een goede planning met isolatiebedrijven en met de subsidieverstrekkers, met name het Ministerie van VRO. Er is getracht daarvan een goed geheel te maken. Op dit moment heeft nog niet iedere corporatie het protocol getekend, maar ik neem aan dat dat op korte termijn wel zal gebeuren en dat er tot goede afspraken zal kunnen worden gekomen voor een integrale aanpak, opdat hiermee op korte termijn van start zal kunnen worden gegaan. Overigens kan ik zeggen dat sommige corporaties al met isolatie zijn gestart, met name bij renovatie, terwijl twee corporaties ook ten aanzien van bestaande woningen al maatregelen hebben getroffen. Beter Wonen is daartoe al overgegaan in Lekkumerend en de Vereniging van Volkshuisvesting is daarmee bezig, met name in Bilgaard. Wij zullen het contact met de corporaties in dezen zeker voortzetten en proberen met elkaar tot een goede afwikkeling van deze zaak te komen, hetgeen de nodige energie besparing tot gevolg zal hebben. De heer Van der Wal heeft nog even het punt van de kernenergie genoemd, waarover in vraag 282 wordt gesproken. Heel concreet heeft hij gevraagd of Frigas meebetaalt aan het kernenergiepro gramma. Het gemeentelijk energiebedrijf is lid van de KEMA en betaalt in verband daarmee aan de KEMA contributie. Het is mogelijk dat daaruit bepaalde experimenten worden betaald, althans dat daaruit bijdragen worden geleverd. Op die manier zou men dus aan het kernenergieprogramma mee kunnen betalen. In ieder geval worden niet rechtstreeks door de afnemers bijdragen betaald; mij is dat in elk geval niet bekend. De Voorzitter: Ik moet nog even een antwoord geven op een vraag van de heer De Beer, namelijk de vraag of het geen taak van de Commissie van Rapporteurs zou kunnen zijn om vragen die mis schien minder zinvol zijn of al eerder zijn gesteld te schrappen. Ik moet hem zeggen dat dit geen taak van de Commissie van Rapporteurs is. Daarover is niets formeel vastgelegd, maar er is in de loop der jaren natuurlijk wel een bepaalde werkwijze gegroeid. De taak van de Commissie van Rapporteurs be treft geen andere dan het goed rangschikken van de vragen en zij beslist niet over het eventuele schrap pen van vragen. Het is de verantwoordelijkheid van de fracties welke vragen worden gesteld. Ik moet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 52