Slis fonds betaald. Wij hebben bijvoorbeeld ook, zoals in het antwoord is aangegeven, uit het fonds de kosten vergoed van de video-apparatuur ten behoeve van het openbaar en bijzonder k.o./l.o. en buo. Ik moet echter eerlijk zeggen dat een aantal dingen, die wij destijds zagen aankomen en die wij uit zo'n kleine experimentenpot wilden betalen, inmiddels door het rijksbeleid zijn ingehaald. Wij krijgen - al is het dan via een omweg - voor de activerings- en ontwikkelingsprojecten een ove rigens bescheiden financiële steun van het rijk en voor de rest neemt de Schooladviesdienst dit werk op zijn nek. Het fonds heeft nu meer de bedoeling - het is destijds naar ik meen met 90.000,ver groot, maar ik zeg dit uit mijn hoofd, ik kan er 10.000,-- naast zitten - de project-werkgroepen, die zich met de integratie k.o./l.o. bezighouden, financieel te ondersteunen. Wij betalen in dit ver band de uren, die de leerkrachten bij de opleidingsscholen moeten inleveren en die zij van ons dus terugkrijgen. Via dit fonds geven wij voorts leerkrachten bij het k.o. en l.o. voor het werken binnen de projectgroepen uren vrij. De project-werkgroepen hebben als voorsluis voor de onderwijsbegelei dingscommissie het bestuurlijk steunen van de gehele ontwikkeling naar de basisschool tot taak. De hiervoor bestemde storting loopt tot en met 1982 omdat wij destijds verwachtten dat de wet op het ba sisonderwijs in 1983 in werking zou treden. Vervolgens vraag 210. Uiteraard - mevrouw Van der Werf zal niet anders hebben verwacht - is de motie van de raad aan het Ministerie van Onderwijs ter kennis gebracht. Ik kan voorts mededelen dat in het kader van de werkzaamheden van de VNG-commissie onderwijs met betrekking tot de salaris korting opnieuw in de richting van de minister is gereageerd. Onzerzijds is de minister duidelijk ge maakt dat wij deze maatregel zeer betreuren omdat hierdoor in het onderwijs grote onrust ontstaat, wat op het ogenblik - afgezien van de vraag hoe je tegen de salariskorting aankijkt - in het onderwijs po pulair gezegd niet kan "lijden", omdat men voor de ontwikkeling in de richting van het basisonder wijs alle zeilen moet bijzetten. Dit is namens de VNG in de centrale commissie voor het onderwijs aan de minister kenbaar gemaakt. Over vraag 212 is door de heer Visser een aantal opmerkingen gemaakt. De heer Visser heeft ge lijk, datgene waarop hij doelde is de schaduwkant van de pool. Het voordeel ervan is dat je een aan tal mensen in een behoorlijke parttime- of fulltime-baan kunt aanstellen; het gaat dus eigenlijk om uitbreiding van het aantal leerkrachten. Wij verwachtten daarbij - dat geldt niet alleen voor Leeuwar den - dat wij een groot gedeelte van het jaar extra leerkrachten aan een aantal scholen zouden kun nen verbinden. De leerkrachten worden inderdaad formeel aan scholen verbonden. De scholen, die on- zes inziens het meeste recht op een boventallige leerkracht hebben, werden met zorg uitgezocht. Daar van is echter weinig terecht gekomen. Op deze leerkrachten is vaak een beroep gedaan, maar het be zwaar is inderdaad dat "poolers", als ze beschikbaar zijn, steeds bij voorrang moeten invallen in de plaats van iemand die misschien al heel lang heeft waargenomen omdat de gelden hiervoor anders niet door het rijk beschikbaar worden gesteld. Dat heeft hier en daar tot problemen geleid, maar wij kun nen alleen proberen af en toe wat te schikken. Als het enigszins kan proberen wij, wanneer er iemand langdurig ziek is en door een leerkracht van buiten de pool wordt vervangen, de vervanger te hand haven, maar dan moeten wij wel de zekerheid hebben dat een beschikbare "pooler" binnen twee d drie dagen elders kan worden geplaatst. Op deze manier proberen wij te voorkomen dat de "pooler" in alle gevallen voorgaat. Door mevrouw Van der Werf is nog een opmerking over de boventallige leerkrachten gemaakt. Het is ook mevrouw Van der Werf duidelijk dat het voor rekening van de gemeente nemen van boventalli ge leerkrachten onmogelijk is. Dat kunnen wij niet betalen, maar bovendien - dat is nog een ander bezwaar - zouden wij hierdoor iets op de nek nemen met betrekking waartoe het rijk in gebreke is ge bleven. Dit is geen taak voor de gemeente, temeer niet waar wij op de doeluitkering voor het onder wijs toch al geweldige bedragen moeten toeleggen. Wij hebben met het oog hierop nog geen beroep gedaan op de ISP-gelden. Er worden wel ISP-gelden beschikbaar gesteld voor het project kleine scho len in de provincie, maar ik heb nimmer nagevraagd of door deze regeling andere mogelijkheden wor den geboden. Gezien de andere beroepen die op het ISP worden gedaan is mijns inziens in dit opzicht weinig succes te verwachten, maar ik wil graag eens bespreken of aan het project kleine scholen uit breiding zou kunnen worden gegeven en of het ISP zou kunnen werken in de sfeer van tewerkstelling van werkloze onderwijskrachten, zoals dat is gebeurd bij het project werkloze kleuterleidsters. Ik zal deze hint op provinciaal niveau bespreken. Op het punt van de duobanen zijn wij inderdaad zeer voorzichtig. Ik kan mij voorstellen dat men zich afvraagt of wij het er maar op laten aankomen, gezien ons antwoord dat wij voorzichtig zijn met het stimuleren hiervan en initiatieven van de betrokkenen afwachten. Het is niet onze bedoeling het er maar op te laten aankomen. Uit het rapport over De Houtduif - een mijns inziens uitstekend rapport - is echter gebleken hoe voorzichtig wij dit moeten aanpakken. Dit is ook de mening van de onderwijs inspectie en een en ander is het onderwijsveld bekend. De stukken zijn aan andere scholen, aan de ABOP en de Schoolraad toegezonden, opdat men zich van de ervaringen op de hoogte zou kunnen stel len. Op dit moment loopt een project bij De Sprenkelaar, wat een uitvloeisel van eerdere projecten is. Dit zal het derde of vierde project met duobanen zijn. Mevrouw Van der Werf: Het vorig jaar is met betrekking tot het fonds onderwijsontwikkeling ge vraagd of het fonds te gebruiken zou zijn voor voorlichting over doorstroming van meisjes naar tech nische beroepen. Ik heb daarover nu weer een vraag gesteld, waarop de wethouder niet is ingegaan. De heer Ten Brug (weth.): Dat ben ik inderdaad vergeten. Het antwoord op de vraag is dat dit op zich niet nodig is. Niet omdat de situatie zo gunstig zou zijn, maar omdat de commissie die zich met de beroepenvoorlichting op de scholen bezighoudt - u hebt dit ook in de kranten kunnen lezen - in de komende jaren specifiek aan dit probleem aandacht zal besteden. Ik kan hieraan toevoegen dat er misschien nog een ander project zal komen waarbij wij eventueel wel financieel betrokken zullen zijn. Bij de RPA is men namelijk bezig voor het vak handvaardigheid een aanpak op te zetten waarbij de rol doorbreking aan de orde zou kunnen komen. In het vak handvaardigheid is dit vrij acuut, er wordt ook elders over gepraat. Wij zijn hierover met de directie van de RPA in bespreking. Dit zouden sta- ge-projecten voor de RPA-studenten zijn en voor de RPA zou het een voordeel zijn als men stage-stu- denten in onze scholen kan "droppen". Er wordt bezien of de scholen daarvan eveneens voordeel zou den kunnen hebben en het lijkt mij niet onmogelijk dat wij uit dit fonds gelden voor het hierbij beno digde materiaal beschikbaar zullen stellen. Mevrouw De Haan—Laagland: Ik zou nog graag iets willen zeggen over punt 214. Deze vraag heeft betrekking op het feit dat vrouwen zo weinig naar hogere functies doorstromen, zoals naar hoofden en rectorfuncties. Het college heeft naar mijn mening gelijk met de opmerking dat door vrouwen wei nig naar dit soort functies wordt gesolliciteerd. Hiervoor zijn allerlei oorzaken aan te wijzen waarop ik nu niet nader wil ingaan. Wel zou het mijns inziens mogelijk zijn de uitspraak van de raad, dat wij in dit opzicht bij benoemingen positief zouden moeten discrimineren, in advertenties tot uitdruk king te laten komen. Wellicht zou dat vrouwen tot het eveneens solliciteren kunnen stimuleren. De heer Ten Brug (weth.): Ik weet niet wat wij in dit opzicht met betrekking tot normale perso neelsadvertenties doen. Ik ben van mening - dit zal naar ik aanneem ook bij de behandeling van de emancipatienota aan de orde komen - dat wij in dezen ten aanzien van het gehele personeelsbestand op dezelfde wijze moeten handelen. Het is natuurlijk mogelijk in advertenties te vermelden - zoals ook het Ministerie van Onderwijs doet - dat het solliciteren door vrouwen op prijs wordt gesteld, maar daarmee houdt mijns inziens de mogelijkheid tot direct ingrijpen op. Binnenkort zal in de Commissie voor het Onderwijs een structuur voor de benoemingsprocedure aan de orde komen. Wel moet ik zeg gen dat dit punt in de oudercommissie en bij het personeel naar mijn ervaring - soms ervaar ik zelfs het tegendeel - niet sterk leeft, al is het natuurlijk niet onmogelijk dat het binnenkort bij een benoe ming aan de orde zal komen. Als een hierop betrekking hebbende zinsnede ook aan andere personeels advertenties wordt toegevoegd, heb ik er geen moeite mee mij daarbij aan te sluiten. Dan zou het ook niet anders kunnen, maar nogmaals, dit aspect zal bij de behandeling van de emancipatienota eveneens aan de orde worden gesteld. B BASISONDERWIJS. Punten 220 t.e.m. 226. Mevrouw De Haan-Laagland: In punt 222 komt de vraag aan de orde of het openbaar onderwijs een even wervend beleid voert als het bijzonder onderwijs. Ik veronderstel, dat dit per school ver schillend is en dat het ook van oudercommissies afhangt hoe hard hieraan wordt gewerkt. In dit ver band zou ik nog wel een algemene opmerking willen maken. Ik hoor nogal eens om mij heen dat een keuze voor het openbaar onderwijs een negatieve keuze zou zijn. Door ouders wordt heel positief voor bijvoorbeeld katholiek of protestant-christelijk onderwijs gekozen. Als je die keuze niet maakt blijft de openbare school over. Dat de keuze voor openbaar onderwijs negatief zou zijn is mijns in ziens echter niet terecht, ook het openbaar onderwijs heeft zijn eigen achtergrond en eigen filosofie. Ik heb mij dan ook wel eens afgevraagd of de gemeente, zoals ook het bijzonder onderwijs dat doet, in personeelsadvertenties zou kunnen aangeven dat iemand wordt gezocht die positief ten opzichte van het openbaar onderwijs staat. Dit om de indruk weg te nemen dat de openbare school een soort restschool is waar van alles en nog wat kan gebeuren. Ook het openbaar onderwijs kun je - dat ge beurt ook - heel bewust verkiezen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 80