14'11^
E. Diversen.
De heer Schagen: Hetgeen u in het antwoord op vraag 443 stelt is naar mijn mening niet helemaal
juist. In de vorige raadsvergadering hebben wij nog over de subsidiëring stadsvernieuwingsactiviteiten
over het jaar 1980 gesproken, het is nu bijna 1981 Afgezien echter van financiële problemen die kun
nen ontstaan, is er mijns inziens nog een ander probleem. Begrotingen van bijvoorbeeld wijkorganisa-
ties zijn geen begrotingen die over een boekjaar lopen, het zijn meer activiteiten-begrotingen die
van seizoen tot seizoen worden opgesteld en niet op de gemeentelijke begrotingen zijn afgestemd.
Dat levert op zich voor de organisaties wel problemen op. Een ander probleem dat hierbij speelt is de
omstandigheid dat de penningmeesters van de organisaties als een olifant op de kassa zitten, vooral aan
het eind van het jaar wanneer de laatste bevoorschotting nog moet binnenkomen omdat men in die pe
riode niet zeker weet wat er nog zal komen. Al met al levert deze gang van zaken problemen op, met
name in de sfeer van afremming van activiteiten en ik vraag mij derhalve af of dit niet anders is te
regelen.
De heer Ten Brug (weth.): De heer Schagen heeft een specifieke aangelegenheid op het oog, waar
over wij tot nu toe geen klachten hebben gekregen. De organisaties krijgen elk kwartaal voorschotten
en als dat niet goed loopt moet men dat melden. (De heer Schagen: De klachten hierover komen niet
bij de afdeling Financiën, maar bij de afdeling SZW binnen!) Wij zullen hierover overleg met SZW
plegen
De Voorzitter: In de vergadering van afdeling I hebben wij afgesproken de punten 69 en 70, be
treffende het instellen van een gemeentelijke rekenkamer, in de vergadering van afdeling VI - dus
vanavond - te behandelen.
PAR. 1. BELEIDSSECTOR ALGEMEEN BEHEER.
F. Rekenkamer.
Punten 69 en 70.
De heer Knol: In de vergadering van november hebt u ons gevraagd nader uit te leggen wat wij
precies met het aanvragen van uitstel bedoelden. Dit had geen ander doel dan een koppeling van de
behandeling aan de begrotingsbehandeling, omdat in uw raadsvoorstel nogal wat aspecten aan de or
de komen die duidelijk met de presentatie van de meerjarenraming te maken hebben. Op grond daar
van hebben wij gezegd dat een gekoppelde behandeling ons zinnig lijkt. Ik heb hieromtrent ook zelf
nog wel een aantal ideeën, maar die heb ik nog niet in de fractie besproken. Het lijkt mij derhalve
zinvol het raadsvoorstel straks tezamen met de begroting te behandelen en daarover in dat kader te
discussiëren. (De Voorzitter: Waarom speciaal in de begrotingszitting?) Het is toch een raadsvoorstel
dat nog niet behandeld is en dat in de voltallige raad aan de orde dient te komen! Wij kunnen er van
avond naar mijn mening niet over praten. (De heer Ten Brug (weth.): De rapportage inzake het onder
zoek naar het instellen van een gemeentelijke rekenkamer stond op de agenda voor de vergadering van
3 november jl. Op verzoek van de raad is toen tot uitstel besloten. Een en ander is toen ook niet in
de Commissie voor de Financiën aan de orde geweest.) (De Voorzitter: Het ontgaat mij waarom het zin
niger is deze kwestie in de begrotingszitting te bespreken; waarom kan dat nu niet?) In het kader van
de begrotingsbehandeling worden de algemene en financiële beschouwingen gehouden, waarbij al een
aantal jaren over de presentatie van de begroting is gesproken. U verwijst in uw raadsbrief duidelijk
naar de wijziging van de presentatie, waardoor wellicht een oplossing kan worden gevonden met betrek
king tot de vraag op welke wijze de uitgaven doelmatiger besteed kunnen worden.
De Voorzitter: Ik moet u eerlijk zeggen dat het mijns inziens veel zinniger is bepaalde theorieën
indringend door te spreken in de Commissie voor de Financiën. Ik vind het best dat in de financiële
beschouwingen (De heer Knol: U hebt een raadsvoorstel gedaan dat nog behandeld moet worden!;
Ik zie niet in welke koppeling u legt als u ervoor pleit dit raadsvoorstel tijdens de begrotingsbehande
ling aan de orde te stellen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat u de begrotingszitting wilt afwachten,
zodat u weet wat over rleze kwestie besproken is. Het voorstel zou dan op de agenda voor de verga
dering van januari kunnen worden geplaatst. Nogmaals, ik begrijp niet waarom u ervoor pleit het
voorstel tijdens de begrotingsbehandeling aan de orde te stellen.
W )2(o
De heer Van den Eist: Misschien mag ik proberen antwoord te geven. Het college suggereert in
het raadsvoorstel, ten aanzien waarvan de raad heeft besloten de behandeling uit te stellen, de re
kenkamer niet in stellen. Als dat voorstel door de raad wordt overgenomen zullen er dus geen budget
taire consequenties zijn. Gesteld echter dat wij op grond van een aantal overwegingen tot de conclu
sie komen dat wel tot instelling van een rekenkamer dient te worden overgegaan, dan dient dat bij de
behandeling van de begroting aan de orde te komen omdat, willen wij ons uitgangspunt van een slui
tende begroting overeind houden, dan andere posten voor schrapping zullen moeten worden voorgedra
gen.
De Voorzitter: Dat had destijds al aan de orde kunnen worden gesteld; de raad moet toch een keer
beslissen. Als de raad zou hebben besloten dat het moet gebeuren dan hadden wij de financiële con
sequenties moeten inbouwen.
De heer Knol: De raad heeft destijds besloten de behandeling uit te stellen en het voorstel zal nu
inderdaad toch een keer behandeld moeten worden.
De Voorzitter: Wij zijn het erover eens dat het voorstel een keer behandeld dient te worden. Dat
is het belangrijkste.
De heer Knol: Met de erfpachtnota zijn wij snel klaar!
De Voorzitter: Dat biedt perspectief! In ieder geval zal deze nota in december op de een of ande-
te manier aan de orde komen.
Wij zijn hiermee aan het einde van de vergadering gekomen. Ik dank u allen hartelijk voor uw me
dewerking.
De Voorzitter sluit, om 21.00 uur, de vergadering.