16
teerd wordt als taakstelling, zoals in een eerdere vergadering van de raad door mij is gezegd. Het
laatste betekent namelijk dat men niet bij voorbaat al zegt dat alleen maar bepaalde categorieën
van ouders in aanmerking komen voor plaatsing van hun kind op het kinderdagverblijf.
Mevrouw Otsen heeft erop gewezen dat het op zeker moment zo kan zijn dat men voorlopig toch
met een aantal criteria zal moeten werken, niet uit principe, maar omdat de financiële wal het schip
keert. Voorlopig zal dit misschien het geval zijn. Sommige spreeksters hebben gezegd dat het kinder
dagverblijf die criteria niet wil ontwikkelen, terwijl ze er wel moeten komen. Vanuit de optiek van
een algemene voorziening - een raadsmeerderheid was daar voor - zullen er voorlopige criteria moe
ten komen, op zijn minst in overleg met het kinderdagverblijf. Men heeft daar immers het beste in
zicht in de vraag welke argumentatie gevolgd kan worden en in de hoogte van de nood. De gemeen
te kan een en ander niet zo maar achter het bureau vandaan doen.
Ik zal vervolgens overgaan tot het beantwoorden van meer specifieke vragen van de diverse spreek
sters, voor zover ik daarop al niet ben ingegaan. Mevrouw Otsen heeft een motie ingediend. Met het
eerste deel van deze motie, dat betrekking heeft op het aantrekken van een kracht, heb ik geen moei
te. Ik heb dat al toegezegd. Punt c van de motie zegt dat de 6-12-jarigen die nu op het kinderdag
verblijf zitten, er voorlopig kunnen blijven, zolang er geen alternatief is. Mevrouw Otsen vraagt
overigens ook of kinderen uit die leeftijdsgroep, die op de wachtlijst staan, daarop mogen blijven
staan, om eventueel geplaatst te worden als er een plaats vrijkomt. Ik heb daar niet zoveel moeite
mee, omdat dit in de praktijk niet zoveel problemen geeft. Als een twaalfjarig kind van het kinderdag
verblijf af gaat, dan kan men in de plaats van deze twaalfjarige nooit een driejarige in die groep zet
ten, want zo is de samenstelling van de groep niet. Het ligt dus voor de hand dat de groep wordt aan
gevuld met een kind boven de zes jaar, maar dat gebeurt dan voorlopig, namelijk tot het moment dat
er een of andere vorm van kinderopvang, anders dan het kinderdagverblijf, is gerealiseerd. Ik ver
wacht eigenlijk dat dit geen jaar hoeft te duren. Tegen de motie van mevrouw Otsen heb ik dus geen
overwegende bezwaren.
Mevrouw Otsen heeft ook gezegd dat de tarieven naar draagkracht best nog wat progressiever mo
gen, in die zin dat misschien een lager minimum maar zeker een hoger maximum dan op het ogenblik,
wordt gehanteerd. Ik weet dat men op rijksniveau sleutelt aan deze ouderbijdrage. De bijdragen zul
len zeker hoger worden. Wanneer de bijdragen ons niet hoog genoeg zijn, dan is dat nog niet ons be
leid maar zouden wij in welk kader dan ook hooguit aan CRM kunnen meedelen dat men in Leeuwar
den vindt dat vooral wat de hogere inkomens betreft de bijdrage nog wel hoger mag worden gesteld.
Ik ben reeds ingegaan op de opmerking van mevrouw Zondag over de criteria. De criteria zullen
worden opgesteld. Zij stelde ook enkele vragen, onder andere de vraag hoe het nu zit als er weer
een kind wordt toegelaten. Dat nu hangt met die criteria samen. Ik heb van het kinderdagverblijf be
grepen dat er momenteel wordt gekeken naar wie bovenaan de wachtlijst staat, behoudens de volgen
de correctie. Als er in een groep plaats is voor een vijfjarig kind, terwijl bovenaan de wachtlijst een
tweejarig kind staat, dan gaat bij voorbeeld nummer drie, die dan wel vijf jaar is, voor. Men heeft
mij verteld dat men de wachtlijst van boven naar beneden afwerkt. Dat wordt anders, wanneer wij
criteria hanteren. Ik ben het daarbij eens met de opmerking van mevrouw Otsen dat men dan eerst
- maar voorlopig - kijkt naar achterstandssituaties; dit staat overigens ook in de rijksbijdrageregeling.
In het rapport wordt het particuliere kinderdagverblijf De Regenboog niet genoemd. Op het mo
ment dat het plan en programma werd geschreven, was men wellicht niet bekend met dat kinderdag
verblijf. Ik heb wel overleg gevoerd met De Regenboog. Men wil daar, zolang het kan, doorgaan in
de vorm van vrijwilligerswerk. Het argument daarvoor is dat de kinderen in dat geval de leiding goed
kennen, iets dat men graag in stand wil houden. De leiding wordt gevormd door een onderling roule
rende groep met aanvankelijk één centrale figuur; deze is echter weggevallen. Wij hebben afgespro
ken dat wij eind dit jaar of begin volgend jaar nog eens met elkaar zullen praten.
Wat is er met de regiokinderen gebeurd, was een volgende vraag. Deze kinderen zijn van het kin
derdagverblijf af, althans voor zover de eigen gemeente de bijdrage niet betaalt. Er is nog één kind
uit een andere gemeente op het kinderdagverblijf. Het betreft hier de situatie dat de moeder van het
kind over een paar maanden in Leeuwarden komt wonen en het zou dan zot zijn om het kind eerst van
het kinderdagverblijf te sturen om het een paar maanden daarna weer op te nemen. U ziet dat ik dit
heel gedetailleerd weet.
Mevrouw Zondag heeft een eventueel in tweede instantie in te dienen motie voorgelezen, die
onder meer gaat over te stellen criteria. Ik ben het ermee eens dat deze criteria voorlopig, namelijk
zolang de wal het schip keert, zullen worden ingevoerd.
Voor accommodaties is geld uitgetrokken, zoals ook in het programma staat. Men moet zich daar
bij eerst afvragen op welke plaatsen in Leeuwarden accommodatie voor kinderopvang mogelijk is. Het
lijkt mij dat men zo mogelijk gebruik moet maken van bestaande accommodaties en niet moet denken
aan nieuwe accommodaties. Dat laatste is onbetaalbaar en ook niet nodig.
17
Het derde element in de motie van mevrouw Zondag wordt gevormd door de financiële conse
quenties van wat men doet. Uiteraard zullen tegelijk met de plannen, waarmee wij over een jaar of
zelfs eerder zullen komen, de financiële consequenties moeten worden aangegeven. De financiële
consequenties staan nu ook in het plan en programma. Er is sprake van een uitbreiding van de beschik
bare middelen met vijf ton voor de accommodatie-problematiek. Altijd zal van datgene, waarmee
wij volgend jaar zullen komen, wat het ook is, een financiële vertaling moeten worden gegeven,
kortom, de dekking moeten worden aangegeven. Vaak is dat het moeilijkste.
Ik ben al ingegaan op een groot gedeelte van de punten die mevrouw Van der Werf heeft genoemd.
Zij noemde specifiek de wijk Bilgaard. Voor zover mij bekend wil men in Bilgaard een vorm van kin
deropvang realiseren. Er ligt voor de vergadering van woensdag a.s. van de Raja een voorstel, waar
in het gaat om oudere kinderen en niet om kinderen die dagopvang nodig hebben. Dat kon weieens
leiden tot een herbezinning op de vraag die eerder aan de orde is geweest, namelijk de vraag cen
traal of decentraal. Als Bilgaard op deze toer zit, zou dat erop kunnen wijzen dat men met name wat
de kinderopvang betreft zou moeten decentraliseren. Anderhalf jaar geleden liepen de begrippen "dag
opvang" en "kinderopvang" wat door elkaar heen. Bij kinderopvang gaat het om kinderen die op school
zitten en men kan moeilijk deze groep kinderen van overal uit Leeuwarden tussen de middag naar één
centraal punt laten komen. Deze kinderen zijn duidelijk school-, buurt- of wijkgebondenOf die
wijkgebondenheid ook zo'n rol speelt als men in de toekomst op de lijn zit dat niet-schoolgaande kin
deren in het kinderdagverblijf worden opgevangen, is een vraag waarover wij het komende jaar moe
ten gaan nadenken. Als voorbeeld noem ik ouders die in het centrum van de stad hun werk hebben en
hun kinderen onderbrengen bij een centraal punt, het huidige kinderdagverblijf. Een en ander hangt
met name af van de activiteiten van de kracht die wij het komende jaar proberen te krijgen om de
kinderopvang van de grond te helpen.
Mevrouw Van der Werf heeft eveneens een motie ingediend. Het eerste deel van de motie komt
erop neer dat wordt gezegd dat de gemeente zelf de personeelskosten van een formatieplaats maar op
de slof moet nemen, zelfs al gaat dat eventueel ten koste van het op nul uitkomen van de begroting.
Tegen dat deel van de motie heb ik bezwaar. Ik weet niet precies meer wat in het tweede deel van
de motie stond, maar ik heb wel genoteerd dat ik daarmee geen moeite heb. (Gelach) Misschien kan
ik de motie straks nog even krijgen.
Mevrouw Waal kens heeft gevraagd wanneer het werkverband van start gaat. Dat zal zeer binnen
kort het geval zijn. Het werkverband - het vorige verband heette ook zo, maar was het eigenlijk niet -
moet evenals andere sectoren van start gaan met het bijhouden van de manier waarop het nu gaat en
het inventariseren van wat er nu gebeurt. Bovendien moeten het programma voor 1982 en het plan voor
1982-1986 worden opgesteld.
Mevrouw De Jong heeft zich aangesloten bij enkele opmerkingen die vorige spreeksters maakten.
Zij miste in het'plan de samenhang met andere kinderopvang. Er worden natuurlijk wel enkele instel
lingen in het plan genoemd, maar het probleem is dat de samenhang met andere kinderopvang niet is
aan te geven, omdat wij zojuist hebben geconstateerd dat die kinderopvang er nog niet is. Daar ho
pen wij dan aan te werken.
De heer Geerts: Over de zaken die hier nu net besproken zijn, wil ik graag even met mijn fractie
overleg plegen.
De Voorzitter: Wij komen dus na de pauze op dit punt terug.
Punt 10 (bijlage no. 464).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering voor de eerste pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.35 uur, de vergadering.
De Voorzitter: De pauze heeft wat lang geduurd en daarom stel ik voor meteen maar te beginnen.
Ik zal allereerst ingaan op opmerkingen en vragen van de heer Pruiksma met betrekking tot punt H van
de mededelingen.