24 Een ander aspect waar wij wat dieper op in willen gaan is het energiebeleid. Afgezien van het plan voor de stadsverwarming, onlangs door de raad aangenomen, neemt het college een te afwachten de houding aan ten opzichte van het onderwerp energiegebruik. Het college wil ons laten wachten op de uitslag van de zogenoemde brede maatschappelijke discussie alvorens een standpunt te bepalen over kernenergie, alhoewel de brede maatschappij al aardig haar standpunt kenbaar heeft gemaakt. Maar het college laat ons ook nog steeds wachten op een beleidsplan energiegebruik en -besparing, toege zegd in de raadsvergadering van 19 november 1979. De plastic folie over het water van het openlucht- bad zal er nu vast wel liggen, maar hoewel er met name door onze fractie in genoemde raadsvergade ring aangedrongen is op het ontwikkelen van een duidelijke visie over energiegebruik, ontbreekt deze visie nog geheel. Er wordt wel op onderdelen gepraat over een aantal energiebesparende maatregelen, maar wij geloven langzamerhand dat een echte visie niet weg zal komen bij ambtenaren, voor wie het onderwerp energiebesparing een bijtaak is. Het ontbreken van deze door ons gevraagde visie wordt wel het duidelijkst gedemonstreerd door het feit dat bij de plannen voor Wiardaburen, gepresenteerd aan de raad op 24 november jIover energiegebruik geen woord wordt gerept. Dit, terwijl juist hier de mogelijkheid ligt van begin af aan structureel en creatief deze gedachtengang vorm te geven. Onze reeds vaker uitgesproken ge- dachtengang dat energiebesparing meer is dan isoleren, lijkt nog geen weerklank te vinden binnen het gemeentelijk beleid. Noodzaak is dus een structureler aanpak van het energiegebruik. Energie, die als het aan PAL ligt, in elk geval niet door kerncentrales geleverd zal worden, omdat kerncentrales een bedreiging vormen voor de bevolking en het functioneren van de democratie, levensgevaarlijk af val produceren dat niet afdoende kan worden opgeborgen en niet nodig zijn voor onze electriciteits- voorziening. Gelukkig staan wij de laatste tijd in dit standpunt niet alleen. De PvdA heeft met kranige uitspra ken op diverse niveaus duidelijk gemaakt dit idee te ondersteunen. Wij willen er, hopelijk samen met hen, op terugkomen. Wij zouden het college echter nu al willen vragen welke mogelijkheden het col lege ziet om te bewerkstelligen dat het PEB zich terugtrekt uit de Gemeenschappelijke Kernenergiecen trale Nederland. Het is wel duidelijk geworden dat we dit jaar in onze algemene beschouwingen veel aandacht be steden aan onderwerpen waar wij doorgaans in deze raad niet veel tijd voor inruimen. Toch willen wij nog kort iets zeggen over het ruimtelijke ordenings- en volkshuisvestingsbeleid. Bij de eerste inhoudelijke discussie over de nieuwe stadsuitbreiding in deze raad bleek weer eens duidelijk welk een groor gemis het is dat de raad geen samenhangende visie bezit ten aanzien van ruim telijke ordening. Door het ontbreken hiervan zijn de externe bureau's, die voor Wiardaburen zijn in gehuurd, in een luchtledigheid aan het plannen maken geslagen. De uitgangspunten en het programma zijn hierdoor veel te eenzijdig uitgevallen: wonen, en dan ook nog voor met name gezinnen. Dat was niet nodig geweest als er een duidelijk en actueel structuurplan beschikbaar was geweest. Tijdverlies en waarschijnlijk hogere plankosten zijn hiervan het gevolg. Nadat wij jaren tevergeefs gepleit heb ben voor in ieder geval een aanzet in de richting van een gemeentelijk ruimtelijk plan, komen b. en w dit jaar eindelijk met een toezegging bepaalde deelaspecten van de ruimtelijke ordening te combineren tot een ruimtelijke schets, om het gemis aan een structuurplan te compenseren. Beter iets dan niets, is onze voorlopige reactie, hoewel er ook gevaarlijke kanten aan deze, per definitie gebrekkige, bena dering kleven. Immers, je loopt licht de kans dan een eenzijdig op de economische aspecten gerichte structuurschets in je maag gesplitst te krijgen. Zeker zal ons inziens hierbij het verkeersstructuurplan moeten worden betrokken. De laatst bekend geworden cijfers over de feitelijke verkeersontwikkeling wijken zodanig af van de prognoses, op basis waarvan het verkeersplan destijds door de raad is vastgesteld, dat aan een heroverweging van de ver keersplannen niet langer valt te ontkomen. In ieder geval is nu wel duidelijk dat het langzaam verkeer een veel groter aandeel in het totale verkeersaanbod zal innemen dan onze dure adviseurs via ingewik kelde computerberekeningen ons wijs hadden gemaakt. Op deze even verheugende als voor verkeers- deskundigen onverwachte ontwikkeling moet door het gemeentebestuur worden ingespeeld door versneld de voorzieningen voor met name het fietsverkeer te verbeteren. Wij verwachten dat aan het gemeente lijk fietsplan nu de hoogste prioriteit wordt gegeven. Hoewel er, zeker in vergelijking tot een jaar of tien geleden, positieve ontwikkelingen op gang zijn gekomen, blijft de binnenstad ons zorgen baren. Lang hebben wij gedacht dat de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht een belangrijke stap in de richting van het behoud van de karakteristieken van de Leeuwarder binnenstad zou betekenen. De gang van zaken rond bij voorbeeld de Snekerkade doet vrezen dat het beschermd stadsgezicht een zelfde wassen neus zal blijken als het structuurplan voor de binnenstad. De nieuwbouwplannen op de hoek van de Pier Panderstraat en Westersingel, die reeds zijn goedgekeurd door de Welstandsadviescommissie, betekenen een nieuwe aanslag op het te beschermen binnenstadsgezicht. 25 Een tweede bouwontwerp, nog arroganter en onaangepaster dan het beruchte Amicitiabouwsel, bedreigd het stadsbeeld waar nu de Oldehove heerst. Wij hopen dat het college besluit dit afschu welijke lichtmetalen bouwwerk alsnog op deze plaats af te wijzen. In ieder geval bewijst deze gang van zaken weer eens dat ons welstandstoezicht bepaald niet goed functioneert. Het wordt hoog tijd dat een nieuwe welstandsverordening snel aan de raad wordt voorgelegd, voordat er nog meer schade aan het stadsgezicht wordt aangericht. Volkshuisvesting is een van de gebieden waar het niet-functioneren van de zogenaamde "vrije markt" het duidelijkst naar voren komt. Huizen worden onbetaalbaar, onder andere door grondspecula- tie. De leegstand van koopwoningen staat tegenover de woningnood van mensen met minder geld. De landelijke overheid voert een wanbeleid, waardoor steeds meer bouwvakkers werkloos worden en het tekort aan betaalbare woningen toeneemt. Deze paradoxale situatie wordt door de kraakbeweging, door buurtcomité's en organisaties als LOS en LOBH aan de kaak gesteld. Dit college van b. en w. doet weinig anders dan het landelijk beleid uitvoeren, dat hebben we al geconstateerd. Allerlei verande ringen die wel plaatsvinden, worden evenwel met trots gepresenteerd, terwijl het feitelijk, inhoude lijk gezien, niet veel om het lijf heeft. Hierbij doelen wij bij voorbeeld op de centrale registratie: op zich wenselijk, maar als instrument pas goed bruikbaar wanneer een inhoudelijk spreidings- en toe wijzingsbeleid van de grond komt. Dat gebeurt echter niet. Er wordt vastgehouden aan de doorstromings filosofie, waardoor er voornamelijk nieuw gebouwd wordt voor de mensen met een ruim inkomen, ter wijl de mensen met een gering inkomen van een slechte woning in een iets minder slechte woning ko men Ook het puntensysteem is zo'n beleidsinstrument, waarmee aan een progressief-inhoudelijk volks huisvestingsbeleid geen inhoud wordt gegeven: het is enkel een systeem om de schaarste te verdelen. Wij wachten dan ook met spanning op de nota's van het RIGO en volstaan hier met een paar korte op merkingen over een volkshuisvestingsbeleid zoals dat volgens ons gewenst is. Het gaat ons om twee za ken: opheffing van de met name kwalitatieve woningnood en versterking van de positie van bewoners, huurders, zodat ze zeggenschap krijgen over hun woning en de woonomgeving. De uitbreiding van het aantal woningen, voor de groepen waarvoor de woningnood het ergst is, kan gebeuren door: 1snel leegstaande (koop)woningen en panden vorderen; 2. bouwen (bij voorbeeld in Wiardaburen) van die woningen die het meest gewenst zijn: kleine wonin gen, bejaardenwoningen, maar ook grote woningen voor woongroepen en grote gezinnen; 3. komen met een visie op de spreidings- en toewijzingsproblematiek voor de hele stad. De greep op de eigen woon- en leefsituatie kan inhoud krijgen door de positie van met name huurders te versterken. Hierbij valt bij voorbeeld te denken aan een kamerverhuurverordening ter bescherming van een wel zeer kwetsbare groep, de democratisering van woningbouwverenigingen en een positieve houding van b. en w. ten opzichte van alle groepen die door middel van bij voorbeeld kraken het fa lende volkshuisvestingsbeleid aan de kaak stellen. Wij zullen nu afronden. Uit het hele betoog zal duidelijk zijn geworden dat het beleid dat dit college van b. en w. voert ons niet bevalt: het is niet inspirerend. Natuurlijk worden de mogelijkhe den voor een goed plaatselijk beleid steeds meer beperkt door het falende en bezuinigende overheids beleid. Maar daar hoeven wij ons niet bij neer te leggen, zoals dit college van b. en w. doet. Het past in feite enkel op de winkel. Wij hebben overwogen om dit jaar tegen de begroting te stemmen omdat dit beleid ons, naar onze vaste overtuiging, alleen maar verder van huis helpt. Dat zou echter de makkelijkste weg zijn, zonder dat wij zelf met een uitgewerkte tegenbegroting komen. Daarom hebben wij er dit jaar nog voor geko zen om door middel van uitgebreide algemene beschouwingen het beleid te kritiseren en verbeteringen te suggereren. Het moet echter wel duidelijk zijn dat dit kleurloze beleid ons niet aanspreekt en dat wij het komende jaar er alles aan zullen doen om als PAL het perspectief voor een werkelijk links be leid voor Leeuwarden te bieden. (De heer Ten Brug(weth.): Dat wachten wij af.) Mevrouw De Jong: Ook nu weer wil ik beginnen mijn waardering te uiten aan al onze ambtenaren en mijn mede-raadsleden voor de bijzonder prettige manier waarop ik het afgelopen jaar weer met hen heb mogen samenwerken. Eerder is door D'66 betoogd dat hulpverlening aan jongeren die in hun psychische ontwikkeling zijn vastgelopen, in Leeuwarden zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin volstrekt onvoldoende gewaarborgd is. Noch de Schooladviesdienst, noch de DGD en evenmin de particuliere Stichting voor Maatschappelijke Dienstverlening zijn toegerust met ervaren deskundigen op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg. Toch kampen veel kinderen en met name veel jeugdigen binnen de ver schillende vormen van voortgezet onderwijs met moeilijkheden. Dit geldt evenzeer voor werkende jon geren en schoolverlaters, die steeds moeilijker aan de bak komen. Waarneembaar is: zogenaamd vanda-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 13