34 re aanslagen aan één belastingplichtige, bepaald geen schoonheidsprijs verdient. De eventuele tegen werping van het college dat iedereen, die de wet en de verordening kent, voor betaling van elkaar snel opvolgende aanslagen kan sparen, is van academische schoonheid maar gaat voorbij aan de pro blemen die iemand kan hebben om in korte tijd relatief grote bedragen van 1.500,-- en meer bij el kaar te halen. Wij zouden graag zien dat het college deze zaak wat meer zou stroomlijnen. Bij een behoorlijke belastingheffing hoort sinds jaar en dag ook het voorkomen van het onnodig in de gordijnen jagen van overigens goedwillende belastingplichtige Leeuwarders. Een punt dat de aandacht verdient, betreft de winstuitkering Frigas. Op dit moment valt nog niet goed te overzien welk effect de energiebesparende maatregelen zullen hebben op de inkomsten van Frigas, en dus op de inkomsten van de gemeente. Wel bestaat de indruk dat het stroomverbruik zich momenteel aan het stabiliseren is; wellicht zal in de toekomst een daling optreden. Landelijk, dus macro-econo misch, een goede zaak, maar in de micro-huishouding van de gemeente zal dat ongetwijfeld financiële gevolgen hebben. Mijn fractie stelt voor om op dat moment niet meteen naar het meest gangbare wapen van de tariefsverhoging te grijpen, maar te overwegen binnen Frigas een statutenwijziging te bewerk stelligen die voorziet in een verlaging van de statutaire reserves van Frigas, waardoor bij afnemend ener gieverbruik de winstuitkering aan de gemeente op hetzelfde peil kan worden gehandhaafd. Daarmee wordt voorkomen dat de burger indirect wordt gestraft voor zijn besparing op energie, waardoor alle aan sporingen die Frigas en Postbus 51 eendrachtig over de burger uitstorten, in de portemonnee van die bur ger in het tegendeel blijken te verkeren. Dezelfde soort gedachte heeft mijn fractie ten opzichte van de nieuw aan te leggen stadsverwar ming. Ook daar heeft bij de beslissing wel of niet doen, het argument van de besparing op energie een zeer belangrijke rol gespeeld. Wij zijn van oordeel dat de consequenties daarvan zo veel mogelijk zicht baar behoren te zijn in de tariefsopbouw. Dat betekent dat het financiële haalbaarheidsrisico niet on evenredig op de klanten van Frigas, dus op de afnemers, mag drukken via een relatief hoog vastrecht en een omgekeerd evenredig laag eenheidstarief. De zuinigheid die wij dan prediken, zou dan uitslui tend of in hoofdzaak de exploitant ten goede komen en niet de burger die zo trouw die zuinigheid be tracht. Wij verzoeken daarom het college binnen de vergadering van aandeelhouders van Frigas de mo gelijkheden op dit punt te onderzoeken. Over het verloop van dit onderzoek willen wij graag van tijd tot tijd nader worden geïnformeerd. Als algemene opmerking kun je daaraan toevoegen dat de overheids taak op zichtbare en controleerbare wijze moet worden uitgevoerd, onafhankelijk van de civielrechte lijke rechtsvorm waarin die taak op enkel praktische gronden is ondergebracht. Een activiteit die nog steeds als gemeentelijke tak van dienst wordt uitgeoefend is de aan- en ver koop van grond, ondergebracht in het Grondbedrijf. Dat wij dit punt aan de orde stellen in de financi ële beschouwingen, heeft de volgende oorzaak. Binnen onze gemeente werken wij bij de uitvoering van bestemmingsplannen met het systeem van sluitende grondexploitatie. De omliggende gemeenten doen dat in hoofdzaak ook, zij het dat zij en wij uitzonderingen moeten maken voor bijzondere projecten. De hoofdlijn is dus het gezonde boekhoudersprincipe dat de "baet" aan het eind van de rit de "kost" moet overtreffen of op zijn minst evenaren. In dat laatste schuilt het probleem, aangezien na aankoop van grond de kosten en het renteverlies gedurende de bezitsperiode door de gemeente bij de boekwaar de van de grond moeten worden geactiveerd. Hoe langer de periode die verstrijkt tussen aan- en ver koop van een bepaald stuk grond, hoe hoger de prijs die de consument moet gaan betalen. Voor de si tuatie dat verkoop van de grond volgt op bouwrijp maken door de gemeente, geldt uiteraard precies hetzelfde. Een gemeente die zijn eigen concurrentiepositie ten opzichte van de "zuigkrachtige" buiten gemeenten wenst te handhaven, zal dus zijn uiterste best doen de procedure van grondtransacties zo snel en zo soepel mogelijk te laten verlopen, omdat onnodige vertraging de gemeente geen cent wijzer maakt, maar wel potentiële kopers uitnodigt ergens anders hun heil te gaan zoeken. Het wervende ka rakter, waarover wij in deze raad zo graag spreken, gaat dan wel heel snel verloren. Ik heb de indruk dat in de bij het Grondbedrijf gangbare procedures best enige verbetering zou kunnen worden aange bracht, in die zin dat aanvragen van particulieren en bedrijven sneller worden afgehandeld. De vertra ging die nu vaak optreedt, is in tegenspraak met de instelling van een commissie voor de public relations. Het betekent tevens dat in bepaalde gevallen onze grond, die wij te koop aanbieden in op zich wervende bestemmingsplannen, in verhouding met de omliggende gemeenten onnodig duur is. De resul taten van de hercalculaties en het bestaan van die hercalculaties zelf wijzen naar mijn menfng ook in die richting. Met enige klem vragen wij de aandacht van het college voor deze zaak. Waar voor de hand liggende oplossingen denkbaar zijn, dienen geen obstakels onnodig in stand te blijven. Met name geven wij u in overweging na te gaan in welke mate gegevensverwerking bij het Grondbedrijf kan wor den geautomatiseerd. De heer Van den Eist heeft reeds gewezen op het bestaan van een procedure bij de gemeente Eindhoven. Ik heb het gevoel dat automatisering een zeer rendabele investering zou kun nen zijn. Het duurste hoeft dan nog niet eens altijd het beste te zijn. Bereikt moet worden dat alle re 35 levante informatie waarover het Grondbedrijf beschikt, centraal wordt beheerd en voor alle betrokke nen toegankelijk is, terwijl een goede voortgangscontrole op een adequate afhandeling toeziet. Het is traditie aan het eind van financiële en algemene beschouwingen uw college te verzoe ken de dank voor het vele verrichte werk over te brengen aan het ambtenarencorps. Ik sluit mij daar bij graag aan, maar ik verzoek u een extra woord van dank over te brengen aan de werkgroep meer jarenramingen die bij het samenstellen van conceptbegroting en -beleidsplan opnieuw een geweldig stuk werk heeft verricht. Daarbij komt dat men dit jaar naast het bekende rode potlood minstens even vaak het gummetje heeft moeten gebruiken. Alle hulde. De Voorzitter: Ik constateer dat wij de eerste instantie kunnen afsluiten. Verder stel ik voor van avond om acht uur onze werkzaamheden voort te zetten. Stemt de raad hiermee in? De Raad stemt hiermee in. De Voorzitter schorst, om 17.45 uur, de vergadering tot 20.00 uur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 18