is nister van Onderwijs. Als het zo wordt gesteld, dan moet ik toch wel even herinneren aan de forme le kant van de zaak, namelijk de verhouding tussen het gemeentebestuur als schoolbestuur en het rijk. De eigen visie zal in genen dele een belangrijk antwoord op het onderwijsbeleid van minister Pais kun nen zijn; helaas, zeg ik daarbij. Onderwijs is een centraal geregelde zaak. Men heeft dat bij de tot standkoming van de pacificatie van het openbaar en het bijzonder onderwijs ook zo gewild. Niet voor niets luidt artikel 208 van de Grondwet zoals dat luidt. Er zijn nogal veel discussies over dit artikel gaande. Het betekent in feite dat de schoolbesturen, dus ook de gemeentebesturen, nogal aan het rijks beleid zijn gebonden. Er is een vrij klein terrein waarop sprake is van beleidsvrijheid. Ik moet echter tot mijn spijt zeggen dat ik de laatste tijd te horen krijg dat ook op dat punt de centraliseringstendens sterker wordt. Denk maar aan de bekostigingsregeling voor het schoolbegeleidingswerk die onderweg is. Er blijft van de beleidsvrijheid voor de gemeenten, als deze regeling onverhoopt mocht doorgaan, wei nig over. Vervolgens iets over de schoolbegeleiding. De heer Geerts heeft hierover een vraag gesteld. Bij de behandeling van het vorige beleidsplan is gezegd dat er binnenkort een vergadering van een dele gatie van de Vereniging van Friese Gemeenten met het bestuur van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderwijsbegeleidingsdiensten - dienste/7, zeg ik nog steeds - zou plaatsvinden. Deze vergade ring is geweest en ik moet helaas zeggen dat mij op grond van berichten uit de gemeentelijke delega tie duidelijk is geworden dat dit overleg is mislukt. Het overleg is zonder meer vastgelopen en het be stuur van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderwijsbegeleidingsdienste/7 staat op het standpunt dat een regionalisatie niet moet plaatsvinden. Dit standpunt is uiteraard in strijd met de indertijd ge sloten gemeenschappelijke regeling. Men is ook niet voornemens om daaruit de consequentie te trek ken door voorstellen te doen tot wijziging van die gemeenschappelijke regeling. Meer j^an ik er op dit moment niet van zeggen. Dit nieuws is vrij heet van de naald, vorige week is een en ander pas tot uit drukking gekomen. De vergadering heeft, naar ik heb vernomen, maar een goed halfuur geduurd; lang is er dus niet over gesproken. De delegatie van de Vereniging van Friese Gemeenten zal aan het afdelingsbestuur van deze ver eniging verslag uitbrengen. Het afdelingsbestuur zal zich daarover beraden en zich tot de gemeenten wenden. Wij zullen daar zeker, eerst in de Commissie voor het Onderwijs en daarna in de raad, op terugkomen. De Voorzitter: Het is nog zeven minuten voor half tien en daarom verleen ik wethouder Rijpma het woord. Hij kan best klaar zijn met zijn betoog voor wij om half tien koffie gaan drinken. (Gelach) De heer Rijpma (weth.): ledereen weet dus hoe kort mijn betoog zal moeten zijn. Er zijn niet zo veel principiële vragen gesteld alswel vragen die min of meer aansluiten bij het vraag- en antwoord spel dat zich in de maanden oktober en november heeft afgespeeld, in die zin dat men vroeg wat er in de afgelopen twee maanden inmiddels is gebeurd. Ik heb wat aarzeling of ik op die wijze mijn antwoor den moet inkleden. Wij hebben voor het afgelopen jaar een aantal prioriteiten moeten stellen. Dat betekent dat door het stellen van een aantal prioriteiten enkele andere zaken zijn blijven liggen, althans minder ver zijn gekomen. Wij hebben voor het afgelopen jaar met name de prioriteit moeten stellen van het op gang brengen van de woningbouwproductie in Camminghaburen en het op gang houden daarvan. Daarin is door het ambtelijk apparaat - ik noem met name het Grondbedrijf - heel veel tijd, heel veel energie en heel veel vindingrijkheid gestoken. Ik hoop dat in het noordelijk deel voor alle objecten, die met diverse mensen - corporaties, projectontwikkelaars, enz. - zijn voorbereid, de eerste paal nog dit jaar kan worden geslagen. Er resteerden in dit gebied nog enkele vrijliggende stroken, als ik het zo mag zeggen. Deze stro ken waren bestemd voor premiekoopwoningen B of voor de vrije sector. Wij hebben bij de h.i.d. meer dan 150 projecten in de premiesector A op tafel gelegd, die moeten worden gerealiseerd door enkele kleine bouwbedrijven of makelaars via bouwbedrijven. Dat betekent dat in het noordelijk deel van Camminghaburen slechts enkele gebieden overblijven, waarvoor wij weliswaar nog geen oplossing heb ben maar waarvoor wij wel met een aantal geïnteresseerden oplossingen aan het voorbereiden zijn. Dat is een goed ding voor de woningbouwproductie, het is ook een goede zaak voor de grondexploitatie. Immers, het betekent dat in ieder geval ten opzichte van dit gedeelte van het bestemmingsplan onge veer datgene wordt gerealiseerd wat in de grondexploitatie was opgenomen. Er zijn enige koopwonin gen uit de vrije sector verdwenen, als ik het zo mag zeggen. Er wordt een aantal premiekoopwoningen B niet gebouwd, maar in de plaats daarvan wordt een groter aantal koopwoningen in de premiesector A gebouwd, met als resultaat dat de financiële opbrengst van de diverse gebieden niet achterblijft bij wat in de exploitatie-opzet is geraamd. Dit heeft veel energie gekost. Er is nog een ander gebied waaraan ook hard is getrokken, namelijk aan de invulling van een aantal grotere vrije gebieden in de Schil en in de binnenstad. Ik zou haast zeggen "kaalslaggebieden", maar dat geldt niet voor ieder gebied. Voor de Landbuurt zijn de werk zaamheden voor de woningbouw gestart. De eerste paal is nog niet geslagen, maar het werk voor de woningbouw is al wel begonnen. Ik meen dat op zaterdag a.s. de eerste paal zal worden geslagen of een soortgelijke handeling zal worden verricht in Huizum-Bornia. In Huizum-Dorp is de woningstich ting Leeuwarden-Leeuwarderadeel begonnen met bouwen en in een ander deel van Huizum-Dorp zal het Bouwfonds met de op papier al verkochte premiekoopwoningen A in januari of begin februari begin nen te bouwen. Hetzelfde geldt voor Huizum-Bornia, waar het Bouwfonds ook binnenkort met activi teiten zal starten. In de binnenstad werken wij op het ogenblik op zodanige wijze dat het project R.D. de Jong, om het zo te noemen, het project Speelmansstraat en de 30 invulwoninkjes in het binnenstad- gebied naar ik voorspel vóór 1 april 1981 gegund en aangevat zijn. Dat is een prioriteit geweest die dit jaar gesteld is en gesteld moest worden. Als aanvulling daar op noem ik dat in Wirdum morgen, als ik goed ben ingelicht, de eerste paal wordt geheid voor het eerste deel van de dertig woningen die de woningstichting Leeuwarden-Leeuwarderadeel daar zal realiseren. In Wytgaard wordt binnenkort begonnen met de tien woningen die het bestemmingsplan mo gelijk maakt en waarvoor de bouwvergunning al twee jaar geleden is afgegeven. Het perspectief voor Hempens is dat daar in de loop van het volgend jaar een begin kan worden gemaakt met het bouwen van enkele huizen. Verder is er nog het project voor de een- en tweepersoonshuishoudens. Op dit ogenblik zijn daar voor nog niet zoveel projecten in ontwikkeling. In de goedkope sfeer is in Gamstraburen een project in ontwikkeling. Het project Sacramentsstraat is - eindelijk - van start gegaan en voor een drietal pro jecten ligt er helaas een artikel 19-procedure, die nog niet is afgewikkeld en die voor één geval al weer is gevolgd door een serie Arob-procedures. Aan die zaken moest ook de hand worden gehouden en ze moesten dit jaar worden afgewikkeld. Wat dit jaar ook moest gebeuren, was de ISR-afwikkeling en het zo ver voorbereiden van de infrastructurele werken - zuidtangent, Oostergoweg en andere knelpunten - dat de gesprekken met de rijksoverheid, met de minister en met de plaatsvervangende ambtenaren, zinvol zouden zijn. Zo zijn er nog enkele dingen te noemen. Ik denk dan aan de verdere ontsluiting van de Hemrik, de Nota Erf pacht en de stadsvernieuwingsnota; die dingen moesten dit jaar gebeuren. Voor het volgend jaar moet aan een aantal projecten worden gewerkt. Deze projecten zijn dit jaar niet gereedgekomen. Misschien hadden ze gereed moeten komen, misschien hadden ze in het begin van het eerste kwartaal van 1981 gereed moeten komen, maar er is in ieder geval voorbereidend werk gedaan aan de structuurschets. Er is voorbereidend werk gedaan aan Wiardaburen. Er is voorbereidend werk gedaan aan de nieuwe loca tie voor bedrijfsterreinen en zo kan ik u nog meer zaken noemen. De oplossingen van de knelpunten ten aanzien van het bestemmingsplan-Badweg kunnen binnenkort aan u ter beslissing worden voorge legd. Knelpunten op het Lijempf-terrein zijn tot een oplossing gebracht. Wat Bornia betreft kunnen binnenkort de aanbiedingen de deur uit. Er zijn zoveel voorbereidingen gemaakt voor het winkelcen trum in Camminghaburen dat naar ik hoop in de maand januari en anders uiterlijk begin februari aan u beslissingen kunnen worden gevraagd. Dan vraag ik u toch om ons te verontschuldigen voor het feit dat wij niet zoveel aandacht hebben besteed aan de boompjes langs de Groningerstraatweg. Zo zijn er nog een paar dingetjes te noemen, waarvan ik moet zeggen: "Het ging niet." Ik heb ze genoteerd op mijn lijstje en wij zullen weer vol nieuwe energie en vol moed proberen om ook deze punten alle tot een oplossing te brengen. Ik zou zeggen: herinnert u mij volgend jaar oktober aan datgene waarin wij als college opnieuw niet voortvarend zijn geweest, niet aan onze verplichtingen hebben voldaan of onze beloften niet helemaal zijn nagekomen. U hebt daarvoor dan alle gelegenheid. Nog één opmerking, want anders wordt de koffie te lang uitgesteld. Er is een opmerking gemaakt over een beperking van de stelpost civieltechnische werken in stadsvernieuwingsgebieden. Er moet daar bij sprake zijn van een misvatting, want in de stadsvernieuwingsoperatie zit nauwelijks een post voor civieltechnische werken. De post die wij vanuit onze werkgroep geprobeerd hebben erin te krijgen, is er niet in gekomen. In het stadsvernieuwingsbudget, de zogenaamde honderd miljoen - wat het dan ook moge zijn -, zit slechts een fractie aan civieltechnische werken. Ik zou wel willen weten waar dan de bezuinigingen in de civieltechnische werken wat de stadsvernieuwingssector betreft gevonden moeten worden. Ze zijn er niet, ze zitten er niet in. Ik houd mij dus aanbevolen voor enige informatie. Mijnheer de voorzitter, de koffie! De Voorzitter: Dank u wel. Dit was wat anders dan het geven van antwoord op vragen, maar het was een goed verhaal. Wij gaan nu inderdaad koffiedrinken. De Voorzitter schorst, om 21.35 uur, de vergadering voor de pauze.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 25