*43
X50
De Voorzitter heropent, om 22.05 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Ik stel voor verder te gaan met de discussie. Mevrouw Van der Werf heeft mij ge
vraagd of het college toch in eerste instantie wil reageren op de kwestie van het door de gemeente te
voeren beleid met betrekking tot de werklozen. Mits het college nu op deze kwestie ingaat, trekt me
vrouw Van der Werf haar claim in. De fracties kunnen eventueel in tweede instantie op de reactie van
het college ingaan. Wethouder De Vries zal dus in eerste instantie wel op deze kwestie ingaan.
De heer De Vries (weth.): De heer Geerts heeft ten aanzien van het onderwerp cultuur erop gewe
zen dat zijn fractie grote waarde hecht aan de activiteiten die plaatsvinden in de educatieve sfeer. Wij
sluiten ons van harte bij zijn opmerkingen aan. Cultuur mag geen elitaire zaak zijn. Wij hebben tal
van voorzieningen die op zichzelf een uitstekende naam hebben. In dat verband wijs ik u graag op een
nummer van de Consumenten-reisgids van twee weken geleden, waarin een vergelijking tussen Leeuwar
den en andere steden is gemaakt, waarbij Leeuwarden er zonder meer positief uitkomt; het is plezierig
zoiets te kunnen lezen in een landelijk orgaan. Ons beleid zullen wij met nadruk blijven richten op
die dingen die het mogelijk maken dat de jeugd zo vroeg mogelijk in aanraking komt met allerlei acti
viteiten op het terrein van muziek, toneel, creativiteit, natuureducatie, enz.
De heer Geerts heeft ook opmerkingen gemaakt over de sector sport. De heer Bijkersma ging hier
op in. Ik zal graag een reactie op deze opmerkingen geven. De recreatieve sportbeoefening krijgt hoe
langer hoe meer accent. Leeuwarden is een gemeente met zo'n 150 sportverenigingen, waarbij ongeveer
25.000 leden zijn aangesloten. Het zijn globale getallen, maar ze bewijzen wel welke plaats de sport
beoefening in onze gemeente inneemt. Ik wijs er ook op dat het aantal "prestatie-sporters" relatief ge
zien maar een beperkt deel van het totaal uitmaakt. De spelers van het zesde tot het negende voetbal
elftal van Frisia, Leeuwarden of Friesland etc. zijn immers eigenlijk recreatiesporters. Zij spelen voet
bal voor hun genoegen en hebben niet meer de intentie om week in, week uit zwaar te trainen, zij
doen het alleen omdat het plezierig is bij elkaar te zijn, eikaars krachten te meten en op een gezelli
ge manier een balletje te trappen.
Daarnaast zien wij dat ook op het sociaal-cultureel terrein hoe langer hoe meer de recreatieve
sport als programma-onderdeel wordt toegepast. Wij stellen ons voor dat juist met betrekking tot de re
creatiesport deze activiteiten in belangrijke mate vanuit het sociaal-culturele werk en vanuit de sport
gestimuleerd kunnen worden. Dit is een zaak die wij de komende jaren op een positieve en ook op een
zorgvuldige wijze moeten proberen te begeleiden vanuit de sectoren die daarvoor zijn aangewezen.
De heer Geerts heeft de werkloosheidscijfers van Leeuwarden nog eens geëtaleerd. Daarbij heeft
hij duidelijk aangegeven hoe de situatie er op dit ogenblik eigenlijk voorstaat. Er is zonder meer spra
ke van een zorgelijke situatie. Nog een getal ter adstructie. Vorige week donderdag noteerde men bij
de Gemeentelijke Sociale Dienst 's morgens 40 nieuwe aanvragen krachtens de Wet Werkloosheidsvoor
ziening. Vorig jaar, in dezelfde week en ook op donderdag, bedroeg het aantal aanvragen slechts 8.
Dit bewijst hoezeer de zaak op het ogenblik op drift is geraakt en hoe sterk de aanslag is die op de
Gemeentelijke Sociale Dienst zal worden gedaan. Het betekent ook dat wij in dit kader op korte ter
mijn maatregelen zullen moeten treffen. In principe zijn wij op het ogenblik bezig om die zaak in te
vullen. Op korte termijn zal u een voorstel bereiken over de manier waarop wij zullen overgaan tot
uitbreiding van het aantal werknemers bij de Gemeentelijke Sociale Dienst. De heer Bijkersma heeft
de suggestie gedaan om te komen tot een afruil van personeelsleden van Bouw- en Woningtoezicht door
die tijdelijk aan te stellen bij de GSD. Ik denk dat dit als een grapje bedoeld is. (De heer Bijkersma:
Zeer zeker niet.) Nou, dan zal ik u een serieus antwoord geven. De mensen die bij de Gemeentelijke
Sociale Dienst het veld in moeten worden gestuurd, zullen in ieder geval een speciale kennis moeten
bezitten met betrekking tot de wetgeving op sociaal terrein. Zij zullen ook kennis moeten hebben en
vaardigheden moeten ontwikkelen ten aanzien van het omgaan met cliënten. Dat bewijst zonder meer
dat men niet zomaar mensen kan uitwisselen. Er zou bij Bouw- en Woningtoezicht best iemand tussen
kunnen zitten die geschikt is voor een overplaatsing, maar in zijn algemeenheid kunnen wij dat moei
lijk stellen.
De heer Bijkersma heeft ook nog een opmerking gemaakt over de renovatie van het Cambuurstadion.
Hij vroeg of het niet mogelijk is om de beide fasen van deze renovatie meteen op elkaar te laten aan
sluiten. Ik denk dat wij vanuit het belang van de sport niets liever zouden willen dan dat, maar in on
ze meerjarenplanning hebben wij de ruimte om dit te doen eenvoudig niet voorhanden. Wij zullen blij
zijn dat de zaak zo kan worden gehouden als op het ogenblik in het beleidsplan is vervat.
Ik ga hierna over tot de sector van de sociale omstandigheden. Ik heb begrepen dat mevrouw Van
der Werf diep geschokt is geraakt door mijn reactie op 22 november. Dat spijt mij bijzonder, want het
was helemaal niet mijn bedoeling om iets of iemand te schokken. Ik zat alleen enigszins in de "unhei-
mische" situatie dat ik niet goed begreep waarover de opmerking van mevrouw Van der Werf ging. Ik
kan alleen maar zeggen dat de doelgroep die mevrouw Van der Werf voor ogen had, namelijk de werk
loze gehuwde vrouwen die niet op een uitkering zijn aangewezen, eenvoudig niet binnen mijn gezichts
veld ligt. Ik weet van het juiste aantal van deze vrouwen niets af en ik weet ook niet hoe groot hun
belangstelling is voor omscholing of wat dies meer zij. Dat zijn dingen die zich buiten het onmiddel
lijke gezichtsveld van het college om voltrekken. Ik zou mij best kunnen voorstellen dat er op het ter
rein van de emancipatie ten aanzien van deze zaak bepaalde stappen worden ontwikkeld. Ik zou mij
ook kunnen voorstellen dat juist in die sfeer wordt nagegaan in hoeverre er voor deze doelgroep spe
cifieke belangen liggen, die hun gerak moeten krijgen. Aan de andere kant is het natuurlijk een tries
te zaak dat dit probleem, hoezeer men ook zou erkennen dat mannen en vrouwen in gelijke mate recht
op arbeid hebben, op een moment komt waarop juist de arbeid een schaarste-artikel dreigt te worden,
terwijl dit artikel ook nog gedeeld moet worden door steeds meer mensen. In de beschouwingen, die
vanmiddag zijn gehouden, is ook al gezegd dat hoe langer hoe meer het accent zal moeten worden ge
legd op deeltijdarbeid. Akkoord, maar dat betekent dan ook dat wij wellicht moeten nagaan in hoe
verre er in een gezin een werkende man is en een werkende vrouw en in hoeverre beiden een stukje
van hun totale arbeid zouden moeten afstaan aan degene die ook hunkert om aan het arbeidsproces deel
te nemen. Wij hebben deze kwestie inmiddels aangekaart bij de stuurgroep Mensen zonder werk. Wij
willen in deze stuurgroep nagaan of wij kunnen komen tot een kwantificeren van aantallen en een in
ventariseren van de problemen die hier achter steken, om van daaruit te komen tot een advies in de
richting van b. en w. en van de gemeenteraad met betrekking tot de vraag in hoeverre bepaalde zaken
vanuit de stuurgroep moeten en kunnen worden aangepakt.
Tussen de betreffende afdelingsvergadering van 22 november en heden is een circulaire ontvangen
- dat gebeurde vorige week - van de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. In de
ze circulaire doet de minister een beroep op de gemeentebesturen om met betrekking tot de groep vrou
welijke gezinshoofden te trachten allerlei maatregelen voor omscholing, herscholing en bijscholing tot
stand te brengen, ten einde de wat ouder wordende gezinshoofden, die straks niet meer direct de zorg
voor opgroeiende kinderen hebben, in de gelegenheid te stellen weer aan het arbeidsproces deel te ne
men. Deze circulaire is vanmorgen op mijn bureau "gedwarreld". Wij zullen die in de komende verga
dering van de Commissie voor de Sociale Dienst aan de orde stellen om te kijken wat er inhoudelijk
precies met deze zaak kan worden gedaan.
Hiermee ben ik ingegaan op de vanmiddag door de raad gemaakte opmerkingen.
De heer Eijgelaar (weth.): Na de reeds gegeven antwoorden, hoef ik nog slechts op weinig vragen
te antwoorden. De personeelsaspecten, de werkgelegenheid, de nieuwbouw van de reiniging die mis
schien voor het geraamde bedrag niet kan doorgaan, zijn onderwerpen waarop de voorzitter tijdens zijn
beantwoording al is ingegaan. Bedankt, zou ik zeggen. Ik zal mij beperken tot de paar punten die nog
zijn overgebleven.
De heer Geerts heeft een opmerking gemaakt over de stadsverwarming. Hij heeft dit een "gedurfd
experiment" genoemd, terwijl hij zich verwonderde over het feit dat hierover in de regioraad enige op
merkingen zijn gemaakt die hij betitelde als "een miskenning van een goed initiatief". Ik ben met de
heer Geerts van mening dat verschillende opmerkingen vanuit de regioraad volstrekt onjuist waren. De
betreffende portefeuillehouder van het dagelijks bestuur van de Regio Friesland-Noord heeft een moe
dige poging gedaan om de regioraadsleden van de onjuistheid van hun opmerkingen te overtuigen. Ik
hoop dat dit tot enig resultaat heeft geleid. Als dat zo is, dan zullen wij deze portefeuillehouder daar
voor dankbaar zijn. (Gelach)
Mevrouw De Jong heeft dit punt ook aangeroerd en gezegd dat energiebesparing niet alleen bij
energiebesparing door stadsverwarming moet blijven. Zij wenste dat ook aandacht werd geschonken
aan zon- en windenergie. Ik verzeker haar dat dit zal worden gedaan, maar ik denk dat deze vorm
van energie-opwekking slechts voor een zeer gering percentage tot besparing zal bijdragen. Wat naar
mijn mening veel belangrijker is, zijn de ontwikkelingen op het gebied van de kolenvergassing en de
warmtepomp, om van de kernenergie in dit verband hier en nu maar niet te spreken. Op het gebied van
de kolenvergassing en de warmtepomp worden duidelijk experimenten gestart, waaraan wij voor zover
mogelijk meedoen en die wij in ieder geval met veel belangstelling volgen. In Vegin-verband doen
wij hieraan mee als aandeelhouder van Frigas. Op deze wijze zijn wij er als gemeente direct bij be
trokken. Dit zijn zeker dingen die onze aandacht verdienen.
De heer Bijkersma vroeg ons erop te letten of er wel voldoende vuilaanvoer voor de vuilverbran
ding is, omdat dit toch van wezenlijk belang is voor het hele project. Ik meen dat waakzaamheid in de
zen nodig althans gewenst is. Overigens kunnen wij zo nodig zonder de vuilverbranding aan stadsver
warming doen. Dat gebeurt zo nodig ook bij op te stellen wijkunits, maar voor een rendabele exploi-