8 In 1981 kunnen we de nota sportbeleid verwachten. Deze zal een analyse moeten bevatten met betrekking tot de vraag welke accommodatiebehoefte er is in soort en omvang. Opgemerkt zij dat de realisatie van accommodaties voorwaardescheppend is. Het accent zal ons inziens sterk op de recrea tiesport dienen te worden gelegd. Bij het cultuurbeleid zal de nadruk gelegd moeten worden op de educatie. Educatie op scholen, maar ook educatie in de vorm van projecten die nu gedaan worden door de gezamenlijke musea, het Frysk Orkest, het Kreativiteitscentrum, de natuureducatie. Slechts door de nadruk op de educatieve sfeer zal het mogelijk zijn de cultuur voor bredere lagen van de bevolking toegankelijk te maken. Het sociaal-cultureel plan zal aan het eind van het planningsjaar ter discussie in de raad komen. Ook op het gebied van het welzijnswerk zal dan een prioriteitenstelling ontwikkeld zijn. Nodig is dat een betere aansluiting wordt bereikt bij de huidige bestuurlijke praktijk, zoals die zich uit in de diverse rijksbijdrageregelingen, en een betere coördinatie van de verschillende beleidsonderdelen bin nen het welzijnswerk. Dan zal ook een betere controle mogelijk zijn op de efficiëntie van het gemeen telijk apparaat en de gesubsidieerde maatschappelijke instellingen. Overigens hebben wij wel ontdekt dat prioriteitenstelling in het welzijnswerk een hele klus is, omdat dit vaak neerkomt op vergelijking van appels en peren. Wij vinden het een goede zaak dat deeltijdarbeid als systeem is ingevoerd. Komende tijd zal de emancipatienota ter bespreking in de raad worden aangeboden. Dan ook zullen wij trachten diepgaand op deze materie in te gaan. Want het moge duidelijk zijn dat dat onderwerp ons na aan het hart ligt vanuit ons uitgangspunt van gelijke maatschappelijke kansen voor een ieder. Wij hebben indertijd een motie ingediend, waarin wij ons achter de eisen van de ABOP met be trekking tot het onderwijs hebben gesteld. Wij willen dit hier opnieuw doen. Kleinere klassen zijn zo wel voor goed onderwijs van groot belang als voor de werkgelegenheid voor onderwijzend personeel. Het tot stand brengen van de basisschool vraagt veel extra inzet van de onderwijskrachten en na de totstandkoming zal een betere bemanning ook nodig blijken. De minister van Onderwijs bevordert door zijn optreden ook hier weer niet de zo broodnodige rust die het onderwijs behoeft. De geschiedenis van het GCO lijkt een gebed zonder einde. U deelt in antwoord op vraag 30 mee dat er opnieuw overleg op gang is gebracht tussen de VFG en het GCO. Ons hebben signalen be reikt dat dit overleg inmiddels heeft plaatsgevonden. Kunt u iets meedelen over de resultaten? De discussie over de juiste organisatie van het binnenlands bestuur wordt voortgezet. Wiegel is inmiddels teruggezakt op twaalf provincies, het partijbestuur van de PvdA houdt in haar ontwerp-ver- kiezingsprogram vast aan de 20 tot 25 provincies uit de tijd van de regering-Den Uyl. Deze provincies moeten dan een krachtig bestuur op regionale schaal kunnen uitvoeren, hetgeen wel weer zal neerko men op overdracht van een belangrijk deel van nu gemeentelijke taken naar de provincie. Een taak voor de gewesten is er dan niet meer. Ik heb het idee dat dit model sterk geënt is op ervaringen in de randstad, waar de gewesten nauwelijks werken, waar geen of nauwelijks gemeenschappelijke regelin gen bij de gewesten zijn ondergebracht en waar ze vaak worden ondergaan als stoorzender in de be sluitvorming. Het gewest Rijnmond is hierin overigens een verhaal apart. Daarnaast zijn er voorstel len over een keuzemogelijkheid: lichte, middelzware of zware gewesten (met eventueel rechtstreekse verkiezingen) afhankelijk van de gegeven situatie bij een geringer aantal provincies. Het is moeilijk de goede keuze te doen, de hele problematiek is een vat vol tegenstrijdigheden. Voor mij zelf heb ik twee hoofduitgangspunten geformuleerd. 1We moeten kiezen voor de meest decentrale oplossing waarbij een krachtig regionaal samenhangend beleid niettemin mogelijk blijft. 2. Er moeten minimum-voorwaarden in acht worden genomen met betrekking tot de mogelijkheid tot po litiek besturen. Ik heb verleden jaar al iets gezegd over het a-politieke karakter dat de vergaderingen van de re gioraad kenmerkt. Dat heeft te maken met het feit dat men niet rechtstreeks op basis van een verkie zingsprogram in de regioraad wordt gekozen, maar als vertegenwoordiger van de gemeente, ter behar tiging van de belangen van die gemeente. Die belangen zijn kennelijk eenduidig, een absoluut gege ven en kennelijk niet interpreteerbaar op basis van politieke opvattingen, tenminste, zo gedraagt men zich. Vrijwel alle vertegenwoordigers geven te pas en te onpas te kennen er voor het belang van de gemeente te zitten en dus meerderheidsopdrachten van de gemeenteraden uit te voeren in de regioraad. Ik kan dat niet rijmen met het gegroeide systeem van politiek bestuur, de rol die een verkiezingspro gram daarin vervult, de eisen van representativiteit, controle van gekozene door kiezer, enz. Wat bepaalt het democratische gehalte van de besluitvorming? Hoe kan de kiezer zijn invloed uit oefenen? Als het voor de bepaling van zijn standpunt toch niets uitmaakt van welke partij men is, dan kan men net zo goed ambtenaren van de desbetreffende gemeenten lid van de regioraad maken. Ik be sef dat dit gechargeerd klinkt, in het gestelde zit echter op zijn minst een kern van waarheid. Wat 9 dan? Rechtstreekse verkiezingen? Maar die vierde bestuurslaag dan, die een nog grotere verambte- lijking zal veroorzaken en die wij daarom niet willen? Of toch maar die 25 provincies? Neen, wij willen Friesland houden en de gemeenten geen veredelde straatnamencommissies laten worden. De re gioraad afschaffen? En terug naar de nog ondoorzichtiger werking van de gemeenschappelijke regelin gen die afgehandeld werden op het niveau van de dagelijkse besturen? Of toch maar op de ingeslagen weg voortgaan? Het is nodig dat we ons de komende tijd intensief met dit vraagstuk blijven bezighou den, anders doen anderen het wel voor ons. In het maandblad Bestuursforum van het CDA is het verkiezingsprogram van die partij bezien door een locale en provinciale bril. Het toch onverdachte commentaar liegt er niet om. Provincies opge tuigd - gemeenten afgetuigd -, een principiële stellingname voor decentralisatie ontbreekt. Dit com mentaar staat toch wel in schrille tegenstelling met de opvatting dat als socialisten, met hun hang naar planning en sturing, het voor het zeggen krijgen, de lagere overheden uitgeleverd zijn aan centralis me en staatsalmacht en dat in tegenstelling tot het CDA; toch aardig om te constateren. Ik kan het ook anders zeggen: of je nu door de hond gebeten wordt of door de kat, de Haagse Heren denken toch cen tralistisch. Deze begrotingsbehandeling staat in het teken van bezuinigingen en een verslechterende werkge legenheidssituatie. Van ons zullen nu en in de toekomst moeilijke beslissingen worden gevraagd. Door ongelijk politiek denken zullen die beslissingen verschillend kunnen uitvallen. Ons basis-uitgangspunt zal zijn: het opkomen voor de zwaksten in de samenleving. Wij hebben het dan niet alleen over men sen met de laagste inkomens, maar vooral ook over degenen die wegens wat voor omstandigheden dan ook in achterstandssituaties zijn terechtgekomen. Wij hopen in ons praktisch handelen uiting te geven aan dit uitgangspunt. Ik acht het niet onmogelijk dat dit niet altijd herkenbaar zal zijn. Ik heb al ge sproken over de smalle marges van het gemeentelijk beleid, anderzijds neem ik aan dat wij er niet al tijd in zullen slagen de maatschappelijke implicaties van alle beslissingen te doorgronden. Niettemin, wij zullen ons best doen dit uitgangspunt wel tot zijn recht te laten komen. Wij pleiten voor een open, door de burger te beïnvloeden beslissingssysteem, waarbij planning en sturing via politieke stellingna me belangrijke componenten zullen zijn. Ik hoop dat de discussies in de toekomst zullen gaan op een zakelijke manier, met erkenning van eikaars integriteit. Ik hoop niet dat door stemmingmakerij en het ventileren van de helft van de waar heid veroorzaakt wordt dat de politieke discussie binnen en buiten de raadzaal onzakelijk zal worden en op die manier de politiek weer in discrediet zal worden gebracht. Ik heb tijdens mijn beschouwingen gewezen op het grote aantal nota's dat in de nabije toekomst behandeld zal moeten worden. Hieruit blijkt, maar niet alleen hieruit, dat er door het college en het ambtelijk apparaat hard is gewerkt voor het belang van Leeuwarden. Wij zijn u daarvoor zeer erken telijk. De heer De Jong is inmiddels ter vergadering gekomen. De hear Miedema: De fêststelIïng fan de bigreating is jierliks in wichtich punt foar in gemeente- ried. Net allinne dat it finansiéle bilied de mooglikheden foar it kommende jier oanjowt, ek de for- dieling oer de sektoren is wichtich. Wie it froeger, foar de utwreiding fan kommisjes en rieden, ek de gelegenheit om problemen oan de oarder to stellen dy't b. en w. net op de riedsagenda setten, hjoed de dei soe men einliks folstean kinne mei finansiéle skogingen, hwant elts oar Onderwerp kin men yn de iene of oare kommisje oan de oarder stelle. Hoewol't dat by in goed wurkjen fan de kommisjes en rieden - en dat docht it yn Os gemeente - net nedich weze soe, bliuwt it dochs in goede gewoonte in- kele punten op sa'n dei nei foaren to bringen. Yn it algemien sil de ried him hoedzje moatte om wiidweidige skogingen to halden yn de kommis- jes, dy yn de ried to werheljen en by de bigreating nochris wer dik oer to dwaen. It liket my ta dat wy elts jier mear tiid nedich hawwe om ta bislissingen to kommen. It soe in goede saek weze as wy mei elkoar - it is net allinne in Ljouwerter probleem - hjir it kommende jier hwat mear omtinken oan jowe. De tiid fan tarieding foar bislissingen is troch de ynspraek folie langer wurden. Hoewol't dat somtiden inbiswier is, is it foardiel fan ynspraek - Otwikseling fan tinzen tusken bistjur en bistjurden - folie greater. Yn de riedsadvyskommisjes hawwe de boargers en bilangstellenden it ofroune jier mear moog likheden krigen it wurd to dwaen. Wierlik in treflike saek. Yn de trits ynspraek yn lytse rounte, hark- sitting, iepenbiere kommisjegearkomsten en riedsbihanneling hat elts syn eigen oarder. De mooglik- heit is oanwêzich dat iepenbiere kommisjegearkomste en harksitting krekt gelyk forrinne en dan binne wy net goed dwaende. Dit wiene sa in pear opmerkings ta ynlieding. Nou de bigreating sa as it kolleezje Os dy oanbean hat. Yn it foarste plak Os tank foar de stikken dy't wy krigen hawwe. Binammen de biantwurding fan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 5