16
U hebt de geraamde personeelsuitbreiding belangrijk gereduceerd. Dit heeft onze instemming. U
dient hierbij echter wel te beschouwen dat een gelijke reductie voor iedere dienst niet haalbaar is.
Met name de GSD en wellicht ook de gezondheidsdienst krijgen in toenemende mate te maken met de
stijgende problematiek ten gevolge van de werkloosheid. Het aspect van niet meer kunnen of mogen
functioneren mag niet in de knel komen. Juist in laatstgenoemde sectoren lijkt ons personeelsreduc
tie een onhaalbare kaart. Zou het in dit verband niet dienstig zijn, nu er bij Bouw- en Woningtoezicht
aanzienlijk minder bouwaanvragen binnenkomen, een gedeelte van dit personeel over te hevelen naar
of eventueel uit te lenen aan de GSD? (Gelach) (De Voorzitter: Een voorstel tot uitbreiding van het
personeel van het Bouw- en Woningtoezicht ligt klaar en zal u binnenkort bereiken.) Dat voorstel moet
dan goed gemotiveerd worden.
Het is benauwend voor al diegenen, die dagelijks de verkeersproblemen in onze stad aan den lij
ve ondervinden, te zien dat u in uw beleidsplan slechts enkele regels aan dit onderwerp wijdt. Dit is
wel het zwakste gedeelte in uw programma en mist ons inziens iedere visie. Ik vraag me af: ziet u de
problemen werkelijk niet of wilt u ze niet zien? Steeds weer blijkt dat u de problemen pas gaat aan
pakken, wanneer de zaak bijna totaal vastgelopen is. Men ziet het bij de verkeerspleinen aan de in
valspoorten, men ziet het bij de overweg in de Schrans. Natuurlijk is dit laatste niet een probleem
voor u alleen, toch zult u het moeten oplossen.
Vele klachten hebben wij de vorige winter gehoord over de slecht berijdbare fietspaden en zij
kanten van de wegen in de stad. Nu het seizoen van sneeuw en gladheid weer daar is, wil ik u toch
met klem verzoeken de fietsers niet te vergeten bij het berijdbaar maken van de wegen. Het accent
hierbij ligt op de middenweg, de sneeuw wordt naar de kant geschoven, bevriest 's nachts en vormt
zo een onbegaanbare en uiterst gevaarlijke toestand voor de honderden schoolkinderen die hierover
met de fiets hun weg moeten vinden. Ook de andere fietsers vragen zich af of dit nu de juiste stimu
lans is voor de door hen bewust gekozen energiebesparing.
Energiecrisis, minder besteedbaar inkomen, verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van het
milieu en nog andere factoren zullen zeker zorgen voor een toename van het openbaar vervoer. Alles
wijst al in deze richting. Door capaciteitsuitbreiding in deze sector zal zowel in het verkeer als bij
de opstapplaatsen meer ruimte gevraagd worden. Er zal zeker een beter geoutilleerd busstation nodig
zijn en ook de afvoer van streekbussen zal meer rechtstreeks dienen te geschieden. Ook het openbaar
vrachtvervoer zal wellicht een uitbreiding ondergaan. Hierbij willen wij onder uw aandacht brengen
dat de vestiging van Van Gend en Loos, in het centrum, in de toekomst toch problemen met zich mee
zal brengen. Reeds eerder heb ik voorgesteld te onderzoeken of een verplaatsing van dit bedrijf naar
de Hemrik niet tot de mogelijkheden behoort. Een aftakking van de spoorlijn Leeuwarden-Groningen
zou dan de spoorwegverbinding met dit bedrijf kunnen zijn. De oplossing zoals toegepast in Gronin
gen, waarbij Van Gend en Loos geheel buiten de stad is gebracht, toont aan dat zoiets mogelijk is:.
De buurthalte voor Camminghaburen kan dan direct worden meegenomen. Op het terrein van de hui
dige loods zou dan een beter busstation kunnen komen. Bovendien missen wij dan een groot gedeelte
van het vrachtautovervoer van dit bedrijf in de binnenstad. Voor dit idee kunnen ook de Spoorwegen
belangstelling hebben, daar een speciaal parkeerterrein voor spoorreizigers toch een duidelijke wens
in het huidige denken van de Spoorwegen is. Al deze zaken zullen in de nabije toekomst onze aan
dacht vragen en daarom kunt u er niet onder uit in dezen een duidelijke visie te hebben, waarbij ook
door anderen aangedragen ideeën punt van bespreking kunnen vormen. Nog een probleem op dit ge
bied: Uit de afdelingsvergaderingen is gebleken dat de aansluiting van de zuidtangent zeer moeilijk
valt te realiseren. Als blijkt dat de geplande aansluiting, direct bij de Van Harinxmabrug, slechts
met grote moeite en met veel kosten gepaard zal gaan en als een andere oplossing sterk afwijkt van
de huidige plannen, dan wil ik nogmaals wijzen op ons voorstel bij de behandeling van de zuidtan
gent in het verleden. Ons idee toen was: de aansluiting zuidelijker te laten geschieden. Wij zijn er
van overtuigd dat dit een goed plan was. Bovendien is het psychologische bezwaar van een afsluiting
van Goutum dan minder groot, terwijl men ook de geluidshinder in Aldlan voorkomt. Niet voor niets
hebben wij destijds de zuidtangent ten zuiden van Nijlan wel verplaatst.
Ik heb nog maar enkele aspecten van de huidige en toekomstige verkeersproblematiek naar voren
gebracht. Uitvoerige beschouwingen zijn nu wellicht niet op hun plaats, maar de enkele regels die
u in uw plan hieraan wijdt, zijn toch te armetierig op dit gebied.
Een van de overeenkomsten in het collegeprogram was dat de bestemming Oude Veemarkt binnen
de zittingstermijn geregeld zou zijn. Van uw zijde zijn hiervoor nog steeds geen plannen gekomen.
Ik voorzie dat er straks, om zo toch maar aan het collegeprogramma te voldoen, een beslissing geno
men moet worden, waarbij de raad weer met de rug tegen de muur wordt gezet. Of is het misschien
zo dat het college zelf niet meer in de aangegane overeenkomst gelooft en de toestand maar op zich
af laat komen? Ook daarin mag ik toch wel een zeker gebrek aan daadkracht constateren.
De beslissing om in Camminghaburen over te gaan tot stadsverwarming was een belangrijke en in
grijpende beslissing. Nu het besluit is genomen, rust op ons de plicht dit plan zo goed mogelijk uit
te voeren en het ook in de toekomst zeker te stellen. Niet alleen de techniek daarbij is belangrijk,
doch nog meer de aanvoer van de grondstof voor het ontwikkelen van de warmte, in dit geval de vuil-
aanvoer. Immers, juist de vuilverbranding was aanzet en kern van de genomen beslissing. Wij die
nen ons in de toekomst te verzekeren van een ruime toevoer van het vuil. Om verschillende redenen
willen niet alle gemeenten in het noorden van deze provincie het vuil afvoeren naar Leeuwarden. Spoor
wegaanvoer behoort bij ons niet tot de mogelijkheden. In het kader van wat ik reeds eerder heb gezegd
over de halte-Camminghaburen en de aftakking naar industrieterrein De Hemrik in verband met Van
Gend en Loos, zou aanvoer van het huisvuil per spoor dan wel mogelijk zijn. Hoe meer vuil op ge
makkelijke wijze aangevoerd kan worden, hoe minder risico's wij lopen bij de inbreng van warmte via
de vuilverbranding. Wellicht hoeft men dan daar geen zorgen meer over te hebben. Mogelijk is mis
schien ook de vuilaanvoer per schip uit te breiden.
Hoewel de stadsverwarming al in enkele steden in bedrijf is, kan men nog niet zeggen dat een der
gelijk project de kinderschoenen al ontgroeid is. Nauwlettend gadegeslagen dienen alle ontwikkelin
gen op dit gebied, zowel negatieve als positieve ervaringen, verwerkt te worden in de verdere ten
uitvoerbrenging van het plan. (De heer Van den Eist: Ook de negatieve ontwikkelingen?) Ik zei.
dienen te worden verwerkt in het plan." Als u dat niet begrijpt, mijnheer Van den Eist, dan
wil ik u het in een "bijles" nog weieens uitleggen. Bijstellingen bij de realisatie dienen voortdurend
tot de mogelijkheden te behoren.
Een opvallend en alleszins overheersend oordeel is de gedachte de kazerne te moeten afstoten,
en wel om de hoge verbouwingskostenAangezien ik dit punt bij de afdelingsvergadering heb ge
claimd, wil ik hier op dit ogenblik niet nader op ingaan. Wel wil ik u er op attenderen dat naar ons
gevoel de volgende zaken gezamenlijk en gekoppeld behandeld dienen te worden:
a. Ruimtegebrek bij de DSO.
b. Ruimtegebrek bij de GSD.
c. Verbouwing kazerne.
d. Huisvesting van gemeentelijke diensten in huurpanden.
e. Huisvestingsmoeilijkheden voor de een- en tweepersoonshuishoudens.
Ik kom hierop uiteraard bij de behandeling van het geclaimde punt terug.
Met groot genoegen hebben wij geconstateerd dat er meer dan 50% bezuiniging mogelijk is op de
bouwplannen van 12 miljoen voor de nieuwbouw van de Reinigingsdienst. Voorzichtig gesproken mag
je concluderen dat de oorspronkelijke planning toch niet met de nodige zorgvuldigheid is uitgevoerd.
Verstandig is dit in het achterhoofd te houden voor volgende grote bouwplannen.
Er is een zekere tendens te bespeuren in het, zij het langzaam, teruglopen van de aanvoer van
vee naar de veemarkt. De vrijdagse veemarkt heeft in het Leeuwarder denken en doen steeds een gro
te plaats ingenomen. De veemarkt trekt op vrijdag vanuit de provincie veel publiek naar Leeuwarden.
Hoewel ik nog geen directe gevaren zie, mogen wij de tendens van de langzame terugloop toch niet
ongeacht laten. Wij moeten er alles aan doen om deze handel in stand te houden, voor zover de ge
meente hierop invloed kan uitoefenen. De Leeuwarder veemarkt dient voor Friesland een goed trefpunt
te blijven.
Werkloosheid en werkgelegenheid vormen voor velen het gesprek van de dag. Het gemeentebe
stuur dient er dan ook alles aan te doen dat arbeidsintensieve bedrijven hier hun plaats kunnen vinden.
Juist het scheppen van goede mogelijkheden is naar onze mening een belangrijke stimulans. In de toe
gezegde kantorennota hopen wij deze gedachte dan ook verwoord te zien. Vooral kantoorvestigingen
blijken zeer arbeidsintensief te zijn en vele schoolverlaters, zowel jongens als meisjes, kunnen daar
bij starten met hun deelname aan het arbeidsproces. Een meegaande koers met de wensen van deze tak
van het bedrijfsleven is dus zeker op zijn plaats.
Naar wij hopen zal de samenvoeging van de Leeuwarder ziekenhuizen binnenkort een feit zijn.
Dit proces heeft heel wat tijd en inspanning gekost. Het is verheugend te weten dat, ondanks de be
grijpelijke tegenstrijdige belangen die er waren, de gedachte tot een goed einddoel te geraken, steeds
heeft overheerst. Deze opstelling kan een basis zijn voor een goede start. De centrumpositie van Leeu
warden zal nog meer worden bevestigd, indien er hier een optimale gezondheidszorg kan worden gege
ven, waarin vele specialismen vertegenwoordigd zijn. Het feit dat dit streven tot optimale uitbouw van
de gezondheidszorg hier ook elders in Friesland zo positief wordt ervaren, is toch wel uniek te noemen.
Verdere tegenstromingen in de provincie zijn er niet ontstaan; dat is een goede zaak.
Met grote belangstelling zien wij de toegezegde beleidsnota betreffende de integratie van kleuter
en lager onderwijs ten opzichte van de planning en de huisvesting van de basisscholen in onze gemeen
te tegemoet. Hoewel het college van b. en w. het bestuursorgaan is voor het openbaar onderwijs, drin-