12
Ik heb gezegd dat het college in een zeer korte spanne tijds tot de conclusie is gekomen dat de fi
nanciële positie van de gemeente veel somberder is dan wij in december hebben kunnen vermoeden.
Wethouder Ten Brug heeft in zijn antwoord op de algemene financiële beschouwingen al duidelijk laten
uitkomen dat het beeld, dat in het beleidsplan werd geschetst, in de loop van dit jaar vrij zeker nog
somberder zou worden. Naar aanleiding van het voorstel tot aanleg van een tunnel onder de Dammelaan
heb ik in de raadsvergadering van 26 januari jl. gezegd dat de ontwikkelingen zich hebben versneld.
Wat moet er intussen gebeuren? In de eerste plaats zullen wij duidelijkheid moeten verkrijgen over
de manier waarop wij het gat, dat veel groter is dan wij een paar maanden geleden konden vermoeden,
kunnen overbruggen. Dat is een structureel probleem, dat een omvangrijke operatie zal vergen. Daar
mee is de nodige tijd gemoeid. Wij zijn met deze bezuinigingsoperatie gestart en wethouder Ten Brug is
hiermee zeer intensief bezig. Ik wijs u in dit verband op de verslagen van de vergaderingen van b. en
w. Natuurlijk zal de Commissie voor de Financiën worden geraadpleegd over de verdere gang van za
ken. Dat staat vast. In de raadsvergadering van 26 januari heb ik gezegd dat wij tussen nu en 6 juli een
aantal keren komen te staan voor problemen waarover wij tussentijds moeten beslissen en waarvan wij of
de raad de indruk hebben dat die niet tot 6 juli kunnen wachten. Van zo'n probleem is bij het onderha
vige voorstel sprake. Tussen nu en 6 juli zullen er ongetwijfeld problemen zijn, waarvoor wij de raad ad
hoe vragen wat wij ermee moeten doen: of aanhouden tot 6 juli, opdat er een afweging kan plaatsvin
den, of vooruitlopen op die afweging en tussentijds beslissen, omdat de raad een bepaald probleem zo
urgent vindt.
Het college zal zoveel mogelijk bepaalde problemen aanhouden tot 6 juli, maar er zullen zich ook
problemen voordoen waarvan de raad tussentijds moet aangeven of ze inderdaad tot 6 juli kunnen wach
ten. Zo'n geval ligt op dit ogenblik aan de raad voor. Het college heeft dit voorstel niet op eigen
houtje gedaan. Wij zijn bij de raad gekomen met de vraag of men vindt dat het kan worden aangehou
den tot de afweging op 6 juli of dat men vindt dat er nu reeds een beslissing moet vallen.
De heer De Pree (weth.): Ik zal nog even ingaan op de kwestie van de hand- en spandiensten. De
heer Van der Wal veronderstelt dat er wat dat betreft nogal enige ruimte is, terwijl die ruimte er niet is
voor het maken van nota's. Het in voorbereiding zijnde servicebureau bestaat nog niet. Tot dusverre is
het zo geweest dat de afdeling SZW groeperingen heeft geholpen, wanneer in het kader van de planning
een beroep op de afdeling werd gedaan. Ook voordat er sprake was van planning, is hulp geboden. In
dit licht moet u mijn toezegging zien dat de afdeling SZW hand- en spandiensten zal blijven verrichter.
De heer Van der Wal trekt de dingen wel een beetje uit het lood wanneer hij bijna suggereert dat wij in
plaats van het servicebureau nu de afdeling SZW hebben. Zo zal het niet zijn.
De Voorzitter: Ik stel voor de discussie af te sluiten en tot stemming over te gaan.
De motie van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt verworpen met 30 tegen 4 stem
men
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging van wethouder De Pree.
Punten 14 t.e.m. 18 (bijlagen nrs. 77, 79, 81, 75 en 78).
Z.h.sf. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 19 (bijlage nr. 80).
De Voorzitter: Dit agendapunt luidt: Toepassing Verordening steun bedrijven stadsvernieuwing 1980
De heer De Jong: Voordat dit voorstel in de raadsvergadering aan de orde werd gesteld, is het onder
meer besproken in de Overlegcommissie voor het Midden- en Kleinbedrijf. In eerste instantie wilde men
de bedrijven in de binnenstad uitsluiten van deze regeling. Samen met de adviseurs is in de zojuist ge
noemde commissie duidelijk gepleit voor het instellen van een toetsingscommissie. Zelfs de adviseur van
het Regionaal Dienstverleningscentrum Kleinbedrijf (RDK) pleitte hier voor. Van dit eensluidend advies
wordt in de raadsbrief met geen woord gerept. Wel lees ik bij de adviezen aan b. en w. dat zulks over
bodig zou zijn, want "het RDK-advies zal als basis kunnen dienen". Wij gaan hetRDK op deze wijze
meer taken geven dan bij de opzet de bedoeling was. Het RDK is immers bedoeld voor dienstverlening
aan het kleinbedrijf. Aangezien ons hoofdwinkelcentrum - de binnenstad - ook grootwinkelbedrijven en
13
zelfs warenhuizen heeft, wil ik de aanbeveling doen om deze materie nog eens te bekijken, om te zien
of een toetsingscommissie een betere werkwijze kan garanderen.
De heer Eijgelaar (weth.): Wat de heer De Jong noemt, is wel punt van overweging geweest. Het
advies van de Overlegcommissie voor het Midden- en Kleinbedrijf is duidelijk in de beschouwing be
trokken. Wij hebben gemeend dat wij eerst op de voorgestelde wijze van start moeten gaan. Wij zijn
van mening dat dit in ieder geval mogelijk is. Mocht in de praktijk blijken dat deze werkwijze aanlei
ding geeft tot problemen, dan kunnen wij altijd nog de door de heer De Jong gesuggereerde toetsings
commissie instellen. Vooralsnog lijkt mij een dergelijke commissie niet nodig.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 20 t.e.m. 25 (bijlagen nrs. 65, 76, 60, 63, 62 en 83).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 26a (bijlage nr. 61).
Benoemen van twee leden van de Bestuurscommissie voor de Akademie voor beeldend kunstonderwijs
Vredeman de Vries.
Voordracht van het bestuur van de Fryske Akademy:
1vacature de heer H. Blekkenhorst:
a. de heer H. Blekkenhorst te Engelum;
b. de heer P. Karstkarel te Leeuwarden.
Voordracht van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Friesland:
2. vacature de heer J. Spoelstra:
de heer JSchaafsma
Benoemd worden de heer Blekkenhorst met 28 stemmen (de heer Karstkarel 2 stemmen; 2 stemmen
blanco en 2 stemmen ongeldig) en de heer Schaafsma met 27 stemmen (5 stemmen blanco; 2 stemmen on
geldig).
Punt 26b (bijlage nr. 66).
Benoemen van een lid van de Raad voor Sportaangelegenheden.
Voordracht van het Leeuwarder Sportcentrum:
de heer A. Elzinga.
Benoemd wordt de voorgedragene met 32 stemmen (2 stemmen ongeldig).
Punt 26c (bijlage nr. 72).
Benoemen van een lid van de Raad voor Bejaardenaangelegenheden.
Voordracht van het bestuur van de Unie van Vrijwilligsters:
mevrouw Y. Jongbloed-Schultz.
Benoemd wordt de voorgedragene met 32 stemmen (2 stemmen ongeldig).
Mevrouw De Haan—Laagland en de heer Jansma vormden met de voorzitter het stembureau.
De Voorzitter sluit, om 20.40 uur, de vergadering.