18 De heer De Beer: Naar aanleiding van de tweede opmerking van de heer Ten Hoeve wijs ik erop dat ik in mijn betoog het woord "nadeel" helemaal niet heb genoemd. Ik heb uiteraard alleen de voor delen genoemd van het plan met doorbraak. De heer Van der Wal: Ik zal nog even ingaan op de procedure. Heeft het college bij deze belang rijke zaak geen behoefte gehad aan een advies van een commissie van advies en bijstand aan b. en w.? Fungeert een Commissie voor de Ruimtelijke Ordening niet als zodanig, wanneer deze commissie be sloten vergadert? Waarom is dat advies bij zo'n belangrijke zaak niet gevraagd? Verder zegt de wethouder dat het niet nodig was inspraak te plegen, omdat het bij dit punt om een uitwerking van het verkeersstructuurplan gaat. Over dat plan is uitgebreid gelegenheid tot inspraak ge geven, zegt de wethouder. Voor een deel is dit juist. Bij het verkeersstructuurplan, dat met inspraak tot stand is gekomen, is inderdaad de uitspraak gevallen dat er vooralsnog geen doorbraak van de Van Swietenstraat moest komen. De wethouder haalt deze uitspraak zelf aan. Als er dan inderdaad een uit werkingsplan wordt gemaakt waarin niet een doorbraak is opgenomen, dan is dat gebeurd overeenkom stig de zojuist genoemde beslissing van de raad, waarop inspraak heeft plaatsgevonden. Als b. en w. heel duidelijk terugkomen op dat plan, dan is men naar mijn mening ook verplicht om de bewoners en andere direct-belanghebbenden gelegenheid te geven hun argumenten tegen dit andere plan in te bren gen. Dit laatste is niet gebeurd. Ik vind dat het in het vervolg bij dit soort belangrijke zaken wel dient te gebeuren. De wethouder heeft enkele keren gezegd dat er bij de oplossing zonder doorbraak te weinig ruim te voor het langzaam verkeer is. In de discussie in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is dui delijk naar voren gekomen dat in beide plannen voldoende ruimte voor alle verkeerssoorten aanwezig is, zij het dat dit voor het gemotoriseerd verkeer in mindere mate geldt. Dat laatste was echter ook de bedoeling. Ten aanzien van de kwestie rond het Vijzelblok sluit ik mij geheel aan bij de woorden van de heer Ten Hoeve. Niemand heeft de uitspraken van het college hierover ooit anders opgevat dan dat, wat de uitwerking van het blok Vijzelstraat betreft, gewacht moest worden op het rapport over de afronding van het verkeersstructuurplan. Voor de oplossing voor de Prins Hendrikstraat mag ik verwijzen naar de betreffende uitspraken in het verkeersstructuurplan. De argumentatie die de heer De Jong nu aanvoert, heb ik indertijd aange voerd voor mijn idee om het tracé Willemskade-noordzijde nabij de ABN-bank te gebruiken en niet de Prins Hendrikstraat nog eens te belasten. Ik ben overigens van mening dat deze oplossing in de toe komst vanzelf uit de bus zal rollen. Ik heb in eerste instantie een beschouwinkje gehouden over de financiën, gerelateerd aan een snel le uitvoering. Een plan zonder doorbraak maakt een snelle en goedkope uitvoering mogelijk. Ik heb de wethouder dit niet horen tegenspreken en neem dus maar aan dat hij het met mijn opmerkingen eens is. Ik heb het voorbeeld van het uitkopen van de daar aanwezige garage genoemd, maar hetzelfde geldt voor het uitkopen van een eigenaar van een woonpand. Deze eigenaar verhuurt aan negen bewoners kamers voor ongeveer 200,per kamer. Zoiets komt dus toch voor, mijnheer Bijkersma. Het wordt een hele dobber om zo'n eigenaar uit te kopen. In aansluiting op vorige sprekers wil ik de wenselijkheid van een fietstunnel vanaf de Hollander- dijk naar het station benadrukken. Onze voorkeur gaat nog steeds uit naar een tunnel waarvan de uit gang naast het VW-kantoor is gesitueerd. Als dit mogelijk blijkt te zijn, dan moet het plan in die zin worden aangevuld. Ik neem aan dat dit automatisch wel zal gebeuren. De heer De Jong: Mijn opmerking over het openstellen van de Prins Hendrikstraat voor autoverkeer uit zuidelijke richting baseerde ik op het volgende. Naar mijn mening ontstond er in deze straat enige ruimte, nu de interlocale bussen uit zuidelijke richting deze route niet meer volgen. Ik vroeg gewoon of men een wijziging van de situatie wilde overwegen. Ik begrijp uit de woorden van de heer Ten Hoeve dat hij geen doorbraak wenst en de automobilisten die vanaf de Tesselschadestraat naar de parkeergara ge willen rijden, wil laten rijden via het Stationsplein, het Zuiderplein en de Wirdumerpoortsbrug. Het lijkt mij gemakkelijker om de automobilisten toe te staan vanaf de Tesselschadestraat linksaf richting parkeergarage te rijden. Daardoor wordt immers het Zuiderplein ontlast. Ik begrijp dat de Partij van de Arbeid bij monde van de heer Ten Hoeve noch het ene noch het andere wil. Ten aanzien van het Hoeksterend heb ik nog gevraagd of men eerst een brug over de stadsgracht in het verlengde van het Cambuursterpad wil aanleggen en de Verversbrug wil bekijken, voordat men over gaat tot reconstructie van het verkeersknooppunt Hoeksterend. Ik verneem graag een reactie hierop van de wethouder. 19 De Voorzitter: Ik stel voor dat wethouder Rijpma in tweede instantie alleen ingaat op dingen die direct samenhangen met de beslissingen die vanavond moeten vallen en niet teveel in details treedt. Overigens komen deze details bij de nadere uitwerking stellig weer aan de orde. De heer Rijpma (weth.): Voor de goede orde merk ik het volgende op. Als ik de heer Van der Wal niet tegenspreek, impliceert dat niet altijd dat ik het met hem eens ben. Ik zeg dit om alle misverstan den te voorkomen. De heer Van der Wal heeft verklaard bezwaren tegen de procedure te hebben. Ik wil hem het vol gende zeggen. Als hij op 19 januari, toen dit punt in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening ter discussie stond, zijn bezwaar aan de orde had gesteld, dan had de Commissie voor de Ruimtelijke Or dening zich ook uitgesproken over de te volgen procedure. Het is nu wat achteraf-praten als wordt ge zegd dat het anders had gemoeten. De heer Van der Wal heeft de hele procedure van begin tot eind meegemaakt, maar hij komt nu met procedurele bezwaren. De heer De Jong heeft een vraag gesteld over de volgorde waarin bepaalde werkzaamheden ten behoeve van het verkeersknooppunt Hoeksterend moeten worden aangepakt. Ik kan hierover moeilijk een standpunt innemen. Een van de dingen die het eerst kan worden uitgevoerd, is het bruggetje in het verlengde van het Cambuursterpad over de stadsgracht naar het Hoeksterend. Ik verzoek u om in de Commissie voor Openbare Werken naar details te vragen. De Voorzitter: Ik constateer dat wij nu de discussie kunnen afsluiten. Ik breng thans de motie van de heren Ten Hoeve en Geerts in stemming. De motie van de heren Ten Hoeve en Geerts wordt aangenomen met 19 tegen 17 stemmen. De Voorzitter: Als gevolg van het aannemen van deze motie breng ik alleen punt 1 van het bij dit agendapunt behorende besluit in stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig punt 1 van het voorstel van b. en w. Punt 14 (bijlage nr. 109). De Voorzitter: Dit agendapunt luidt: Verlenging Kanaalweg en Esdoornstraat. Ik wijs erop dat de brief van 4 maart 1981 van de belangenvereniging Oranjewijk mede onderwerp van discussie vormt. De hear Miedema: It ütstel fan it kolleezje is dudlik, allinne, de gefolgen dêrfan giet dit rieds- brief net op yn. Miskien is dit ek net needsaaklik. Ik sit mei in bepaalde swierrichheid. As men fan in ferkearsstruktuerplan in part ütfiert - men moat it plan yn fasen utfiere - en as in part lizze litten wurdt, dan kinne der wolris swierrichheden komme. Wy hawwe oer dizze saak in skriuwen fan de Oran- jewyk krigen. No't wy niiskrekt it Suderplein in wat mear definitive foarm jun hawwe, liket it my ta dat de ferkearsstream dy't troch it oanlizzen fan dizze ferlinging fan de Kanaalwei en fan de Esdoorn- strjitte oer de Willem Loadewykstrjitte nei it sintrum ta giet, net mear past by de oansluting by de Wur- dumerpoartsbrêge sa't dy op dit stuit funksionearret. Hat de wethalder der iennich sicht op oft it troch- luken fan de Willem Loadewykstrjitte nei it nije krüspunt op it Suderplein réalisearre wurde kin sunder dat de Eastergowei oanlein wurdt en sunder dat it folsleine krüspunt der makke wurdt? As de wethalder der no gjin sicht op hat, dan soe ik dêrop dochs graach in fisy te witten komme wolle, op ridlike ter- myn. Om my wurdt dizze fisy yn in gearkomste fan de Kommisje foar de Romtlike Oardering jun. Ik fyn dat de minsken dy't fanüt it suden üt Camminghabuorren riden komme, der rjocht op hawwe om op in ridlike manear yn de binnenstêd te kommen. Sa't ik it sjoch, kin men dat allinne mooglik meitsje as men dizze ferkearsstream liedt oer it nije krüspunt Suderplein, dêr't wy sakrekt in beslissing oer nom- men hawwe. Soks haldt yn dat it trochluken fan de Willem Loadewykstrjitte réalisearre wurde moat. Ik soe graach hearre wolle wat men dêroer sizze kin en op hokker termyn wy in konkreet ütstel fer- wachtsje kinne. De heer Van der Wal: Blijkens de brief van de belangenvereniging Oranjewijk heeft het aan de or de zijnde voorstel ver strekkende implicaties in wijder verband. Mijn fractie kan instemmen met het voorstel, maar ik vind de brief uit de Oranjewijk zo belangrijk dat ik mij kan voorstellen dat deze brief in handen gesteld wordt van b. en w. om preadvies, zoals gebruikelijk is met dit soort ver strekkende voorstellen. Dit komt praktisch overeen met wat de heer Miedema heeft gezegd, lijkt mij.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 10