22 De Voorzitter: Als de wethouder aanwezig was geweest, dan had hij u waarschijnlijk verteld dat kermisexploitanten niet onder deze regeling vallen. Wij zijn overigens druk bezig met het punt dat de heer Bijkersma noemde. Ook daar wordt aan "gepord". De heer Bijkersma: Ik stelde mijn vraag omdat er in het besluit staat: "in de door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevallen (De Voorzitter: De kermisexploitanten vallen niet onder de ze regeling.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 20 (bijlage nr. 107). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 21 (bijlage nr. 111). De Voorzitter: Ik stel thans aan de orde de emancipatienota Leeuwarden. Dit agendapunt zou net zo snel kunnen worden afgehandeld als het vorige, maar ik neem aan dat dit niet lukt. Mevrouw Otsen: Zo snel zal het inderdaad niet gaan, mijnheer de voorzitter. Het is overigens aar dig dat juist vanavond een samenvatting is uitgereikt van de resultaten van een onderzoek naar de ver schillen in functioneren tussen mannelijke en vrouwelijke raadsleden. Maar dit terzijde. Het is een illusie te denken dat na vandaag, na het aannemen van een emancipatienota als uit gangspunt van het te voeren beleid, er ontzettend veel zal veranderen. Voor een aantal leden van de ze raad zal dit een geruststelling zijn: zo beroerd is het toch niet gesteld met de positie van vrouwen, er is toch sprake van gelijke kansen, waar maken ze nu zo'n drukte over, vrouwen hebben toch niet te klagen, zijn vragen die men soms hoort. Voor onze fractie betekent het aannemen van deze nota een eerste belangrijke aanzet tot een samenhangend gemeentelijk emancipatiebeleid. Ondanks het feit dat een nota als deze emancipatienota tamelijk lang op zich heeft laten wachten en ondanks het feit dat de aanpak zich beperkt tot personeelsbeleid, bevolkingsadministratie en emancipatie-activi teiten, willen wij toch onze waardering ervoor uitspreken. Wij hopen dan ook dat de in de nota ge noemde beleidsaanbevelingen uiteindelijk zullen leiden tot een totaal beleid, waarbij sprake zal zijn van gelijke kansen voor mannen en vrouwen en gelijke kansen als het gaat om de verdeling van ken nis, macht, inkomen en arbeid. De emancipatienota Leeuwarden gaat in beperkte mate en voorzich tig in op de oorzaken van de achterstelling van vrouwen. Ervan uitgaande dat er maatregelen moeten worden genomen om deze achterstelling op te heffen - als raad zijn wij toch die mening toegedaan, neem ik aan -, zal elke partij dit vanuit zijn eigen visie willen bepleiten. Gezien de verschillende verhoudingen in deze raad vinden wij het niet noodzakelijk dat onze visie de basis zal vormen van de gemeentelijke nota. Het gaat uiteindelijk toch om datgene waarin verandering moet worden gebracht Wel hebben wij er behoefte aan om, zij het kort, onze achterliggende ideeën uiteen te zetten. In de sociaal-economische verhoudingen en het daarmee samenhangende rolpatroon komt tot ui ting dat de macht in onze samenleving nog steeds ongelijk is verdeeld. Het rolpatroon dwingt vrouwen en mannen tot een keuze. Voor vrouwen is het nog vaak een keuze tussen afhankelijkheid van de man, trouwen en kinderen krijgen of een betaalde baan. Voor mannen geldt veelal dat de kost moet worden verdiend. Vooral voor vrouwen echter blijkt vrije keuze nog te vaak een recht zonder inhoud. De ge noemde machtsongelijkheid zal dan ook moeten worden opgeheven. Kapitalistische en patriarchale ver houdingen zullen moeten worden doorbroken. Kapitalistische verhoudingen moeten in die zin worden doorbroken dat niet langer weinigen beslissen wat en in welke hoeveelheden er wordt geproduceerd. Patriarchale verhoudingen moeten in die zin worden doorbroken dat niet langer vrouwen door mannen worden overheerst. Wat het laatste betreft wijs ik erop dat ook in onze tijd nog allerlei vormen van pa triarchale verhoudingen bestaan. Als voorbeeld noem ik de wet waarin staat dat vrouwen hun man be horen te volgen als hij verhuist. (Gelach) Een ander voorbeeld is de gewoonte dat vrouwen de naam van hun man overnemen, wanneer zij trouwen. (De Voorzitter: U blijft dus raadslid?) Dat is wel de be doeling, inderdaad. Het stelsel van normen en waarden, dat vrouwen vastlegt op een bepaalde rol, moet ons inziens ingrijpend veranderen. Mede daardoor zal een andere, rechtvaardiger, maatschappij voor iedereen ontstaan, ook voor vrouwen. Enerzijds zullen daarvoor de machtsverhoudingen binnenshuis moeten ver anderen en zullen vrouwen en mannen op basis van onafhankelijkheid van elkaar moeten kunnen samen leven, samen verantwoordelijk moeten zijn voor de werkzaamheden binnenshuis en werkelijk samen zichzelf en hun kinderen moeten verzorgen. De situatie waarbij mannen zich veelal laten verzorgen en vrouwen verzorgend bezig zijn, zal hiermee doorbroken kunnen worden. Anderzijds zullen de weer standen die vrouwen voelen in zich zelf, in haar omgeving en in de maatschappij moeten worden weg genomen, om vrouwen en mannen gelijkelijk te laten deelnemen aan het werk buitenshuis, het open bare leven. Een vijf-urige werkdag, waarvoor het congres van de Partij van de Arbeid zich onlangs heeft uitgesproken, zien wij als middel om dat doel te verwezenlijken. Zover is het echter nog lang niet. Zoals ik eerder al opmerkte, is de emancipatienota een aanzet tot een beleid dat zal moeten lei den tot wat wij kunnen noemen een "vrouw-vriendelijke" mentaliteit. Als de landelijke emancipatie commissie onderscheid maakt in a. een volgend, b. een voorwaarden scheppend en c. een stimulerend beleid dat zowel voorwaarden scheppen als impulsen geven om barrières weg te nemen inhoudt, dan zal in onze gemeente vooral een stimulerend beleid tot stand moeten worden gebracht, met andere woorden een beleid waarvan wij resultaten kunnen verwachten. Ik zal vervolgens ingaan op de nota zelf. In een tweetal vergaderingen van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden is door ons al uitvoerig ingegaan op deze nota. Uiteraard heeft het geen zin om deze discussie te herhalen. Wel wil ik nog enkele punten aanstippen. Allereerst enkele opmerkingen over het onderwerp personeelsbeleid. Deeltijdarbeid als nuttige tussenstap naar een kortere werkdag vinden wij zeer zeker acceptabel. Het zal er echter niet toe mo gen leiden dat er daardoor een tweederangs arbeidsmarkt voor vrouwen ontstaat. Deeltijdarbeid is zo wel voor vrouwen als mannen van belang, waarbij uiteraard ook de rechtspositie gelijk moet zijn aan die van de "voltijd-werkers". Overigens is het voor vrouwen nog steeds moeilijk om de stap naar be taald werk te doen. Ik noem als redenen daarvoor het feit dat er te weinig arbeidsplaatsen zijn, dat er onvoldoende kinderopvang is en dat een goede regeling ontbreekt als het gaat om verlof in verband met ziekte van huisgenoten en kinderen. Goede kinderopvang - wij hebben dit reeds bepleit bij het aannemen van het plan en programma kinderdagverblijf - blijft nodig. Wij willen hier nogmaals de noodzaak daarvan onderstrepen. Wat de regeling bij ziekte van kinderen c.q. huisgenoten betreft willen wij erop aandringen dat binnen het Georganiseerd Overleg de mogelijkheden worden bekeken om naast de "informele" rege ling die wordt gehanteerd, ook een regeling in het leven te roepen die mannen en vrouwen het recht geeft om gedurende enige tijd onbetaald verlof op te nemen. Hierop zou ik graag een antwoord van de wethouder willen vernemen. In het verlengde van de positieve discriminatie van vrouwen bij sollicitatie achten wij het voor de hand liggend dat ook bij het deelnemen aan opleidingsactiviteiten positieve discriminatie van vrouwen wordt tofegepast. Als het belang van de dienst het niet toelaat dat meerdere mensen binnen een bepaal de afdeling of dienst een studie gaan volgen, dienen vrouwen voorrang te verkrijgen. Ik neem aan dat het college hiermee akkoord zal kunnen gaan. Een onderzoek naar de vraag waarom vrouwen over het algemeen niet of nauwelijks deelnemen aan opleidingsactiviteiten, lijkt ons in ieder geval zeer gewenst. Hoofdstuk 4 van de nota heeft betrekking op de naamgeving van vrouwen. Voor ons blijft voorop staan dat de gemeente zich actief opstelt, dus expliciet aan de vrouw de keuze voorlegt om of haar eigen naam ofwel de naam van haar man te gebruiken. Ik denk dan aan vestigingen, ondertrouw en pas poorten en dergelijke. Over hoofdstuk 5, de emancipatie-activiteiten, het volgende. Het is ons bekend dat het emanci patiewerkverband onlangs in het voorontwerpplan sociaal-culturele activiteiten een aantal prioriteiten heeft weergegeven binnen de uitgangspunten zoals die door deze raad zijn vastgesteld. Wij achten het dan ook correct dat wijziging van de in de emancipatienota genoemde prioriteiten nog mogelijk is, voor zover reacties uit het veld op het voorontwerpplan nog verwerkt zullen worden door het werkverband. In ieder geval vinden wij de derde prioriteit omtrent het voorrang geven aan projecten met het grootst mogelijke aantal deelneemsters op zijn minst discutabel. In hoofdstuk 6 worden de overige onderdelen van het te ontwikkelen emancipatiebeleid zeer sum mier aangestipt. Het is jammer dat door onvoldoende vrouwkracht - dit wordt ook in de raadsbrief on derkend - wat deze sectoren betreft afgewogen en realiseerbare voorstellen nog moeten worden gefor muleerd. Wij vinden dat deze beleidssectoren met voortvarendheid dienen te worden aangepakt. De door de minister van Onderwijs en de staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk uitgebrachte "Schets van het beleid voor emancipatie in het onderwijs", biedt ons inziens voldoende aanknopingspunten om op dit terrein zaken aan te pakken. Ook de in de PAL-nota gedane aanbeve lingen kunnen hierbij worden betrokken. Daarnaast kunnen ook op andere terreinen alvast maatrege len op haalbaarheid worden getoetst en uitgewerkt. Met "voortvarendheid" bedoelen wij dat wij toch ten minste binnen een jaar aanvullend beleid op deze terreinen verwachten. De voorgestelde emanci patiecommissie zal daarbij een belangrijke inbreng kunnen en moeten hebben. De voortgang van het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 12