26 ütgongspunt te Hantearjen foar it te fieren emansipaasjebelied. Us ütgongspunt is dat man en frou lyk- weardich binne. Dat betsjut net dat alie minsken deselde kwaliteiten hawwe; dat leit fan man ta man, fan frou ta man en fan frou ta frou ferskillend. In oantal fundamentiele en strukturiele feroaringen yn de mienskip, dy't de leste desennia tige feroare is, sil oanbrocht wurde moatte, om mear romte foar dy froulju te skeppen dy't dat wolle. De emansipaasjenota jout der hannen en fuotten oan. Mei ütsunde- ring fan de punten dy't ik neamd haw, binne wy it iens mei de ütstellen dy't yn de nota dien wurde. Wy wachtsje neiere ütstellen nei ferrin fan tiid mei belangstelling of. Mevrouw Waalkens: Emancipatienota's, commissies, raden, werkverbanden, rapporten, visies van politieke partijen rijzen als paddestoelen uit de grond. Het lijkt wel alsof het gewas nu overal omhoog schiet. Een gewas heeft echter behoefte aan vele zaken om goed te kunnen groeien, om vooral ook har monieus met zijn omgeving te blijven en niet tot een parasiet uit te groeien. Zo zijn er factoren waar over slechts op hoog niveau kan worden beslist, factoren die men mede kan sturen en zaken die men zelf ter hand kan nemen. Ze moeten echter wel op elkaar zijn afgestemd, anders wordt het toch een merkwaardig product. Het allerbelangsrijkste in dezen is: tijd. Ook Leeuwarden doet mee. Zo wordt nu een emancipatienota in de raad behandeld. Ook voor deze nota geldt dat er dingen in staan die op hoog niveau gerealiseerd zullen moeten worden en dingen die wij zelf ter hand kunnen nemen. De vraag is echter hoe dit laatste moet gebeuren. Moet dit van bovenaf worden doorgedrukt? Of laten wij het individu de keuze, met dien verstande dat de keuzemogelijkheden beter bekend worden gemaakt? Wij kiezen voor het laatste. Dat geldt met name ten aanzien van de registratie van de gehuwde vrouw in het bevolkingsregister. Wij hebben dan ook geen behoefte aan het voorstel van PAL in dezen. Wij zijn het eens met het beginsel om daar te starten waar ook meteen kan worden aangepakt. Er moet dan niet uit het oog worden verloren dat reeds op vele fronten nota's worden geproduceerd, zo als bijvoorbeeld een nota die nu bij de Fryske Kultuerried ligt. In deze laatste nota wordt veel materi aal ter uitvoering aangedragen. Wij zetten dan ook een vraagteken bij de nieuw in te stellen commis sie emancipatiezaken: het wiel is al uitgevonden. De Commissie voor Welzijnsaangelegenheden, die in tegenstelling tot een nieuw in te stellen commissie van advies aan b. en w. in het openbaar verga dert, kan mijns inziens veel opvangen. Het verdient dan wel aanbeveling om vanuit het CDA ook een vrouw te benoemen in deze commissie, waarin nu drie mannelijke leden van het CDA zitting hebben. (De heer Heere: Van wie er één ook nog Heere heet!) (Gelach) Wat wij van belang achten, is een vriendelijk personeelsbeleid. Ik noem de positieve discrimina tie ten aanzien van benoemingen, studiefaciliteiten voor vrouwen, kinderopvang, deeltijdbanen. De mogelijkheid tot beroep inzake vermeende discriminatie naar sexe moet evenwel ook openstaan voor mannen Met het gestelde ten aanzien van de sollicitatieformulieren kunnen wij het niet eens zijn. Vragen naar burgerlijke staat en gezinssituatie zijn voor de gemeente wel degelijk van belang. Ook moeten wij ons naar mijn mening niet in allerlei bochten wringen ten aanzien van neutrale benamingen in ambte lijke stukken of advertenties. "Mankracht" vervangen door "menskracht": moet dat nou? Wij hebben wel belangrijker dingen aan de orde ten aanzien van emancipatiezaken. Wat de rechtspersoonlijkheid betreft kan ik het met de heer Jansma eens zijn. Met betrekking tot de PAL-nota merk ik op dat het lijkt alsof deze fractie een wat verouderde pad destoel uit de grond heeft getrokken en deze heeft gedetermineerd. In de nota komen kreten voor die vijftig jaar geleden ook al werden gehoord. Tevens wordt zeer generaliserend over zaken gesproken, zonder dat daarbij een en ander wordt gemotiveerd. Er zal best hier en daar een goede suggestie in de nota staan, maar dat is voor ons geen reden om deze nota als een bijlage van de emancipatienota te be schouwen In de raadsbrief wordt gesteld dat bekeken moet worden of punten, aangedragen in de PAL-nota, realiseerbaar zijn. Dat betekent dus dat deze punten wel aanvaard zijn, want dat gaat aan een reali- seerbaarheidsonderzoek vooraf. Wij gaan dus niet akkoord met de PAL-nota, maar beschouwen die meer als een splijtzwam. Wij zijn het in grote lijnen eens met de inhoud van de nota, behalve dan met de in te stellen eman cipatiecommissie. Laten wij vooral de grote beleidslijnen in het oog houden en niet vervallen in klei nigheden. Voor alles geldt dat wij in harmonie en in harmonie met de tijd alles op ons moeten laten in werken. Dan kunnen wij trots zijn op het gewas dat wij hebben geproduceerd. Mevrouw Van der Werf: Over deze problematiek hebben wij al veel gezegd en geschreven. Voor de uitwerking van onze opvattingen verwijs ik dan ook naar de PAL-nota. Bij de behandeling van het beleidsplan 1979-1983 - februari 1979 - heeft de wethouder toegezegd met een beleidsnota over vrouwenemancipatie te komen. Als wij sedertdien voorstellen deden of vragen 27 stelden die betrekking hadden op de positie van meisjes of vrouwen, werd altijd gewezen op de eman cipatienota die er zou komen. Daarop moesten wij maar wachten, want in die nota zou aandacht aan al die punten worden besteed. Zo werden onder andere onze vragen over het tijdstip en de wijze waar op in Leeuwarden het roldoorbrekend onderwijs ter hand zou worden genomen of de vraag of, en zo ja hoe, er meer aandacht kon worden besteed aan de opvang van vrouwen die verkracht zijn, doorgescho ven naar de emancipatienota. De nota beloofde dus heel wat. Bovendien lag er in oktober 1979 in de Commissie voor Welzi jnsaangelegenheden een hoofdstukindeling en een taakomschrijving op tafel, waar uit bleek dat de emancipatie van vrouwen binnen allerlei beleidssectoren zou worden aangepakt: onder wijs, de algemene arbeidssituatie van vrouwen in Leeuwarden, de woonsituatie van vrouwen en vrou wen en zeggenschap. Dit laatste punt werd toegevoegd op voorstel van een der commissieleden. Mijn fractie voelt zich dan ook nogal genomen, nu wij de uiteindelijke nota op tafel krijgen. La ten wij duidelijk stellen dat wij blij zijn dat er in ieder geval iets is gekomen. Maar wat blijkt: de no ta heeft zich beperkt tot aanbevelingen met betrekking tot de positie van vrouwen in het gemeentelijk personeelsbeleid, het subsidiebeleid ten aanzien van emancipatie-activiteiten, de naamgeving van vrouwen binnen het gemeentelijk apparaat en een voorstel voor een beleidsstructuur. Een uitgeklede nota dus, na alles wat ons is toegezegd. Alle andere terreinen, waar vrouwen dagelijks de gevolgen van hun onderdrukte positie ervaren, blijven voorlopig buiten beschouwing. Er worden dus op korte ter mijn geen maatregelen getroffen die de historisch gegroeide arbeidsdeling: man buitenshuis aan het werk, vrouwen thuis, beogen te doorbreken. Ik bedoel onder andere maatregelen als meer kinderopvang, waar van wij het zowel voor ouders als voor kinderen belangrijk vinden dat men daarvoor kan kiezen. De heer Jansma heeft terecht uit onze nota opgemaakt dat het gezin vrouwen - kinderen trouwens ook - gevan gen houdt in een geïsoleerde positie, zeker gezien hetgeen er door de eeuwen heen van het gezin ge worden is. Wij vinden dan ook dat dit evenals allerlei andere zaken een zaak is voor collectieve zorg, zoals ook het onderwijs, de gezondheidszorg en nog meer terreinen een zaak voor collectieve zorg zijn. Overigens willen wij helemaal onverlet laten dat iedereen daarin een vrije keuze heeft. Wij zouden het zeker niet verplicht willen stellen dat mensen hun kinderen naar de crèche brengen. In de emancipatienota worden dus geen maatregelen getroffen die het roldoorbrekend onderwijs wil len opzetten, door bijvoorbeeld een plan op te stellen voor een systematische ontwikkeling en invoering in het lesprogramma van leermiddelen die de bestaande rollen doorbreken. In de emancipatienota staan ook geen maatregelen met de bedoeling de positie van buitenlandse vrouwen te verbeteren en geen maatregelen die de opvang voor verkrachte vrouwen verbeteren, enz. Niets van dit alles. Het argu ment daarvoor in de raadsbrief komt op het volgende neer: Er zijn al zoveel nota's over vrouweneman cipatie geschreven, maar die zijn alle erg globaal en weinig concreet. Het college heeft daarom ge kozen voor een uitgewerkte benadering op een aantal terreinen, en dan wel die terreinen in de gemeen te waarop al het een en ander aan de gang is. Nu vind ik het prijzenswaardig dat met een nota wordt gekomen die uitvoerbaar is; overigens nogal logisch, naar mijn mening. Maar tegen de aangebrachte beperking heb ik twee duidelijke bezwaren. Dat allerlei nota's in den lande globaal en weinig con creet zijn - wat ik overigens waag te betwijfelen -, hoeft helemaal niet voort te komen uit het feit dat deze nota's op alle beleidssectoren ingaan. Ook een zogenaamde brede nota kan wel degelijk maatregelen bepleiten die uitvoerbaar zijn. Als dit trouwens niet zo zou zijn, kunnen wij de hele ver dere uitwerking wel vergeten als zijnde vage luchtfietserij. Het is dus een weinig steekhoudend argument voor het feit dat er zo'n mager verhaal op tafel ligt. Bovendien zitten er ruim twee jaren tussen het toezeggen van de nota en het verschijnen ervan; er was dus ruim tijd, naar mijn mening. In de tweede plaats ben ik van mening dat het aanbrengen van de beperking in de taakuitvoering op zijn minst met de Raadsadviescommissie voor Welzi jnsaangelegenheden had moeten worden over legd. Bij de behandeling van het beleidsplan 1979-1983 hebben wij in het kader van onze opvatting dat het de raad is - en niet b. en w. - die het beleidskader aangeeft, een motie ingediend die erop neerkwam dat de raadsadviescommissie zeer nauw betrokken zou worden bij de vaststelling van de uit gangspunten van de nota. De wethouder zei in zijn reactie op de motie: 'Wanneer wij iemand hebben die nagaat welke maatregelen binnen het gemeentelijk apparaat en, nog belangrijker, in aller lei sectoren van de samenleving wenselijk zijn, dan zal de raadsadviescommissie daarbij worden betrok ken. Dit zal zeker gebeuren in het stadium van het formuleren van de beleidsvoorstellen en zelfs al bij het brainstormen daarover." (bh. 31, verslag 13-2-1979 nm.) De motie werd door het college over genomen, in die zin dat wethouder De Pree met materiaal, zodra hij dat had, in de Commissie voor vVelzijnsaangelegenheden zou komen. Ik durf te stellen dat deze motie niet is uitgevoerd. Eén keer hebben wij het al genoemde stenciltje met de hoofdstukindeling onder ogen gehad. Daarna kwam er nooit meer iets, tot wij een voltooide nota met raadsbrief en al te behandelen kregen. Aan de nu ge kozen aanpak liggen prioriteiten ten grondslag. Op de afweging van die prioriteiten heeft de raad geen enkele invloed gehad: een foute boel! De Leeuwarder vrouwenorganisaties hebben helemaal geen in-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 14