28 vloed gehad. Zij zijn er op geen enkele manier aan te pas gekomen en hebben hun prioriteiten niet kenbaar kunnen maken. PAL is dan ook zelf met een nota gekomen. Voor de totstandkoming van die nota hebben wij nauw samengewerkt met het progressieve deel van de Leeuwarder vrouwenbeweging. De reden daarvan staat uitvoerig in de nota en heb ik ook uitvoerig in de commissie verwoord. In de PAL-nota is een belangrijk aantal bladzijden besteed aan de analyse van de positie van vrou wen. Zonder een dergelijke analyse, vinden wij, kan niet goed worden aangegeven welk perspectief, welk einddoel, wij met emancipatie hebben en welke weg bewandeld moet worden om dat doel te ver werkelijken. De fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid stelde afgelopen vrijdag in een forumbij eenkomst dat hij het in grote lijnen eens is met deze analyse. De wethouder zei in de commissieverga dering dat hij een dergelijke analyse niet zo nodig vond: "Als je er meer van wilt weten, haal je maar een boekje uit de bibliotheek.Alsof die analyse van de positie van de vrouw neutraal is en alsof het alleen maar om informatie gaat in plaats van om politieke stellingnameI De woordvoerster van de PvdA in de commissie vond een analyse ook niet zo nodig. Zij verwees naar het boekje "Feminisme-socialis- me" van Anja Meulenbelt. Ik denk dat de andere collegepartner - het CDA - wel zeer hard zou steige ren, als in de nota voor de inschatting van de positie van vrouwen verwezen zou worden naar Anja Meulenbelts "Feminisme-socialisme" en helemaal zou steigeren als een verkorte versie van het boek als visie van het college in de nota zou komen. Omgekeerd zou de Partij van de Arbeid aardig tekeer gaan, als de opvatting die het CDA over de plaats van de vrouw in de maatschappij huldigt als per spectief en einddoel van emancipatie in deze nota tot uitdrukking zou komen. Volgens mijn fractie zit hem daar de kneep. Het lijkt ons dat dit college het helemaal niet eens kan worden over de analyse van de oorzaken van de onderdrukking van vrouwen. Een en ander heeft als gevolg dat er uiteindelijk alleen maar een ontpolitiserend, perspectiefloos en korte-termijnbeleid op een beperkt gebied tot stand kan komen. Volgens de nota moet op al die an dere terreinen nog heel wat worden aangepakt, maar dat moet eerst uitgewerkt, onderzocht en beschre ven worden. Hierbij wordt geen enkele termijn genoemd. Op mijn vraag die ik hierover in de commis sievergadering stelde, kon de wethouder niets concreets melden. Dat leidt bij ons tot het bange vermoe den dat het nog jaren kan duren eer er iets aan al die aan te vatten terreinen, zoals onder meer onder wijs, wonen, problemen van buitenlandse vrouwen, zal gebeuren. Dit is helemaal niet nodig, als de raad nu besluit de PAL-nota als uitgangspunt van het emancipatiebeleid te hanteren. Wij beschouwen de PAL-nota als een goed alternatief voor de gemeentelijke emancipatienota. In de PAL-nota worden de onderwerpen die in de gemeentelijke nota slechts worden genoemd, uitgebreid en gedetailleerd behandeld. Ook met betrekking tot het personeelsbeleid gaat de PAL-nota op een aan tal punten verder. Daarentegen behandelt de gemeentelijke nota een aantal aspecten die in de PAL-no ta niet worden behandeld, maar die wij wel belangrijk vinden en willen ondersteunen. Ik bedoel dan enkele aanbevelingen met betrekking tot het personeelsbeleid, zoals het klachtenadres en de interne voorlichting over emancipatiezaken en de aanbevelingen ten aanzien van het subsidiebeleid en de voorstellen voor een beleidsstructuur. Wij vinden met betrekking tot de voorgestelde emancipatiecom missie wel dat er duidelijkheid moet komen over de relatie tussen de daarin aan te brengen deskundig heid en de deskundigheid die al jarenlang in de vrouwenorganisaties is ontwikkeld. Deze aanbevelin gen willen wij beschouwen als aanvullingen op de PAL-nota. Ons initiatiefvoorstel over de naamgeving van vrouwen, handhaven wij. Wij vinden dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen ons voorstel en het voorstel dat in hoofdstuk 4 van de gemeentelijke nota wordt gedaan. In onze opvattingen gaan wij ervan uit dat vrouwen onder hun eigen geboortenaam worden ipgeschreven; als zij dat willen, kunnen zij onder de naam van hun man worden ingeschreven. In het collegevoorstel moeten vrouwen zelf het initiatief nemen als zij hun eigen naam willen gebrui ken. Hiermee handhaaft men de norm dat vrouwen de naam van hun man aannemen en blijft het een af wijking van de norm als vrouwen de eigen naam willen behouden. Dat is nu juist wat wij willen door breken Er blijft voor mij dan nog één punt over. Al eerder hebben wij bepleit dat de werkzaamheden op het terrein van de emancipatie moeten worden uitgevoerd door een medewerkster in vaste dienst, in plaats van een kracht in het kader van de werkverruimende maatregel. Bij een dergelijke maatregel is de kans groot dat er halverwege wisselingen optreden, dat deskundigheid verloren gaat, dat continuï teit verloren gaat en dat inwerktijd verloren gaat. De financiële positie van de gemeente is precair, maar wij kunnen moeilijk ons hele beleid met behulp van werkverruimende maatregelen gaan realiseren. Ook daarbij spelen prioriteiten een rol. Voor ons heeft het emancipatiebeleid die belangrijke priori teit. Wij hebben twee moties gemaakt. De eerste luidt als volgt. "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 9 maart 1981, overwegende dat de werkzaamheden, voortvloeiend uit en ten behoeve van een voort varend emancipatiebeleid, een zaak is die langer gaat duren dan de termijn waarbin nen iemand in het kader van een werkverruimende maatregel aangesteld kan worden; overwegende dat juist een nog maar pas tot ontwikkeling gekomen emancipatiebeleid een zaak is die de nodige continuïteit en deskundigheid vereist; van mening zijnde dat het emancipatiebeleid een belangrijke prioriteit heeft, besluit ten behoeve van de werkzaamheden op het terrein van de emancipatie een me dewerkster in vaste dienst te benoemen." De tweede motie luidt: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 9 maart 1981, besluit als uitgangspunt voor het te voeren emancipatiebeleid te hanteren: a. Vrouwenbevrijding, een PALternatieve emancipatienota; b. het initiatief van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal, betrekking heb bend op de naamgeving van vrouwen; c. de onder 3.3.4, 3.6.1, 4.2.3, 4.2.4 (met dien verstande dat wij onder "hierbo ven aangegeven mogelijkheden" bedoelen de mogelijkheden die bepleit worden in het onder b genoemde voorstel), 5.3 (met uitzondering van de bepaling met betrek king tot de omvang van de potentiële doelgroep), 7.1 (mét inachtneming van het bij afzonderlijk voorstel bepleite vaste dienstverband) en 7.2 genoemde aanbevelingen uit de emancipatienota Leeuwarden. Beide moties zijn mede-ondertekend door mijn fractiegenoot. Mevrouw De Jong: Er is duidelijk niet gekozen voor het schrijven van een brede nota maar voor het schrijven van een nota met praktische voorstellen op een beperkt aantal terreinen. De gemeente moet zelf invloed kunnen uitoefenen en de voorstellen moeten op korte termijn te verwezenlijken zijn f aangepakt kunnen worden. Vanuit deze invalshoek bekeken, vind ik het een prima nota. Ik wil mijn complimenten maken voor de heldere presentatie. Hoewel de opzet beperkt is, meen ik toch dat de no ta een goede start biedt voor een samenhangend emancipatiebeleid, van waaruit verder kan worden ge werkt. Toch ben ik van mening dat het, ondanks de beperkte invalshoek - het gaat hier immers om een bestuurlijke nota en om voorstellen waarop de gemeente direct greep heeft -, wenselijk zou zijn ge weest als de historisch gegroeide achterstand van de vrouw beter was uitgediept. Immers, een goed in zicht hebben in het waarom van een scheve situatie biedt een betere kans op een oplossing tot recht trekken van die situatie. Ook het feit dat geen enquête is gehouden onder de werkneemsters in gemeentedienst wordt door betreurd. Juist in deze nota, hoe beperkt ook van opzet, had dit moeten worden meegenomen. Waarschijnlijk was het dan ook niet gebleven bij alleen de constatering dat vrouwen in gemeentelijke ienst zo weinig gebruik maken van de hen aangeboden studiefaciliteiten. Een stukje van de problema tiek die hier waarschijnlijk achter schuilgaat, was dan naar mijn gevoel al direct komen bovendrijven. Het "overwegen naar een nader onderzoek hiernaar" lijkt mij te moeten worden herzien tot "zo spoe dig mogelijk onderzoek hiernaar", omdat hierbij weieens op een knelpunt kan worden gestoten. Het zo beperkte aantal vrouwen dat onder eigen naam wenst te worden aangeschreven en geregi streerd, geeft mijns inziens duidelijk aan dat de motie van PAL, over het gebruik van de eigen naam door vrouwen, de meerderheid de wil van de minderheid dwingend wil opleggen. Ik vind dat geen goe ie zaak en heb dan ook geen behoefte aan die motie. Wel meen ik dat via folders en publicaties in "A< Grote Klok" de vrouwen op de mogelijkheden omtrent de naamgeving kan worden gewezen. In of bu ten de verkiezingstijd, dat vind ik verder geen punt. Dat een emancipatiecommissie de uitgangspunten van het emancipatiebeleid uitwerkt en bewaakt, vind ik een goede zaak. Met betrekking tot de ombudsfunctie van deze commissie wil ik graag antwoorden vanuit de eigen D'66-visie op emancipatie. Als wij spreken over emancipatie, dan hebben wij het over de opheffing an alle vormen van achterstelling van de mens, zoals bijvoorbeeld op grond van geslacht, huidskleur, sexuele geaardheid, geloofsovertuiging, leefvorm, lichamelijke of geestelijke beperkingen, nationa- i'teit, enzovoorts. Dit is voor mijn partij het principiële uitgangspunt van het emancipatiebeleid. Van uit deze filosofie denkend, is het voor mij dan ook onaanvaardbaar dat alleen vrouwen een beroep kun nen doen op dit apparaat. Uit een en ander heeft men naar ik aanneem wel begrepen dat ik mij met de nota kan verenigen. Ik meen dat de nota kan dienen als uitgangspunt voor het te voeren emancipatiebeleid. Ik wil beplei ten dat dit met voortvarendheid wordt aangepakt. Met betrekking tot de PAL-nota merk ik het volgende op. Ik wil mijn complimenten maken aan de samenstellers van deze nota. Het is een goed uitgewerkte, overzichtelijke en verzorgde nota, en dat geldt naar mijn gevoel beslist niet alleen voor de in de nota opgenomen foto's. De PAL-nota spreekt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 15