8 op een dergelijke manier optreedt wanneer heel duidelijk is en niet te ontkennen valt dat er wantoe standen - mevrouw Van der Werf gebruikte deze term ook - aanwezig zijn. Naar mijn idee ligt hier in het probleem bij het voorstel van PAL. De veel gebruikte term "analyse" ontbreekt in het voorstel totaal. Voordat men dingen gaat regelen op een kamerverhuurmarkt, moet duidelijk zijn hoe de situa tie is. Om hoeveel kamers gaat het? Welke misstanden komt men tegen? Met deze opmerkingen wil ik niet zeggen dat wij niet inzien dat er misstanden zouden kunnen zijn op de kamerverhuurmarkt. On zes inziens zullen er vooral misstanden zijn die voortkomen uit de prijsstelling van kamers. Met proble men over de prijsstelling, die er ongetwijfeld zullen zijn, kan men het beste naar de huurcommissie gaan. Sinds kort heeft de huurcommissie ook de mogelijkheid om kamerhuur te beoordelen aan de hand van een puntenstelselEen en ander loopt nog niet zo gek lang en ik ben benieuwd naar de ontwikke lingen. Als wij een verordening als deze zouden aannemen, moeten wij ook kijken naar de eventuele na delige effecten. Een nadelig effect zal mijns inziens zijn dat er minder bereidheid is om kamers te ver huren. Wanneer er allerlei regels worden gesteld, kan ik mij levendig voorstellen dat sommige men sen zeggen: Voor mij hoeft het niet meer. Daarmee bereikt men per saldo dat het aanbod van kamers lager wordt. Dat kan niet de bedoeling van een verordening zijn. Daarnaast zal zich als neveneffect ongetwijfeld een zwart circuit ontwikkelen, dat nauwelijks meer controleerbaar is te noemen. Als deze verordening zou worden aangenomen, moet er ook een controle-apparaat worden opge bouwd om te kijken of de verordening wordt nageleefd en om de verordening uit te voeren. Men moet zich dan wel afvragen of kostbare ambtenarentijd, nog afgezien van de financiën, aan dit soort zaken moet worden besteed, terwijl op dit moment absoluut niet duidelijk is hoe de situatie op de kamerver huurmarkt is. Over de verordening op de woning- en kamerverhuurbureaus kan ik wat korter zijn. De argumen tatie bij deze verordening lijkt een beetje op die bij het eerste voorstel. Het heeft geen zin een ver ordening vast te stellen als er geen kamerbemiddelingsbureaus, als bedoeld in dit voorstel, zijn. Wij zouden dan wel meer verordeningen kunnen bedenken. Er zou een verordening kunnen worden gemaakt die nadere regels stelt aan de prostitutie op woonschepen. Dat heeft ook geen zin, want prostitutie op woonschepen bestaat niet in Leeuwarden. Kortom, wij gaan niet in zee met de twee voorstellen van PAL. De heer Sterk: Na de woorden van de vorige spreker kan ik in feite erg kort zijn. Als fractie zijn wij erg nieuwsgierig naar het standpunt van het college. Nadat wij dit standpunt weten, zullen wij nader op een en ander ingaan. (De Voorzitter: Het is geen voorstel van ons, u moet zich eigenlijk tot mevrouw Van der Werf richten.) Dat wil ik wel doen, maar dan via u, mijnheer de voorzitter. Wij zijn altijd gewend om tot u te spreken en daar houd ik mij aan. (Gelach) Toch zijn wij erg nieuws gierig naar het collegestandpunt in dezen en ik heb op dit moment verder geen vragen. Wij kunnen als raad op een gegeven ogenblik wel wat willen, maar het moet ook uitvoerbaar zijn. Dat is dus de achtergrond van mijn vraag. Als wij deze voorstellen aannemen, hoe moet het college zich hier dan verder mee redden? (De Voorzitter: Dat speelt dus pas als de voorstellen zijn aangenomen. Dan zou den wij pas hoeven te zeggen of het uitvoerbaar is.) Op dit moment zijn wij niet voor deze voorstel len. Wij willen echter graag het standpunt van het college hierover weten. De heer Bijkersma: Ik begrijp dat de verwarring een beetje groot is. Misschien is dat ook wel een van de redenen waarom wij in de vorige vergadering tegen het voorstel hebben gestemd. Wij wilden toen uitspreken waarom wij tegen behandeling van het voorstel waren - ik vond het namelijk geen zin nig voorstel -, maar die gelegenheid kreeg ik niet. De voorzitter zei toen dat ik alleen maar hoefde te zeggen of ik voor of tegen behandeling van het voorstel was. Ik ben nu wel verplicht om uit te leg gen waarom wij tegen behandeling van het voorstel zijn. Het is niet zo dat wij elk initiatiefvoorstel als zodanig niet willen behandelen, integendeel. Ini tiatieven zijn het juist waard om nader te bekijken. Het moeten dan echter wel goede en zinnige voor stellen zijn. In de vorige vergadering vonden wij al dat het geen goed en zinnig voorstel was en dat er geen tijd aan moest worden besteed. Naar onze mening kan achter deze voorstellen weieens heel iets anders zitten dan alleen maar het bevorderen of tegengaan van kamerverhuur. Nadat wij het voorstel hadden gelezen, hebben wij ons in de vorige raadsvergadering tegen behandeling ervan uitgesproken, omdat wij vonden dat het een zeer eenzijdig karakter had. Dat was toen onze mening en het is nu nog onze mening. De benadering is erg eenzijdig geweest en een en ander werkt in onze ogen bijzonder polariserend. Wij zijn van mening - de heer Schagen heeft het ook gezegd - dat door het invoeren van een dergelijke verordening het paard achter de wagen wordt gespannen. Misschien is dat ook wel de bedoeling van de indieners, dat weet ik natuurlijk niet. Misschien willen zij door de polariserende geest, die uit het geheel spreekt, wel bereiken dat er ook op dit gebied olie op het vuur wordt ge- I worpen. Als dan uiteindelijk het resultaat is dat het aantal kamerverhuurders slinkt en het aantal po tentiële huurders geen kamer kan krijgen, dan vraag ik mij af of er op dat moment dan nog veel inte resse bij de initiatiefnemers bestaat. Deze vraag kan echter beter door de initiatiefnemers worden be antwoord. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Uw verhaal is het niet waard om over te discussiëren.) Deze opmerkingen wilde ik maken om uit te leggen waarom wij ons in de vorige raadsvergadering uitspraken tegen behandeling van dit onderwerp. Nu het voorstel echter wel op de agenda staat, zijn wij genoodzaakt en ook verplicht om het als zodanig te beschouwen. Ik heb al gezegd dat het voorstel inhoudelijk een zeer eenzijdig karakter heeft en dat het geheel een zeer polariserende geest uitstraalt. Als ik het voorstel over de kamerverhuur bekijk, zie ik dat in het hoofdstuk "de kwaliteit" alleen maar wordt gesproken over slechte zaken. De verhuurders zijn de slechte mensen, enz. Er wordt helemaal niet vermeld dat er ook kamerverhuurders in de stad zijn die bijzonder goede kamers hebben. Kijk maar eens naar de mensen die kamers verhuren aan kinderen van eilandbewoners. Het aantal goede verhuur ders is misschien veel groter dan de initiatiefnemers denken, maar daar wordt niet over gesproken. De ze kamerverhuurders doen hun plicht. Ik neem het de initiatiefnemers kwalijk dat zij, als zij een af weging maken, alleen maar over slechte kwaliteit spreken. In het hoofdstuk "de huisregels" wordt al leen maar gesproken over het tekort aan privacy voor de huurder. Aan het feit dat ook door de verhuur ders weieens een beetje privacy wordt ingeleverd, wordt helemaal niet gedacht. Als men iets goed wil voorbereiden, moet men alle kanten bekijken. Dan de verordening op de woning- en kamerverhuurbureaus. Het zou op de weg van het particu lier initiatief kunnen liggen om eens iets aan dit soort zaken te doen. Men zou kamers kunnen verhu ren en men zou kunnen trachten kamers te verkrijgen voor potentiële huurders. Echter, ook aan dit voorstel hebben wij geen behoefte. Mevrouw De Jong: Ik wil beginnen met het maken van een compliment aan de initiatiefnemers. Met het eerste voorstel over de kamerverhuur ben ik het niet eens. Ik ben met de heer Schagen van mening dat men, als bepaalde zaken aan te veel reglementen worden gebonden, minder bereid zal zijn kamers te verhuren. Dat kan zeker niet de bedoeling van een verordening zijn. De heer Bijkersma had het over privacy van de huurder. Naar mijn mening wordt de privacy van de huurder wel op grote schaal aangetast, misschien wel op groter schaal dan wij vermoeden. De ver huurder is hoe dan ook in houders hand. Dat weten wij allemaal. Bij een zo grote "kamernood" is het naar mijn idee niet goed om bepaalde reglementen vast te stellen. De zin om kamers te verhuren zal dan minder worden, waardoor de markt hoe langer hoe krapper wordt. Met het tweede voorstel, de verordening op de woning- en kamerverhuurbureaus, heb ik geen pro blemen; ik kan hiermee wel instemmen. Mevrouw Van der Werf: Ik moet eerlijk zeggen dat ik nogal verbaasd ben over het verhaal van de heer Bijkersma. Ik zou bijna zeggen dat ik op dat soort onzinnige betogen niet inga; over polariseren gesproken Toch wil ik nog één opmerking maken. Volgens de heer Bijkersma zouden wij alles over één kam hebben geschoren. Ik denk dat de heer Bijkersma het verhaal dan toch niet goed heeft gele zen. In het eerste voorstel over de kamerverhuur staat: "Deze eisen willen wij niet stellen omdat alle mensen die kamers verhuren de grenzen van het redelijke altijd zouden overschrijden.Deze regel staat in de verordening, omdat lang niet iedere kamerverhuurder erop uit is om mensen uit te buiten of hoge huren te vragen. De huurder verkeert echter nog steeds, ondanks de huurprijzenwet en andere bescher mende maatregelen, in een zwakke en afhankelijke positie. Voor deze groep willen wij opkomen en hebben wij de verordening ingediend. Dat de VVD doorgaans niet voor deze groep opkomt, wisten wij wel De heer Schagen zegt dat de huurcommissie is ingesteld om dit soort uitwassen tegen te gaan. De huurprijzenwet en het feit dat huurders van kamers hun beklag kunnen doen bij de huuradviescommis sie, zijn zeker verbeteringen. Het probleem is echter - wij hebben het ook in onze toelichting ge zegd - dat er een jaar overheen gaat voordat de huurder in beroep kan gaan en zijn zaak kan voorleg gen aan de huuradviescommissie. Deze commissie kan een en ander dan gaan onderzoeken en op grond daarvan kunnen er maatregelen worden genomen. In feite betekent dit dat de huurder tegen de verhuur der gaat procederen. In de praktijk leidt dit meestal tot problemen, want, ook al krijgt de huurder zijn of haar recht, de relatie zal dan zodanig verstoord zijn dat er maar één ding overblijft, namelijk op krassen Wij hebben deze verordening ingediend om juist de commerciële verhuurbedrijven te kunnen aan pakken; het gaat dan meestal om twee of meer kamers. Mensen die één kamer verhuren, doen dit over het algemeen om de kamerzoekenden te helpen. Voor de commerciële verhuurbedrijven lijkt het ons

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 5