11 10 wenselijk een verordening te hebben, zodat de kwaliteit van de te huren kamer van tevoren kan wor den getoetst aan de eisen die in de verordening staan. Bovendien kan de huurprijs ook van tevoren wor de getoetst aan de richtlijnen die in de huurprijzenwet zijn gesteld. Dit is de enige achtergrond van de verordening die wij hebben ingediend. De heer Schagen zegt dat eerst maar eens duidelijk moet worden aangetoond dat er wantoestan den zijn. Dat noem ik "het paard achter de wagen spannen". Op vele andere gebieden worden dit soort maatregelen ook getroffen, ten einde wantoestanden te voorkomen. Om de situatie eerst uit de hand te laten lopen en dan pas verordeningen op te stellen, lijkt mij een vreemde gang van zaken. Wij hebben trouwens van verschillende kanten gehoord dat ook in Leeuwarden wel degelijk wantoestanden heersen. Men hoeft wat dat betreft de advertenties waarin kamers worden aangeboden maar na te kij ken, waardoor men zicht krijgt op de huurprijzen. Ook kan men eens praten met mensen die in huizen wonen waarin bijvoorbeeld zes of meer kamerbewoners zijn gehuisvest. Ik hoop dat ik hiermee voldoende toelichting heb gegeven op de verordening. Ik vind het erg jam mer dat er kennelijk niet voldoende politieke wil aanwezig is om deze verordening te steunen. Ove rigens vind ik het een beetje vreemd dat het college van b. en w. niet bereid is om dit voorstel te pre adviseren. (De Voorzitter: Wie heeft dat gezegd?) Zonet werd de vraag gesteld wat het college van deze verordening vindt. U verwees de spreker toen naar ons. (De Voorzitter: U moet het Reglement van orde lezen.) U kunt toch wel uw mening geven over dit voorstel? Toen wij in een vorige raadsverga dering een ander initiatiefvoorstel indienden, stond er bij de toelichting: B. en w. stellen voor op 16 februari 1981 dit voorstel in de raad aan de orde te stellen, met preadvies. Ik wil alleen maar stellen dat er toen kennelijk een andere procedure werd gevolgd dan nu. Daar blijf ik bij. De Voorzitter: U moet niet zo rap zeggen dat b. en w. hun mening niet willen geven. Ik heb he lemaal niet gezegd dat b. en w. niet bereid zijn hun standpunt kenbaar te maken. Ik was even in dis cussie met de heer Sterk toen ik tegen hem zei dat niet wij een voorstel hebben ingediend maar me vrouw Van der Werf. In het Reglement van orde staat over een dergelijk voorstel dat het dan een dis cussie betreft tussen de indieners van het voorstel en de raad. Het college heeft nog niet gereageerd. Ik had aan u, mevrouw Van der Werf, de vraag willen stellen: Hebt u op dit moment behoefte aan een preadvies van het college? Die vraag had u best ontkennend kunnen beantwoorden. (Mevrouw Van der Werf: Ik verbaas mij erover dat de vorige keer toen wij een initiatiefvoorstel indienden, wel direct door b. en w. werd voorgesteld om met een preadvies te komen.) U bent wel een beetje snel met het trekken van uw conclusies. Stelt u het op prijs dat b. en w. hun mening kenbaar maken? (Mevrouw Van der Werf: Ik kan wel zeggen dat ik dat op prijs stel, maar ik heb de indruk dat het standpunt van de raad er weinig door zal veranderen. Het lijkt mij dan nu ook niet nodig dat b. en w. hun mening geven.) Dan geef ik nu de raad gelegenheid in tweede instantie te reageren. De heer Schagen: Ik wil er de nadruk op leggen dat onze argumentatie om deze voorstellen te ver werpen duidelijk een andere is dan die van de heer Bijkersma. Wij zijn het eens met de PAL-fractie dat misstanden in de kamerverhuursituatie opgelost dienen te worden. Wij geven hiervoor echter andere wegen aan dan PAL; wij willen een en ander namelijk via de huurcommissie laten lopen. Wij willen dus echt wel wat aan deze misstanden doen, maar dan via andere wegen dan de PAL-fractie aangeeft. De Voorzitter: Ik breng dan nu de beide voorstellen afzonderlijk in stemming. Het initiatiefvoorstel van PAL over de inhoud van een verordening met betrekking tot de kamer- verhuur wordt verworpen met 34 tegen 2 stemmen. Het initiatiefvoorstel van PAL over het vaststellen van een verordening op de woning- en kamer- verhuurbureaus wordt verworpen met 33 tegen 3 stemmen. Punten 5, 6 en 7 (bijlagen nrs. 102, 88 en 103). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 8 (bijlage nr. 87). De Voorzitter: Aan de orde is de verkoop van een in het ontwerp-uitwerkingsplan Camminghabu- ren Haven-Noord gelegen perceel bouwterrein aan T.K. Bouma te Leeuwarden. De heer Bijkersma: Mijn fractie wenst geacht te worden tegen te hebben gestemd. De hear Miedema: De leden fan myn fraksje oan dizze kant fan de kolleezjetafel hawwe swierrich- heden mei artikel 8 fan de ferkeapbetingsten. Wy stimme der tsjin. De Voorzitter: De heer Miedema sluit zich in dezen bij de heer Bijkersma aan. De hear Miedema: Nee, sa is it net. Ik haw hielendal gjin behoefte om my oan te sluten by de hear Bijkersma. Ik haw myn eigen stanpunt, dat likernoch oerienkomt mei dat fan de hear Bijkersma, mar net folslein De Voorzitter: Heeft de heer Bijkersma nog andere bezwaren dan de bezwaren tegen artikel 8? De heer Bijkersma:Wij hebben altijd tegen het hele voorstel gestemd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat 11 leden van de CDA-fractie (uitgezonderd de wethouders) tegen artikel 8 van de verkoopvoorwaarden en dat de 4 leden van de VVD-fractie tegen het voorstel wensen te worden geacht te hebben gestemd. Punten 9 t.e.m. 12 (bijlagen nrs. 104, 113, 112 en 118). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 13 (bijlage nr. 82) De Voorzitter: Dit agendapunt betreft de afronding van het verkeersstructuur- en uitwerkingsplan. Tevens is aan de orde een brief van 3 maart jl. van een groot aantal bewoners van de Baljéestraat Deze brief vormt mede onderwerp van discussie. Bij de brief is een fraaie foto gevoegd. De heer Ten Hoeve: Voor ons ligt het rapport afronding verkeersstructuur- en uitwerkingsplan 1978 met de bijbehorende raadsbrief. Voor mijn fractie ligt er echter meer op tafel, namelijk de visie die wij hebben op de ontwikkeling van binnenstad en Schil met het daarbij behorende verkeersbeleid. Ik noem een paar punten: geen doorgaand verkeer; het dringen naar de buitenkant van het verkeer (daar voor steunen wij voorstellen over oost- en zuidtangent); geen grootschalige verkeersoplossingen in of nabij de binnenstad. Een belangrijk punt is vooral dat er naar onze mening geen basisweg moet komen. Deze en nog enkele andere punten zijn in strijd met de voor ons liggende raadsbrief. Het is om die re den dat onze fractie lang en nauwgezet over deze zaken heeft gesproken en uitgangspunten heeft ge toetst Om met het belangrijkste punt te beginnen: wel of niet een doorbraak Van Swietenstraat-Zuider- plein. De conclusie van onze fractie kon niet anders zijn dan dat er geen doorbraak moet komen. Wij zouden met een doorbraak naar onze stellige overtuiging de basisweg binnenhalen. Cijfers tonen dit aan, maar ook iedere particulier die vanaf de rondweg via de Willem Lodewijkstraat naar de binnen stad rijdt, kan tot de conclusie komen dat het gevaar sterk aanwezig is dat de basisweg door deze door braak wel zal ontstaan. Verder is er de situatie op het Zuiderplein. Er wordt een ontzettend grootschalige oplossing voor gesteld, die men zich alleen maar kan voorstellen bij een grotere stad dan Leeuwarden. Er zijn veel conflictsituaties, terwijl het langzaam verkeer, waarover nogal dierbaar wordt gedaan, gedwongen wordt op talloze punten af te stappen en te wachten voor verkeerslichten. Verder ontstaat er een zeer onoverzichtelijke situatie. Ten slotte is er het niet onbelangrijke punt van afbraak van een aantal hui zen die op het ogenblik vooral door een- en tweepersoonsgezinnen worden bewoond. Wij weten dat er in de stad momenteel grote behoefte is aan woonruimte voor deze categorie. Verder heeft ons stand punt ook te maken met de capaciteit van de binnenstad. Deze capaciteit is beperkt, zoals ook al in het rapport wordt gezegd. De Wirdumerpoortsbrug kan niet meer verkeer dragen dan hij nu draagt. Van daar nogmaals: geen grootschalige oplossingen op het Zuiderplein. Ik zal nog even ingaan op de argumenten die in het verleden zijn aangehaald door voorstanders van een doorbraak. Men noemde bijvoorbeeld het argument dat voor een plan van vele miljoenen wel subsidie beschikbaar zou zijn, maar voor een kleiner plan van maar enkele miljoenen niet. Wanneer dit waar is, dan is dat een zotte situatie. In ieder geval mag het ons niet verleiden om op die manier stedebouw te bedrijven. Een ander argument dat werd genoemd, is het punt dat de Fram niet een goede

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 6