26 27 De Voorzitter: Hiermee is de discussie geëindigd. Ik breng thans het voorstel in stemming dat het college aan de raad heeft gedaan. De heer Van der Wal: Is het mogelijk dat het besluit gesplitst in stemming wordt gebracht, name lijk een punt I en een punt II? De Voorzitter: Daartegen bestaat geen bezwaar. Ik breng allereerst punt I van het besluit in stem ming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig punt I van het besluit. De Voorzitter: Vervolgens breng ik punt II van het besluit in stemming. Punt II van het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 20 tegen 12 stemmen. Punt 31 (bijlage nr. 165). De Voorzitter: Dit punt betreft de huisvesting gemeentelijke diensten. De heer Van den Eist: Wij hebben het vanavond al eerder gehad over de vraag of men een aantal zaken met zware financiële consequenties al op dit moment moet behandelen of veeleer op 6 juli. Mijn fractie is van mening dat het nu aan de orde zijnde voorstel, hoewel er nogal wat consequenties aan zijn verbonden, toch vanavond moet worden behandeld; men zou nog kunnen praten over prioriteiten,, enzovoorts. Het lijkt erop dat met dit voorstel een samenhangend beleid wordt gevoerd ten aanzien van de huisvesting van ons apparaat, omdat wij hiermee een aantal doorschuivingen doen plaatsvinden. Mijn fractie hecht eraan te zeggen dat een wat meer samenhangend beleid wat de huisvesting van onze amb- tenaren betreft in de toekomst toch wel zeer geboden is. Zoals terecht in de stukken wordt opgemerkt, zijn in het verleden nogal wat panden in het vizier geweest, waarin mogelijkerwijs delen van het appa- I raat gehuisvest zouden kunnen worden. Ik herinner mij ook dat er voor een aantal van die panden al kredieten zijn uitgetrokken, om te bekijken tot in hoeverre deze panden bruikbaar waren te maken. Dat I mocht dan niet zo zijn en nu ligt het onderhavige voorstel er. Ik zal er verder kort over zijn, gelet op het late uur. Wij kunnen instemmen met de huur van Amicitia tegen de voorgestelde prijs, maar mijn fractie heeft grote moeite om te bepalen of dit voorstel wat de inrichtingskosten van dit gebouw betreft een re delijk voorstel is. Wij hebben, met een zelfde mate van redelijkheid als waarmee het college op 1.650.000,-- meende uit te komen, in de Commissie voor de Financiën en later in de fractie gezegd dat ook wel zou kunnen worden begonnen met acht ton of een miljoen. Er is geen touw aan vast te kno pen wat de redelijkheid van het voorstel betreft. Er ligt namelijk niet een program van eisen voor dat duidelijk ingaat op de vraag of men moet denken aan kantoortuinen of aan allemaal separate gedeelten per verdieping. Wat is redelijk om in termen van huisvesting in het gebouw aan te brengen en tegen welke prijs? Onze fractie komt dan ook met het voorstel om voorshands voor de inrichting van het te huren ge bouw een krediet van circa één miljoen te ramen. Als het college met een goed uitgewerkt program van eisen komt, waarbij een redelijke mate van inspraak van het personeel een vanzelfsprekende zaak is voor onze fractie, dan zijn wij zeker bereid om mee te werken aan het verlenen van een aanvullend krediet. Voorshands stellen wij echter voor om het punt II van het besluit in die zin aan te passen dat het daarin genoemde krediet wordt beperkt tot één miljoen. De daartoe strekkende motie luidt als volgt. "De raad der gemeente Leeuwarden, gelezen het voorstel van b. en w. van 9 april 1981 (bijlage nr. 165), besluit I conform; II voor het treffen van voorzieningen in het onder I bedoelde ge bouw voorshands een krediet van 1.000.000,beschikbaar te stel len; III. conform." De motie is mede-ondertekend door de heer Geerts. De heer Pruiksma: Ik zal proberen het nog korter te houden. Als men het lijstje van dingen ziet die in totaal 1 ,65 miljoen kosten, dan vraagt men zich af of het niet wat zuiniger kan, met name in deze De eerste vraag die daarna opkomt, is de vraag waarom uitgerekend deze materie niet is aange- ■ouden tot 6 juli. Deze uitspraak betekent niet dat mijn fractie vindt dat het met de DSO en de huis- 1 testing van deze dienst wel wat los zal lopen. Een opmerking van technische aard nog. In het voorstel van het college is het voornemen opgeno men om de inrichtingskosten ten bedrage van 1,65 miljoen bij te boeken bij de boekwaarde van het ge- louw aan de Wissesdwinger. Ik had het completer gevonden, laat ik mij zo maar uitdrukken, wanneer het college in de raadsbrief met name voor de leden van de raad die geen lid zijn van de Commissie voor de Financiën had uiteengezet dat dit in feite een vorm van vervroegde afschrijving is, dus een be- ierking van de beleidsalternatieven op andere gebieden. In het algemeen worden deze zaken namelijk uitvoerig en concreet onder die naam aan de orde gesteld in de Commissie voor de Financiën. Dat is hier niet gebeurd. De commissie kwam er in dit geval zelf op. De begroting die in de Commissie voor de Financiën aan de orde is geweest, is nogal summier. Ik moet u zeggen dat deze begroting op mij niet de indruk maakt uiterst kritisch nog een keer door het col lege in overweging te zijn genomen. Wij kunnen vanaf deze plaats weinig zeggen over de hoogte van de gevraagde bedragen. Met evenveel recht - of met evenveel onrecht - is het zinvol om nu dan een willekeurig bedrag te noemen, hoewel ik mij de gedachtengang van de heer Van den Eist heel goed kan Voorstellen. Ook dat is vooralsnog echter niet aan te geven. Telefonisch zijn ons de afgelopen dagen enige alternatieven aangedragen voor de huisvesting van de DSO, maar deze bleken bij nader onderzoek geen reëel alternatief te zijn. Om die reden zien wij ervan af om daarop nu nader in te gaan. Mijn fractie heeft zich uiteindelijk in het volgende standpunt kunnen vinden. Wij stellen er in ieder geval prijs op te verklaren dat ons inziens het college de vraag gesteld moet worden om het bedrag van 1,65 miljoen nog eens kritisch te wegen en te schrappen wat geschrapt zou kunnen worden. Sommige posten lenen zich daar naar onze mening toch wel voor. De kritische hoogte van het krediet zou dan nader kunnen worden bepaald en de besteding van het krediet zouden wij dan graag zien plaatsvinden in yiauwe samenspraak en in nauw overleg met de Commissie voor Openbare Werken. Een hiermee enigszins annex zijnd punt wordt gevormd door de te plegen nieuwbouw in de Sint Jacobsstraat, in het zogeheten "gat van Leeuwarden". Er is een toezegging dat in het toekomstige ge- (bouw kantoorruimte zou worden gehuurd ten behoeve van de huisvesting van de DSO. Wij zouden graag van het college willen weten of het college iets bekend is omtrent de realisatie van dat project, gelet op de omstandigheid dat de DSO of andere diensten op dit moment niet op deze plaats zullen worden igehuisvest. De heer Bijkersma: De twee vorige sprekers hebben naar aanleiding van het raadsvoorstel gezegd dat zij, gezien het late uur, geen lange discussie wilden. Nu, ik ben niet zozeer voor lange discussies, maar ik wil toch wel een uitputtende discussie als het gaat om een bedrag van meer dan anderhalf mil joen ten laste van de gemeente Leeuwarden en de daaruit voortvloeiende kapitaallasten. Ik heb daar best wat tijd voor over en ik zal dan ook wat dieper op de materie ingaan. Voor ons ligt het plan de DSO te huisvesten in het gebouw Amicitia voor een huurprijs van onge veer anderhalf miljoen per jaar. Voorwaar geen klein bedrag in deze tijd waarin een ieder verzucht hoe wij in vredesnaam door de komende bezuinigingsronde zullen moeten komen en waar wij geld vandaan kunnen halen. Toen in 1973 het bureau Twijnstra en Gudde een plan opstelde waarin men adviseerde de DSO en aanverwante takken van dienst bij elkaar onder te brengen, heeft de raad deze aanbeveling overgenomen. Dit is gedaan in een tijd waarin alles wat gemakkelijker ging en waarin zicht was op een betere economische toestand. Het grote bedrag dat volgens voorstel mogelijkerwijs zal worden uitgegeven, mag echter niet los worden gezien van de huidige economische situatie. De economische toestand moet naar mijn mening wel degelijk bij deze operatie worden bekeken. Het komt mij dan ook bijzonder vreemd voor dat het college er niet toe is overgegaan om de verhuizing van de DSO mee te nemen in de bezuinigingsronde. I Nu is het college misschien afgegaan op hetgeen de voorzitter in zijn nieuwjaarsrede, gehouden op 12 januari, heeft gezegd, namelijk dat het college zich niet voor een tweede keer kon vinden in het kor ten op de investeringen ten behoeve van de huisvesting van gemeentelijke diensten en de toekomstige personeelsbehoefte. Ik stel daar evenwel tegenover dat het bedrag van anderhalf miljoen meegeteld moet Mworden gedurende een aantal jaren. In zijn nieuwjaarsrede heeft de voorzitter ook gezegd dat de finan- (S ciè'le mogelijkheden voor de gemeente weinig speelruimte overlaten. Voorts zei hij dat het in ieder ge- I val realistisch en eerlijk tegenover de kiezers zou zijn om bij het uitspreken en propageren van nieuwe taken en wensen tegelijkertijd aan te geven waar gesnoeid of zelfs gekapt zou moeten worden. Ik wil j dat vandaag de dag best doen. Ik wil ook nog wel verklaren dat ik achter het rapport van Twijnstra en Gudde sta. Ik vind echter niet dat het op dit ogenblik de geschikte tijd is om anderhalf miljoen te be- fj steden aan de verhuizing van de DSO.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 14