28 Ik heb vanmiddag bij de DSO navraag gedaan over het aantal vierkante meters kantoorruimte waarover men in het huidige gebouw de beschikking heeft. Men vertelde mij dat het netto-bedrag aan vierkante meters, dat de diensten ter beschikking staat verspreid over de vier locaties, 2.500 m2 be draagt. In het door de DSO gemaakte program van eisen ten aanzien van het gebouw Amicitia wordt ge komen tot een bruto-ruimte kantooroppervlak van ongeveer 3.600 m2; dat is dan nog ruim bemeten, maoi ik wil dit aantal wel accepteren. In dit bruto-bedrag zijn wel de gangen en de verdere inrichting mee genomen. Men mag, om tot een duidelijke vergelijking te komen met de nu beschikbare netto-opper vlakte van 2.500 m2, rustig 10% van de bruto-oppervlakte in het gebouw Amicitia aftrekken. Dat is niet meer dan realistisch en het is zeker niet overdreven. Als ik een en ander ook nog eens heel simpel in het voordeel van de DSO bereken, dan zou in het nieuwe gebouw Amicitia een efficiënt te gebruiken netto-oppervlakte beschikbaar zijn van 3.100 m2; ik geef de DSO daarmee dus een zeker voordeel. Dit betekent eenvoudigweg dat de DSO in de nieuwe huisvesting 600 m2 meer ruimte krijgt. Het gaat dus om een winst van 600 m2, waarbij de gemeente wordt opgezadeld met kosten ten bedrage van anderhalf miljoen! Het woord "opgezadeld" is misschien niet een juist woord, zeg ik er meteen bij, maar wij con fronteren wel de burgers van Leeuwarden met dit gegeven. Daar tegenover staat natuurlijk wel dat de DSO zeer zeker een werkbaarder geheel zal vormen; dat erken ik. Er zijn vandaag de dag vele mensen die naar een beter onderkomen willen verhuizen. Zij zetten deze stap echter niet, met het oog op de slechte economische situatie. Men doet het wat rustiger aan en wacht even af. Nee, zegt het college, die stap wagen wij zomaar. Nu, ik heb bij de behandeling van het voorstel met betrekking tot het wijk gezondheidscentrum gezegd dat dit centrum als een molensteen om de nek van de gemeente zou hangen. Ik ben ervan overtuigd dat de nu aan de orde zijnde operatie een tweede molensteen om de nek van de gemeente Leeuwarden is. In het licht van de bezuinigingsoperatie vind ik een en ander onverantwoord, Ik vind het gewoon onverantwoord dat het college dit voorstel doet! Het voorstel had nog kunnen wor den meegenomen in de bezuinigingsoperatie, waardoor een prioriteitenafweging had kunnen plaatsvin den, maar het college schuift dit voorstel duidelijk naar voren en dan zeg ik: college, waar bent u mee bezig, waar bent u mee bezig voor de gemeente Leeuwarden gedurende de komende jaren? Ik weet niet hoe mijn andere fractiegenoten over mijn standpunt denken, maar mijn standpunt mag volledig duidelijk zijn. Mevrouw Waalkens: In de Commissie voor de Financiën is uitvoerig gesproken over de huisvesting van de DSO. Ik kan het eens zijn met wat de heer Pruiksma heeft gezegd over het bijboeken bij de boekwaarde van het gebouw aan de Wissesdwinger van het bedrag van 1,65 miljoen. Dit is een vorm van vervroegde afschrijving en ik vraag mij zelfs af of wij nog wel moeten doorgaan met het op deze manier te doen. In de tweede plaats kan ik niet meegaan met het gestelde onder punt II van het besluit, het tref fen van voorzieningen voor een bedrag van 1,6 miljoen. Ik ben het eens met wat de heren Van den Eist en Pruiksma hierover hebben gezegd, namelijk dat wij alles nog eens op de merites moeten beschouwen, Ik geloof niet dat het goed is dat een dienst zelf zijn begroting maakt en de werkzaamheden zelf mag uitvoeren. Ik kan instemmen met het voorstel om een en ander te behandelen in de Commissie voor Openbare Werken. Het lijkt mij ook goed om de inrichtingskosten nog eens door de Commissie voor de Financiën te laten bekijken. Met uitzondering van punt II van het besluit en met uitzondering van de afschrijvingsprocedure kan ik meegaan met het collegevoorstel. De heer Van der Wal: Wij denken dat huisvesting van de DSO in het gebouw Amicitia, als men een oplossing wil creëren voor de slechte huisvestingssituatie op verschillende locaties van de DSO, waarschijnlijk relatief de goedkoopste oplossing is. Deze kans zal zich voorlopig niet weer voordoen, vandaar dat wij met het principe instemmen dat het Amicitia-gebouw voor dit doel wordt gehuurd. Ik kan mij aansluiten bij de woorden die de heer Van den Eist over de inrichtingskosten heeft ge zegd. Wij zullen dus voor de door hem ingediende motie stemmen. Ik sluit mij aan bij de vraag van de heer Pruiksma of hiermee nu - nu nog definitiever, maar dit laat u maar voor mijn rekening - de realisering van het complex Sint Jacobsstraat-Gouverneursplein ge heel op losse schroeven staat. Ik wijs erop dat dit project duidelijk was geënt op de toezegging van de gemeente om in het te bouwen complex voor drie ton per jaar kantoorruimte te huren. Hoe denkt het college over de wederzijdse verplichting - bouwen voor 1 april 1982 - ten aanzien van dit complex om daarmee toch eindelijk eens een einde te maken aan dit afschuwelijke open gat midden in onze stad? Mevrouw De Jong: Ik ben in principe van mening dat de hoge kosten, die wij op ons nemen, niet voor 6 juli aan de orde moeten komen. Gezien de nijpende problematiek van de huisvesting van de DSO 29 ind ik echter dat wij hierbij een duidelijke prioriteit moeten stellen. Hier ligt de kans om Amicitia te uren en ik ben van mening dat wij deze kans moeten grijpen. Met het huren op zich heb ik geen enkele oeite, wel met de inrichtingskosten. Ik vind dat in deze tijd van bezuinigingen de opzet beslist veel berder kan, in ieder geval kritisch moet worden bekeken. De motie van de heer Van den Eist zal ik an ook ondersteunen. Ik had over het geheel genomen graag gezien dat er meer samenhang ten aanzien an de huisvesting van het gehele ambtelijk apparaat was aangebracht en dat een visie op de langere ermijn was uiteengezet. Dit brengt mij als vanzelf op het al eerder genoemde gat aan de Sint Jacobs- traat. Hoe zit het daar eigenlijk mee? Ik sluit mij aan bij de vragen die hierover zijn gesteld. Met het voorstel kan ik dus instemmen, met uitzondering van punt II van het besluit en met uit zondering van de afschrijvingsprocedure. De Voorzitter: Ik zal beginnen met het beantwoorden van de vraag waarom wij niet wachten op de lezuinigingsoperatie van 6 juli. Het college is van mening - wij hebben een en ander in de raadsbrief verwoord - dat de huisvesting van de DSO een bijzonder dringend probleem is, waarvan wij zeggen dat iet geen uitstel mag lijden. Wij hebben nu de kans om het gebouw Amicitia te huren. Het is ons bekend dat een aantal kantoren, met name rijkskantoren, dringend om ruimte verlegen zit. Wij hebben de kans fm het gebouw Amicitia nu ter beschikking te krijgen. Als wij niet nu de beslissing nemen, is de kans rg groot dat Amicitia aan onze neus voorbij gaat. Op dit punt ben ik het eens met de heer Van der /al, toen hij zei dat wij waarschijnlijk niet een tweede keer de kans krijgen om de diensten bij elkaar 5 huisvesten. Ik zal vervolgens ingaan op de opmerkingen van de heer Bijkersma wat dit punt betreft. Ik heb in derdaad in mijn nieuwjaarsrede, overigens niet alleen daarin, gewezen op de bijzonder moeilijke situa tie waarin wij verkeren. Wethouder Ten Brug en ik hebben dit herhaaldelijk naar voren gebracht. Dat 'e situatie moeilijk is, zal op 6 juli dan ook wel aan een ieder overduidelijk blijken. Het voorstel, dat wij nu doen, hebben wij kunnen inpassen binnen het raam van de bedragen die tot dusverre zijn uitgetrokken. Wij doen geen extra beroep op middelen. Wel geef ik toe dat wij tege lijkertijd niet de kans zullen hebben om hierop af te dingen. Maar "op af te dingen" zou alleen hebben betekend dat wij voor een reeks van jaren de huidige gesplitste huisvesting van DSO en Bouw- en Wo ningtoezicht hadden moeten continueren. Zoals uit het rapport van Twijnstra en Gudde al gebleken is, is deze situatie zeer ongewenst. Deze zienswijze hebben b. en w. en raad in het verleden ook onder schreven. Deze verklaring geef ik u en ik houd volledig overeind wat ik in het verleden heb gezegd over de financiële situatie. In dit kader meent het college toch dat het een verantwoorde beslissing is wanneer nu wordt besloten het gebouw Amicitia te huren. Ik heb begrepen dat geen enkele spreker bezwaar heeft tegen het huurbedrag als zodanig. De meeste sprekers zetten vraagtekens bij het bedrag dat het college aan de raad voorstelt om te bestemmen voor de inrichtingskosten. In de eerste plaats wil ik de opmerking maken dat wij een en ander in b. en w. kritisch hebben bekeken. Wij hebben daarbij ook rekening gehouden met het overleg met de medezeg genschapscommissie (mzc), iets waarom de raad ons zelf en met klem heeft gevraagd. Om wille van een goed overleg met de mzc heeft de raad zelfs gevraagd om de behandeling van het onderhavige voorstel een maand uit te stellen. De hoofddirectie heeft overleg gevoerd met de mzc en daarbij is de mzc ge wezen op de moeilijke financiële positie. De medezeggenschapscommissie is er dus ook van doordrongen dat wij wat de inrichtingskosten betreft zo kort mogelijk om de hoek moeten gaan. Wij willen ervan uit gaan dat de gemaakte begroting vrij reëel is en dat het moeilijk zal zijn om daar nog wat van af te knabbelen. Ik begrijp evenwel de aarzeling van de raad. Ik wil daarom het volgende voorstel doen, gelet op de discussie. Ik neem aan dat de andere leden van het college met dit voorstel zullen instemmen; daar vertrouw ik dan maar even op. Het voorstel is als volgt. Het krediet trekken wij uit, maar wij zeggen daarbij twee dingen toe: 1. Er komt een bouwcommissie. Weliswaar betreft het hier niet nieuwbouw, maar het gaat om zo'n be langrijke investering dat wij voorstellen een bouwcommissie onder voorzitterschap van wethouder Rijpma in te stellen. Over dit voorstel is het college het zeker eens, want wij hebben het vanmorgen met elkaar besproken. Deze bouwcommissie zal de besteding van het krediet nauwlettend volgen en zal van geval tot geval toestemming moeten geven voor het besteden van het krediet. 2. Verder stel ik voor het krediet te aanvaarden, maar het college zegt toe dat het alle bestedingen bo ven het bedrag van één miljoen ter bespreking zal voorleggen aan de Commissie voor Openbare Wer ken. Als de Commissie voor Openbare Werken meent niet met eventuele voorstellen voor verdere be stedingen akkoord te kunnen gaan, dan komen wij bij de raad terug. Ik hoop dat u deze toezegging wilt accepteren, want anders moeten wij twee keer naar gedepu teerde staten voor goedkeuring van kredieten. Ik vraag u met klem om met de door mij voorgestelde pro cedure ten aanzien van de besteding van het krediet in te stemmen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 15