32 De hear Miedema: Ik wol graach in stimferklearring oflizze. Oangeande de earste moasje fan PAL oer de Keimpemastrjitte wol ik opmerke dat de opbringst ut de hieren komme moat en dat is net in hel- bere saak. Wy kinne soks net ofsette tsjin de oare renovaasje dêr't subsydzje op sit. Dizze moasje fine wy net winsklik en dêrom sille wy tsjin stimme. De twadde moasje, oer it kantoorgebouw, is net helber neffens us en dêrom sille wy dêr ek tsjin stimme. De eerste motie van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf wordt verworpen met 26 tegen stemmen. De tweede motie van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf wordt verworpen met 25 tegen 7 stemmen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de overgeno men motie en met inachtneming van de toezegging van de wethouder. De Voorzitter^schorst, om 23.00 uur, de vergadering voor de tweede pauze. De Voorzitter heropent, om 23.20 uur, de vergadering. Mevrouw De Haan—Laagland heeft inmiddels de vergadering verlaten. De Voorzitter: Ik stel voor dat wij opnieuw van de agenda afwijken. Punt 21 (bijlage nr. 229). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 22 (bijlage nr. 245). De Voorzitter: Aan de orde is het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de rehabili tatie van het pand Grote Kerkstraat 75. Mevrouw Visscher—Bouwer: Wij krijgen een flinke subsidie voor de rehabilitatie van dit pand. Na de rehabilitatie moet het pand 89.450,opbrengen. Omdat toepassing van een huur op basis van de dy namische kostprijs niet meer is toegestaan, hebben wij te maken met een onrendabele top van 47.350,In de ambtelijke stukken staat, overeenkomstig een eerder besluit van b. en w.dat dit geld, wanneer een en ander wel rendabel wordt, weer zal moeten terugvloeien naar het fonds voor de stadsvernieuwing - waaruit wij het geld ook hebben gehaald - en niet naar het Woningbedrijf. Wij vra gen ons echter af of er niet iets voor te zeggen is om te proberen dergelijke panden te verkopen, omdat wij op dit moment toch een beroep moeten doen op het fonds voor de stadsvernieuwing en het fonds iu zo dringend nodig hebben. Zou het niet beter en niet mogelijk zijn om het pand af te stoten? De Voorzitter: De heer De Pree zal, aangezien hij geen wethouder meer is, als raadslid proberen een antwoord te geven. De heer De Pree: Ik zal proberen tot een goed advies voor het college te komen. Mevrouw Visscher heeft gelijk als zij zegt dat altijd de lijn werd gevolgd om te proberen pand n, die in het bezit van het Woningbedrijf zijn en die worden gerehabiliteerd, op zijn minst tegen de kost prijs - de boekwaarde en de kosten van renovatie met aftrek van de subsidies - te verkopen. De ervarin gen met verkoop van dergelijke panden zijn de laatste tijd slecht geweest; ik denk bijvoorbeeld aan de panden aan de Nieuweburen. Tegenwoordig volgt het college de lijn waarbij de panden, als verkoop daarvan niet lukt, te huur worden aangeboden, in afwachting van betere tijden. Ook dat kost geld. Wanneer het mogelijk zal zijn om het pand Grote Kerkstraat 75 na rehabilitatie tegen kostprijs te ver kopen, dan zal dat zeker gebeuren. Gezien de slechte ervaringen met verkoop, gaat het college er min of meer van uit dat verkoop van het pand niet zal lukken, zoals in de raadsbrief staat. Als verkoop vel zal lukken, dan zal het pand ook worden verkocht, als het aan het college ligt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. jnt 23 (bijlage nr. 250). De Voorzitter: Dit punt luidt: Het scheppen van een overlegstructuur met de huurders van het Ge meentelijk Woningbedrijf. De heer Schagen: Ik wil wat dit punt betreft een ordevoorstel doen. Ik stel voor het punt van de iagenda af te voeren tot nader order, en wel om de volgende reden. In het begin van de vergadering hebben wij een punt van de agenda afgevoerd omdat er geen overleg was gepleegd met bewoners en naar (mijn mening geldt dit ook voor het nu aan de orde zijnde punt. Voor dit punt klemt het ontbreken van overleg met bewoners echter des te meer, omdat de uitvoering en de verwezenlijking van de voorgestel de verordening in hoge mate afhankelijk is van de acceptatie van degenen voor wie de verordening be doeld is, namelijk de huurders zelf. Ik stel daarom voor dit punt tot nader order van de agenda af te voeren, overleg te plegen met de huurders en te bekijken in hoeverre zij kunnen instemmen met de ver ordening. De hear Miedema: Ik bin it net mei de hear Schagen iens. Der is in dudlik ferskil - dit ferskil bliuwt der ek - tusken in ried fan hierders en in feriening fan hierders. In hierdersferiening is prinsipieel hiel wat oars as in hierdersried wurdt. Ik fyn it ütstel fan it kolleezje in goed utstel. Net alle hierders fan wenten fan it Gemeentlik Wenningbedriuw kinne beflapt wurde troch in hierdersferiening. (De heer Schagen: Ik heb het alleen gehad over de betrokkenen en dat zijn de huurders in dit geval. Er zullen on der andere ook huurdersverenigingen bij zitten.) Jo stelle dus ut om dit punt no net te behanneljen en op foarhan in oerlisstruktuer mei de hierdersferiening te foarmjen. (De heer Schagen: Dat heb ik niet voorgesteld!) Soks haldt yn dat der oerlis komt mei de hierdersferieningen, dus mei in part fan de hier ders. Ik bin it ek net iens mei it riedsbrief as dêryn stiet dat de hierdersferiening utstellen docht oer kandidaten foar de hierdersried. Ik bin fan betinken, men moat de hierdersried foarmje troch de hierders byinoar te heljen, buten de hierdersferiening om. Dêrnei moat op demokratyske wize de fertsjinwurdi- gers oanwezen wurde. Ik gean no suver al op it Onderwerp seis yn, mar ik wol mar sizze dat ik de ge dachten fan de hear Schagen, op grun werfan hy utstelt dit punt no net te behanneljen, prinsipieel net goed achtsje. Ik fyn dat wy it punt wol behannelje kinne. De Voorzitter: Ik wil allereerst de kwestie van al of niet uitstellen van dit punt aan de orde stellen. Ik vraag u met klem om de behandeling van dit punt niet uit te stellen. Het betreft een experiment, wij doen een stap in de richting die wij moeten gaan. Wij hebben hierover erg veel overleg gevoerd. Wij kunnen wel een datum afspreken, waarop een zogenoemde evaluatie kan plaatsvinden. Volgens het voorgestelde systeem komt er in ieder geval een overleg-procedure. Wij zien dan waarvoor wij komen te 1 staan en wij zouden kunnen afspreken dat wij een bepaalde datum - dat moet niet over drie maanden zijn maar het hoeft ook niet drie jaar te duren - afspreken waarop wij bekijken of er iets moet worden bijgeschaafd. Ik kan mij indenken dat wij later tot de conclusie komen dat wij aan een bepaalde groep niet hebben gedacht. Zoiets moet ook kunnen worden bijgeschaafd. Wij moeten een dergelijke verorde ning ook niet opvatten als iets dat onveranderbaar is. Wij zijn hier al zo lang mee bezig dat ik een be- I roep op u wil doen om dit punt wel te behandelen. Het is een stap in de richting die wij moeten gaan en als de raad dit punt nu weer aanhoudt, dan betekent dit dat er helaas de eerste driekwart jaar weer niets van terechtkomt. Ik kan mij niet indenken waarom wij deze stap niet kunnen zetten, ten einde een en I ander alvast op gang te brengen. De heer Schagen: Ik kan u wel zeggen waarom u zich wel zou kunnen indenken dat deze stap niet 1 kan worden gezet. Wanneer nu al huurdersverenigingen, huurderswerkgroepen en individuele huurders aankondigen dat zij niets over de overlegstructuur te zeggen hebben gehad en dat zij er eerst graag over I wilien meepraten voordat een en ander in een besluitvormend stadium is geweest, dan kan ik u op voor hand verzekeren dat er voorlopig helemaal niets van een huurdersraad terecht zal komen. Zolang de be- I trokkenen - de huurders in dit geval en niet, zoals de heer Miedema abusievelijk veronderstelde, gelijk al de huurdersvereniging; deze mogelijkheid moeten wij natuurlijk niet uitsluiten - niet uitdrukkelijk j instemmen met het functioneren van zo'n huurdersraad, kunt u het überhaupt wel vergeten dat zo'n raad gaat draaien. Uit dat oogpunt alleen al is het niet meer dan verstandig om deze verordening eerst met de betrokkenen te bespreken. Anders nemen wij een verordening aan die wij in feite na een maand al weer moeten wijzigen, omdat men het er misschien niet mee eens is. Dat lijkt mij helemaal een ver keerde manier van werken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 17