7 op het Wilhelminaplein. Ook zitten wij nog met de discussie over de winkelbanaan, waar onze raad een duidelijke uitspraak over heeft gedaan. Op dit moment kan een ieder constateren dat de winkelbanaan het moeilijk heeft. Gezien bepaalde ontwikkelingen is het naar mijn mening zaak om de discussie over de vraag hoe de vorm van het winkelcentrum er in de toekomst uit zal moeten zien, in de raad te laten plaatsvinden. Het beleid moet hier worden gemaakt en mag niet afhankelijk zijn van een aantal beleg gers. Ook vreest men dat er na deze eerste vraag om wijziging van het bouwplan nog weieens een twee de zou kunnen komen, namelijk om de parkeergarage - die annex is met de lage grondprijs die is ge vraagd - ook maar achterwege te mogen laten. Kortom, dit zijn de bezwaren van een deel van mijn fractie. Een ander deel van de fractie deelt deze bezwaren in grote lijnen. Men vindt de veranderingen ten opzichte van het oorspronkelijke bouwplan niet zo groot. Wat voor hen echter het belangrijkste is, is dat op deze plek in de stad al jarenlang, 20 jaar misschien wel, een groot gat heeft gelegen. Eerder stond hier de jeugdleeszaal, een oplossing die stedebouwkundig niet te verdedigen viel. Dit deel van mijn fractie stelt dat er nu eindelijk snel iets moet gebeuren. Wij laten dan misschien wel enkele uit gangspunten los, maar wij moeten hiermee doorgaan, vindt men. Samenvattend wil ik zeggen dat deze standpunten inhouden dat wij over het voorstel dat u ons doet verschillend zullen stemmen. De hear Miedema: It hat net folie sin om oer dit punt in lang ferhaal te halden. De ried hat in tiid lyn it plan dat der doe lei mei mearheid fan stimmen akseptearre. Mei dat beslót wie yn wezen in part fan de beswieren dy't de hear Ten Hoeve no neamt fan de baan. Ik kin lykwols de beswieren fan de foarstanners fan it kolleezjefoarstel foar it grutste part wol underskriuwe. Mar, der is net boud om't der problemen yn de belizzingssfear wienen. No komt de nije belizzer, it PGGM, mei oare winsken. Men wol it plan wat feroarje en it, nei't men seit, kwalitatyf omheech bringe. Hoe dan ek, in gefolch hjir- fan is dat der wer wat minder kante meters wenopperflak untstiet. As ried hawwe wy fanof it begjin stri- den foar in skaplik oantal wenningen yn dit bouplan. Foar safier't ik de plannen no lezen haw, nim ik oan dat wy wol wat minder wenningen krije sille, mar kwalitatyf wol bettere. Yn elts gefal is it sa dat de wenningen no in eigen opgong krije. De opgongen fan de wenningen wurde net kombinearre mei de kantoarofdiel ing. Ik tocht dat dit in ferbettering wie. Ek de passaazje hat in oare foarm krigen. Men kin der oer stride oft dizze foarm better as minder is. Spitigernoch kinne wy beide foarmen net earst üt- probearje. Der binne lykwols noch oare saken. It gat leit hjir no al in tsiental jierren. Yn in aktive winkel- strjitte as de Sint Jabiksstrjitte wurdt it de undernimmer eins net mear mooglik makke om goed te funk- sionearjen. As men fanof de lewal oer dit terrein hinne de Sint Jabiksstrjitte ynsjocht, untfalt jin suver de moed om dy kant ót te gean. Myn fraksje fynt it net akseptabel om yn it sintrum fan de stêd sa'n gat langer lizze te litten. As men derby betinkt dat de wizigingen yn fergeliking mei it oarspronklike plan minimaal binne, dan is der foar ós gjin inkele reden om mei dizze wizigingen net akkoart te gean. Ik slót my wol oan by de wurden fan de hear Ten Hoeve as dy seit dat it by dizze wizigingen bliuwe moat. Dat is foar ós in hiel wichtich punt. Ik haw ós stanpunt ek oanjun yn de tekst fan in moasje dy't ik no foarlêze si I "De ried, byien op 22 juny 1981, behannel jende bylage nu. 225, bebouwing hoeke St. Jabiksstrjitte/Gouverneursplein, beslót a. dat de fraach steld troch de takomstige eigner, it PGGM, om wizigin gen, globaal oanjun yn dizze bylage, yn it goedkard sketsplan réalisear- je te meien, troch de ried beflstigjend beantwurde wurdt; b. draacht it kolleezje fan b. en w. op alles te dwaan wat nedich is om de boufergunning ofjaan te kinnen." De moasje is mei-underskreaun troch de hear C. de Jong. Gearfetsjend wol ik stelle dat myn fraksje it net mei it kolleezjestanpunt iens is. Wy binne fan miening dat meiwurking oan dit plan fan wiziging en oan dit bouplan ferliend wurde moat om't - de gemeente seis net by steat is dit terrein ridlik te bebouwen; - de undernimmers yn de Sint Jabiksstrjitte net langer goed funksionearje kinne op de wize sa't de ge meente Ljouwert harren dy presentearret; - de ofwikingen fan it oarspronklike plan net grut binne. Noch in inkelde opmerking oer it riedsbrief. Us fraksje fynt it frjemd dat it kolleezje sa'n riedsbrief ót- gean litten hat. Wy kinne akseptearje dat it kolleezje seit dat it net mei it foorstel fan it PGGM ak koart gean kin. It kolleezje seit lykwols net hoe't it dan wol moat. Dêrót soenen wy ofliede kinrre dat it kolleezje fan betinken is dat it terrein noch wol wat langer sa lizzen bliuwe kin, mar fan dy miening wol Ie wy no noch net ótgean. De heer Bijkersma: Het zal moeilijk zijn een zodanig oordeel over deze raadsbrief te vellen dat het voor alle partijen bevredigend is. Men kan naar beide zijden zijn twijfels hebben. Er zijn natuurlijk, gezien het verleden, tegen een wijziging van het oorspronkelijke plan wel een groot aantal bezwaren te noemen. De heer Ten Hoeve heeft dit ook reeds in zijn betoog gesteld. Men kan niet om die bezwaren heen. Iets anders is dat er de laatste jaren economisch gezien heel wat is gebeurd in Nederland. Als op deze plaats in de Sint Jacobsstraat geen uitvoering is gegeven aan een bouwplan, dan is dat niet alleen op jiond van opportunistische redenen gebeurd. Wij mogen naar mijn mening niet voorbijgaan aan de pro blematiek die in de desbetreffende kringen heerst. Er zijn meer bouwplannen, ook particuliere, die van daag de dag niet doorgaan. Men zoekt dan naarstig naar een bijstelling van het oorspronkelijke plan om toch nog maar een financieel aanvaardbaar geheel te kunnen realiseren. Zoals ook de heer Miedema al heeft verwoord, je kunt hedentendage niet meer om het gat in de Sint Jacobsstraat heen. Ik wil het nog eeni een keer herhalen: het is op dat terrein een grote chaos. De omwonenden en andere mensen in Leeu warden is dat een doorn in het oog. Wij moeten constateren dat er sinds de grond is verkocht niet is ge bouwd. Ik heb al gezegd dat dit wellicht niet alleen om opportunistische redenen is geschied. Het aan zicht van de braakliggende terreinen doet schade aan het aanzien van de centrumpositie van Leeuwar den. Niemand zal dit willen ontkennen. Ik wil ook een passage uit de brief van de bewoners en winkeliers van de Sint Jacobsstraat naar vo ren halen. Zij stellen daarin het onaanvaardbaar te vinden in deze tijd nog langer te moeten leven met de vuilnisbelt naast de deur. Zij vinden dat hun tolerantie lang genoeg op de proef is gesteld. Dit is een hartekreet die ons wel moet aanspreken, want de situatie is zo. Het is mijn overtuiging dat er, in dien wij met het collegevoorstel zouden meegaan, lange tijd weieens niets zou kunnen gebeuren. Ook het FGGM zou weieens kunnen afhaken en dan maar een renteverlies voor lief nemen. Ik vind dat een groot gevaar. Ik ben er eveneens van overtuigd, zoals ook ,de heer Miedema heeft gezegd, dat wij als gemeente daar geen bouwplannen kunnen realiseren. Al zouden wij het willen, wij hebben het geld er niet voor. Wij kunnen ook niet om het feit heen dat binnen dit gebied een klein stuk grond ligt, dat nie* in handen is - en ook niet zal komen - van het PGGM. Dit zou weieens een angel in het geheel kunnen zijn. Misschien komen dan opportunistische redenen naar voren om datgene, wat het PGGM op dei.: plek wil realiseren, nog langere tijd niet door te laten gaan. Het is inderdaad waar dat het oorspronkelijke bouwplan een prijs te zien geeft die natuurlijk niet in overeenstemming is met de realisatie van het huidige plan. In het belang van de bewoners en de winke- liess van de Sint Jacobsstraat vindt mijn fractie echter dat er nu iets moet worden gedaan. Het grootste gedeelte van mijn fractie kan zich wel vinden in de motie van de heer Miedema. Wij vinden dat de mo tie ruimte geeft aan potentiële bouwers. Ik hoop echter in het antwoord van het college te horen welke garanties zij willen inbouwen om zeker te stellen dat dit plan nu toch wordt gerealiseerd, ook al zouden de tijden nog slechter worden. Het moet nu natuurlijk wel gebeuren. Vanwege de lage grondprijs mogen wij toch ook de garantie vragen dat het bouwplan nu op korte termijn wordt gerealiseerd. De heer Mie- dema heeft in zijn motie niet over een tijdslimiet gesproken. Ik hoop echter uit het antwoord van het college aan de weet te komen hoe men denkt uitvoering te kunnen geven aan de motie, indien deze wordt geaccepteerd, en hoe men denkt een garantie in te bouwen opdat er op korte termijn gebouwd gaat worden. De heer Van der Wal: Het is vaak wrang om als minderheid in de raad door de ontwikkelingen in het ge te worden gesteld. Sinds 1976 hebben wij gewaarschuwd tegen de gang van zaken bij het terrein Sint Jacobsstraat waarom het hier gaat. Iedere keer zijn die waarschuwingen door het doen van nieuwe beloften in de wind geslagen. Moties zijn door een grote meerderheid afgewezen. Het valt niet te ont kennen dat het terrein er nu als een vuilnisbelt bij ligt. Dit is niet de schuld van de kleine minderheid die dwars lag, maar van de grote meerderheid, bestaande uit CDA, VVD en een groot gedeelte van de PvdA, inclusief de collegeleden. Zij hebben toegestaan dat er nu aan de Sint Jacobsstraat, een van de kostbaarste en historisch belangrijkste gedeelten van onze binnenstad, een vuilnisbelt is komen te lig gen. 'eer op keer vertelden CDA en VVD, ondersteund door een groot gedeelte van de PvdA-fractie, dat men, hoewel het bouwplan niet volgens de oorspronkelijke verwachtingen zou worden uitgevoerd en de grond bijna gratis was weggegeven, snel wilde bouwen en dus maar weer toe zou geven. Wij horen exact hetzelfde verhaal nu weer. Is er snel gebouwd? Is er gebouwd met inachtneming van de door ons gevraagde garanties? Neen. Men kan moeilijk ontkennen dat er niet is gebouwd. Wie zijn verantwoor de! voor deze gang van zaken? Dat zijn het college en de grote meerderheid van de raad. Zo liggen de feiten. Laat men de zaken niet omdraaien. Opnieuw worden thans garanties gevraagd. Vanuit de raad is al drie a vier keer eerder om garanties gevraagd. Wöt heeft het geholpen? De meerderheid van de raad heeft kennelijk geen macht, sterker nog, wil de macht niet hebben om garanties af te dwingen. Uiteindelijk komt deze zaak weer in de raad aan de orde aan de hand van een raadsbrief, waaruit op

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 4