46 rechten in een andere categorie worden ingediend dan de exclusieve belastingheffing op gemeente lijk niveau. Ik heb begrepen dat het college onze voorstellen niet geheel deelt en daarom willen wij alsnog een motie indienen, die als volgt luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 6 juli 1981, behandelende het voorstel van het college van b. en w. van 18 juni 1981, bijlage nr. 272, overwegende dat, gelet op de ontwikkelingen met betrekking tot de gezinsin komens, lastenverzwaring voor de gezinnen ongewenst moet worden geacht, besluit: a. verhoging van het verbruikersdeel van de o.g.b. met meer dan de normale prijsindex voor overheidstarieven en b. invoering van een rioolretributie vooralsnog achterwege te laten." De motie is mede ondertekend door mijn fractievoorzitter, de heer Miedema. Ik wil vervolgens nog een kort woord wijden aan Krats en Biels, naar aanleiding van hetgeen u op pagina 6 van de raadsbrief daarover onder woorden hebt gebracht. De heer Geerts heeft over dat onderwerp gesproken, waarbij hij met name heeft gewezen op de verschillende doelgroepen die de diverse centra zouden bereiken. Ik meen dat daarin een bepaalde discriminatie schuilt, want als Hip- po zich uitsluitend op de studerende jongeren als doelgroep richt, is de verkoop van verdovende mid delen ook alleen voor die categorie bestemd. Overigens, alle gekheid op een stokje, zijn wij van mening dat op termijn ten aanzien van die kwestie andere maatregelen zouden moeten worden getrof fen. Ik wil in dit verband opmerken dat ook de kerken betrokken zijn bij de opzet en de exploitatie van het jongerencentrum Biels. Het lijkt ons niet meer dan juist tegenover de mensen die op dat ter rein activiteiten ontwikkelen hun iets meer tijd te gunnen. Op dat punt behoeft het col lege voorste naar ons idee wijziging, waartoe wij eveneens een motie hebben opgesteld van de volgende inhouc "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 6 juli 1981 behandelende het ontwerp-dekkingsplan 1982-1986, besluit het onderdeel fase 2 onder d.3 (eventuele samenvoeging van De Jeugdhaven en Krats) te verschuiven naar fase 3, ten einde de respectieve besturen de gelegenheid te geven zich nader te bezinnen." Deze motie is mede ondertekend door de heer Jansma. Ik wil vervolgens kort de moties langslopen die door de andere fracties zijn ingediend. Ik heb al gezegd dat de moties van de PvdA voor een niet onbelangrijk gedeelte onze visie dekken, zij het dat wij op onderdelen een andere gedachtengang erop na houden, wat bijvoorbeeld geldt voor het gestel de in motie 1.1. Het is weliswaar zinvol op dit moment te besluiten de subsidie aan de daar genoen- de instellingen te bevriezen, maar wij willen daarbij het voorbehoud maken dat dat nauwelijks moge lijk is voor de normale cao-stijgingen die in de personeelssfeer onontkoombaar zijn. Tegen het verplaatsen naar fase 3 van de subsidie voor de commissie E-10 hebben wij uiteraard geen enkel bezwaar, terwijl hetgeen de Partij van de Arbeid heeft gesteld met betrekking tot de kin derboerderij ons ook niet voor problemen stelt. Ook wij gaan ervan uit dat de renovatie budgettair- neutraal zal verlopen. Motie 2.1 geeft aan dat het personeel van de gesubsidieerde instellingen onder de taakstelling die voor ons eigen personeel geldt zou moeten vallen. Het college heeft daarover al het nodige gezegd en ik kan u zeggen dat onze fractie dit standpunt deelt. De gemeente is namelijk niet het be voegd gezag ten aanzien van deze clubs, zodat wij vermoedelijk weinig minder kunnen doen dan hisr afspreken dat wij wat de subsidieverstrekking betreft het huidige niveau niet zullen overschrijden, af gezien van eventuele cao-stijgingen. Het gestelde onder punt 2 van deze motie inzake een efficiency-onderzoek is juist, zij het dat in onze visie zo'n onderzoek geen geld mag kosten via het binnenhalen van een extern organisatiebureau De door het college voorgestelde wijziging onder punt 3 kunnen wij onderschrijven. De moties 2.2 en 3.1 stellen ons vooralsnog niet voor problemen, zij het dat wij op het punt von de belastingen een eigen motie hebben ingediend. Voor motie 3.2 verwijs ik naar hetgeen wij daaromtrent in onze eerste instantie hebben gezegd. De inhoud van de motie is in wezen daarmee niet in strijd. In motie 3.3 worden nader aan te wijzen herwaarderingsprojecten aangegeven. Het komt ons voor dat ten aanzien van die punten eerst zal moeten worden overwogen - ik neem aan dat het college dat voor het volgende beleidsplan ook automatisch zal doen - welke precies de effecten van die voorstel len zullen zijn en dat pas daarna de beslissing kan worden genomen. 47 Onder punt 6 van motie 3.3 wordt de mogelijke realisatie van een filmhuis binnen de financiële mogelijkheden van de Stichting Culturele Centra genoemd. Eerlijk gezegd zien wij de noodzaak van een filmhuis niet, temeer niet daar dit waarschijnlijk een voorziening zou zijn voor een relatief be perkt gezelschap, dat over het algemeen niet in de meest barre omstandigheden verkeert. Bovendien lijkt het wat hypocriet om deze voorziening wel tot stand te willen brengen, maar de kosten ervan op de Stichting Culturele Centra af te schuiven. Voor ons hoeft deze voorziening niet zozeer en ik neem aan dat de penningmeester van de genoemde stichting daarover gelijkluidende gedachten zal hebben. (De heer Van den Eist: In de motie wordt datgene wat u nu suggereert niet met zoveel woorden gezegd. Wij hebben gesteld dat indien het college mocht besluiten tot verlening van subsidie voor een film huis, voor die subsidie ruimte aanwezig moet zijn binnen de financiële ruimte die wij nu hebben voor de Stichting Culturele Centra. Over de organisatie op dit punt zeggen wij niets.) Uit de interruptie van de heer Van den Eist is mij duidelijk geworden dat ik hem toch niet verkeerd had begrepen. Het lijkt mij weinig zinvol te stellen dat wij als gemeente hiervoor geen subsidie beschikbaar kunnen stel len en dat de Harmonie het maar moet proberen. Ik zie dat de fractie van de PvdA machteloos haar schouders ophaalt! Onder punt 7 van motie 3.3 worden verschillende zaken op een rijtje gezet en op zichzelf heb ben wij met deze opsomming geen problemen, zij het dat je bij de verschillende onderdelen wel op merkingen zou kunnen maken. Wij zullen dat op dit moment niet doen. Wij nemen aan dat u bij het komende beleidsplan hieromtrent het een en ander zichtbaar zult maken. Hetzelfde geldt in feite voor de punten 8 tot en met 11 van deze motie. (De heer Ten Brug (weth.): In feite geldt het ook voor de punten 1 tot en met 6.) Over de moties van PAL zijn al verschillende dingen gezegd, vriendelijke en minder vriendelijke, en ik wil er iets vriendelijks over opmerken, namelijk de opmerking dat ook in de politiek luchtfietserij iets vertederends heeft. Er moet echter ook worden gesteld dat daaraan te zeer realiteitsgehalte ontbreekt om er beleid mee te kunnen voeren. Het cement dat je daarvan bakt is onvoldoende om het huis tijdens de bouw niet in elkaar te laten donderen. Ik probeer hiermee aan te duiden dat wij geen van de PAL- moties zullen steunen. De motie van de VVD valt uiteen in twee onderdelen, de aanleg van tunnels en de aanleg van het wijkgezondheidscentrum. Punt 1.2 is in feite al in uw voorstel opgenomen en het lijkt ons dan ook niet nodig een motie aan te nemen die in wezen al is uitgevoerd. Het krediet inzake de stichting van een wijkgezondheidscentrum zal nog in de raad aan de orde komen. Het is bekend hoe onze fractie in dertijd ten aanzien van het voorstel over dit onderwerp heeft gestemd. Wij vinden dit niet de gelegen heid om alsnog te proberen via een motie ons gelijk te halen. Wij hebben ons bij de meerderheidsbe slissing neergelegd en wij blijven dat ook doen. Het krediet zullen wij te zijner tijd op zijn eigen merites beoordelen. Tenslotte wil ik een woord van dank uitspreken in de richting van de werkgroep meerjarenramingen, die onder voorzitterschap van de wethouder van Financiën heeft gefunctioneerd. Met name dit jaar heeft zij waarlijk geen gering karwei moeten klaren. Mevrouw Waalkens: Na deze spraakwaterval zal ik proberen het iets korter te houden. Het heeft ons wat verdroten dat door het college met name is gereageerd op voorstellen die in de vorm van moties naar voren zijn gebracht, terwijl suggesties en vragen eigenlijk een beetje van de ta fel zijn geveegd. Mede om die reden hebben wij alsnog moties ingediend voor fase 3, welke moties door de heer Pruiksma inmiddels al zijn behandeld. Niettemin zal ik ze nog even voorlezen. Ik heb de suggestie gedaan om de aanleg van tunnels onder wegen gezien de aanlegkosten en het geringe ge bruik ervan zo min mogelijk toe te passen, hetgeen ik nu in een motie heb verwerkt. Voorts heb ik voorgesteld de aanleg van een wijkgezondheidscentrum opnieuw in heroverweging te nemen. Er is ge steld dat over dat laatste punt al een besluit is genomen en dat wij daarop nu niet meer moeten terug komen, maar wij hadden ook al een besluit genomen over Cambuur en over andere zaken. Ik vind het dan ook niet fair dat de heer Geerts een voorstel onzerzijds om op een besluit terug te komen met één zinnetje heeft afgedaan door te zeggen dat daarover, na het genomen besluit, niet meer behoeft te worden gepraat. Ik wil derhalve de volgende motie indienen. Punt 1 .1 van onze motie is vervallen. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 6 juli 1981, besluit: nader aan te wijzen als herwaarderingsprojecten: 1.2 de aanleg van tunnels onder wegen, gezien de aanlegkosten en het geringe gebruik, zo min mogelijk toe te passen en 1 .3 de aanleg van een wijkgezondheidscentrum te herwaarderen."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 25