54
Punt 9 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma wordt met 28
tegen 6 stemmen aangenomen.
Punt 10 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma wordt met 29
tegen 5 stemmen aangenomen.
Punt 11 van motie 3.3 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma wordt met al
gemene stemmen aangenomen.
De Voorzitter: De volgende motie is motie 4 van de Partij van de Arbeid, waarin wordt gesp oken
over het ontwikkelen van aanvullende herwaarderingsvoorstellen in de sectoren cultuur, ruimtelijke
ordening en volkshuisvesting.
Motie 4 van de heer Van den Eist en mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma wordt met algemene stemmen
aangenomen.
De Voorzitter: Thans zijn wij weer gekomen bij de moties van PAL en in de eerste plaats treffen wij
dan aan motie 10, waarin onttrekking van 400.000,per jaar aan het egalisatiefonds wordt voorge
steld. De heer Geerts heeft aanvaarding daarvan in zijn maiden speech ontraden.
Motie 10 van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt met 32 tegen 2 stemmen ve worper
De Voorzitter: De volgende motie is motie 11 van PAL, die een jaarlijkse aanpassing van de erf
pachtscanon betreft. Aanvaarding daarvan is door mij ontraden, zij het dan niet in mijn maiden speech,
Motie 11 van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt met 32 tegen 2 stemmen verworpa
De Voorzitter: Vervolgens is motie 3 van PAL aan de orde.
Mevrouw Van der Werf: Wat ons betreft mag u de resterende moties van onze fractie in één ;erin
stemming brengen. Dat zijn dan de moties 3, 4, 5, 7, 8, 9 en 12.
De moties 3, 4, 5, 7, 8, 9 en 12 van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal worden met32
tegen 2 stemmen verworpen
De Voorzitter: Ik ben thans gekomen bij de eerste motie van het CDA, die de belastingvoorstellen
betreft. Wij stellen u voor deze motie niet te aanvaarden. Op deze hele problematiek zullen wij te
rugkomen in de nota herwaardering, waarbij wij ook met motiveringen zullen komen. Het lijkt m: niet
zinvol dat u over dit aspect nu al bepaalde uitspraken doet. Wij adviseren u dus met klem de nota her
waardering af te wachten, waarin de belastingen het laatste punt zullen vormen. Het lijkt mij ve./tan-
dig dat de raad hierover pas een standpunt inneemt, als hij van onze motiveringen in die nota kennis
heeft kunnen nemen.
De motie inzake de gemeentelijke belastingen van de heer Pruiksma en de heer Miedema won 't met
20 tegen 14 stemmen verworpen.
De Voorzitter: De tweede motie van het CDA houdt het voorstel in om Krats en Biels van fase
naar fase 3 over te brengen. Wethouder Geerts heeft dat ernstig ontraden, waarbij hij een duideli ke
motivering heeft gegeven, die door het hele college wordt onderschreven.
De motie inzake Krats en Biels van de heer Pruiksma en de heer Jansma wordt met 18 tegen lo
stemmen aangenomen.
De Voorzitter: De volgende motie is de motie van de VVD, punt 1.2- punt 1.1 is vervallen - be
treffende de aanleg van tunnels onder wegen. Wij zijn van mening dat dit onderdeel van de motie nu
niet moet worden aangenomen. U zou daarmee overigens ook geen enkele concrete uitspraak doen Wij
zullen in desbetreffende gevallen met voorstellen naar de raad komen, die wij dan ook zullen motiveren
en waarbij wij de dekking zullen aangeven, die vermoedelijk in die gevallen uit de post civieltec' nische
werken zal moeten komen. Van geval tot geval zullen dat soort werken dus door de raad worden behan
55
deld en het lijkt ons dan ook minder juist deze motie aan te nemen, die ook niets oplost met betrek
king tot het dekkingsplan dat wij thans aan u hebben voorgelegd. (De heer Bijkersma: Wij stellen u
voor die aanleg aan een herwaardering te onderwerpen.) Wij willen dat punt niet in de herwaardering
meenemen.
Punt 1.2 van de motie inzake de aanleg van tunnels onder wegen van mevrouw Waalkens en de
heer Bijkersma wordt met 30 tegen 4 stemmen verworpen
De Voorzitter: Punt 1 .3 van de motie van de VVD betreft het wijkgezondheidscentrum, waarvan
de heer Bijkersma zojuist heeft gezegd dat hij dat opnieuw ter discussie wil stellen. De raad heeft
evenwel daarover een beslissing genomen, bij welke gelegenheid een uitvoerige discussie is gevoerd.
Het college is van oordeel dat niet op de principiële uitspraak die is gedaan moet worden teruggeko
men.
Punt 1.3 van de motie inzake het wijkgezondheidscentrum van mevrouw Waalkens en de heer Bij
kersma wordt met 30 tegen 4 stemmen verworpen.
De Voorzitter: Door de heer Knol zijn nog twee vragen gesteld, waarvan de eerste luidde waarom
het college niet bij de raad is teruggekomen met betrekking tot de evenementenhal. Ik concludeer
daaruit dat de heer Knol een van die ijverige raadsleden is die de verslagen van de collegevergade
ringen doorlezen. (De heer Janssen: Die opmerking klinkt wel wat vreemd tegenover de anderen!) Ik
heb niet gezegd dat de heer Knol de enige is die dat doet! Ik zei dat hij een van die ijverige raads
leden is, want ik weet zeker dat ze niet alle 37 zo ijverig zijn! We zullen daarover nu maar niet
vechten; dat kunnen we later weieens doen.
Ik keer weer terug naar de kwestie zelf, want die is veel belangrijker. Wij hebben indertijd een
afweging gemaakt met betrekking tot een aantal objecten en ten aanzien van dit geval was een heel
duidelijke meerderheid van het college van oordeel dat deze aangelegenheid niet meer moest worden
stopgezet. In het kader van die afweging zijn wij bijvoorbeeld ook tot de conclusie gekomen Hippo
noch bij de bezuinigingen noch bij de herwaarderingsprojecten te moeten opnemen. Men kan daarover
overigens van menig verschillen, wat in het college ook het geval bleek te zijn.
Ik ben er blij om dat de heer Knol nog even de Stichting Ontwikkelingssamenwerking heeft ge
noemd, want anders zou het er misschien op lijken alsof wij een subsidie die wij jaren hebben gege
ven nu intrekken of verminderen. Daarvan is zeker geen sprake. Leeuwarden is een van de weinige
gemeenten die in al de jaren, waarin de Stichting Friesland Ontwikkelingssamenwerking bestond, hun
subsidie continueerden. Langzaam maar zeker vielen verschillende gemeenten af, maar Leeuwarden
bleef met enkele gemeenten over. Nu deze stichting in een andere is opgegaan, zijn wij van mening
dat wij de subsidieverlening toch dienen te continueren. Het gaat hierbij om een administratieve post,
omdat wij de oude stichting een extra subsidie gaven in verband met het feit dat de heer Van der Hoek
van onze afdeling Voorlichting fungeerde als secretaris. Hij moest een deel van zijn tijd daaraan be
steden en wij meenden dat die niet volledig door de stichting moest worden betaald. Teneinde dat feit
in de begroting tot uitdrukking te brengen, hebben wij het bedrag in verband daarmee deels als subsi-
diepost geboekt. Die situatie bestaat thans niet meer, want de heer Van der Hoek is niet de secretaris
van de nieuwe stichting. Wij continueren derhalve de subsidie die wij steeds hebben gegeven.
^..h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w., met inachtneming van de aange
nomen moties en de gedane toezeggingen en met aantekening dat mevrouw J. van der Werf en de heer
P.D. van der Wal wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punt 3 (bijlage nr. 273).
De Voorzitter: Bij dit voorstel gaat het om bijstelling van de begroting 1981
Mevrouw Van der Werf: Ten aanzien van de sector algemeen beheer zijn wij tegen volgnummer 24,
waarbij het gaat om verhoging van de post voor uitzendkrachten en verlaging van de post meerkosten ten
gevolge van de invoering van deeltijdarbeid. Wij hebben onze argumentatie hiervoor al gegeven.
Ten aanzien van het onderdeel openbare veiligheid kunnen wij akkoord gaan met het standpunt dat
de politie moet rondkomen met de doeluitkering. Met de daarvoor opgevoerde posten kunnen wij in
stemmen, met uitzondering van de onder 74.1 genoemde bezuiniging op opleidingen en cursussen. Een
na de basisopleiding voortgezette vorming en opleiding achten wij erg belangrijk, zeker gezien de