16 in vacatures niet zouden moeten worden vervuld. Overigens moeten wij ervan uitgaan dat de plaatsen die wegvallen tot dat moment nuttig en noodzakelijk waren, zodat door dat wegvallen ook een stukje dienstverlening of service wegvalt waaraan de burgers iets hadden. Wij zullen graag van het college vernemen wat er precies wegvalt en tegen welke prijs. In onze motie hebben wij dat verwoord onder punt 2.1.3. Bij fase 3 gaat het om dingen die op termijn iets moeten opleveren. U spreekt daarbij over verla ging van de uitgaven inzake bestuurlijke kosten en secundaire arbeidsvoorwaarden. Het vorig jaar heb ben wij bij de behandeling van de begroting ook al over dat onderwerp gesproken, zij het dat wij dat niet deden in de mooie ambtelijke volzinnen die u hebt geschreven. Wij hebben op dat punt een motie ingediend die het niet haalde, maar thans stelt u voor de franje die aan het apparaat en het bestuur zit - misschien inclusief het sherry drinken; ik weet niet wat u zich daarbij voorstelt - eraf te halen, het geen onze volledige instemming heeft. Wij menen evenwel dat dit al in fase 2 kan gebeuren, hetgeen betekent dat wij voor fase 2 50.000,-- voor dat onderdeel als stelpost aan het college meegeven. De voorstellen inzake het niet vervullen van vacatures zijn uitvoerig besproken in het Georgani seerd Overleg en ik meen dat wij daarbij even moeten stilstaan, aangezien de vertegenwoordigers van de ambtenaren en de ambtenarenbonden recht hebben op een antwoord op hetgeen zij hebben gezegd. Er is een suggestie gedaan van de kant van de ABVA-Kabo - overigens waren niet alle bonden er direct toe bereid die suggestie over te nemen -, die betrekking had op het in te voeren drierangenstelsel aanloop rang-functierang-uitlooprang. Men wil vanaf een bepaald rangsniveau, ik meen het niveau van hoofd commies, de uitlooprang laten vervallen. Het budgettair effect daarvan is op termijn drie tot acht ton. De ambtenarenbonden brachten deze suggestie naar voren om te voorkomen dat een aantal arbeidsplaat sen verloren zal gaan. Graag horen wij wat het college van die suggestie vindt, maar wij willen ook ons voorlopig standpunt hierover mededelen, omdat wij vinden dat u daarop recht hebt. Het voorstel van een aantal bonden zou het ontstaan van twee soorten ambtenaren bewerkstelligen. Je hebt nu ook al ho gere en lagere ambtenaren, maar zi'j hebben wel dezelfde rechtspositieregeling. Mijn fractie plaatst grote vraagtekens bij de juistheid van het trekken van een vrij willekeurige grens - wat is namelijk hoog en wat is laag - met de bepaling dat voor de ene groep een andere regeling geldt dan voor de andere. Wij vinden dat onrechtvaardig ten opzichte van de zittende mensen die al wel in een uitlooprang te recht zijn gekomen, terwijl wij bovendien ten opzichte van andere werkgevers in een nogal merkwaar dige positie zouden komen te verkeren. Het zou dan vanaf een bepaalde rang minder aantrekkelijk moe ten worden geacht in Leeuwarden te werken dan bijvoorbeeld in Leeuwarderadeel of bij de provincie. Vandaar dus dat wij met dit voorstel enige moeite hebben. Ten aanzien van fase 3 doet u een behoorlijk aantal voorstellen, waarbij u de belastingen voorop stelt. Wij hebben daarmee enige moeite, zij het niet met de belastingen als zodanig; die betalen we al lemaal zoals de heer Pruiksma ook wel weet. Moeite hebben wij met het feit dat u de belastingen als punt 1 vermeldt, want dit wekt de indruk dat ook in de eerste plaats daarnaar zal worden gegrepen. (De Voorzitter: U moet aan de nummering geen waarde hechten, want die is willekeurig en de verschillende punten zijn van evenveel belang.) Het gaat er mij met name om dat nu meteen wordt ingebouwd dat 2 miljoen aan dekking uit de belastingen zal moeten komen. Overigens ontgaat mij het verschil tussen be lastingen en reinigingsrechten, waarover de heer Pruiksma sprak. Waarschijnlijk zit er een belasting technisch verschil tussen die beide, maar de burger moet in beide gevallen betalen. Het verschil dat de heer Pruiksma creëerde is zo artificieel, dat niet één burger het zal begrijpen; ze moeten toch dokken. Wij willen tussen deze heffingen dan ook geen splitsing aanbrengen. De nadruk moet in dezen worden gelegd bij de herwaarderingsprojecten tot het bedrag dat daarbij is aangegeven. Wij zullen in die zin nog een aantal zaken aandragen en naar ons oordeel mag pas in allerlaatste instantie worden gegrepen naar het middel van de belastingen. Hoewel voorspelbaar is dat verschillende gemeentelijke belastingen niet slechts door de bredere schouders zullen kunnen worden gedragen, maar over alle Leeuwarders zui len moeten worden verdeeld, willen wij toch het principe dat wie het meest heeft het zwaarst zal moe ten worden belast aan het college meegeven. Vooralsnog gaan wij er evenwel niet van uit dat sowieso 2 miljoen moet worden gehaald. Ik moet nog even teruggaan naar fase 2, in welk verband het college spreekt over bezuinigingen in de sfeer van de accommodaties en de multifunctionele gebouwen. Gelet op de sociaal-culturele plan ning en de aanvankelijke veronderstelling dat wij voor hetgeen is opgenomen ongeveer zeven a acht ton nodig meenden te hebben, vragen wij ons af of het wel reëel is thans te veronderstellen dat 250.000,— voldoende zal zijn. Voor fase 3 hebt u een aantal voorstellen ontwikkeld. In zijn interventie tijdens het betoog van de heer Pruiksma heeft de voorzitter al gezegd dat het college grote vraagtekens plaatst bij de omvang van de bedragen welke zijn opgevoerd. Wij zouden daarvan verbaal wel uitroeptekens kunnen maken, maar daaraan hebt u niet zo veel. Ik moet u echter wel zeggen dat wij dezelfde aarzelingen hebben. Dit be ekent dat wij met elkaar een aantal andere herwaarderingsprojecten zouden moeten aandragen. Tot de ■aken die nogal zwaar drukken op ons gemeentelijk budget, behoren de professionele gezelschappen, ■oals Tryater, het Frysk Orkest en Forum. Onze fractie is van opvatting dat de inwoners van Leeuwar- len daarvoor in feite tweemaal moeten betalen, namelijk één keer voor de exploitatietekorten van het centrum en een tweede keer in verband met de subsidiëring van de gezelschappen, dit in tegenstelling ot de bewoners van de randgemeenten, die niet aan die subsidiëring deelnemen en ons bovendien geen aarlijkse bijdrage toeschuiven, noch gevraagd noch ongevraagd, voor de exploitatietekorten van de larmonie. Wij vinden dat wij hierover een mening moeten uitspreken, hoewel dat niet direct iets ople vert. Wij zijn van oordeel dat de betreffende gezelschappen moeten worden gehandhaafd, maar dat de >rovincie en het rijk de financiering daarvan dienen over te nemen. Ik verwijs hierbij naar de nota Or- «estenbestel en naar de discussie die al jarenlang plaatsvindt over de professionele en niet-professionele gezelschappen. Met de andere gemeenten in de provincie zullen wij dan de kosten moeten dragen van de accommodaties, die de gezelschappen het optreden mogelijk moeten maken. Ook dit hebben wij in een motie neergelegd. Vervolgens willen wij ten aanzien van fase 3 nog de volgende herwaarderingsprojecten aandragen. In de eerste plaats noem ik de bibliotheekvoorzieningen. Wij hebben langzaam maar zeker een geweldig netwerk van bibliotheekvoorzieningen opgebouwd en wij hebben een CBD. Het is voor ons de vraag of deze omvang tegen deze prijs wel noodzakelijk is, zodat wij u verzoeken dit punt eens te bezien. Wij willen voorts het heel praktische voorstel doen om na te gaan of omschakeling van het wagen park op LPG iets kan opleveren. Het volgende punt heeft voor de gemeentebegroting geen direct budgettair effect en ik doel dan op de grondaankopen in Wiardaburen. De prijs die wij daarvoor moeten gaan betalen, lijkt hoger te worden dan in onze grond-voorcalculatie is opgenomen en hoewel dat voor de gemeente geen problemen behoeft op te leveren, omdat wij alles calculatorisch doorberekenen, kan dit in de toekomst voor de bewoners wel gevolgen hebben voor de huur en aankoop van de grond. Gelet op de woningmarktsituatie op dit moment en de alleen maar ongunstige ontwikkelingen die op dat vlak zichtbaar worden, is onzes inziens vertraging van die grondaankopen het overwegen waard. Al eerder heb ik iets gezegd over integratie van onderdelen van het apparaat en ook op dat punt doen wij in onze motie suggesties. Het parkeerregime heeft het college zelf ook al aangedragen. Zonder dat wij een bepaalde richting aangeven, willen wij opmerken dat het duidelijk is dat daaraan iets moet gebeuren. Wij willen ook nog iets positiefs zeggen. Er zijn ons stukken overhandigd over de oprichting van een filmhuis, welk punt ook wordt genoemd in de PAL-nota. Ik neem overigens aan dat die PAL-nota bij de besprekingen kan worden betrokken, omdat van de kant van die fractie in verband daarmee dadelijk nog moties zullen worden ingediend. Ik meen dat je het filmhuis geen voorziening voor alle Leeuwarders kunt noemen. Het zal een voorziening zijn voor een beperkte groep met een redelijke opleiding en er zal sprake zijn van een redelijke overdracht van inkomens via de rijkskas daarheen. Hiermee zeg ik overigens niet dat die voorziening daarom niet tot stand moet komen, maar wel meen ik dat zij moet worden gefinancierd uit de financiële mogelijkheden van de Stichting Culturele Centra. Ik verzoek het college die mogelijkheid nader te bekijken. Op bladzijde 7 onder punt d spreekt u over de tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke sportaccommodaties. Ten einde al te ongenuanceerde tariefsverhogingen te voorkomen, verzoeken wij u te bekijken of de navolgende subsidies niet gewoon zouden kunnen worden opgeheven: - Fonds amateur-topsport - Nederlands Schaakkampioenschap - Stichting Concours Hippique - Sportmedisch Centrum; het zou goed zijn indien het Sportmedisch Centrum ernaar zou streven self-sup porting te worden. Een ander punt, dat in feite niet bij punt d thuishoort is de VVV Friesland-Leeuwarden, die voor een- vierde deel door Leeuwarden wordt gesubsidieerd, voor het grootste deel door de provincie en voor een zeer klein deel door het bedrijfsleven. Onzes inziens dient te worden onderzocht of moet worden door gegaan met deze omvang tegen deze prijs. Een herwaarderingsproject dat zeker de aandacht behoeft, mede gelet op de snel oplopende exploi tatietekorten in die sector, is de botenverhuur en de midgetgolfbaan. Onder de punten 8 en 9 van de motie treft u aan: "effecten versnelde uitvoering Frigas-nota met betrekking tot besparingen in openbare verlichting" en "toekomstige positie Gemeentelijk Energiebe drijf". Op deze twee punten wil ik nader ingaan. Ten aanzien daarvan kun je twee kanten uit redene ren, enerzijds doel ik dan op het feit dat het rapport Coconut in discussie is, in verband waarmee de vraag kan worden gesteld of wij als gemeente überhaupt nog wel een eigen productie- of distributiebe-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 9