20 pend team hebben als dat van de afgelopen drie jaren. Ik verklap geen enkel geheim, wanneer ik vertel dat alle collegeleden erg gelukkig waren met een dergelijk team. Wij moeten uw keuze respecteren dat u een andere bestuurlijke taak op uw schouders hebt genomen U hebt daarvoor uw motieven en wij hebben die te respecteren. Wij wensen u toe dat u ook in die ande re bestuurlijke taak veel voldoening zult vinden. Ik neem aan dat de contacten met u, zeker in het menselijke vlak, zeker niet verloren zullen gaan, zij het dat deze contacten op een andere wijze zul len plaatsvinden dan de afgelopen jaren het geval is geweest. Wethouder Eijgelaar, ik wil u namens de raad heel hartelijk dank zeggen voor de inzet waarmee u de stad Leeuwarden hebt gediend. U bent een geboren en getogen Leeuwarder. Dat bleek ook uit de ge- sprekken in bijvoorbeeld de vergaderingen van b. en w. Als men over een bepaald punt in Leeuwarden sprak, dan wist u bijna altijd wel waar wij precies zaten en waarmee wij bezig waren, zelfs al betrof het de kleinste hoeken en gaten. Nogmaals hartelijk dank voor uw inzet. Wij willen ook u ter herinne ring iets meegeven. U kunt al wel raden wat het is. Als er net een wethouder weg gaat die een vaas krijgt en als wij over hem en u vrijwel gelijk denken, dan is het niet zo moeilijk te raden dat ook de andere wethouder een mooie vaas krijgt. Het moet evenwel zo niet doorgaan, want dan kost ons dit wel te veel, maar dat is een heel ander punt. Ik bied u deze vaas graag aan namens de gehele raad en zegu daarbij heel hartelijk dank voor de goede contacten die wij allen met u hebben gehad. Het ga u bijzon der goed in uw verdere leven. (Applaus) De heer Eijgelaar (weth.): Het is voor mij als geboren en getogen Leeuwarder een grote eer geweest om wethouder van Leeuwarden te mogen zijn. Ik heb mijn werk hier met bijzonder veel plezier gedaan, Dat kon ook nauwelijks anders, want ik ontmoette in deze raadzaal mensen met wie het eigenlijk van begin af aan heeft "geklikt". Dat is ook later zo gebleven, met name in het college. Ik kan u zeggen dat de afgelopen zeven jaar voor mij bijzonder plezierige en belangrijke jaren zijn geweest. Ik zei u al dat het mij een grote eer is geweest om elf jaar in deze raad mee te mogen helpen besturen; dit geldt met name voor de laatste zeven jaar. Het is dan ook helemaal niet zo dat ik nu geweldig blij ben dat er iets anders is gekomen en dat ik het hier eigenlijk wel voor gezien houd. Op een gegeven ogenb^k moet men zich echter de volgende vraag stellen: doorgaan met dit werk en zo lang mogelijk nog op deze stoel blijven zitten of de zich voordoende kansen benutten en iets anders doen. Welnu, ik heb voor dit laatste gekozen en ik ben blij dat de gelegenheid zich voordeed waarbij ik bestuurlijk bezig kan blijven in een gemeente die een fusie moet aangaan. Het is dus een tijdelijke kwestie, maar het is een uitda ging voor mij om in deze nieuwe functie te zorgen dat de fusie tussen twee gemeenten als gevolg van de herindeling zo geruisloos mogelijk zal geschieden. Daar zal ik dan de komende jaren mijn ervaring, die ik hier heb opgedaan, in praktijk mogen brengen. Mijnheer de voorzitter, u hebt een aantal facetten genoemd van het werk dat ik hier heb mogen doen. Ik denk dat een van de dingen die mij bijzonder van pas zijn gekomen bij het tot stand brengen van een synthese tussen soms tegenstrijdige belangen van bedrijfsleven en overheid, het feit is do ik zakelijk bezig ben geweest in dat bedrijfsleven. Daar heb ik moeten leren om het product, zoals dat was gefabriceerd, te verkopen. Dan was het zaak te trachten in de huid van de ander te kruipen en zich af te vragen hoe die ander er tegenaan keek. Op die wijze verschillende opvattingen bijeen te bren gen, was een stukje verkoopkunde en ervaring die later, in het bestuurlijke vlak, is gebruikt en dat is naar mijn mening ook de reden waarom het goed is gelukt. Ik heb met name dat werk altijd met piezier gedaan. Ik noem in dit verband zeker niet in de laatste plaats de personeelszaken. Wat was nu het verschil tussen het economisch gebeuren, het contact met onze bedrijven en personeelszaken? Bij personeelsza ken had men met mensen te maken en het meest boeiende daarvan is: iets voor en met mensen doen en samen iets opbouwen. In de personele sector kan men meehelpen het wel en wee van het gemeenteperso- neel te behartigen. Dat heeft mij altijd in bijzondere mate geboeid. Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat ik van u mocht horen dat ik redelijk goed heb gefunctio neerd. Ik heb mijn best gedaan, meer kon ik niet, maar dat was ook mijn plicht. U, mijnheer de voor zitter, nam niet met weinig genoegen. Of men nu wil of niet, maar als men onder u en samen met u moet werken, dan moet men zich wel inbijten in de materie, want anders zal het niet gaan. U vroeg op de dingen in en zat ik dan eens met de mond vol tanden, dan gebeurde mij dat een tweede keer niet zo gemakkelijk weer. U hebt mij in mijn werk geweldig gestimuleerd en daarvoor mijn hartelijke dank. Ik zeg ook mijn collega's hartelijk dank - ik zal geen namen noemen - en niet in de laatste plaats de amb tenaren met wie ik veel te maken heb gehad. De verstandhouding met hen en de wijze waarop ik met hen heb kunnen werken, was bijzonder goed. Nu is de verleiding groot om een paar namen te noemen, maar ik zal het in dit verband niet doen, misschien komt het later nog weieens naar buiten. Er zijn ech ter in dit apparaat mensen - al onze afdelingshoofden, de directeuren van diensten en bedrijven, de ge 21 meentesecretaris - die voortreffelijk werk doen in deze gemeente. Als men als bestuurder daaraan maar aandacht schenkt en met hen een en ander goed regelt, dan moet het voor de meesten mogelijk zijn om bestuurlijk in deze gemeente met een zodanige ambtelijke staf te slagen. Mijnheer de voorzitter, heel hartelijk dank voor de woorden die u hebt gesproken. Ik zal naar ik aanneem niet voor de laatste keer hier zijn. Ik ben hier zovele jaren geweest dat ik hier vast nog wei eens terug zal komen. Ik wens u, het college en de raad graag heel veel succes en Gods onmisbare ze gen toe, want dat was voor mij in de afgelopen periode bijzonder belangrijk en zo heb ik dat ook erva ren. Dank u wel. De heer Van den Eist: Mijnheer de voorzitter, na uw bijzonder vriendelijke woorden en uw naar mijn gevoel treffende analyse en terugblik wil ik enkele woorden zeggen tegen u persoonlijk, de leden van het college en de raad. Ik heb de tijd die ik in Leeuwarden doorbracht bijzonder prettig gevonden en ik ga dan ook niet zonder weemoed weg. Het is nu eenmaal niet anders, ik hoef daarover niet uit te weiden. Ik heb het hier erg naar mijn zin gehad. Hetzelfde geldt voor mijn vrouw en voor mijn kinde ren. In het leven komt men net als in de politiek voor een heleboel keuzen te staan; wij hebben deze keuze gedaan. Het is moeilijk afstand te doen van iets dat toch een stukje van je eigen leven is gewor den, waarop u, mijnheer de voorzitter, persoonlijk nogal invloed hebt gehad, evenals de andere leden van het college. Contactueel is het een bijzonder plezierige tijd geweest. Ik meen ook te mogen stellen dat de openheid van de zijde van het college naar individuele raadsleden en de gehele raad een ruime voldoende heeft gehaald, hoewel er wat dit betreft verschillen in opvatting waren. Ik dank u voor de prettige wijze van samenwerken en dank ook mijn collega-raadsleden voor de prettige tijd die ik hier mocht hebben. Ook de ambtenaren die gevraagd of ongevraagd goede bijstand hebben geleverd, zeg ik hartelijk dank. Het ga u allen goed in Leeuwarden. De heer Eijgelaar (weth.): Ik wil de raad nog graag heel hartelijk bedanken voor de mooie vaas die men mij heeft gegeven. Ik vind het een geweldig cadeau, ik heb deze vaas altijd schitterend gevonden. Ik ben er bijzonder blij mee. De Voorzitter: Wij zijn hiermee aan het eind van onze vergadering gekomen. Wij komen pas op 31 augustus weer bij elkaar. Ik wil u allen een heel prettige vakantie toewensen, voor zover u al niet va kantie hebt gehad. Ik hoop dat wij elkaar gezond en wel zullen terugzien. De Voorzitter sluit, om 21.05 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 11