14 gelaten. Zoals u weet, is daar vlakbij de Emmausschool gevestigd en deze school grenst aan de LPG- tank op het perceel Keidam 2. Al langere tijd zijn er problemen ten aanzien van deze situatie. Ik kan mij voorstellen dat de Emmausschool, die afgekeurd is door de inspecteur voor de volksgezondheid, tij delijk in het gebouw van de Johannes Bogermanschool kan worden gehuisvest, indien er op niet al te lange termijn zicht is op verplaatsing van de LPG-tank. Ik verzoek het college om bij het zoeken naar een nieuwe bestemming voor het gebouw van de Johannes Bogermanschool ook deze mogelijkheid in aanmerking te laten komen. De heer Ten Brug (weth.): Het gebouw van de Johannes Bogermanschool kan worden bestemd voorde huisvesting van een dependance van de le Leeuwarder Huishoud- en Nijverheidsschool en Opleidings school voor Lerares HNO. Deze dependance is nu gevestigd in het pand Speelmansstraat 13. Deze school moet op vrij korte termijn, de maand oktober wordt daarbij genoemd, worden ontruimd wegens bouw plannen ter plaatse. Wij hebben dus geen school over. Een ruiling van de gebouwen van de twee scho len lost in feite het probleem van de Emmausschool niet op. De suggestie die mevrouw Van der Werf doet, is helaas niet mogelijk. Mevrouw Van der Werf: Met betrekking tot de Emmausschool is steeds gezegd dat men het de inde- ren niet kon aandoen om hen her en der verspreid in de stad school te laten gaan, in verband met het reizen en dergelijke. De leerlingen die de huishoudschool bezoeken, zijn ouder en daarom speelt dit probleem voor hen minder. Ik vind dat een en ander niet zomaar kan worden afgedaan met te zeggen dol de Speelmansstraat moet worden ontruimd. Ook de Emmausschool moet dringend worden ontruimd Het gebouw is immers afgekeurd door de inspecteur voor de volksgezondheid. De kwestie met de LPG -tank blijft steeds maar liggen. Weliswaar wordt er wel aan gewerkt, maar het is zo'n slepende zaak dat ik mij afvraag of deze kwestie wel op korte termijn kan worden opgelost. Misschien kan het college daar over iets naders zeggen. Ik verzoek de wethouder toch om de Emmausschool ook bij deze ruiling van ge bouwen te betrekken en te bekijken of de huishoudschool over een aantal gebouwen kan worden ge spreid. De heer Ten Brug (weth.): Dat laatste is onmogelijk. Wij hebben op het ogenblik geen andere huis vesting voor de huishoudschool Deze school moet uit de Speelmansstraat vandaan. Ik kan op het nament geen inlichtingen geven over de ontwikkelingen rond de LPG-tank, maar ruilen van de twee schoolge bouwen in kwestie helpt natuurlijk niet. De Voorzitter: Ik zal een enkel woord zeggen over de LPG-tank. Wij zijn druk bezig om te probe ren deze tank te doen verplaatsen. In antwoord op schriftelijke vragen van de PAL-fractie is door ons al eens gesteld dat wij contact hebben met het ministerie over deze aangelegenheid. Het is echt geen ho peloze zaak. Het is mogelijk om binnen vrij redelijke tijd met een oplossing te komen, in die zin dat de LPG-tank zal worden verwijderd. Ik heb daar vertrouwen in. Ons is in het vooruitzicht gesteld dat wij een behoorlijk bedrag kunnen krijgen, waarbij zelfs vooruitgelopen is op nadere wettelijke regelingen. Wij hebben kunnen aantonen dat het bij deze kwestie om een urgente zaak gaat. Ik hoop dat het eind resultaat van de onderhandelingen ook dienovereenkomstig is, want dat kan in feite nog de enige bottle neck gaan betekenen. Wij zijn er hard aan bezig en hopen op korte termijn enige klaarheid in dezen te kunnen verschaffen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 43 t.e.m. 47 (bijlagen nrs. 280, 282, 281, 283 en 284). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 48 (bijlage nr. 311). De Voorzitter: Aan de orde is het ontwerp-Streekplan Friesland. Mevrouw Brandenburg—SjoerdsmaIn het ontwerp-Streekplan wordt nogal positief gereageerd o de toename van de werkgelegenheid in de dienstensector. Vestiging van bedrijven in de dienstensector zou in Leeuwarden moeten plaatsvinden. Op bladzijde 109, eerste kolom, van het ontwerp-Streekplan staat: "Dergelijke dienstverlenende bedrijven zijn veelal stuwende diensten, dat wil zeggen dat de afzet van hun diensten merendeels plaatsvindt buiten de eigen regio. Dit maakt het voor weer andere bedrijv n (in 15 de industrie of in de dienstensector zelf) aantrekkelijk zich in de (buurt van de) betreffende kern te ves tigen. In de Friese situatie heeft vooralsnog alleen Leeuwarden een kans een dergelijk cumulatief proces van groei op te roepen. Waar Leeuwarden ruim 25.000 arbeidsplaatsen in de dienstensector bezit, heb- ben Heerenveen, Sneek en Drachten er elk niet meer dan 7.000 en Harlingen en Dokkum elk zelfs niet meer dan 4.000. Er dient dan ook naar gestreefd te worden zo veel mogelijk de stuwende diensten in Leeuwarden te concentreren." Dit klinkt allemaal heel mooi, maar daarbij behoort natuurlijk de ontsluiting van bedrijventerrei nen. In dit verband wijs ik dan op de aan te leggen Oostergoweg. Het college stelt voor om bezwaren in te dienen met betrekking tot de noordtangent. Nu ligt er inderdaad een raadsbesluit om deze ontslui- tingsweg aan te leggen, maar aan de aanleg van deze weg was niet zo'n hoge prioriteit gegeven. Is het nu niet van belang om via het Streekplan Friesland ervoor te zorgen dat de Oostergoweg wat meer ac cent krijgt, in die zin dat de aanleg van deze weg bij de provincie wordt opgewaardeerd? Mevrouw Van der Werf: In tegenstelling tot het college van b. en w. hebben wij geen moeite met het standpunt van de provincie met betrekking tot de noordtangent. Wij hebben vaak genoeg gesteld dat de noordtangent wat ons betreft niet noodzakelijk is. Ik zal dan ook niet instemmen met dat deel van het voorstel waarin wordt voorgesteld om bezwaren met betrekking tot de noordtangent in te dienen. Een ander punt waarover wij zowel met het college als met de provincie van mening verschillen, is de taakstelling met betrekking tot de groei van de bevolking. De afgelopen jaren is er officieel ge bouwd ten behoeve van de groei. Deze gewenste groei is echter nogal tegengevallen. Er zijn in de af gelopen jaren meer mensen uit Leeuwarden naar andere provincies en gemeenten vertrokken dan zich hier hebben gevestigd. Een groei met meer dan 700 mensen per jaar is veel te optimistisch gedacht; het is wellicht irreëel. Een beleid dat zich richt op het aantrekken van mensen uit de Randstad en uit ande re gemeenten om een groei van het inwonertal te realiseren, gaat voorbij aan de woningbehoefte van de eigen bevolking. De huidige woningzoekenden kunnen de woonlasten van de dure gezinswoningen hele maal niet opbrengen. Uit kranteberichten bleek ons dat ook de bevindingen van het RIGO in deze rich ting gaan. Het verbaast ons overigens dat de knelpuntennota nog steeds niet in ons bezit is. Het RIGO namelijk heeft grote twijfel over de taakstelling van het Streekplan en rekent voor dat woningbouw voor de eigen bevolking voor de komende jaren al een grote taakstelling is. Een woningbouwprogramma voor meer dan 1.200 nieuwe woningen per jaar zal al nodig zijn om aan de eigen vraag naar woningen te kunnen voldoen. Wij zullen moeten kiezen tussen bouwen voor de groei van de bevolking van Leeuwar den, voor immigratie dus, en bouwen voor de eigen behoefte aan woningen. Simpel gezegd: dure en grote eengezinswoningen of kleine en goedkope woningen. Aan de laatste categorie woningen heeft de huidige woningzoekende bevolking in Leeuwarden behoefte. Mevrouw De Jong: In mijn partij bestaat bezwaar tegen de aanleg van de noordtangent. Ik kan dan ook niet instemmen met punt 2 van het voorstel dat het college aan het einde van de raadsbrief doet. De Voorzitter: Ik zal beginnen met enkele opmerkingen over de noordtangent. Het voorstel van het college in dezen is in overeenstemming met de beslissing die in het verleden in de raad is genomen. Het is ook in overeenstemming met het standpunt dat de raad van de Regio Friesland-Noord hierover unaniem heeft ingenomen. Ik meen dat het juist is om hierop te wijzen, opdat niet wordt afgeweken van datgene waartoe gemeenteraad en regioraad hebben besloten. Mevrouw Brandenburg vraagt of het zinvol is om de provincie te wijzen op het belang van de aan leg van de Oostergoweg. Ik meen niet dat dit zinvol is. In het Streekplan Friesland staan niet direct in dicaties ten aanzien van datgene wat eigenlijk meer tot het stadsgebeuren behoort. Ik geloof niet dat het nodig is om voorstellen te doen ten einde een zaak als deze te doen opnemen in het Streekplan. Ik kan u wel zeggen dat zeer onlangs overleg heeft plaatsgevonden met een aantal departementen en met het provinciaal bestuur. De verslagen van de besprekingen zijn of worden binnenkort voor de raad ter inzage gelegd. Ten aanzien van onze infrastructurele werken is duidelijk overeenstemming verkregen over het voornemen om de aanleg van de Oostergoweg direct te laten volgen op de aanleg van het eerste gedeelte van de zuidtangent. Met de aanleg van de noordtangent en het laatste gedeelte van de zuidtan gent zal dus niet na realisering van het eerste gedeelte van de zuidtangent worden begonnen; de aanleg van de twee eerstgenoemde wegen vormt een probleem dat verder van ons vandaan ligt. Weliswaar passen deze wegen wel in de totaliteit van structuurverbeterende maatregelen, maar dit geldt voor de lange termijn. De Oostergoweg vormt duidelijk een eerste prioriteit. egen mevrouw Van der Werf zeg ik dat er geen sprake van is dat wij voor de keuze staan om of voor de eigen bevolking of voor immigranten woningen te bouwen. Het beleid is erop gericht om tot een zekere uitbreiding van het inwonertal van Leeuwarden te komen. Een extra deel van de te verwachten

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 8