16
scheidingswanden. Naar mijn idee ligt het niet op de weg van een raadslid om uit te rekenen of er 2,000
m2 of 3.000 m2 scheidingswand nodig is; ik moet zeggen dat ik dat ook niet kan. In die vergadering is
inderdaad door de wethouder gezegd dat de Commissie voor Openbare Werken er niet bij moest worden
betrokken, omdat hij op dat moment niet in staat was aan te geven welke financiële consequenties het
geheel had; zo heb ik het althans begrepen. De directeur van de DSO kon die gegevens namelijk niet
aan de wethouder geven. Tijdens die vergadering werd besloten de Commissie voor Openbare Werken
bij elkaar te roepen in week 35; dat zou betekenen: in augustus. Wel moesten op het moment van die
eerste vergadering b. en w. de beslissing nemen of met het huurcontract kon worden ingestemd. Mijns in
ziens ontstond toen de vervelende situatie dat wel een huurcontract werd afgesloten, terwijl nog niet
bekend was hoe de verbouwing zou plaatsvinden. Een en ander werd echter op de koop toe genomen.
Vervolgens deed zich in de procedure een gaatje voor - nogmaals, zo heb ik het begrepen -, toen tij
dens de vergadering op 16 juli bleek dat de cijfers bekend waren. Deze vergadering werd heel vroeg in
de ochtend gehouden. Men wilde graag dat de verbouwing op tijd van start ging en materiaal en derge
lijke besteld kon worden. Daarna werd besloten de Commissie voor Openbare Werken bij elkaar te roe
pen, hetgeen nog diezelfde dag, in de namiddag, lukte. Ik vind ook dat er schoonheidsfouten zijn ge
maakt, maar ik kan daar niet zo'n halszaak van maken. Uiteraard kan ik mij mooiere procedures voor
stellen. Nu wordt er over de ad hoc-leden gesproken alsof het een grote schande was deze leden voorde
commissievergadering uit te nodigen. Ik ben het daar niet mee eens. Ik vind dat dergelijke oplossingen
zo nu en dan moeten kunnen worden gehanteerd. Ik had weieens willen horen wat men allemaal had ge
zegd als er vergaderd was met een commissie die maar net of helemaal niet het quorum had gehaald.
Ik kan dus niet zo zwaar aan een en ander tillen. Wij hadden ook liever gewild dat er uiteindelijk
iets uit de bus was gerold dat dichter bij de één miljoen lag dan bij de anderhalf miljoen. Ik wil het hier
verder bij laten.
De heer Heere: Er is een motie ingediend door een tweetal fracties. De heer Van der Wal zegt dat
het niet de bedoeling is om de beslissing inhoudelijk opnieuw ter discussie te stellen. Hij heeft vervol
gens een langdurig betoog gehouden, waarin ik alleen maar opmerkingen juist over die beslissing heb
gehoord. Hij heeft gezegd dat hij wel wilde aangeven dat de spelregels zijn gebroken in de verhouding
tussen raad en college. De drie indieners van de motie komen dan tot het oordeel dat ze hierover hun
afkeuring uitspreken. Laat ik beginnen met te zeggen dat ik die conclusie niet deel. Mijn fractie vindt
een afkeuring over het door het college in dezen gevoerde beleid bepaald niet op zijn plaats. Een der
gelijke conclusie is veel te zwaar. Om in de terminologie van mevrouw De Jong te blijven: het is geen
kwestie meer van messen, maar van botte bijlen.
in de richting van de heer Van der Wal wil ik het volgende zeggen. Hij heeft het over spelregels en
over zelfrespect. De heer Van der Wal zegt weieens vaker: de raad zou dit of de raad moet dat. Ik heb
weieens de indruk dat hij zichzelf met de raad vereenzelvigt. Mijn zelfrespect gebiedt mij om te zeggen
dat hij zich daarin vergist. (De heer Van der Wal: Ik heb het niet over mijn eigen zelfrespect, ik heb het
over het zelfrespect van de raad als hoofd van de gemeente.) Juist, dat heb ik ook gezegd. De heer Van
der Wal kan niet uitmaken wat inhoudelijk de betekenis van dat woord voor anderen is en wat de bedoe
lingen zijn die wij hebben als wij dat woord gebruiken. Trouwens, wij gebruiken dat woord niet, dat
doet de heer Van der Wal altijd. (De heer Van der Wal: Daarom dien ik ook een motie in.) In dit geval
gaat het mijns inziens niet zozeer om de spelregels, maar meer om het soort spel dat wordt gespeeld. Ik
moet zeggen: dat keur ik af.
De heer Bijkersma: Ik was eerlijk gezegd een beetje bang dat de heer Heere naar aanleiding van het
betoog van de voorzitter zou reageren met de woorden: de motie van de heer Van der Wal ligt er, laten
wij er maar over stemmen, want ik wil verder geen woord aan deze kwestie wijden. Gelukkig heeft hij
niet zo gereageerd. Ik vind dat er toch wel wat woorden aan deze zaak moeten worden gewijd, zeker no
hetgeen er vanavond is gebeurd.
Ik wil datgene wat vanavond door de heer Van der Wal en mevrouw De Jong naar voren is gebracht
niet zomaar voor kennisgeving aannemen. In het door hen gevoerde betoog worden wel enkele fouten
gemaakt. Door anderen te citeren, komt een en ander in een heel ander licht te staan, althans voor mij,
De heer Van der Wal heeft opgemerkt dat de voorzitter gezegd zou hebben dat de Commissie vooi
Openbare Werken in alle stadia zou worden geraadpleegd. Er is echter helemaal niet gesproken over "in
alle stadia", er is toegezegd dat alle bestedingen boven het bedrag van één miljoen ter bespreking zul
len worden voorgelegd aan de Commissie voor Openbare Werken. Dat is natuurlijk heel wat anders. Ook
mevrouw De Jong heeft, toen zij de heer Pruiksma citeerde, gezegd dat de commissie in alle stadia zou
worden geraadpleegd. Een en ander is nooit gezegd en daar gaat het nu natuurlijk wel om. Uit het be
toog van de woordvoerders van de twee fracties die de motie hebben ingediend, krijg ik het idee dat ze
17
ijt hebben van de indertijd genomen beslissing. Mijns inziens denkt men nu dat deze enorme besteding
Het had moeten plaatsvinden. Men zegt nu dat men niet op het destijds genomen besluit terug wil ko
men. Ik heb echter het idee dat men daar toch wel een beetje mee bezig is. Mijns inziens wil men de
beslissing, die naar het oordeel van de twee fracties misschien fout is geweest, wat terug draaien en ge
bruikt daa'rbij dan wat "nabranders", zoals wij dat in dienst noemen. (Gelach) Voor mij heeft een en an
der echter helemaal geen zin. (De heer Van der Wal: Ik wil de heer Bijkersma meteen geruststellen...) In
een vorige vergadering heeft de heer Van der Wal mij ook geïnterrumpeerd en gezegd dat ik eens in de
historie moest duiken. De heer Van der Wal moet ook eens in de historie duiken en in de notulen lezen
waterstaat. Hij moet de dingen niet gaan vervalsen. Er is duidelijk toegezegd dat het college, als de
Commissie voor Openbare Werken meende niet met eventuele voorstellen voor verdere bestedingen ak
koord te kunnen gaan, bij de raad terug zou komen. Niet eerder. De heer Van der Wal heeft een en an
der mee besloten. Naar mijn mening had de heer Van der Wal het betoog, dat hij hier vanavond heeft
gevoerd, in de Commissie voor Openbare Werken moeten houden. Daar was zijn betoog op zijn plaats
geweest. Hij had zijn betoog niet hier in de raad mogen houden, met daarbij alle verdachtmakingen.
Het zit mij erg hoog dat twee raadsleden op deze wijze de letterlijke tekst van de notulen van de ver
gadering van 21 april aanvallen en dat ze die laten uitmonden in een, zoals ik het lees, motie van
wantrouwen. Aan deze motie van wantrouwen heb ik helemaal geen behoefte. (De heer Van der Wal: Er
is geen motie van wantrouwen ingediend.) U moet goed luisteren, mijnheer Van der Wal. Ik heb toch
gezegd: zoals ik het lees! (De heer Van der Wal: In de motie staat duidelijk: "...en besluit daarover haar
afkeuring uit te spreken.") De wijze waarop een destijds genomen beslissing wordt aangevallen, vind ik
niet op zijn plaats. Over die beslissing kan nu niet meer worden gediscussieerd; helaas misschien, maar
dat is een heel andere zaak. Wij hebben indertijd besloten dat alle bestedingen boven het bedrag van
één miljoen zouden worden voorgelegd aan de Commissie voor Openbare Werken. Als de Commissie voor
Openbare Werken niet met eventuele voorstellen akkoord ging, dan zou een en ander in de raad aan de
orde worden gesteld. Tijdens de vergadering van de Commissie voor Openbare Werken, waarbij het quo
rum aanwezig was, is men akkoord gegaan met het beschikbaar stellen van een hoger krediet. Wij kun
nen nu niet anders doen dan een en ander aanvaarden.
Mevrouw Van der Werf: Ik vind dat er op een ontzettend simpele manier wordt ingegaan zowel op de
gang van zaken in het geheel als op het verhaal dat de heer Van der Wal en mevrouw De Jong hebben
gehouden. Op de inhoud van hun verhaal, op alle citaten die ze hebben aangehaald en op alle feitelij
ke gebeurtenissen is niet gereageerd. Er wordt op een heel simpele manier opgemerkt dat er door de
voorzitter van het college niets anders is gezegd dan dat de Commissie voor Openbare Werken te zijner
tijd zou worden ingeschakeld. Dat is toch gebeurd, wat is er dan te zeuren, zo wordt er dan gezegd.
Waarover wij zitten te zeuren, is het volgende. Wij worden bij de Commissie voor Openbare Werken om
de tafe; geroepen, een commissie waarin wij helemaal geen zitting hebben. Tijdens die vergadering wa
ren wij nog niet in het bezit van de notulen van de raadsvergadering van 21 april; op die datum is na
melijk over deze kwestie gesproken. Op het moment van de commissievergadering leefde ik nog in de
veronderstelling dat er op 21 april een motie was ingediend. Vandaar dat ik aan de wethouder vroeg:
Heeft u de motie niet uitgevoerd? Daarop antwoordde de wethouder: Neen, wij hebben de motie niet
uitgevoerd, want de medezeggenschapscommissie wilde dat niet. Ik vraag mij af wat wij hier nu als raad
zitten te doen. Als raad hebben wij een toezegging gekregen van de burgemeester... (De heer Heere: Al
weer zo'n kwalificatie van de raad, ik maak hiertegen nogmaals bezwaar.) Dat doet u dan maar. Het is
mijn kwalificatie, naar mijn mening wordt er hier zo geredeneerd. Door de voorzitter van de raad wordt
dus een toezegging gedaan en die toezegging is niet uitgevoerd. Dat blijkt uit de woorden van de wet
houder. Het enige dat van de toezegging is uitgevoerd, is dat wij, als alles al in kannen en kruiken is
en wij alleen nog maar ja of nee kunnen zeggen, bij elkaar worden geroepen. Wij moeten trouwens het
lef eens hebben om nee te zeggen, want dan worden wij gelijk met die 65.000,per maand om de
oren geslagen. (De heer De Vries (weth.): Die mag u niet in het geding brengen; dat is niet correct.) De
wethouder zegt ook dat de commissie niet eerder bij elkaar kon worden geroepen, omdat de cijfers niet
bekend waren. Een van de woordvoerders van de DSO heeft echter in de Commissie voor Openbare Wer
ken gezegd dat de cijfers niet precies bekend waren, maar dat men had gehoopt een en ander binnen de
anderhalf miljoen te houden. Nou, dat is altijd nog wat anders dan één miljoen. Ook in de vergadering
van de bouwcommissie op 2 juli wordt precies hetzelfde gezegd. De heer Achterhof zegt daar dat de be
groting van de afdeling Bouwkunde redelijk goed is en dat de inrichtingskosten zeker meer dan één mil
joen zullen bedragen. Een van de aanwezigen vraagt of de Commissie voor Openbare Werken ook op de
hoogte moet worden gesteld, maar de voorzitter acht dat niet nodig. Toen had toch zeker de Commissie
voor Openbare Werken moeten worden ingeschakeld, want op dat moment konden er nog keuzes worden
gemaakt en na die tijd niet meer. Daar gaat het om. Vorig jaar hebben wij een fraaie discussie gevoerd