lv uitoefenen bij de Raad van State om wat versnelling in de procedure te krijgen, want het terrein ligt al geruime tijd bouwrijp. Er is inmiddels een hek omheen gezet, maar het is toch een droevige toe stand dat enkele mensen de bouw zo lang kunnen vertragen. Er heerst grote werkloosheid onder de bouwvakkers en ik zou derhalve willen vragen of b. en w. hun invloed willen aanwenden om zo snel mogelijk een uitspraak te krijgen over dit bezwaarschrift. Ik mag aannemen dat een dergelijke uit spraak een schorsende werking kan hebben, anders was men waarschijnlijk al met de bouw begonnen. De heer De Jong: In het antwoord op vraag 102 wordt meegedeeld dat voor het gebied "pakhuis Rusland" randvoorwaarden en richtlijnen zijn opgesteld in overleg met de contactgroep Oldegalileën. Ik meen echter te weten dat het opstellen van deze voorwaarden en richtlijnen nog niet in de Com missie RO aan de orde is geweest. Wordt dit alsnog gedaan? Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Op vraag 100, de plannen voor de Smidsbuurt, wordt kort maar krachtig geantwoord. Is over dit punt helemaal niets meer te zeggen? De heer Van der Wal: Ik wil graag op de vraag van mevrouw Van Dijk over de Smidsbuurt aan sluiten, maar dan meer gericht op punt 101 Destijds bestonden voor de Smidsbuurt vrij concrete plannen, namelijk van De Leeuw en Jellema. Uit antwoord 100 blijkt dat deze plannen totaal van de baan zijn. De raad heeft echter destijds bij het vaststellen van het bestemmingsplan Huizum-West dit gebiedje met name toegespitst op de plannen van De Leeuw en Jellema. Nu deze plannen kenne lijk van de baan zijn, verdient het dan geen aanbeveling om op vrij korte termijn de uitgangspunten voor de uitwerking van de plannen in heroverweging te nemen? Er zal snel iets moeten gebeuren om de toestand in de Smidsbuurt te verbeteren, want het is daar allesbehalve een fraai stadsgezicht. De heer Rijpma (weth.): De heer Janssen vraagt naar het bezwaarschrift dat op het bouwplan in de Wijbrand de Geeststraat ligt. Het bezwaarschrift tegen het hier te bouwen gebouw is geen schor- singsverzoek. Het is een bezwaarschrift tegen de functie van het geheel. Een verzoek om schorsing kan pas worden ingediend nadat met de bouw is begonnen, of op het moment dat de bouwvergunning wordt afgegeven. Wij hebben een aantal gesprekken gehad met de corporatie die het bouwplan heeft ontwikkeld en ons aandringen lijkt erin te resulteren dat men de risico's die aan een mogelijke maar zeer onwaarschijnlijke schorsing zijn verbonden nu toch wil nemen en op korte termijn met de bouw wil beginnen. Met korte termijn wordt dan december bedoeld. (De heer V3" der Wal: Verdient het aanbeveling om bij de voorzitter van de betreffende afdeling van de Raad van State erop aan te drin gen de schorsende werking niet toe te passen?) Wij hebben geen invloed op de procedure. Wij moe ten ons aan de regels houden en hebben geen mogelijkheid tot interventie. (De Voorzitter: In het ver leden is a1 vaak genoeg geprobeerd invloed uit te oefenen op een bepaalde gang van zaken. Het is echter niets waard om dat te proberen. De Raad van State legt dit gewoon naast zich neer en dat is ook volkomen begrijpelijk.) Men trekt zich van ons, wat dit gedeelte van de procedure betreft, niets, maar dan ook niets aan. De heer Van der Wal wil graag weten wat de verdere plannen zijn voor de Smidsbuurt. De ge meente is eigenaar van maar een paar stukjes grond. De overige stukken grond zijn in handen van an deren. Na het verdwijnen van de Gemeentelijke Reinigingsdienst komt er wat meer ruimte voor moge lijke ontwikkeling van plannen, maar dan liggen de eigendommen toch nog zo doorelkaar dat van bouwplannen geen sprake kan zijn. Wij hebben ons uitvoerig over dit probleem gebogen. Wij heb ben alle mogelijkheden bekeken, doch het lukt niet. Wij hebben ook geprobeerd op minnelijke wij ze tot overeenstemming te komen over aannemelijke grondprijzen, maar de gevraagde prijzen staan, zoals wij het beoordelen, buiten alle proporties. Dit houdt in dat het op dit moment geen enkele zin heeft aan deze plannen te werken. Zelfs al zouden wij het bouwprogramma omwerken en ons meer richten op woningbouw, dan nog is op basis van de op dit moment gevraagde prijzen VRO op geen enkele wijze bereid ook maar een cent subsidie te verlenen. (De heer Van der Wal: Het punt is dat de raad het plan heeft vastgesteld voor het hele gebied.) Op basis van de financiële uitkomsten die het plan De Leeuw en Jellema boden en van voorzieningen op soortgelijk niveau, zou het mogelijk zijn een bestemming te realiseren waarin zakelijke en woonfuncties met elkaar gecombineerd zijn. Een andere benadering van minder zakelijke en meer woonfuncties leidt onherroepelijk tot afwijzen van de plannen door VRO. (De heer Van der Wal: Het is nog niet eens mijn bedoeling dat minder zakelijke en meer woonfuncties moeten worden gerealiseerd. Op het ogenblik is echter een grote bouwstrook gepland en men zou dan een groot gebouw krijgen.) Het stukje is inderdaad globaal in gevuld met een grote als het ware gemengde functie. (De heer Van der Wal: Het plan kan echter wor den veranderd. Er kunnen kleinere percelen van worden gemaakt, wat trouwens ook gebruikelijker is op de Schrans. Particuliere eigenaars van grond kunnen dan eventueel zelf de bouw bekostigen. Motivatie hiervoor zou kunnen zijn, dat men niet het gevraagde bedrag voor de grond kan krijgen en dat men dan zelf binnen de normen van het bestemmingsplan een kleinschaliger gebouw zou kun nen laten neerzetten. Op die manier heeft men nog wat opbrengst van zijn bezittingen. Nu hebben wij op een groot paard gewed, namelijk De Leeuw en Jellema. Is het dan niet beter, om enig zicht op snelle verandering te krijgen in de Smidsbuurt, kleinere bouwplannen mogelijk te maken?) Ook kleinschalige bouwplannen zijn binnen de globale bestemming niet uitgesloten. Dan de vraag van de heer De Jong over de randvoorwaarden en richtlijnen voor het gebied "pak huis Rusland". De voor dit gebied opgestelde randvoorwaarden en richtlijnen spelen op het ogenblik een rol in de gesprekken die worden gevoerd met de eigenaar van het grootste deel van de gronden en met degene die namens de eigenaar optreedt. Er is geen bezwaar tegen om de voorwaarden en richtlijnen in de besloten zitting van de Commissie RO mee te delen en er mogelijkerwijs over te discussiëren. Een eindoordeel kan echter nog niet worden geveld, omdat het gesprek met belang hebbenden nog niet in een zodanig stadium is dat het voldoende realiteitsgehalte heeft. Ik ben ech ter vrij optimistisch over de afloop. (De heer De Jong: Ik meende dat het gebruikelijk was dat de raad de randvoorwaarden en richtlijnen opstelde alvorens men daarmee naar buiten ging. Ik heb ech ter de indruk dat in dit geval de randvoorwaarden en richtlijnen worden vastgesteld in overleg met de persoon met wie wordt gepraat.) (De Voorzitter: Misschien kan wethouder Rijpma hierop nog ant woorden, want de heer De Jong heeft gelijk. Onze spelregels zijn inderdaad zo, dat de raad rand voorwaarden en richtlijnen vaststelt en dat binnen dat kader de projectgroep met de contactgroep gaat praten.) In dit geval is niet met de contactgroep Oldegalileën gepraat, maar zijn stedebouw kundigen in discussie met de eigenaar van het grootste gedeelte van de grond of hij op basis van de uitgangspunten van vrijwel uitsluitend woonfuncties wil meewerken aan de realisering van een com pleet project op de genoemde plek. Deze mededeling heb ik ook op andere plaatsen wel gedaan en ik heb er helemaal geen problemen mee. (De Voorzitter: Het gaat even om de vraag van de heer De Jong. De randvoorwaarden en richtlijnen zijn niet in de contactgroep besproken, dus is het antwoord op vraag 102 fout. "In overleg met de contactgroep Oldegalileën" moet zijn "in overleg met stede bouwkundigen".) Punten 104 t.e.m. 107. De heer Sijbesma: Uit punt 104 blijkt dat het college bijna rond was met plandeel Westeinde-V. Komt deze zaak op de tocht te staan nu de baanverdraaiing bespreekbaar is? De heer Rijpma (weth.): De realiseringskansen van het project zijn niet gunstig, maar dat is on afhankelijk van de baanverdraaiing. De realiseringskansen zijn niet zo groot, doordat de eigenaar van de grond en degene die in Westeinde-V een bepaalde vorm van woningbouw zou willen plegen wat betreft de prijs van de grond ver van elkaar af zitten. Het is particuliere grond, zoals u weet. C. Grondzaken. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: In punt 112 gaat het over kleine grondstrookjes in Cammingha- buren Ik deel uw optimisme niet als u zegt dat het maar om een klein aantal strookjes gaat. Ik ben door de buurt gelopen en heb geconstateerd dat er ontzettend veel kleine strookjes grond liggen. Er liggen stroken van een halve meter tot 1.20 meter langs de kopse kant van de huizen, terwijl de men sen daar zelf bijvoorbeeld maar een meter hebben. De door het college voorgestelde oplossing is heel lelijk Mensen gaan hun gebied afpalen en aan de andere kant van het hek begint dan weer een stuk jeopenbaar groen. Bovendien zijn bomen en struiken duur. Ik ben van mening dat mensen zelf wel op het idee komen hun gevel wat op te sieren door bomen en struiken te planten. In het verleden heeft de raad zich erover uitgesproken dat wij zuinig moeten zijn met het besteden van geld aan dit soort zaken en toch gaat het iedere keer weer fout. Ik neem aan dat verkavelen ontzettend moeilijk 's en dat men in de praktijk altijd weer met kleine strookjes blijft zitten, maar waarom - ik stel dat m de vraag voor - worden deze strookjes dan niet verkocht als het wijkje klaar is? Ik deel uw me ning niet dat verkoop niet moet plaatsvinden, ondanks het feit dat in de strookjes grond kastjes staan van de een of andere dienst. Het lijkt mij juist dat ze bij iemand in de tuin veiliger staan dan aan be openbare weg. Naar mijn mening is dat ook helemaal geen bezwaar. Misschien moet er wel weer be een of andere formulering voor worden bedacht of een contract voor worden afgesloten, maar ver hoop lijkt mij toch wel mogelijk, vooral als het gaat om verkoop aan woningbouwcorporaties. De heer Rijpma (weth.)Ik zal mij nog een keer herbezinnen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 11