Ztf) Punt 272 giet oer it Sosiaal Waarboarch Funs. It oantal skuldsanearingsgefallen nimt ta. It leityn de bedoeling fan de Volkskredietbank om yn it ramt fan it ISP in pear funksionarissen oan te luken dy't in taak krije op it mêd fan de skuldbemiddeling en de skuldsanearing. Ik haw heard dat der sa'n fjouwer- hundert wurkplakken oanwiisd wurde sille yn it ramt fan it ISP en dat it dernei utsjocht dat de oanfraad fan de Volkskredietbank net honorearre wurde sil. Fugels en blommen lykje wichtiger as minsken dy'tyn de knoei sitte. Kin de wethalder ek sizze hoe't it dêrmei stiet? Mevrouw Waalkens: In punt 270 wordt aangegeven dat de centrale overheid als beleidsvoornemen voor 1982 heeft bekend gemaakt dat een retributieregeling voor het algemeen maatschappelijk werk zal worden doorgevoerd. Mijn vraag is of deze regeling nog doorgang zal vinden nu er een nieuwe regering is gevormd en zo ja, hoe de gemeente nu reeds kan antwoorden dat er, gezien de financiële positie van de gemeente, niet zonder meer van mag worden uitgegaan dat nadelige financiële consequenties voor rekening van de gemeente komen. Ik neem aan dat, als eenmaal een beleidsvoornemen is gesteld, de gemeente de daaruit voortvloeiende gevolgen zal moeten aanvaarden. De heer De Vries (weth.): De heer Jansma vraagt hoe wij tegen het beleidsmatig ontwikkelen van zaken rondom de zorg voor minder-validen aan kijken. Ik ben van mening dat de afdeling Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden, onder leiding van de heer Van den Berg, en daarbinnen weer afzonderlijk het bureau Maatschappelijke Zorg, waaraan de heer De Waard leiding geeft, bij uitstek de centrale adressen zijn waar instellingen de weg kunnen vinden en ook al hebben weten te vinden. Een weekof wat geleden is een gebouwtje in gebruik genomen door de gehandicaptenbond. De heer Jansma was hier bij ook aanwezig. Daar is met name aan de medewerkers van de afdeling SZW uitbundig lof toegezwaaid voor de wijze waarop zij initiatieven hebben opgenomen. Ik ben van mening dat ons niets in de weg staat om juist en met name het bureau Maatschappelijke Zorg als het centrale adres te houden waartoe een ieder, die bemoeienis heeft met de gehandicaptenzorg, zich kan wenden. De constatering van de heer Jansma dat het Sociaal Waarborg Fonds in toenemende mate wordtaan- gesproken, is juist. De heer Jansma kan dat ook weten omdat hij tweede voorzitter is van de Volkskre dietbank. Wij zitten in een situatie waarin inderdaad extra druk komt op hulpverlening ten behoeve van gezinnen die budgettair in de knoei zijn geraakt. Het is ook juist dat het bestuur van de Stichting Volkscrediet Leeuwarden, daartoe mede ge'iëitieerd door de gemeentelijke Raad voor Maatschappelijke Dienstverlening, doende is een werkmethode te ontwikkelen waarbinnen de hulpverlening aan gezinnen in financiële noodsituaties kan worden gecoördineerd. De Volkskredietbank kan dit alleen maar doen wanneer inderdaad materiële hulpmogelijkheden worden geboden in de vorm van subsidies voor perso neelslasten. De Volkskredietbank heeft zich in een wat laat stadium tot het provinciaal bestuur gewend met het verzoek om toewijzing van twee functionarissen in het kader van het ISP, ten behoeve van de 33 bij de Volkskredietbank aangesloten gemeenten. De provincie heeft echter bepaald ook niet lopen ven ten met de wijze waarop een beroep kon worden gedaan op een of meer van de 395 ISP-plaatsen. De be doeling was in de eerste plaats het experiment in te vullen zoals de Raad voor Maatschappelijke Dienst verlening in Leeuwarden dit handen en voeten gaat geven. De twee functionarissen zijn perse niet al leen geclaimd voor Leeuwarden, maar voor de totale Friese situatie. Wij hebben hierover een gesprek gehad met gedeputeerde staten. De betreffende gedeputeerde heeft ons meegedeeld dat wij uiteraard niet voorkomen op de eerste lijst, maar dat men, wanneer er plaatsen worden teruggegeven door organi saties die achteraf bekeken de lasten verbonden aan een extra formatieplaats toch niet kunnen dragen, bereid is na te gaan in hoeverre de Volkskredietbank ertussen kan worden geschoven. Men heeft ons ge zegd dat deze zaak een redelijke prioriteit heeft. Verder is het zo dat dit initiatief van harte wordt on dersteund door het Ministerie van CRM zodat, wanneer inderdaad subsidie-arbeidsplaatsen vrij zouden komen, de Volkskredietbank hiervoor naar mijn gevoel zeker in aanmerking zal komen. Hoe de zaken er op dit moment voor staan, kan ik niet overzien. Men heeft mij meegedeeld dat een dezer dagen de be schikkingen de deur uitgaan, maar dan duurt het nog even voordat men uit het veld weer respons heeft gekregen. Wij moeten daarom voorlopig even afwachten. Wij zullen deze kwestie echter wel warm hou den in de contacten met het provinciaal bestuur, omdat wij het gevoel hebben dat wij met deze zaak een belangrijk stuk coördinatie van de hulpverlening mogelijk kunnen maken. Mevrouw Waalkens vraagt informatie over punt 270 dat betrekking heeft op een retributieregeling voor het algemeen maatschappelijk werk. Voor zover onze informaties strekken, kunnen wij ervan uit gaan dat deze plannen van het vorige kabinet inmiddels volledig zijn geëlimineerd en dat de staatsse cretaris van CRM, de heer De Boer, hierop niet nader zal terugkomen. 2142 B. Bejaardenaangelegenheden. Mevrouw Zondag—Demes: Ik wil graag een vraag stellen over punt 273. Het functioneren van de In dicatiecommissie is reeds uitgebreid aan de orde geweest in de vergadering van 13 oktober 1981 van de Regio Friesland-Noord. Er zijn 218 bejaarden opgenomen in een verzorgingstehuis buiten de gemeente. Mijn vraag is: kan de wethouder mij zeggen hoe groot het aantal personen is dat niet op eigen verzoek, maar bijvoorbeeld door urgentie, buiten Leeuwarden moest worden geplaatst? In de laatste alinea van het antwoord zegt u uw bezwaren tegen de voorgestane 7%-norm te handhaven. Kunnen wij als gemeen te of als regioraad hieraan ook nog iets doen? Mevrouw Waalkens: In de Leeuwarder Courant heeft recentelijk een artikel gestaan over een proef die in Delft nogal geslaagd was inzake dagverzorging van patiënten. De patiënten zouden dan de nacht weer in eigen huis doorbrengen. Ik heb uit dit artikel begrepen dat het Triotel ook met een dergelijke proef zou starten. Mijn vraag is om hoeveel personen het hier zal gaan. De heer Bijkersma: Ik wil graag een opmerking maken over de punten 273 en 274. Ik wil mij aan sluiten bij mevrouw Zondag wat betreft haar vraag over punt 273, doch ik wil de vraag wat explicieter stellen. In punt 273 wordt gezegd dat het college zich gebonden acht aan de planning van het rijk. Nu is planning heel iets anders dan vaststelling. Planning kan naar mijn mening nog worden beïnvloed. Mijn vraag is derhalve welke stappen het college gaat ondernemen om deze planning zodanig te beïnvloeden dat tegemoet kan worden gekomen aan hetgeen mevrouw Zondag bedoelt. Punt 274 gaat over een alarmeringssysteem. Er is sprake van geweest dat een dergelijk alarmerings systeem via de kabeltelevisie zou gaan lopen. Ik heb in de krant gelezen dat b. en w. een brief van een instituut omtrent het afsluiten van de kabeltelevisie in de nachtelijke uren hebben terugverwezen naar de Stichting Kabeltelevisie. Mijn vraag is welke invloed het afsluiten van de kabeltelevisie heeft op een alarmeringssysteem dat in die kabel is gepland. De heer De Vries (weth.): Mevrouw Zondag informeert of het bekend is tot welke opnamecategorie- en de 218 personen behoren die in de loop van de jaren buiten Leeuwarden, maar voor rekening van de gemeer.te, worden verzorgd. Ik weet het niet exact. Natuurlijk zijn daar gegevens van, maar wij heb ben ze nooit uitgesplitst. Als ik afga op gegevens die ik ontleen aan indrukken - wel een beetje gevaar lijk om te doen -, zeg ik dat die 218 mensen voor het leeuwendeel buiten Leeuwarden zijn geplaatst omdat er hier geen plaats was. (Mevrouw Zondag—Demes: Daar was ik al bang voor!) Ik ben echter bereid om van geval tot geval nog eens na te gaan hoe deze situatie precies ligt, want het is toch wel een be langrijk gegeven. Buiten deze 218 personen die al elders worden verzorgd, staan er ook nog zo'n 200 op de wachtlijst. Zo kom ik ook bij de vraag wat Leeuwarden doet aan de 7%-norm. Ik wil er nog graag even op attenderen dat de 7%-norm is ontleend aan de Bejaardennota 1978. In deze nota werd ervan uitgegaan dat Leeuwarden voor 1985 zou zijn gekomen tot uitbouw van de extramurale bejaardenhulp en tot de bouw van een voldoende aantal bejaardenwoningen. Wanneer aan deze randvoorwaarden zou zijn voldaan, zou naar de mening van de toenmalige staatssecretaris de 7%-norm reëel haalbaar zijn. Ik heb de indruk dat deze staatssecretaris voor een deel wel gelijk heeft, want naarmate men de extramurale bejaardenzorg kan uitbouwen en ervoor kan zorgen dat de mensen langer thuis kunnen blijven, ontstaat er minder druk op de verzorgingstehuizen. Ik weet uiteraard niet tot welke grens dit nauwkeurig kan worden ingevuld. Het college is echter van mening dat wij in ons gemeentelijk beleid zullen moeten streven naar een verdere verfijning van de extramurale hulp om ervoor te zorgen dat bejaarden dicht bij buis zo lang mogelijk die hulp kunnen krijgen die nodig is om in de eigen omgeving te kunnen blijven functioneren. Wij bereiken dan automatisch ook dat de druk van de 7%-norm minder groot zal worden. Deze opvatting impliceert natuurlijk wel dat wij dan ook moeten zorgen voor adequate hulp via de ge zinsverzorging. Het is niet reëel aan de ene kant de gezinsverzorgingsmaatregelen terug te brengen eri aan de andere kant een beroep te doen op deze zelfde gezinsverzorging meer hulp te verlenen aan be jaarden. Op die manier zijn wij bezig een groot spanningsveld te creëren. Mevrouw Waalkens vraagt naar de dagverpleging in TriotelEigenlijk zou collega Geerts hierover informatie moeten verstrekken, omdat het zijn portefeuille betreft. Het gaat hier om dagverpleging van patiënten in Triotel om daarmede opname in het verpleegtehuis te voorkomen. Het is een medische aan gelegenheid en wellicht wil de heer Geerts hier straks op terugkomen. b heer Bijkersma zegt, eveneens naar aanleiding van punt 273, dat plannen nog geen vaststellen ls- Dat is inderdaad juist en wij zullen met alle gegevens die ons ten dienste staan de bevoegde instel lingen en instanties bij voortduring attenderen op de acute nood die wij hier in Leeuwarden hebben ten aanzien van een tekort aan verzorgingsbedden. Er wordt aan dit probleem gewerkt. Er is op het ogenblik

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 22