W45 voor een bepaald tarief. Men behoeft dan niet meer extra te betalen. Dit probleem kon worden opgelost, Andere problemen konden echter niet worden opgelost, om de eenvoudige reden dat in de APV de mu- ziekvergunning niet is ingevoerd omdat wij leges moeten vangen, maar omdat wij willen weten waar en wanneer in het openbaar muziek wordt gemaakt. Het is daarom niet mogelijk om een jaarvergunning af te geven voor het maken van muziek in Leeuwarden. Men moet precies opgeven wanneer en waar men speelt. Een van de hoofdmotieven voor het opstellen van deze regels is geweest dat men mensen geen overlast wil bezorgen door muziek te laten maken op plaatsen waar het niet kan en op tijdstippen dat het niet kan. (Mevrouw Van der Werf: U houdt nu een heel ander verhaal dan vorig jaar.) Een wat uitvoeri ger verhaal, dat is niet hetzelfde. Mevrouw Van der Werf: U houdt nu een ander verhaal, want u heeft vorig jaar gezegd dat wel een jaarvergunning voor het maken van muziek kon worden afgegeven. Ik denk helemaal niet aan grootscha lige gebeurtenissen. Waar het hier om gaat is dat er mensen zijn met een gitaar of een accordeon die zo nu en dan eens een muziekje willen maken. Die mensen moeten toch een vergunning kunnen krijgen waarin staat dat zij gedurende het gehele jaar muziek mogen maken op bijvoorbeeld de Nieuwestad, Voorstreek en Prinsentuin, waarbij ze dan gebonden zijn aan dezelfde beperkingen als die welke gelden voor een vergunning voor één dag of voor drie dagen. Ik zie niet in welke bezwaren hiertegen kunnen zijn. Het enige bezwaar nu is dat die mensen voor een vergunning voor een jaar ongeveer 109, moeten betalen. Dat was meen ik het bedrag van vorig jaar en dat is een drempel. Toen is gezegd dat, als dat het enige bezwaar was, men ervoor zou zorgen dat deze mensen voor het tarief van pakweg 6,het hele jaar binnen de normale beperkingen muziek kunnen maken als zij daar zin in hebben. Als zij dan gekke dingen gaan doen, bijvoorbeeld als zij met een keihard spelende installatie ondereen ziekenhuisraam gaan staan, kan de muziekvergunning worden ingetrokken, net zoals dat ook bij een dagvergunning kan. Ik zie de problemen van de voorzitter niet. De Voorzitter: Ik heb zojuist uitvoerig verteld dat wij niet zomaar aan het probleem voorbij zijn ge gaan. Ik heb met nadruk gevraagd of men in de praktijk problemen had met deze mensen die muziek ma ken en dat was niet het geval. Wij kunnen echter bij de huidige bepalingen geen jaarvergunning afge ven voor het maken van muziek in bepaalde gedeelten van de stad. Wat wel kan - die beslissing is aan de raad - is de bepaling dat men een vergunning nodig heeft voor het maken van muziek in de stad uit de APV te schrappen. De raad kan rustig besluiten dat men voor het maken van muziek in de stad geen vergunning meer nodig heeft. Ik waag te betwijfelen of het een goede taak is, maar het is niet aan mij om dat te beoordelen. Het punt van vergunningen is destijds uitvoerig besproken en er is bewust gekozen voor deze weg. (Mevrouw Van der Werf: Ik wil dit punt toch graag opnieuw claimen en hierover opnieuw een uitspraak hebben. In de tussentijd heb ik dan gelegenheid uit te zoeken wat precies de haken en ogen zijn en kan ik eventueel met een voorstel komen deze bepaling uit de APV te schrappen.) inder daad moet u een dergelijk voorstel claimen, want anders krijgt u van mij precies hetzelfde antwoord. Wij hebben het punt uitvoerig besproken en wij zien geen oplossing. U kunt de raad een uitspraak vra gen of het bespelen van muziekinstrumenten op straat in Leeuwarden zonder muziekvergunning kan plaatsvinden. De raad kan hierover beslissen. Als de raad bepaalt dat deze regel uit de APV moet wor den weggehaald, behoeft men in Leeuwarden geen vergunning meer aan te vragen voor het maken van muziek op straat. Ik heb genoteerd dat mevrouw Van der Werf dit punt claimt. (De heer Schagen: Mag ik uit het betoog van de voorzitter concluderen dat hij vorig jaar ietwat te lichtvaardig heeft toegezegd dat een jaarvergunning voor het maken van muziek op straat wel zou kunnen worden verleend? Dit was namelijk ook vorig jaar uitdrukkelijk de bedoeling. Ik wil niet de discussie van vorig jaar herhalen, maar ook ik ben er toen vanuit gegaan dat deze zaak wel in orde zou komen en dat blijkt nu niet het geval te zijn.) Ik heb toch uitleg gegeven van wat er is gebeurd? Er is zeer veel aandacht aan deze zaak geschonken, maar om de zojuist door mij genoemde reden moesten wij tot de conclusie komen dat wij een dergelijke vergunning niet konden afgeven. Ik wil u nog wel eens zeggen waarom. In het verleden, toen de bepalingen voor het maken van muziek op straat nog niet golden, kwam het inderdaad voor dat men met gitaren en dergelijke op plaatsen ging zitten spelen waaraan andere mensen, om welke redenen dan ook, een gruwelijke hekel hadden. Hieraan kan niets meer worden ge daan als de bepaling uit de APV wordt geschrapt en dit punt is dan ook uitvoerig met de politie doorge praat. Wij konden derhalve alleen maar het belangrijkste probleem oplossen en dat was het probleem van het moeten hebben van meerdere vergunningen voor het maken van muziek op straat tijdens het straatmu ziekfestival en dergelijke festiviteiten die wij hier in Leeuwarden hebben. De politie is hierin bijzonder soepel geweest. Het punt is doorgepraat met de mensen die muziek willen maken en ze behoeven nu niet meer te betalen per plaats waar ze willen spelen en per dag. Zij kunnen nu een vergunning krijgen voor enkele dagen of voor de hele festivalweek. Dit probleem is opgelost. H56 Voor het andere probleem zien wij geen oplossing. De enig radicale oplossing zou zijn dat de raad besluit deze bepaling uit de APV te schrappen met alle consequenties van dien. Het punt is geclaimd en de raad kan hierover zijn mening uitspreken. (De heer Bijkersma: In eerste instantie ging ik met het ant woord van de voorzitter akkoord en wilde daarover geen vraag stellen. Nu echter een discussie ontstaat met sommige mensen, wil ik de voorzitter toch de vraag stellen of hij het juist vindt dat muziek kan worden gemaakt op straat op een moment dat de ene mens het verkiest en de andere niet.) Hierop geef ik geen antwoord en ik zal u zeggen waarom niet. Mevrouw Van der Werf heeft dit punt geclaimd. B. en w. beraden zich op alle geclaimde punten en de raad krijgt straks de standpunten van b. en w. te horen. Het zou onjuist zijn nu een discussie over de geclaimde punten te voeren. Het standpunt van b. en w. ten aanzien van muziek maken op straat was duidelijk. Wij hebben nu deze discussie aangehoord en het is aan b. en w. om straks vast te stellen of deze discussie hen aanleiding geeft hun standpunt te veran deren. B. en w. reageren in de plenaire zitting en de raad beslist, na het standpunt van b. en w. te hebben gehoord, over de geclaimde punten. Dat is de procedure. (De heer Bijkersma: Ik heb mijn vraag pas gesteld nadat ik een uitvoerige discussie heb aangehoord tussen twee leden van deze raad en de voorzitter over de kwestie van de muziekvergunning en naar aanleiding daarvan wil ik mij ook in deze discussie mengen.) Mevrouw Van der Werf wil vast wel weten hoe de heer Bijkersma over deze kwestie denkt. Dat is voor haar misschien belangrijk. (Mevrouw Van der Werf: De voorzitter hoeft mij geen toe stemming te vragen of de heer Bijkersma zijn mening mag geven.) Wij discussiëren nu niet langer. Deze discussie zetten wij voort in de plenaire zitting. De heer Heere: Ik wil nog even ingaan op het antwoord van wethouder De Vries aangaande de nota Kunstbeleid. Ik ben van mening dat de zaak nu toch wel een beetje in een ander licht wordt gezet dan in de vraag wordt bedoeld. De bedoeling is om te komen tot een nota waarin het hele kunstbeleid nog eens naar voren wordt gehaald en op een rij wordt gezet. De wethouder versmalt een en ander nu tot een betoog om het geheel in de sfeer van de herwaardering te brengen. Naar mijn mening is dat niet de be doeling. Herwaardering kan wel een gevolg zijn, maar het moet niet de opzet zijn en dat proefde ik even uit de opmerkingen die ik hoorde. Ik begrijp wel dat die methodiek wat korter om de hoek komt, maar ik ben toch van mening dat wij een nota Kunstbeleid moeten maken en aan de hand van het dan vastliggende beleid moeten bekijken wat wij aan prioriteiten stellen. De Voorzitter: De opzet was duidelijk. Er zou een nieuwe nota of een herziene nota Kunstbeleid komen. Dit punt is ook in de Raad voor Culturele aangelegenheden geweest. De nota is alleen nog niet gemaakt omdat, zoals wethouder De Vries zojuist al zei, de afdeling door drukte en gebrek aan man kracht er niet aan toe is gekomen. Op dit moment ligt het nog stellig in de bedoeling een nota Kunstbe leid te realiseren doch hij kan sneuvelen - daar heeft wethouder De Vries op gedoeld - bij de herwaar dering. B. Subsidiëring. Mevrouw Waalkens: In punt 292 wordt gevraagd in hoeverre het voortbestaan van de Troelstra-ver- zameling is gewaarborgd. Het antwoord geeft aan dat de gemeente overleg zal voeren met de provincie. Heeft dit overleg al plaatsgevonden? Vraag 294 betreft subsidiëring van het operagezelschap Forum. Mijn vraag is of hierover al meer bekend is. Ik meen te weten dat er van rijkswege een uitspraak is gedaan over de subsidiëring van het operagezelschap. De heer Heere: De formulering van het antwoord op punt 291 lijkt ertoe te kunnen leiden dat het college wat betreft financiering van het Frysk Orkest al een standpunt heeft bepaald. Er staat namelijk dat het college het algemene standpunt onderschrijft. Ik weet overigens niet van wie dat algemene standpunt is, want Ik herinner mij niet dat de raad heeft vastgesteld dat verdeling op de in het antwoord genoemde basis zou behoren te gebeuren. Wij hebben alleen gezegd dat wij dit punt nader zouden on derzoeken, maar wij hebben niet gezegd dat wij dit standpunt al huldigen. Ik ben van mening dat dat een heel andere zaak is. Er staat verder in het antwoord dat de gemeente voor de accommodatie zal die nen te zorgen. (De Voorzitter: "De" kan beter worden geschrapt.) Dat dacht ik ook. Dan is dat gedeelte van de vraagstelling niet meer nodig. De heer Bijkersma: Ik wil ook nog even aansluiten op punt 291Wij propageren altijd de centrumpo sitie van Leeuwarden en naar mijn mening heeft een dergelijke positie toch ook te maken met de facili teiten die wij aan het Frysk Orkest verlenen. De gemeente Leeuwarden neemt hierin een heel andere

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 26