18 Concluderend, mijnheer de voorzitter, wij kunnen ons vinden in de argumentatie van het voorstelen in het gegrond respectievelijk ongegrond verklaren van de bezwaarschriften, zoals u een en ander aan ons hebt voorgelegd. De heer De Beer: Ten aanzien van het bezwaarschrift van de Loge "De Friesche Trouw" te Leeuwar den, gelden voor ons dezelfde argumenten als die welke door de vorige spreker en spreekster naar voren zijn gebracht. Ook wij vinden dat het overgangsrecht voor de bezittingen van de loge moet gelden. Wat het bezwaarschrift betreft van het college van kerkvoogden van de hervormde gemeente te Leeuwarden, zijn wij van mening dat er een goede oplossing is gevonden voor het onderbrengen van de administratie en bovendien voor uitbreiding van de pauze-accommodatie. Wij kunnen derhalve akkoord gaan met hetgeen u in uw raadsbrief voorstelt. Ook met het gestelde in de raadsbrief ten aanzien van het bezwaarschrift van de heer A. van der Berg te Leeuwarden gaan wij akkoord, in verband met het feit dat de belangen van de heer Van der Berg ook onder het overgangsrecht vallen. Wat betreft het bezwaarschrift ten aanzien van de rooilijnwijziging van het voormalige klooster aan het Jacobijnerkerkhof - een motie daartoe is inmiddels op de tafel gedwarreld -, zijn wij van mening dat de rooilijn wel verlegd moet worden, in verband met eventuele toekomstige mogelijkheden ter plekke. Verder zijn wij het eens met het voorstel. De heer Van der Wal: In grote lijnen zijn wij akkoord met het voorgestelde bestemmingsplan. Ook' met de voorgestelde oplossing om een korte verbindingsgang tussen de Grote Kerk en de kosterij te rea liseren gaan wij akkoord. Wij hebben van dit plan een schetsje gekregen, waarbij de wethouder heeft verteld dat hij zal proberen de toegang voor het autoverkeer tot het binnenterrein te verplaatsen naar de bestaande bebouwing in het oosten. De verplaatsing verdient wel mijn voorkeur. Ik zou aan de wethou der willen vragen of dit nog gelukt is. ik ben het eens met hetgeen mevrouw Brandenburg heeft gezegd over het bestemmen van het pand Bij de Put 17 als kantoorruimten voor de administratie van de hervormde gemeente. Wij vinden het ook van belang dat het plein wordt verlevendigd. Een garantie daartoe wordt gekregen door aan het pand Jacobijnerkerkhof 50 de bestemming "wonen" te geven. Ik zou het college de suggestie mee willen ge ven om - als de motie tenminste wordt aangenomen - op die plaats atelierwoningen te realiseren. Aan dergelijke woningen is een grote behoefte. Aan de andere kant van het plein is al iets dergelijks gerea liseerd, namelijk beneden een werkplaats voor een zilversmid en boven een woongedeelte. Iets derge lijks zou een geweldige verlevendiging van het op zich mooie plein kunnen geven. Het argument dat in de raadsbrief wordt gebruikt voor het verleggen van de rooilijn van het voor malige klooster aan het Jacobijnerkerkhof beoogt het pleinidee beter te accentueren. Ik vind dat argu ment baarlijke nonsens. Het college vindt dat bij nader inzien kennelijk ook, want een en ander is al lang niet meer het hoofdargument. Volgens mij is het min of meer per ongeluk in de raadsbrief blijven staan. Nu is het argument dat verbouw van de bestaande panden zo duur is dat beter tot nieuwbouw kan worden overgegaan. De schrik slaat mij dan om het hart. Ik wil niet zeggen dat de huidige bebouwing mooi is, maar in een dergelijke filosofie van het college acht ik de garantie dat nieuwbouw goedkoper is dan verbouw van het bestaande pand miniem. Ik pleit er daarom voor de huidige rooilijn te handhaven. Het door mij indienen van een motie is overbodig geworden, omdat mevrouw Brandenburg een motie van dezelfde strekking heeft ingediend. Mocht over tien tot vijftien jaar de nu bestaande rooilijn bezwaren opleveren, dan kunnen wij de zaak wel weer onder ogen zien. Wij gaan echter uit van renovatie van de gebouwen Ten aanzien van de overgangsrechten voor de Loge "De Friesche Trouw" en garage Van der Berg, kan ik mij bij hetgeen voorgaande spreekster en sprekers daarover hebben gezegd aansluiten. Mevrouw De Jong: In grote lijnen ben ik het eens met het voorliggende voorstel. Ook ik vind dat het overgangsrecht moet gelden voor de Loge "De Friesche Trouw". Ten aanzien van de panden Bij de Put zal ik de door mevrouw Brandenburg ingediende motie ondersteunen. Met het verleggen van de rooi lijn van het klooster aan het Jacobijnerkerkhof ben ik het niet eens. Ook ik vind dat het bezwaar van de heer Van der Goot e.a. gegrond moet worden verklaard. Ten aanzien van het bezwaarschrift van de heer Van der Berg neem ik een afwijkend standpunt in. Het is gebleken dat de omwonenden van het be drijf van de heer Van der Berg beslist niet die negatieve invloed ondervinden waarover in de raadsbrief wordt geschreven. Integendeel, de omwonenden hebben zelfs gepleit het bedrijf van de heer Van der Berg in stand te houden en hebben gezegd er geen enkele hinder van te ondervinden. Ik ben eens in de straat wezen kijken waar het bedrijf van de heer Van der Berg is gevestigd en ben van mening dat het 19 bedrijf daar best kan blijven. Het bezwaarschrift van de heer Van der Berg moet volgens mij dan ook ge grond worden verklaard. De heer Rijpma (weth.): Uit hetgeen de spreeksters en sprekers naar voren hebben gebracht is wel duidelijk dat iedereen zich er wel van bewust is welke problemen er aan de orde zijn. Ik wil nog bevestigen dat het overgangsrecht in stand blijft, ook al wordt van eigenaar gewisseld. Wat dat betreft hoeven de Loge "De Friesche Trouw" en de heer Van der Berg niet ongerust te zijn. Al leen bij totale nieuwbouw of totale verandering van het gebouw zijn er beperkingen voor de persoon of instelling die op dat moment eigenaar van de panden is. Over de verplaatsing van de toegang tot het binnenterrein is overleg geweest. Uit dit overleg is ge bleken dat het veranderen van de toegang zowel op enige technische bezwaren als op prijstechnische bezwaren stuit van de kant van de woningwetsector. De overheadkosten voor het bouwwerk zoals die er nu zijn, zijn al erg hoog. Wanneer de toegang verlegd zou worden, wordt het aantal woningen met één verminderd. Een en ander zou betekenen dat het overleg, dat al heel moeizaam is geweest, dan waar schijnlijk zal stranden. Het lijkt mij toe dat wij die troubles moeten vermijden en daarom het plan zoals dat aan de raad is voorgelegd moeten aanvaarden. Er is dan ook zekerheid dat het plan gerealiseerd wordt De hervormde gemeente Leeuwarden heeft behoefte aan een administratie-gebouw. Daartoe worden op het ogenblik onderhandelingen gevoerd. Ik betwijfel of het verstandig is - ook uit gemeentelijk be lang - het achterste gedeelte van het complex Bij de Put 17 niet de bestemming kantoren te geven. Maar de raad kent ook daar de plussen en de minnen. De raad is dus in staat een goede beslissing te ne men. De Voorzitter: Wat de laatste opmerking van wethouder Rijpma betreft wil ik nog opmerken dat uit het overleg met het college van kerkvoogden is gebleken dat men tijdens pauzes bij diensten in de Gro te Kerk worstelt met de beschikbare ruimte voor toiletten, koffieschenken en dergelijke. Het college van kerkvoogden heeft daarom een klemmend beroep gedaan op de medewerking van de gemeente om te ko men tot een enigszins verantwoorde accommodatie voor toiletten en koffiegelegenheid. Men is van plan om bij evenementen die in de Grote Kerk plaatsvinden naar twee kanten toe het publiek gelegenheid te geven naar de toiletten te gaan of koffie te drinken. De kerk heeft niet zozeer een groot kantoor nodig. De hoofdreden is eigenlijk om meer accommodatie voor genoemde zaken te creëren. (Mevrouw Branden— burg-Sjoerdsma: Er zijn toch genoeg andere gebouwen in de omgeving aanwezig? Ik bedoel de Synagoge en Zalen Schaaf. Daar hoeven wij toch onze opvatting over het plein niet voor prijs te geven?) Ik ver tel alieen maar waarvoor het college van kerkvoogden met klem heeft gepleit. Op zich is het al een handicap dat men in de pauze de straat over moet. De praktijk is nu eenmaal dat het in Nederland he laas vaak slecht weer is. Als men dan ook nog naar verder afgelegen gebouwen moet waar soms uitvoe ringen zijn, bijvoorbeeld Zalen Schaaf en dergelijke, dan biedt een en ander geen adequate oplossing. Ik noem u het alleen maar om u te zeggen welke argumenten de kerkvoogdij dienaangaande op tafel heeft gelegd. Ik stel voor om eerst koffie te gaan drinken. De Voorzitter schorst, om 21 .05 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21 .25 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik stel voor dat wij de discussies over agendapunt 14 vervolgen. De heer Van der Wal: Ik heb het college verzocht de mogelijkheid van atelierwoningen te onder zoeken. Mijn voorstel was gekoppeld aan de motie die mevrouw Brandenburg heeft ingediend. Het lijkt mij beter om over dit punt een afzonderlijke motie in te dienen, die als volgt luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 23 november 1981, behandelende de vaststelling van het bestemmingsplan Rondom de Grote Kerk (bijlage nr. 485), besluit: b. en w. te verzoeken een onderzoek in te stellen naar mogelijkheden op de ze plaats (een) zogenaamde atelierwoning(en) te realiseren." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Van der Werf De plaats waar de atelierwoning(en) moet(en) worden gerealiseerd is Jacobijnerkerkhof 50.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 10