20 De heer Sijbesma: Ik wil even reageren op de twee moties. In eerste instantie heb ik het college de ruimte gegeven om de onderhandelingen met de hervormde kerk voort te zetten. De motie die hierover gaat zullen wij dus niet steunen. Dan nog een opmerking over de wijziging van de rooilijn. Ik ben misschien wat oppervlakkig ge weest, maar het zou uiteraard plezierig zijn wanneer binnen het huidige gebouw de woonbestemming zou kunnen worden gerealiseerd. In het geval dat niet mogelijk is - die mogelijkheid moeten wij niet uit sluiten - vind ik dat reeds nu in het bestemmingsplan de ruimte aanwezig moet zijn voor wat betreft de wijziging van de rooilijn. De Voorzitter: Ik breng dan nu de motie van mevrouw Brandenburg en de heer Meijerhof in twee ge deelten in stemming. Punt A van de motie van mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en de heer Meijerhof wordt verworpen met 20 tegen 15 stemmen. Punt B van de motie van mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en de heer Meijerhof wordt verworpen met 18 tegen 17 stemmen. De Voorzitter: Dan breng ik nu de motie in stemming van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf. De heer Van der Wal: Mijn motie hoeft nu niet meer in stemming te worden gebracht. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Ik stel voor - gelet op de belangstelling op de publieke tribune voor een aantal door de raad vanavond te nemen besluiten - eerst de agendapunten 36, 19, 31 en 31a af te handelen. Ik constateer dat de raad hiertegen geen bezwaar heeft. Punt 36 (bijlage nr. 503). De Voorzitter: Dit punt heet: Beëindiging huurovereenkomst met betrekking tot de voormalige boer derij Kalverdijkje 74. Op uw tafel ligt een brief van de heer IJpenga, die mede bij de discussie over dit agendapunt kan worden betrokken. De heer Pronk:Conform de uitspraak van de raad stelt het college voor om de huurovereenkomst met de heer Kreuze op te zeggen. Huuropzegging zou niet eerder geschieden dan nadat elders in de gemeen te een manege zou zijn gerealiseerd. De manege is er inmiddels en het college is van plan om tot huur opzegging over te gaan. De heer IJpenga stelt in zijn brief dat op het moment van toewijzing van de boerderij mondeling aan de heer Kreuze de belofte werd gedaan dat, wanneer de boerderij zou moeten worden ontruimd, aar de heer Kreuze een andere boerderij geschikt voor manege in de gemeente Leeuwarden zou worden toe gewezen. Is het college op de hoogte van een dusdanige toezegging? De heer Van der Wal: Deze kwestie speelt al sinds de tijd dat ik voor een andere partij in de raad zitting had. Sinds die tijd heb ik altijd het standpunt gehuldigd dat de manegefunctie van de boerderij op die plaats goed te handhaven valt. In de Commissie voor het Grondbedrijf ben ik voorstander geweest van het plan om een ton te spenderen ter handhaving van de boerderij. Ik zie eerlijk gezegd niet in waarom de manege uit de boerderij moet verdwijnen om plaats te maken voor huisvesting van de Dienst voor Sport en Recreatie. In het gebied zijn toch voldoende mogelijkheden die voor huisvesting van de Dienst voor Sport en Recreatie in aanmerking komen? Ik begrijp dan ook niet waarom de manege van de heer Kreuze voor dit doel moet verdwijnen. Voor ons hoeft het voorstel van het college niet en wij zul len dientengevolge dan ook tegen het voorstel stemmen. Mevrouw De Jong: Voor mij hoeft dit voorstel ook niet. De heer Kreuze heeft hier al zoveel jaren zijn manege. Ik neem aan dat er wel een of andere toezegging aan de heer Kreuze is gedaan. Het lijkt mij stug dat men anders een bedrijf als een manege in de boerderij gaat vestigen. De manege loopt goed en er is een aantal rijders dat hier met plezier komt. Ik ben van mening dat de boerderij niet plotseling 21 kan worden teruggenomen. Volgens mij moet de heer Kreuze de gelegenheid hebben zijn bedrijf in deze boerderij voort te zetten. Ik vind ook dat de mensen die hier graag rijden - mede met het oog op de door de heer Kreuze gehanteerde goedkopere rijprijzen - in de gelegenheid moeten worden gesteld om in verenigingsverband hier te blijven rijden. De heer Boelens: Onze fractie gaat akkoord met uw voorstel. Wij beschouwen een en ander als een uitvoering van een eerder door de raad genomen besluit. De heer De Beer: Ik ben eigenlijk een beetje verbaasd over de diverse reacties, want dit voorstel is een vervolg op een besluit dat al veel eerder genomen is. Wij hebben destijds als gemeenteraad besloten om deze boerderij tijdelijk te verhuren. Na realisatie van een nieuwe manege zou de boerderij worden verbouwd ten behoeve van gebruik door de Dienst voor Sport en Recreatie. Ik begrijp eerlijk gezegd de reacties dan ook niet. Wij stemmen in ieder geval voor het voorstel. De heer De Vries (weth.): De heren Pronk, Boelens en De Beer hebben terecht geconstateerd dat het hier cm een logische voortzetting gaat van eerder door de raad gemaakte afspraken. Wij zitten nu inder daad voor het dilemma dat de Dienst voor Sport en Recreatie dringend behoefte heeft aan opslagruimte voor vrij kostbare materialen. Tot nu toe wordt het materiaal opgeslagen in nissenhutten van de Gront- mij. Aan die situatie komt nu een eind en wij hebben de boerderij voor dat doel dringend nodig. De heer Kreuze heeft zich op geen enkele toezegging kunnen beroepen. Hij heeft met een bijzon der contract bezit genomen van de boerderij. De heer Kreuze wist dat huur van de boerderij een tijde lijke zaak zou zijn. Op het ogenblik zijn wij bezig om het gebied waarin de boerderij ligt in te richten voor sportdoeleinden. Hoe eerder de paarden uit deze omgeving verdwijnen hoe beter dit is in het be lang van de recreatie. Er is ook de vervelende situatie dat er telkens ruiters in De Groene Ster ronddra ven. Dat is vermoedelijk tegen de gemaakte afspraken in, maar het schijnt moeilijk te zijn die afspraken in de praktijk na te komen. Kortom, mijnheer de voorzitter, een en ander moet zo snel mogelijk worden afgebouwd. Wij hebben ƒ500.000,— subsidie beschikbaar gesteld voor de realisering van een manege bij de kinderboerderij. De nieuwe manege is er nu! Wanneer de jonge mensen die nu nog in de manege van de heer Kreuze rijden vervangende gelegenheid moeten hebben, kunnen zij zich in verbinding stellen met het bestuur van de stichting Leeuwarder manege of de stichting paardrijden voor gehandicapten. De Voorzitter: Ik breng dan nu het voorstel van b. en w. in stemming. Het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 32 tegen 3 stemmen. Punt 19 (bijlage nr. 484). De Voorzitter: Aan de orde is nu: Vaststelling taakomschrijving van de projectgroep voor het gebied Oranjewijk. De brief van de Belangenvereniging Oranjewijk van 17 november 1981 dient eveneens bij de dis cussie over dit punt te worden betrokken. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Aan de bezwaren Van de Belangenvereniging Oranjewijk is voor een groot deel in deze raadsbrief tegemoet gekomen. Ik doel dan met name op de in- en uitrit voor rechtsafslaand verkeer aan de Willem Lodewijkstraat. Na de laatste vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening hebben wij weer een brief van de Belangenvereniging Oranjewijk ontvangen. Daarin schrijft de vereniging dat zij het nog steeds niet acceptabel vindt dat er 3.000 auto's per dag door de Oranjewijk rijden. Verder stelt de vereniging vast dat het college van b. en w. de vereniging verkeerd citeert als b. en w. zeggen dat voor 70% de bezwaren zijn opgelost. De vereniging heeft gelijk als zij zegt dat het citaat van het college niet juist is, maar daardoor verandert natuurlijk niet de feite lijke situatie. In de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening was men verdeeld over de opvatting van b. en w. dat slechts één straat, namelijk de Emmastraat of het Emmaplein, in aanmerking zou komen voor ontsluiting van de wijk in de toekomst. Onze fractie deelt de mening van b. en w. Twee ontsluitingen zullen ons in ziens het verkeersbeeld onduidelijk maken. Het fietspad zal dan ook steeds op twee plaatsen moeten worden gekruist. Wij vinden een en ander niet een juiste ontwikkeling. Ten aanzien van de afsluiting van de Emmakade van de rondweg zijn wij van mening dat in de eindfase de Emmakade moet worden afgesloten van de rondweg. In de brief van 17 november 1981 maakt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 11