28 bieden. Het nieuwe ziekenhuis kan een centrumfunctie voor Friesland vervullen en een overloopfunctie voor het academisch ziekenhuis te Groningen. De heer Pruiksma heeft de problematiek met betrekking tot het personeel aan de orde gesteld, na melijk het feit dat het personeel niet de keuzevrijheid krijgt die het personeel van de andere ziekenhui zen wel krijgt. Hij heeft er overigens mee ingestemd en heeft gezegd dat het misschien in het Georga niseerd Overleg niet al te duidelijk naar voren is gebracht. Ik wil nog wel eens zeggen wat over dat punt in het Georganiseerd Overleg naar voren is gebracht. Er is gezegd dat de keuzemogelijkheid is ontstaan doordat wij te maken hebben met de pensioenbreukproblematiek, die in verband met de daaraan verbonden hoge kosten niet oplosbaar was. Overgang van het personeel naar het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds zou een bedrag van ongeveer zestien miljoen gulden vergen. Dit bedrag is op geen enkele wijze op te brengen en is ook niet te verwerken in de tarieven. Dat was er de oorzaak van dat aan het personeel van zowel het Diakonessenhuis als van het Bonifatius Hospitaal die keuzemogelijkheid wel moest worden geboden, omdat er anders mensen zouden zijn die in arbeidsvoorwaarden en vooral in pen sioenrechten achteruit zouden gaan. De onderhandelingen van de Taakgroep Arbeidsvoorwaarden Rechtspositie hebben als resultaat gehad dat het personeel dat in dienst treedt van de B3-stichting alle rechten die annex zijn aan de ambtenarenstatus zal verkrijgen. Er is dus geen enkel nadeel aan te wij zen; wel zijn er slechts kleine verschillen. Het personeel zal geen beroep kunnen doen op de ambtena renrechter, maar moet zich wenden tot de geschillencommissie. De geschillencommissie biedt echter exact dezelfde garanties die een ambtenarenrechter biedt. De keuzemogelijkheid hoefde niet te worden aangeboden omdat er in de arbeidsvoorwaarden hier en daar sprake was van enige vooruitgang. Aan de keuzemogelijkheid zijn natuurlijk nadelen verbonden. Men moet in een dergelijk ziekenhuisinstituut dan werken met een dubbelstructuur, zoals twee medezeggenschapscommissies. Op basis van deze dis cussie is besloten om geen keuzemogelijkheid aan het Triotel-personeel te bieden. Volgens mij is dat logisch. Wij moeten werken naar een uitsterfsysteem. Op den duur zal het zo moeten worden dat ieder een in dienst is van de B3-stichting. De heer Pruiksma heeft ook gevraagd of er nog bijzondere vragen naar voren zijn gekomen bij de overdracht van het vermogen. Op dit moment kan ik hem daarop niet antwoorden. Wij zijn er nog mee bezig. Ik neem aan dat er hier en daar nog wel wat problemen zullen komen. Deze problemen zullen niet zodanig van aard zijn dat ze niet oplosbaar zijn. Ik kan hem op dit ogenblik geen antwoord geven of er zich specifieke problemen hebben voorgedaan. Zover zijn wij nog niet. Verder heeft de heer Pruiksma waarderende woorden uitgesproken naar een aantal van mijn voor gangers en naar de heer Addens. Ik wil mij namens het college bij die woorden heel graag aansluiten. Speciaal door deze mensen is heel hard gewerkt om tot dit resultaat van fusie te komen. De heer Pruiksma heeft ook melding gemaakt van een schoonheidsfoutje bij de totstandkoming van de ontwerp-statutenIk geloof dat dat niet helemaal waar is. Er is over de wijziging in de statuten vrij nauw contact geweest met de voorzitters van de ziekenhuizen. Deze on twerp-sta tuten zijn in overeen stemming met de voorzitters gemaakt. De voorzitters hebben de ontwerp-statuten teruggekoppeld naar hun besturen. Het schoonheidsfoutje is dan inderdaad dat terugkoppeling niet is gebeurd naar het Trio- tel. De raad heeft echter de ontwerp-statuten - zo spoedig mogelijk nadat deze gereed waren - toege stuurd gekregen en de raad heeft vanavond de gelegenheid om daarover te praten. Dan stap ik over op de opmerkingen van de heer Bijkersma. Hij heeft gezegd blij te zijn dat dit ziekenhuis tot stand komt in verband met de centrumpositie van Leeuwarden. Ook voor het werk dat ge daan is door de commissie heeft hij waardering geuit. Alleen heeft de heer Bijkersma enige kritische op merkingen gemaakt met betrekking tot artikel vier, lid drie, sub c, van de gewijzigde statuten. Als op merking bij sub c. staat dat er een aantal uitgangspunten bij de voordrachten gelden. Ik wil er op wij zen dat in de ontwerp-statuten een en ander nadrukkelijk bedoeld is voor de categorie genoemd onder artikel vier, lid drie, sub c. Het gaat er dus om dat deze voorwaarden gelden bij de benoeming van le den die afkomstig zijn van het Bonifatius Hospitaal en het Diakonessenhuis. Deze voorwaarden staan niet opgenomen voor de kandidaat-voorzitter genoemd in artikel vier, lid drie, sub b.; de hier genoem de kandidaat wordt door de gemeenteraad aangewezen. Dat is niet gebeurd, omdat de gemeenteraad bij de benoeming eigen criteria zal aanleggen die vaak politiek van aard zijn. Dan zegt de heer Bijkersma dat er in het bestuur geen liberalen zijn vertegenwoordigd. Dat is in derdaad juist. Maar hoe is het gegaan? Er kunnen door de gemeenteraad drie leden worden benoemd om zitting te nemen in het bestuur. Een van deze drie leden is de voorzitter, die - niet partijgebonden - de algemene belangen van de gemeente zal behartigen. Een en ander is ook de nadrukkelijke voorwaarde die gesteld is aan de thans voorgestelde voorzitter. Naast de voorzitter worden er nog twee leden door de gemeenteraad aangewezen. Uitgangspunt van het college voor de aanwijzing van de twee leden is geweest dat deze leden uit de twee grootste partijen in de gemeenteraad moesten komen. Als de liberale toon door moet klinken in het bestuur, dan wil ik de heer Bijkersma aanraden om alle pogingen te doen 29 de een na grootste partij te worden. Zijn partij zal dan zeker in het bestuur zitting mogen nemen. Dit is echter niet helemaal een serieus antwoord op de vraag van de heer Bijkersma. (Gelach) Het is inderdaad zo dat het college er van uit is gegaan dat leden van de grootste fracties in aanmerking zouden komen voor het zitting nemen in het bestuur. Op de vraag van de heer Bijkersma of de liberale maatschappijvisie wel voldoende doorklinkt, wil ik niet verder ingaan. Ik weet niet in hoeverre misschien de liberale maatschappijvisie door de andere besturen wel duidelijk naar voren komt. In ieder geval komt deze visie in dit geval niet vanuit de raad. Mevrouw Van der Werf heeft nog gevraagd of er twee bestuursleden op voordracht van de onderne mingsraden benoemd kunnen worden. Ik heb de raad gezegd wat de wijze van benoeming van de kant van de gemeente is. De andere ziekenhuizen hebben nadrukkelijk gezegd dat zij de benoemingsproce dure zullen hanteren zoals die is voorgesteld. De wijze van benoeming van bestuursleden is ook een re sultaat geweest van de onderhandelingen. Een ander punt is dat de ondernemingsraden nadrukkelijk ge hoord zullen worden bij de bestuursvoordrachtenWat dat betreft kunnen de raden hun invloed uitoefe nen. Ik heb het idee, mijnheer de voorzitter, dat ik op alle vragen zo goed mogelijk antwoord heb ge geven Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik vind het nog noodzakelijk te zeggen dat ik mij aansluit bij de dank die door de heer Pruiksma is uitgesproken aan het adres van de voorzitter van de Commissie Samen werking Leeuwarder Ziekenhuizen, de heer Addens, en aan de twee voormalige wethouders die als overlegpartners voor de gemeente hebben deelgenomen, de heren Schaafsma en De Pree. De heer Pruiksma: Ik wil nog zeggen dat ik een verzuim heb gepleegd. Ik heb namelijk vergeten te zeggen dat mijn dank ook uitgaat naar wethouder De Vries. Hij heeft namelijk, voordat de samenwer kingsovereenkomst tot stand is gekomen, erg veel problemen opgelost toen de zaak dreigde vast te lo pen. Voorzover iemand zich hierbij wil aansluiten, dan is dat nu nog mogelijk. Als ik mijzelf nog lan ger hoor praten denk ik: verlos ons van de preektoon Heer, geef ons de ware eenvoud weer. (Gelach) (De Voorzitter: Kan het misschien wat kort, mijnheer Pruiksma?) Het kan nauwelijks korter, mijnheer de voorzitter. Het schoonheidsfoutje had alleen betrekking op de procedure. Ik heb gezegd dat het misschien min der fraai is dat wij nu de statuten behandelen, terwijl de Commissie Samenwerking Leeuwarder Zieken huizen zich daarover donderdag uitspreekt. Voor de rest ga ik volledig akkoord met hetgeen wethouder Geerts zojuist heeft gezegd. De heer Bijkersma: Het antwoord van de wethouder brengt met zich mee dat ik hem toch nog een paar vragen wil stellen. Ze zijn te belangrijk om daar nu niet over te praten. Ik stel de neutraliteit van de voorgedragen voorzitter van de stichting helemaal niet in het geding. Ook heb ik gezegd dat men die voorzitter niet los mag zien van de politieke signatuur van de partij van waaruit hij afkomstig is. Als antwoord hierop zegt de wethouder dat er een neutrale voorzitter wordt benoemd en dat uit de twee grootste partijen vertegenwoordigers in het bestuur worden benoemd. Als u deze visie nu en in de toe komst handhaaft, dan ben ik het helemaal met u eens. Het betekent namelijk dat er tegen de tijd dat er een nieuwe voorzitter benoemd moet worden niet gezegd wordt dat de verdeelsleutel van twee leden van de PvdA en één lid van het CDA weer wordt gehanteerd. Een en ander wordt opgenomen in de notulen. Voor dit antwoord heb ik begrip. Ik wilde het toch even opmerken en ik heb goed begrepen dat het ant woord van wethouder Geerts is bedoeld zoals ik het zojuist heb gezegd. De Voorzitter: Dat kunnen wij bevestigen, mijnheer Bijkersma. Het is geen enkel probleem. Dan zijn wij het daar in ieder geval over eens. Er zijn niet meer opmerkingen, dus kunnen wij de discussies over dit punt afsluitenIk breng dan nu het voorstel in stemming, met inachtneming van de wijziging zoals die is genoemd in bijlage nr. 469a. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. De Voorzitter: Wij hebben een zeer belangrijk besluit genomen. Op vier februari nemen wij af scheid van de voorzitter, de heer Addens, en de leden van de Commissie Samenwerking Leeuwarder Zie kenhuizen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 15