30 Punt 15 (bijlage nr. 486). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 16 (bijlage nr. 487). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen van het bestemmingsplan Huizum-Badweg. Mevrouw Visscher—Bouwer:Wij hebben voor ons het voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Huizum-Badweg. Dit plan bestaat uit een zeer gedetailleerd westelijk gedeelte en een globaal oostelijk gedeelte. Voor het laatstgenoemde gedeelte geldt de bestemming "ziekenhuizen". Op dit gedeelte be vinden zich thans het Triotel met heemtuin, de Badweg en volkstuinen. Veel inwoners van Leeuwarden zullen het waarschijnlijk onvermijdelijke verlies van de Badweg betreuren. De Badweg op zich is niet zo aantrekkelijk, maar is wel aantrekkelijk door de landschappelijke omgeving. Wanneer wij de grond hebben verkocht is de gemeente officieel niet meer betrokken bij de invulling van het onderhavige ter rein. Wij willen er bij degenen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van dit gebied voor pleiten dat het verlies van de Badweg wordt gecompenseerd in de vorm van bijvoorbeeld een nieuwe heemtuin. Ik heb al gezegd dat de Badweg niet gehandhaafd kan worden. Indien de Badweg wel ge handhaafd zou blijven maar er niet een aantrekkelijke omgeving is, dan heeft handhaving van de Bad weg volgens mij geen zin. Ik pleit hier, over de hoofden van de mensen heen die verantwoordelijk zijn voor de inrichting van het gebied, voor het creëren van een vervangend doorloopbaar terrein. Wij wachten af hoe een en ander zich zal ontwikkelen. Dan wat het westelijk deel betreft. Indertijd hebben wij het principe-besluit genomen om Rijksweg 32 met een bajonet aan te sluiten op de Oostergoweg. Op dat moment kon men de gevolgen van een dergelijke uitspraak over de wegenstructuur niet voorzien. Misschien moet in zo'n stadium al duidelijk worden gemaakt wat de consequenties van zo'n beslissing zijn. Men zegt wel dat de weg met een bajo net moet worden aangesloten, maar men heeft er geen idee van hoe een en ander er uit komt te zien. Om tot een betere keus te komen zouden de consequenties moeten worden uitgewerkt. Wij worden nu geconfronteerd met een heel brede verkeersoplossing om de verkeersafwikkeling zo optimaal mogelijk te doen verlopen. Wij zien dat er langs de Oostergoweg en ten zuiden van het benzinestation een groot terrein overblijft dat de bestemming "groen" heeft, omdat wij met het terrein waarschijnlijk niets kun nen. Mijn vraag is nu of de lengte van het stuk Aldlansdyk tussen Oostergoplein tot de afslag naar de Oostergoweg eën minimale of een maximale oplossing is. Met andere woorden, als dit stuk weg zou kunnen worden verkort dan zou de Oostergoweg naar het westen kunnen worden verlegd en zou er een groter terrein overblijven voor de locatie van het ziekenhuis. Welke oplossing is er gekozen? Dan kom ik bij het door mevrouw Krol-Koopmans ingediende bezwaarschrift. Wij zouden dit be zwaarschrift gegrond willen verklaren. De Aldlansdyk is namelijk ter plaatse ontzettend breed. Vooral de tussenbermen zijn erg breed, namelijk twee keer twaalf meter. Ook wij denken dat een en ander versmald kan worden, zodat er dan een redelijke afstand tot de woning van mevrouw Krol-Koopmans kan blijven gehandhaafd. Hiertoe dien ik de volgende motie in. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 23 november 1981, gelezen hebbende het bezwaarschrift van mevrouw A. Krol-Koopmans, is van mening dat dit bezwaar gegrond moet worden ver klaard omdat zij het eens is met het daarin gestelde betreffende de breedte van het op de bestemmingsplankaart Huizum-Badweg aangegeven tracé van de Aldlansdyk ter plaatse van de woning van mevrouw Krol-Koopmans." De motie is mede-ondertekend door de heer Janssen. Wat de overige bezwaarschriften betreft zijn wij het eens met hetgeen hierover in de raadsbrief staat. In de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heb ik aan de wethouder gevraagd of er fietspaden langs de Borniastraat kunnen worden aangelegd. Hij heeft mij toen geantwoord dat het hem op zich zin nig leek dat er vrijliggende fietspaden zouden worden aangelegd, omdat deze fietspaden ook aanwezig zijn in de op de Borniastraat aansluitende wegen. De plankaart is echter nog niet gewijzigd. Is het wel de bedoeling dat dit alsnog gaat gebeuren? De heer Sijbesma: Ik wil eerst een reactie geven op de ingediende bezwaarschriften. U bent vrijwel alle schrijvers van bezwaarschriften zodanig tegemoet gekomen dat zij daar kennelijk mee kunnen le ven. Ze zijn in ieder geval niet in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening geweest om bepaalde 31 punten toch nog nader toe te lichten. Ik denk dan ook dat het bezwaarschrift van mevrouw Krol-Koop mans ongegrond moet worden verklaard, mede gezien de argumentatie die het college heeft gegeven. Over de Badweg heb ik in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening gezegd dat de weg zijn landschappelijke waarde heeft, maar dat de aantrekkelijkheid van de Badweg voor een groot gedeelte bepaald wordt door de huidige omgeving. Het zou de moeite waard zijn wanneer bij het opzetten van het nieuwe ziekenhuisplan en het aankleden van de omgeving daarvan aan de toekomstige koper aange geven zou worden of iets van de huidige omgeving bewaard zou kunnen blijven. Wij kunnen een en an der in elk geval niet vastleggen in het bestemmingsplan. Bij de behandeling van de bestemmingsplannen Huizum-Bornia en Huizum-Sixma is uitvoerig de in richting van de Oostergoweg aan de orde geweest en ook vastgesteld. Het deel van de Oostergoweg dat in het plan Huizum-Badweg valt sluit daarop dacht ik zeer logisch aan; daarbij is rekening gehouden met de aansluiting op de rondweg en de aansluiting volgens het bajonet-principe op Rijksweg 32. De in dit plan aangegeven wegstructuur en de inrichting daarvan hebben onze instemming. De heer De Beer: Wat hier gezegd is over de Badweg is ook al in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening naar voren gebracht. De wethouder heeft daarop inmiddels een duidelijk antwoord gegeven. Ik vind de vragen eigenlijk een beetje overbodig, wat niet wil zeggen dat ik iemand verbied een vraag te stellen. Ik heb destijds uit hetgeen in de raad is besproken begrepen dat de gemeenteraad niet langer moest worden opgehouden met het herhaaldelijk weer vragen stellen over punten die reeds duidelijk zijn beantwoord. Uit het antwoord van de wethouder op het ingediende bezwaarschrift van mevrouw Krol-Koopmans heb ik begrepen dat juist ter plekke de mogelijkheden niet anders zijn. Voordat ik de ingediende motie beoordeel wil ik eerst graag het antwoord van de wethouder afwachten. De heer Van der Wal: De hoofdfunctie in dit bestemmingsplan wordt dus een grote ziekenhuisvesti ging. Wij kunnen met die hoofdfunctie instemmen. De Badweg zal wel niet - tot onze grote spijt - te handhaven zijn. Wat dat betreft sluit ik mij aan bij hetgeen mevrouw Visscher gezegd heeft. Wij kun nen wel met de door mevrouw Visscher ingediende motie meegaan om het bezwaar van mevrouw Krol- Koopmans gegrond te verklaren tenzij de wethouder met zeer zwaarwegende argumenten komt. Ook hetgeen mevrouw Visscher gezegd heeft over de fietspaden in de Borniastraat willen wij ondersteunen. Wij gaan akkoord met het bestemmingsplan, echter met de restrictie dat wij tegen het restantje blijven uit het groeidenken van de zestiger jaren, namelijk de ruimteverslindende Oostergoweg die ook in dit bestemmingsplan weer is opgenomen. Hopelijk kunnen wij over een jaar of tien, liefst eerder, een en ander als Oostergopark gaan inrichten. Mevrouw De Jong: Ik wil mij graag aansluiten bij de door mevrouw Visscher gedane suggestie over de Badweg. Ook de motie die mevrouw Visscher heeft ingediend over het bezwaarschrift van mevrouw Krol-Koopmans zal ik ondersteunen. De heer Rijpma (weth.): De Borniastraat, mevrouw Visscher, is op het moment zoals die is. In het bestemmingsplan hoeft het profiel daarvan op dit moment niet aangegeven te worden. Het is een beslis sing van de raad om de verkeersdoeleinden op een zodanige wijze aan te passen dat er een vrij liggend fietspad aan de ene of aan de andere kant - misschien zelfs aan beide kanten, maar ik denk dat dat niet kan - kan worden gerealiseerd. Het betekent een heroverweging van de Borniastraat. Dat kunnen wij los van het bestemmingsplan doen, omdat de Borniastraat een verkeersbestemming heeft. Een en ander hoeft niet meer nadrukkelijk in het bestemmingsplan te worden vastgelegd. Er is ook nog gesproken over een stukje groen bij het benzinestation. Ik zou niet weten op welke wijze wij aan dit terrein een andere bestemming kunnen geven. Het zou ook nog wel eens kunnen zijn dat - het is volgens mij ook in het bestemmingsplan geregeld - bij de detaillering van het plan de uitrit ten van het benzinestation iets verschoven zouden moeten worden. Er is ook een aantal voorzieningen dat ten behoeve van het algemeen belang ergens een plek moet vinden. Die plek zou zich met name voor die voorzieningen lenen. Dat er een zekere afstand bewaard is ten opzichte van de bestaande bebouwing is dacht ik een goe de zaak. Er zijn momenteel vrij stringente eisen ten opzichte van de geluidhinder. Dat betekent dat het bij het verschuiven van de weg naar het westen niet ondenkbaar is dat er op kosten van de gemeente aan de bestaande gebouwen voorzieningen in het kader van de geluidhinder moeten worden aangebracht. Ik kan dat allemaal op dit moment niet overzien. Over het bestemmingsplan is overleg geweest met alle instanties waarmee wij de verplichting hadden om overleg te voeren. Daar is ook de Inspectie voor de Volksgezondheid bij. Deze inspectie toetst het bestemmingsplan ook op bepaalde elementen. Bij de ver-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 16