40 1 ill dienst voor de Monumentenzorg van 1 september 1980, die handelt over de vervanging van de Eerste Kanaalbrug. Tot mijn stomme verbazing lag deze brief niet bij de ter inzage gelegde stukken. Waarom ligt een brief die over subsidie voor een zo belangrijke investering handelt, niet ter inzage? De brief die ik heb is waarschijnlijk een driedubbele kopie, dus hij is een beetje slecht leesbaar. Maar er is bij mijn weten geen beter exemplaar aanwezig. (De Voorzitter: Staat in die brief dat wij wel subsidie krij gen?) Nou, geen subsidie voor vervanging. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg pleit namelijk voor herstel, ik citeer: "Mocht er uwerzijds aanleiding bestaan om alsnog voor herstel van de bestaande brug te kiezen, dan ben ik bereid om in overleg met het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Or dening een subsidie in het kader van de bijzondere openbare werken te bepleiten." Tenslotte vindt de rijksdienst dat er beter overleg moet komen. In de brief wordt ook nog gesproken over het unieke karak ter van de brug, enz. Het punt is dat er kennelijk voor het herstel van de brug wel degelijk subsidie mogelijk is. Ik stel dan ook voor om in ieder geval vanavond niet over het voorstel te beslissen. Er zou eerst heel goed onderzocht moeten worden of voor pakweg één miljoen gulden de brug kan worden her steld, waarvoor wij dan 50% subsidie kunnen krijgen. Herstel zou ons dan 500.000,-- kosten in plaats van drie miljoen gulden, die wij ook helemaal zelf nog op moeten brengen. Het lijkt mij het proberen wel waard. In ieder geval stemmen wij tegen het voorstel. Mevrouw De Jong: Ik sluit mij graag aan bij de woorden van de heer Van der Wal. De heer Rijpma (weth.): Binnen het krediet waarvoor op het ogenblik toestemming aan de raad ge vraagd wordt, zijn twee mogelijkheden om de zaak aan te pakken. Een mogelijkheid is om zowe! de bruggehoofden als de pijler te laten staan en de scheuren, de voegen en alles wat daarbij hoort te be handelen op de wijze zoals dat moet gebeuren. Het betekent echter wel dat voor de stabiliteit van met name de bruggehoofden - de pijler sluit ik niet helemaal uit - een zware verankering moet worden toe gepast. De bruggehoofden hebben het meer dan 80 jaar uitgehouden, want ze zijn in de vorige eeuw gebouwd. In de stad heeft men echter kunnen constateren dat de walmuren het ook lang hebben uitge houden, maar dat zij successievelijk allemaal moesten worden afgezet en daadwerkelijk ook in de gracht zijn gevallen. Ook bij deze bruggehoofden is beweging geconstateerd, precies zoals dat het ge val is op dit moment met de walmuren aan de Voorstreek. Bij de walmuren aan de Voorstreek zijn - als ik tenminste goed ben ingelicht - vandaag waarschuwingshekken geplaatst. De verankering van brugge hoofden en de bevestiging van de fundering van de pijler zijn strikt noodzakelijk. (De heer Van der Wal: Een en ander is ook subsidiabel.) Daar kom ik zo meteen op, mijnheer Van der Wai. Wat de bovenbouw van de brug betreft is het heel goed mogelijk om deze niet te laten lassen maar te laten klinken. Er is echter nog maar één bedrijf in Nederland dat nog één hal beschikbaar heeft voor deze klinkwerkzaamheden. Het bedrijf staat in Krimpen aan de IJsselEr moet echter wel met enige wachttijd rekening worden gehouden, want dit is het enige bedrijf in Nederland dat nog tot activiteiten als deze in staat is. Nagegaan is of het zinvol is de brug te laten klinken. Technisch gezien is het mo gelijk de brug naar Krimpen aan de IJssel te transporteren. Deskundigen hebben medegedeeld dat - wanneer er aan deze brug gewerkt wordt op zo'n wijze dat hij weer enige tijd mee kan - het resultaat zal zijn dat er een kopie ontstaat van deze brug, maar met volkomen nieuw materiaal. De prijs die dan betaald moet worden is ruim het dubbele van het bedrag dat in de begroting is opgenomen. Het standpunt van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is - de dienst heeft dit nooit rechtstreeks gezegd, maar het wel in gesprekken en in de brief aangegeven - dat tot restauratie moet worden over gegaan. Ik moet er bij zeggen dat alle grachten nieuwe walmuren hebben gekregen. De kosten van aan leg van de walmuren, die zijn gebouwd van nieuwe stenen en zijn voorzien van nieuw cement en een nieuwe onderheiing, worden volledig betaald door de Ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Als deze bruggehoofden en pijlers ver nieuwd worden, hebben ze precies hetzelfde aanzicht dan wanneer ze gerestaureerd worden. Alleen de stenen zijn wat nieuwer en de voegen zullen de eerste jaren nog wat blinken. Voor de rest is de hele opbouw van de elementen precies hetzelfde. Als de raad echter een brug wenst met een geklinknagelde bovenbouw zoals die in 1880 gebruikelijk was, dan is dat natuurlijk mogelijk. Het betekent alleen een verdubbeling van het bedrag voor de bovenbouw van de brug. In de begroting is voor de bovenbouw van de brug een bedrag gecalculeerd van 280.000,plus BTW. Als blijkt dat de Rijksdienst voor de Mo numentenzorg de pijlers, de bruggehoofden en de bovenbouw van de brug wel zal subsidiëren, dan kan dat zondermeer met dit raadsbesluit. Het enige wat ik dan moet doen is te zijner tijd bij de raad terug komen voor wat betreft de openbare aanbesteding van de onderbouw. De onderbouw zal dan wel door een gespecialiseerde firma uitgevoerd moeten worden, want anders glijden tijdens de werkzaamheden de bruggehoofden het water in. Ik stap nu over naar het punt van subsidiëring. Met de betrokken instanties is over subsidiëring ge- 41 roken. Bij de behandeling van het ISR-uitvoeringsplan Molenpad is nadrukkelijk door zowel het Mini sterie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening als door het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk gezegd dat zij deze voorziening - voorwaarden ten aanzien van oud of nieuw zijn niet gesteld - niet zullen subsidiëren. De provinciale stadsvernieuwingscommissie heeft geprobeerd het standpunt van de ministeries te veranderen, maar het standpunt van de beide ministeries zal niet worden gewijzigd. Ik moet nog wel opmerken dat de royaliteit van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maat schappelijk Werk die uit de brief zou blijken, niet blijkt uit het standpunt dat het ministerie inneemt ten opzichte van de toren van Wirdum en ook niet uit de centen die het ministerie beschikbaar stelt voor andere restauraties in Friesland. Het ministerie heeft namelijk gezegd dat de financiële middelen voor Friesland al voor ver in de tachtiger jaren zijn opgebruikt. Pas in 1984 of 1985 zullen er weer financië le middelen beschikbaar zijn. Bij het Molenpad is in het kader van het ISR nadrukkelijk gezegd dat er niet gesubsidieerd wordt. Het herstel van de walmuren van de stadsgrachten werd wel gesubsidieerd. Vandaar dar het ook helemaal geen zin had om de door de heer Van der Wal genoemde brief met de in tentieverklaring er bij te halen, want de brief is door het standpunt van het ministerie achterhaald. Ik zou nog willen zeggen dat de brug niet kan blijven zoals die is. Handbediening of electrische bediening van de brug maakt in de uitvoering en in de kosten vrijwel niets uit. Als de raad zegt dat er in de toekomst voor een man moet worden gezorgd die bereid is om de brug te draaien, dan kan dat als de raad dat wilIk denk echter dat het even eenvoudig is om in het verborgene een electromotor te plaatsen en in plaats van een gat in het brugdek een knopje op een andere plaats te monteren. Deze uitvoering kost vrijwel niets meer. Het is een illusie te denken dat voor één miljoen gulden hier iets aan restauratie gedaan kan worden. Als de Ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk op hun standpunt terug zouden komen en wel subsidie zou den willen verlenen, dan betekent dat een salto mortale voor het standpunt dat zij hebben ingenomen ten aanzien van het ISR-uitvoeringsplan Molenpad, in welk plan deze brug nadrukkelijk was opgeno men. De heer Janssen: De wethouder heeft nu wel een aantal mogelijkheden genoemd waarop de Minister ries van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening niet zouden ingaan voor wat betreft de subsidie, maar het is immers nog niet geprobeerd en aangekaart of er een brug kan komen die met handkracht bediend kan worden. (De heer Rijpma (weth.): Ik heb zo juist heel nadrukkelijk gezegd dat wanneer de raad beslist dat ik op basis van de andere door mij aange dragen elementen nog eens moet proberen om subsidie te verkrijgen, dan is een en ander mogelijk bin nen dit raadsbesluit.) Wanneer de wethouder zegt dat de kosten voor een met handkracht bediende brug dezelfde zijn als voor een electrisch voortbewogen brug en wij tevens subsidie kunnen krijgen voor een brug die met handkracht bediend wordt dan hebben wij winst gemaakt. (De heer Rijpma (weth.)Nou dan doen wij dat maar wel binnen het bestemmingsbesluit.) Als u daarmee instemt, dan is het mij best. Wij zijn echter niet bereid om op dit moment dit krediet hiervoor te verstrekken. Wij stellen voor dat u te rug komt met een klaargemaakt voorstel, waarin u overeenstemming hebt bereikt met de subsidiërende instanties. Als u aan kunt tonen dat er subsidie verstrekt wordt, dan zullen wij instemmen met het ver strekken van het krediet. (De heer Rijpma (weth.): [Jan gaat het om het krediet en niet om de uitvoe ring.) De heer Van der Wal: Ik kan mij kortheidshalve aansluiten bij het standpunt van de heer Janssen. Overigens blijkt uit de brief die ik heb voorgelezen wel degelijk dat die relevant is ten opzichte van dit onderwerp. Het college kan dat wel minder relevant vinden, maar volgens mij behoort een dergelij ke brief wel bij de stukken te liggen. Deze brief die iets meer dan een jaar oud is gaat over een erg be langrijk onderwerp, namelijk over de dekking door subsidie van een bedrag van drie miljoen gulden of 3,3 miljoen gulden. Voor de gemeente betekent toekenning van een subsidie derhalve dat er 1,5 of 1,65 miljoen gulden voor haar rekening komt. Dat is toch een heel ander bedrag dan drie miljoen gul den. Ik vind een dergelijke brief wel degelijk relevant. Volgens mij heeft de raad er recht op dat dit soort brieven automatisch bij de stukken ter inzage worden gelegd. Het lijkt mij niet juist dat men via omwegen deze brieven in handen krijgt gespeeld. Vooralsnog is ook mijn fractie niet bereid om in te stemmen met het krediet. De ideeën die de wet houder nu naar voren brengt ten aanzien van een werf in Krimpen aan de IJssel die de werkzaamheden aan de brug kan uitvoeren, wil ik rustig bespreken in de Commissie voor Openbare Werken. Ik heb nog met eerder gehoord dat de bovenbouw geklonken kan worden. Hoe de Rijksdienst voor de Monumenten zorg daar dan op reageert, horen wij wel wanneer de kwestie van de brug opnieuw in de raad aan de or de wordt gesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 21