16 bevorderende activiteiten, ook door de gemeente. Wanneer er niet een adres is dat met name die op dracht heeft, ben ik er niet zeker van of het emancipatiebeleid wel voortgang vindt. Het is echt niet de bedoeling dat deze Emancipatienota in een kast komt te liggen en verder geen uitwerking meer heeft." Ik kan niet anders dan constateren dat die nota nu nog steeds in de kast ligt en dat in ieder geval de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden, waaraan een dergelijke centrale functie is toegekend in dit beleid, er nog steeds niet is. Daaruit kan ik dan ook weer niet anders dan concluderen dat er nog steeds niets gebeurt. Deze ontwikkeling baart mij behoorlijk veel zorgen en ik zou derhalve ook graag willen dat het college haast maakt met deze zaak en er in ieder geval nu op ingaat. Een ander punt dat ik aan de orde wil stellen is vraag 321In het antwoord daarop stelt het college van mening te zijn dat de Stuurgroep Sociale Stadsproblematiek moet worden opgeheven en dat in voor komende gevallen op basis van een duidelijke afgrenzing van zowel het geografische gebied als de pro bleemstelling via deelonderzoeken tot beleidsaanbevelingen moet worden gekomen. Welnu, die voorko mende gevallen zijn er en dat weet het college ook wel, want dat was de reden om de stuurgroep in te stellen. Het is natuurlijk een beetje een omgekeerde redenering als men zegt dat men er niet uit komt en daarom bepaalde problemen wil aanpakken op het moment dat die zich voordoen. Daarvoor was nu juist de stuurgroep ingesteld. De stuurgroep is al een paar jaar bezig geweest. Ik ben van mening dat men op zijn minst met een rapportage kan komen waarin wordt aangegeven waarom men er niet goed in slaagt bepaalde vraagstukken op te lossen. Men kan in ieder geval een analyse maken van de problemen waarop men is gestuit. De oplossing die door het college wordt voorgedragen om een en ander dan maar per probleem of zelfs per geografisch afgebakend gebied aan te pakken lijkt mij helemaal geen goede oplossing, want veel van de problemen waarom het hier gaat zijn juist problemen die niet zijn te beper ken tot een wijk. Een probleem dat vaak aangesneden is, is bijvoorbeeld het feit dat bepaalde groepen mensen - vaak de mensen met de laagste inkomens - hier in de stad van de ene wijk naar de andere trekken als hun woningen worden gesaneerd, hetgeen ongetwijfeld en ook vanzelfsprekend leidt tot so ciale problemen. Dit probleem is niet te localiseren tot een bepaalde wijk. Het is iets dat tussen de wijken speelt en dat te maken heeft met het stedelijk huisvestingsbeleid. Dit probleem is een van de re denen waarom wij vaak hebben gezegd dat er inhoudelijke criteria moeten komen voor het toewijzings beleid op het gebied van de volkshuisvesting. De stuurgroep zou zich ook hiermee bezighouden. Van dit alles is niets terechtgekomen. Men is naar mijn mening echter te gemakkelijk als men zegt de stuurgroep te willen opheffen, omdat men er niet in slaagt met goede beleidsaanbevelingen te komen en zich voor doende problemen per geval wil aanpakken. De heer Geerts (weth.): Mevrouw Otsen en mevrouw Van der Werf stellen enkele vragen over het emancipatiebeleid. De Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden zou moeten worden ingesteld op basis van de uitgangspunten van de op 9 maart 1981 vastgestelde Emancipatienota. Deze commissie zou een begeleidingstaak moeten krijgen bij het uitwerken van beleidslijnen zoals die in de Emancipatienota zijn geschetst. Er werd eveneens in de nota gesteld dat een of twee medewerksters zouden moeten wor den aangetrokken in het kader van de werkverruimende maatregel teneinde op ambtelijk niveau voort gang en uitbouw van het emancipatiebeleid mogelijk te maken. Hier zit het knelpunt. De middelen die door de provincie Friesland in het kader van deze regeling voor 1981 beschikbaar zijn gesteld, zijn uit geput. De kans moet derhalve zeer gering worden geacht dat voor 1 januari 1982 via deze maatregel de benodigde ambtelijke ondersteuning kan worden gerealiseerd. Het moge duidelijk zijn dat het zonder deze ambtelijke steun - u kunt dan denken aan secretariaatswerkzaamheden, coördinatie en voorberei ding van geschriften - niet zinvol is de commissie in te stellen en dit is dan ook de reden waarom het nog niet is gedaan. Wij kunnen dat pas doen als wij zekerheid hebben over de ambtelijke ondersteuning, Alternatieven binnen de afdeling SZW zijn ook niet voorhanden, ledereen is zwaar belast. Wij hebben geprobeerd prioriteiten te stellen, maar het blijkt dat het niet mogelijk is mensen vrij te maken voor dit werk. Een andere mogelijkheid Is het aanstellen van mensen, doch ik wil u er wel aan herinneren dat wij de opdracht hebben om binnen vier jaar vijftig arbeidsplaatsen niet meer op te vullen. Het leek ons daarom het beste toch te proberen arbeidskrachten aan te stellen in het kader van de werkverruimende maatregel. Zodra wij deze mensen hebben zal de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden worden ingesteld, die dan zinvol werk zal kunnen doen. De tweede vraag van mevrouw Van der Werf gaat over de Stuurgroep Sociale Stadsproblematiek. Bij de instelling van de stuurgroep is inderdaad gezegd dat de sociale stadsproblematiek een problematiek is die het gehele stedelijk gebied betreft en niet moet worden geïsoleerd. Het hele sociale probleem zou in de totale context moeten worden bekeken. Wij zeggen dat nog steeds. Het is echter gebleken dat de stuurgroep - dat is dan een constatering die u plezierig kunt vinden of niet - niet in staat is gebleken deze doelstelling te realiseren. De doelstelling bleek te ambitieus te zijn. Er komen geen concrete re sultaten uit. Men moet zich dan de zinvolheid van het bestaan van de groep gaan afvragen. Wij hebben aarom zegd dat op deze weg, waarop geen resultaat wordt verkregen, niet kan worden doorgegaan, ij zullen de problematiek nu op een andere wijze moeten aanpakken. De werkzaamheden zullen moe- en worden overgenomen door ad hoc-groepen die een gerichte taakopdracht krijgen, die geografisch en ua doelstelling beperkt is. Het is niet de bedoeling de totale samenhangende problematiek in een keer ebekijken, doch een deel van de problematiek in een bepaald stadsdeel. Men krijgt hier te maken met e manier waarop de planning wordt gedaan. Wordt er gepland van groot naar klein of van klein naar root, of moet plannen een optelsom zijn van allerlei kleine onderzoeken? Het is niet de meest ideale verkwijze maar in dit geval is het niet mogelijk gebleken de totale problematiek in een keer te vatten. )at is dan ook de reden waarom het college voorstelt te handelen zoals in het antwoord op de vragen 120 en 321 is aangegeven. Mevrouw Otsen: Ik proef in het antwoord van de wethouder geen enkele garantie dat wij in het ko- ende halfjaar kunnen rekenen op het aanstellen van een medewerkster op het gebied van het emanci patiebeleid in het kader van de werkverruimende maatregel. Ik zou derhalve dit punt onder voorbehoud villen claimen. Wij kunnen in de fractie daarover dan nog overleggen. Een ander punt is de instelling van de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden. Ik heb toch wat moeite met het aantrekken van mensen buiten de raad om. Niet met het voorstel op zich, maar wel net de manier waarop het gaat gebeuren. Ik wil hier dan ook pleiten voor het plaatsen van een adver tentie om mensen op te roepen zitting te nemen in deze Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden. Met de landelijke Emancipatiecommissie is het ook op deze manier gegaan en ik heb vernomen dat het ook in andere steden wel zo wordt gedaan, ledereen heeft dan de mogelijkheid zichzelf voor te dragen of anderen daarvoor voor te dragen en dat lijkt mij heel goed toe. De Voorzitter: Mag ik u een advies geven? Als u dit punt wilt claimen, bent u daarin vrij. Het zou mij echter zinniger lijken het punt in te brengen in de vergadering waarin wij over de herwaardering spreken. (Mevrouw Otsen: Dat duurt nog ontzettend lang.) Neen, die vergadering komt in maart/april. Als het om 3.000,ging, zou u het punt rustig kunnen claimen. Het gaat echter om een groot be drag. Als wij hierin niet kunnen voorzien via bijzondere maatregelen, moeten andere middelen worden vrijgemaakt. Op dat moment moet de raad kiezen. De raad kan beslissen of dit punt zo zwaar weegt dat het moet doorgaan en de raad kan dan ook een andere post aanwijzen die dan moet worden geschrapt. Als een dergelijk alternatief niet tegelijkertijd aanwezig is, is de discussie voor ons niet erg zinvol. Om deze reden geef ik u dit advies. Ondertussen gaan wij natuurlijk wel door met te trachten mogelijk heden te vinden in het kader van de werkverruimende maatregel. De regering is op het ogenblik druk bezig met het uitwerken van werkverruimende maatregelen en de kans bestaat dat er binnenkort op dit terrein toch wat mogelijkheden komen. De een heeft er wat meer vertrouwen in dan de ander, maar wij houden er toch rekening mee dat de regering binnenkort met deze maatregelen komt. Wij hebben nog een aantal andere punten die wij daarbij zouden kunnen aanhaken. Ik kan u verzekeren dat wij niet stil zitten. Als het ons echter niet lukt een en ander te realiseren uit de pot van de werkverruimende maat regel moet er, populair uitgedrukt, geld op tafel komen. Om die reden zou het zinvol zijn dit punt in de herwaarderingsvergadering aan de orde te stellen. (Mevrouw Otsen: Het wordt dan april/mei en dat [vind ik toch nog ontstellend lang duren.) Neen, die vergadering zal in maart/april worden gehouden. Wij moeten binnenkort tot een uitspraak komen over de herwaardering, anders kunnen wij niet verder werken. ^Mevrouw Otsen: Ik wil toch graag de instelling en de ambtelijke ondersteuning van de Com missie voor Emancipatie-aangelegenheden onder voorbehoud claimen, mijnheer de voorzitter.) Akkoord. Dan herhalen wij deze discussie weer bij de begrotingsvergadering. Mevrouw Van der WerfIk zou nog even willen ingaan op het antwoord van de wethouder op vraag 321. De wethouder zegt dat de stuurgroep er niet in is geslaagd de doelstelling te realiseren en dat er nu ad hoc-werkgroepen moeten komen. Ik neem echter aan dat de stuurgroep in ieder geval met een voorste is gekomen welke concrete problemen er nu door de ad hoc-werkgroepen moeten worden aange pakt, want die problemen lagen er en waren aanleiding voor het instellen van de stuurgroep en liggen er nog steeds. Ik heb de indruk uit het antwoord van de wethouder dat er wat wordt afgewacht wat er ver dergaat gebeuren. Ik zou echter graag willen dat het college op korte termijn - dat kan wat mij betreft in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden - komt met een voorstel waarin staat op welke concrete probleemgebieden ad hoc-werkgroepen worden ingesteld met welke omschrijving, welke taakopdracht en welke termijn waarbinnen teruggerapporteerd moet worden. De heer Geerts (weth.): De ad hoc-groepen worden ingesteld op het moment dat die problematiek zich aandient. (Mevrouw Van der Werf: Die problematiek ligt er toch? Daarvoor is toch de stuurgroep

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 39